QUITTE. I r- BUITENLAND. een FEUILLETON. had, en eerst daarna kon zij handelen. nen l éene echter werd haar duidelijk, dat zij goed Roman van J. W. von Megede. XV. Vervolg.) 1. 2. 3. 4. 5. 6. Daarc aan ei geteel heer Pril Maar stedt altijd De ring keerdi Maar Wilne mond, volgde Het huurk mager glinsterde dof in de stadsgracht^ ratelde het rijtuig over het hobbelig de oude poort door. De landweer- trokken in groepjes naar het inspec- zijn s overig terscb De op nii volgei chiboi Epiru .en J< moete delijki ook ii ergerl en aai OVERZICHT. Het F ranse h-R u s s i s c h verbond blijft nog altijd de eerste plaats innemen in de be schouwingen der Europeesche pers, die in ver band daarmede aan de samenkomst van Wil helm II en van Umberto een grooter gewicht toekent dan in den regel aan zulke ontmoetin gen toekomt. Wij stippen daarom aan dat de Soleil uit Petersburg verneemt, dat President Faure op de publicatie van de voornaamste ar tikelen van het verdrag zou hebben aangedron gen, maar wegens oppositie van den Rnssischen minister Mourawief is dit punt nog onbeslist ge bleven. Soleil weet echter mede te deelen, dat het verdrag niet tegen Engeland gericht is; dat land blijft daarin buiten beschouwing. Het be paalt de omstandigheden, waarin de bondgenoo- ten tot wederzijdsche hulp verplicht zijn, den zgn. casus foederis. Die casus is niet aanwe zig als of Frankrijk óf Rusland aanvaller is. Het verdrag moet verschillende eventualiteiten in de zaken van het Oosten en van West-Europa, alsmede de daarmede samenhangende onderlinge 45. Weer plaveisel mannen tie-plein, de officieren kwamen langzaam ach teraan. Zij| keek naar rechts noch links. Eerst toen zij het nest achter den rug had, haalde zij ruimer adem. Reeds lag de voor- jaarsschemering lichtgrijs over de vlakte, toeu de dampende paarden voor de boerenwoning van den dokter stilhielden. Hij was thuis. Zonder omhalen ging zij op het doel af. „Is mijn man nog officier „Neen, mevrouw/ „Weet gij ook, waarom niet „Ja en neen; in elk geval niets bepaalds." Het antwoord viel hem zwaar, zooals zij merkte. „Zeg mij de reden toch, mijnheer van Loja, ik wil ze weten." Zij hadden beide staande, midden in de ka mer gesproken. Nu vatte hij kalm haar koorts* Dinsdag een D. zaten. nog. ’t Ging Excellentie" „Neen, Excellentie. kwamen van uit de paletotzakken vaker als noodig was groetend aan de helmklep. Die devotie gold een deftige dame met langen hals en flauwe oogen, die vrij ongegeneerd was in haar bewegingen en manier van spreken. Een scherp dialect, erg verschillend van het rol lend gemoedelijke oost-pruisiseh. Toen me vrouw Martha voorbijging, streek de voorname dame juist den langen deenschen handschoen en tot weldadigheid op te wekken. Dat bij de besturen eerlijkheid voorzit, blijkt uit het volgende: Zaterdagavond werd ten kantore van den heer Iledeman een samenspreking gehouden van de gecombineerde besturen, den voorzitter van de Twentsche fabrieksarbeidersvereeniging Unitas en eenige afgevaardigden van de vaste arbei ders, met den heer Hedeman. Het doel was de oorzaak van de staking na te gaan en de wijze te bespreken, waarop over de staking ge schreven en gesproken wordt. Dinsdag is nu het schrijven openbaar ge maakt door de voorzitters van de gecombineer de besturen. ijzeren-brug dreunde onder den langzaam voort rollenden last een uitvalpoort, een bedomp te tunnel met roode pannen gedekt zij was in de residentie. Voor het station aarzelde zij met uitstappen zij wilde het Orschauer gezelschap vóór laten