FBI
rork.
lïimvs- El IKMH» iron h
ffllffiffl £1 lllllOllllSSEfflf SKBEK.
011.
1
No. 69.
T W E E-E N-V IJ FT I O 8 T E J A A R Q A. N O.
1897.
ISl)
DE GEWELDSTAAT.
28 AUGUSTUS.
XIII.
43,50
Lamer
En nu is het blad grond.
7 kilo.
roerd
Scha-
iggen,
keur
s keur
geh:
Deze CO UR ANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
ug.
id Alt-
Pieter
44.00,
—.00,
u f 50
f7 a
30 a
000,
r E N.
‘45,00
-,00,
ff. -
jr. -
1.
2.
3.
4.
Levens-
- »de
n het
ADVERTENT1EN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cent»,
voor eiken regel meer 7Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
voor al wat leelijk ia met geen ander gevolg
dan dat de arbeiders, die wij vroeger in ons
vertrouwen hadden, in nog grooter mate op
hen gaan stemmen. In de eerstvolgende ver-
gadering van den .Socialisten bond* moet daar
liet vroeger genomen besluit worden her-
ncien
S 14a.
I. VAN
VAN
2 L.
ncard;
l7/a
2'/»
■telling.
J. De
»AM.
Lug.
8,3/.«
19/16
i3 7..
6
1^
B I N, N E N L A N D.
Toen de minister Van Houten het wetsont
werp indiende tot verzekering tegen ongeluk
ken, zag de Radicale Hervorming daarin eeu
poging om nog iets goed te maken van bet
vele, dat verzuimd was, zooals een oude zon
daar op zijn stértbed doet.
Maar zulk eene oude zondaar heeft nog een
andere karaktertrek schrijft nu genoemd
Weekblad. Hij tracht nog in veiligheid te
brengen wat hem bijzonder dierbaar is.
Zoo heeft mr. S. van Houten vóór hij ais
minister aftrad nóg een circulaire uitgevaar
digd aan de Gedeputeerde Staten der proving
ciën over de onlangs aangenomen wet tot wij
ziging der gemeentebelastingen.
Zooals men weet, beperkt die wet in hoog&'
mate de vrijheid der gemeentebesturen iu het
regelen van den hoofdelijken omslag. Er mag
daarbij voortaan geen progressie toegepast wor
den en de inkomsten uit kapitaal mogen niet
hooger worden aangeslagen dan die uit arbeid.
Vele gemeenten deden dit tot nu toe wel, zoa
dat thans hare vorderingen op den hoofdelijken
omslag in die opzichten gewijzigd moeten wor
den. Maar nu is door een amendement van
mr. De Kanter de bepaling in de wet gekomen,
dat de bestaande verordeningen tot 1901 van
kracht mogen blijven.
Er is dus bij de wijziging dier verordeningen
geen haast, meer dan drie jaar is er voor be
schikbaar. Doch de bedoelde circulaire van den
Minister dient om'de Gedeputeerde Staten te
verzoeken, dat zij de gemeentebesturen zullen
uituoodigen reeds nu hunne verordeningen op
den hoofdelijken omslag met de nieuwe wette
lijke bepaling in overeenstemming te brengen.
De portemonnaie'.moest nog even in Veilig
heid worden gebracht.
Zou het niet zaak zijn dat de nieuwe Minis
ter van Binnenlandsche Zaken den Gedeputeer
de Staten een wenk gaf, dat er bij dit werk
zoo’n haast niet is
Het kan toch niet zijne bedoeling wezen, on
der zijn bestuur dien reactionairen maatregel
te laten in werking treden.
I te bereiken dat er meer geregelde aanraking zij
1 tusschen het Hoofd van den Staat en zijn raads
lieden, men zal, volgens do Amst. Ct., naar
iets anders moeten omzien.
.Zonder geweldstaat geen wettenen wetten
zijn onontbeerlijk tot regeling van do m.eusche-
lijke samenleving, zal deze niet een chao» wor
den/
Dit argument gaat uit van de dwaling, dat
regeling en staatswet verschillende benamingen
zijn voor dezelfde zaak. Het verschil, hierin
bestaande, dat een wet is regeling 4- nog iets:
dwang, wordt daarbij uit het oog verloren.
Dat een regeling noodzakelijk moet gepaard
gaan met dwang, wordt in onze maatschappij
met tal van voorbeelden weersproken. Elke
vereeniging maakt haar regeling bij vrije over
eenkomst; men is vrij er zich bij aan te sluiten
of er zich aan te onttrekken.
De vrije verstandsmensch houdt van regel
maar hij wil geen regelen die hem door heer
schappij zijn opgedwongen. Wie invloed op hem
wil uitoefenen zoeke hem op in zijn element,
in het verstand, en trachte hem niet autoritair,
maar gegrond, van zijn dwaling te overtuigen.
Do vrije verstandsmensch laat zich gaarne tot
ander inzicht brengen, en eenmaal er voor ge-
- wonnen zal hij met kracht voor deze overtui
ging opkomen. Zulk een regeling rust op be
teren grohdslag dan die door dwang. Tegen
een opvatting, die niet uit vrijen wil de zijne
is, verzet hij zich uit kracht zijner natuur, en
wel te beslister naar gelang hij dichter staat
bij den vrijen verstandsmensch. Zoolang zijn
gemoed niet vrij is van slaafschheid, komt hij
slechts in bedekte stelling in verzet en is hij
naar Eva’s neiging belust om van het verbo
dens te proeven. Op hoogeren trap van zede
lijkheid verzet hij zich met fierheid tegen de
gehoorzaamheid aan welke macht ook, die zijn
vrije wil zoekt te beteugelen. Op deze men-
schen bad'de edele, fijn voelende Fichte het
oog toen hij zei.Geen mensch kan worden
verbonden dan door zich-zelfgeen mensch
kan een wet worden gegeven dan door hem-
zelf; laat hij zich door anderen een wet op
leggen, dan doet hij afstand van zijn hoedanig
heid als mensch en verlaagt zioh tot een dier
en dit mag hij niet. Onze wil, ons besluit is
onze wetgever en niemand anders. Een ande-
re is niet mogelijk. Geen vreemde wil is voor
ons een wetook de .godheid4 niet, wanneer
hij met de wet van ons verstand in tegenspraak
kwam.4
En mogen we er bij voegen ook de wil
van den geweldstaat niet. Want zijn wil, de
wet die de regeeringen uitvaardigen, is onze
wil niet; hij strijdt tegen mijn autonomie. .Wat
doet de mensch sinds duizende van jaren, waar
hij zich liet overhalen om in een ataat te leven,
anders dan al zijn autonomie opofferen.4 De
regeering had niet alleen zijn goederen maar
ook hem-zelf zich toegeëigend.
Stuart Mill zegt in zijn werk „over de vrij
heid4 .Men kan rechtmatig niemand dwin
gen iets te doen of na te laten omdat het voor
hem zelf, voor
omdat hij naar de meening van anderen op de
ze wijze verstandig of zelfs goed handelen zou.
Hier zijn voldoende gronden hem andere voor
stellingen te geven, hem te overtuigen, te over
reden, te vragen, niet echter hem te dwingen
of, in geval hij anders handelt, met een of ander
hem te kwellen... Slechts in zoover is ieder lid
der maatschappij voor zijn gedrag verantwoor
delijk, als daardoor anderen worden getroffen.