gaan. Daar flikkerden op het smalle perron een paar kurassiershelmen. „Ha gravin." „Zoo, Natzfeld, zijt gij daar ook?" Daarop de een of andere onbeduidende bemerking van de comtesse met haar prachtig welluidende stem, welke de mooie vrouw pijnlijk aandeed, een ondeugend gezegde van prins Lak, waar over behoorlijk gelachen werd. Toen ’t stil ge worden was, stapte mevrouw Martha uit. Maar aan den ingang van ’t station stond de groep nu heel vormelijk toe: „Ja wel, nu.De vol gens de mode onbedekte banden der officieren van uit de paletotzakken vaker als 1 hooge g koffen doek, het pis pruttel haar a Meer met n K^,tel s ti neer o ’t E Zij vo SNEEK, 10 September. Bij gunstig weder denkt het muziekcorps der dd. Schutterij alhier, kapelmeester de heer Paul Gaillard, a. s. Zondag, ’s middags 12 uur, op het Schapenplein, voor dit seizoen haar 5e of verplichtingen nader omschrijven. Men zal wel doen een en ander slechts onder voorbehoud aan te nemen. Het brandend ver langen om er meer van te weten, geeft aan velerlei gissingen het aanzijn; wij weten niet of het bovenstaande iets meet dan een gissing is. Evenzeer bevelen wij reserve aan bij het vol gend verslag, dat het Fransche kamerlid Ba- zille in le Gaulois publiceert betreffende een interview dat Bismarck dezer dagen aan een vriend van den heer Bazille verleende. „Het is mogelijk, zoo wordt Bismarck’s uitspraak vermeld, dat men te Peterhof een verdrag ge sloten heeft, hetgeen dan vermoedelijk geschied is om de openbare meening in Frankrijk tevre den te stellen. Men zou de zaak echter eerst dan zorgwekkend behoeven te vinden als het den bondgenooten gelukte om Oostenrijk-Hon- garije tot het verlaten van het Drievoudig ver bond over te halen." Bismarck meent daaren tegen dat ’t Fransch-Russisch verbond tegen Engeland is gericht. Hij verwacht daarvan echter weinig succes. Want om aan Engeland’s pretenties op afdoende wijze paal en perk te stellen, is een continentale entente nooj^ig, die met evenveel beleid als volharding moet worden doorgezet. En voor dit doel ontbreekt het vol gens Bismarck de Duitsche politiek ten eenen- male aan een oordeelkundige en logische lei ding. (Dit zou dus weder een steek op keizer Wilhelm beduiden). Overigens zou het oogen- blik niet slecht gekozen zijn om den Engelschen in - Egypte en in het Suez-kanaal tot staan te brengen. Maar als Duitschland niet goed ge noeg manoeuvreert om dit doel inderdaad te bereiken, dan zal het zich ten slotte beklagen, zeide Bismarck, dat het zich de verbittering der Engelschen steeds meer op den hals heeft ge haald. De Engelsche bladen zijn zeer goed overtuigd van het gevaar, dat de Britsche heer schappij iu Indië dreigt. „Om zich het onheil volkomen duidelijk te maken" - zegt de Standard „behoeft men zich slechts voor te stellen, wat gebeuren zal, iudien de lang voorspelde crisis in Afghanistan intreedt. „Aangenomen, dat de emir Abdoer-Rhaman gehoor geeft aan den wensch van een groot aantal onderdanen, om den djehat af te kondi gen of dat de Russen, den tijd gekomen ach ten, om een vooruitdrukkende staatkunde te volgen en over den Oxus naar Balk en uit Trans caspië naar Herat te marcheeren wat moe ten wij dan doen? „Twee, waarschijnlijk zelfs drie der groote heerwegen, die naar Kaboel of Ghazi leiden, zijn versperd „Wellicht kunnen van Pischin uit troepen worden afgezonden. Hetspoorwegmaterieel, dat in New-Tchaman is opgelegd, kan gebruikt worden voor het leggen van een weg naar Kan dahar. „Maar de stoutmoedigste bevelhebber zou aarzelen van die zijde Afghanistan binnen te rukken, indien niet gelijktijdig van Peschawur en Kohat kan worden opgerukt. „Het zou een dol waagstuk zijn, langs één weg voor waarts te gaan, waar de geheele grens van Swat tot Derajat in lichtelaaie staat. „Wij willen op deze gebeurlijkheden niet verder ingaan. „Maar het is duidelijk, dat men den toestand eand.