Voor zoover het hem-zelf alleen aangaat, is zijn
onafhankelijkheid rechtens onbeperkt. Over
zich-zelf, over zijn eigen lichaam en eigen ziel
is het individu alleenheerscher De vrij
heid die alleen verdient aldus genoemd te wor
den, ligt daarin, dat wij op eigen manier ons
eigen geluk zoeken door anderen niet gehin
derd, zoolang wij hen ongestoord laten in het
zoeken van hun geluk. Een ieder is de wach
ter van zijn eigen lichaams- gemoeds- engees-
tesgezondheid. De menschheid wint meer er
bij door iedereen toe te staan naar eigen goed
dunken te leven, dan door iedereen te dwingen
naar het goeddunken van anderen te leven4.
Indien, zoo zal men zeggen, een gedrag door
verstand en neiging vastgesteld, niet behoeft
gedwongen te worden, en toch moet iets door
de regeering voorgeschreven met macht en ge
weld worden doorgevoerd, is er dan wel iets
verstandig of goed. Het slechte en onverstan
dige heeft in iader geval geen anderen steun,
dan het geweld. .Wanneer een moeder brood
en dek zoekend voor haar onmondige kinderen,
verschillende winkels voorbij gaat, waarin de
heerlijkste eetwaren opgehoopt liggen; wanneer
aan de eene zij de grootste weelde uw oog
treft, die uw fantasie niet kon droomen, terwijl
aan de andere zij de grootste nood en armoe
heerscht; wanneer voor de honden en paarden
der rijke lieden beter gezorgd wordt dan voor
millioenen van kinderen, wier moeders arbei
den in de fabrieken, om zich-zelf en de hun
nen te kunnen voeden wanneer het eenvou
digste kleed eener rijke dame het jaarloon van
een arbeider voorstelt; wanneer ons eenig doel
is, door den arbeid van den een, den ander te
verrijken en om geld te verzamelen alle mid
delen heilig zijn, dan is zeker geweld het
eenig middel om de maatschappij op de been
te houden; dan zijn legers van militie, politie
en beulen een noodzakelijkheid.4
De Arnh. Crt. acht het verkeer tusschen het
hoofd van den staat en de ministers hier te i'
lande op niet voldoende wijze geregeld. Het
VERGADERING
van den Gemeenteraad van Sneer,
op Zaterdag den 28 Aïigustus 1897,
des namiddags ten ure.
Mededeeling van ingekomen stukken enz.
Beslissing inzake het Volkspark.
Reclames tegen het Kohier van den Hoof
delijken Omslag, dienst 1897.
UIT DE PERS.
j mentairen regeeringsvorm een belangrijken in- j
I vloed uitoefenen, ’t zij in overleg met den mi- 1
nister, ’t zij buiten het ministerie om. Ieder
voorstander van het parlementair stelsel zal
aan ’t eerste de voorkeur geven, want dat een
hofkliek buiten eenige verantwoordelijkheid
het oor van den vorst zou verkrijgen, kan niet
anders dan nadeelig werken. Wil men echter
hiertegen beslist waken, dan moet het per
soonlijk verkeer tusschen kroon en kabinet
worden bevorderd.
Wij kunnen, naar de A. C. meent, hier leo-
ren van Engeland, waar de practijk van het
parlementair regeeringsstelsel zich geleidelijk
op goede grondslagen gevestigd heeft. Wanneer
koningin Victoria op een van hare kasteelen in
Engeland of Schotland, of in het buitenland
vertoeft, wordt de gemeenschap met hare mi
nisters niet onderhouden door middel van cor
respondentie, door het overzenden van stukken
die onderteekend moeten worden alleen, maar
op hunne beurt zijn de leden van het kabinet
de gast van de koningin, om haar bij voorko
mende gelegenheden te dienen van raad en
voorlichting, opdat de koningin die niet zoe
ken zal bij de onverantwoordelijke personen
van hare omgeving. Wordt deze regeling ge
makkelijk gemaakt door de zeer breede orga
nisatie van het Engelsch regeeringspersoneel,
en zou zij hier te lande groot bezwaar onder
vinden, men zou ten onzent wellicht een even
doelmatig middel in denzelfden geest kunnen
vinden. Het zou, meent de A. C., voor het
beoogd doel dienstig kunnen zijn, den directeur
van het koninklijk kabinet met behoud van
zijn tegenwoordige functien op te nemen in
het ministerie, daarmede optredende en aftre
dende, en daarmede homogeen. „Aldus ware
althans een grondslag gelegd, waarop verder
was voort te bouwen, om tusschen de Kroon
en hare raadslieden meer samenwerking, meer
overeenstemming, meer vertrouwen te schep
pen dan in de tegenwoordige regeling, zelfs
met de beste bedoelingen, te verkrijgen zijn.4
De Amst. Ct. wijst er harerzijds op, dat een
eventueele hofkliek toch wel gelegenheid zou
vinden het oor van den vorst te bereiken, ook
al was er een politiek-verantwoordeliik direc
teur van het kabinet, terwijl het blad voorts
doet uitkomen, dat zulk een directeur eigen
lijk niets anders zou zijn dan één minister
meer.
Ontneemt men den Kabiuets-directeur zijn
onschendbaarheid, lijft men hem in bij de wis
selende en verantwoordelijke raadslieden, dan
zal men allengs zijn plaats zien innemen, zijn
De Haagsche correspondent van de Zulph. Ct-
schrijft o. a.De overwinning van Troelstra eu
zijne trawanten heeft blijkbaar in liooge róate
de jaloezie der vroegere bondgenooten opgewekt,
en nu gaan zelfs Hermans en anderen in Rech t
voor Allen lange artikels schrijven om te be-
tuogen, dat het zoo niet langer gaatdat ook
de Socialistenbond een anderen weg moet op
gaan, want dat anders de revolutionaire bewe
ging door de parlementairen geheel wordt over
vleugeld. Wij revolutionairen, zoo redeneeren
zij, maken propaganda, en door onze stelselma
tige onthouding plukken de parlementairen de
vruchten van onzen arbeid. Wij bewerken deu.
J, maar als er te oogsten valt, zien wij
J x-vijanden er zich van mees
vallen kan ministrieele crisis als raadsman on- j ter maken. In plaats van actief op te treden
bruikbaar zou zijn, zoo hij tot de verantwoor- met eigen candidaten, gaan wij in onze bladen
delijke, gezamenlijk op- en aftredende, ministers de andere socialistische candidaten uitm&ken
behoorde, maar dat heel zijn ambt onmogelijk - '-1- 1
worden zou, wanneer de titularis voor het Par
lement gedaagd kon worden om te verantwoor
den wat hij, de chef van het persoonlijk bureau
des Konings, de geheimschrijver der kroon, had
- - gelaten of gedaan. Om
hoofd van den staat kan ook by een pane-j ^yil men zoeken naar wegen en middelen om zien. Volgens dat besluit zijn wij wel formeel
werk zien doen door een ander, die geheel wor
den zal wat de dan verantwoordelijk-gestelde
vroeger was. De Amst. Ct. is van meening
dat de onschendbaarheid des Konings een on
schendbaar geheimschrijver vordert.
Het blad kenschetst do betrekking als „ge
heimschrijver van de Kroon, bewaarder van
het Staats-archief, uitvaardiger en berichtgever
van wat door ’s Konings handteekening kracht
van uitvoering verkrijgt; de middelaar, einde
lijk, tusschen den Koning en zijn ministers bij
voorkomende conflicten.4 En nu is het blad grond, maar als
van oordeel, dat de directeur niet alleen in ge- lijdelijk toe dat onze
eigen geluk beter zijn zou, of
OURAN
OEEKER
I*
15
<J 45 5 45’
0 80 6 26*
110 7 20*
lajB
5 30
22
'40
■24
4
19
33
45
650
7-
77
7 29
8-
30a 8
>45a 815
1 55a 8 35
rwa 845
3/| 6
3 1-
PUNTEN VAN BEHANDELING:
Resumtie der Notulen.