-arts, 1 jaar en 6 maanden gevangenisstraf geëischt, omdat zij zich schuldig hadden gemaakt aan het verkoopen voor f 245 aan platen van gemelde stichting. Beide waren geëngageerd en niet ver van hun promotie, schenen met hun weekgeld van f 1.50 kf 2 niet toe te kun nen en hebben hun heele toekomst als het wa re vernietigd. Naar de Tel. verneemt is tegen negen en dertig gedetineerden in de strafgevangenis onder Amstelveen, naar aanleiding van het bekende opstootje aldaar, een vervolging ingesteld we gens zaakbeschadiging. Uit Almeloo schrijft men aan ’t N. v. d. Dag.; De werkstaking, reeds lang als een dreigen de wolk boven Almeloo hangende zal nu over veertien dagen uitbreken. Geruimen tijd is voorbijgegaan, sedert de eer ste vergadering door de arbeiders werd gehou den, waarin zij besloten pogingen aan te wen den tot verbetering van hunnen maatschappelij- ken toestand, en lang hebben de onderhande- lingen met de fabrikanten geduurd. Toch heb ben deze niet tot een gunstige uitkomst geleid. De voorstellen der meeste fabrikanten waren, naar het oordeel der arbeiders, zoo gering, dat zij die niet konden aannemen. Bewonderenswaardig is de eenstemmigheid, en groot is de moed, waarmede het besluit tot staking is genomen vooral omdat er geen weerstandskas is, om tjjdens de werkloosheid den eersten nood te lenigen, de eerste levens behoeften aan te schaffen, en omdat men over tuigd is, dat het grootste deel van het werk volk niet bij machte is een tijd door te komen, waarin niets verdiend wordt. Al is de solidariteit groot en de offervaar digheid kenmerkend, toch staat gebrek, waar schijnlijk broodsgebrek, te wachten. In elk geval zal het bedrag der uitkeeringen minder bedragen dan hun loon was. Van roekeloos optreden is echter in het ge heel geen sprake. Op de verschillende verga deringen bleek zeer duidelijk, dat de ontevre denheid groot is; dat de Iconen niet toereikend zijn dat de loonen te Almeloo veel minder bedragen dan te Hengeloo en te Enschedé dat de arbeiders ontevreden zijn over verschil lende zaken. En toch hebben de besturen maatregelen kun nen nemen, waardoor iedereen tot de overtui ging komt dat de nood heeft gesproken, da,t kloeke, mannelijke ernst en vastberadenheid bij de leiding hebben voorgezeten. Aan het be stuur der gecombineerde vereenigingen komt een woord van hulde toe voor de gematigdheid en den tact, waarmede het de beweging heeft geleid. Wat de uitslag zal zijn is niet te voorzien. De fabrikanten hebben verklaard niet meer te kunnen doen, dan zij hebben voorgesteld. Een moeilijke tijd voor de arbeiders breekt misschien aan. Ruim 21)00 arbeiders zullen zonder werk zijn, tot schade van geheel Twen- the, en de wensch van alle ingezetenen van Almeloo is, dat de quaestie spoedig worde op gelost. Hoe men ook over de zaak denke, de ge dachte aan vele huisgezinnen, welke in meer dere of mindere mate gebrek zullen lijden, dient allen, dien er buiten staan, zacht te stemmen achtig gloeiende hand „Ga zitten, mevrouw, en vergeet ook thans niet, dat ik uw oprechte vriend ben. Wat hij ook moge gedaan heb ben, gij zijt zijn vrouw. En waartoe zou ik uw gevoel bezwaren met een begrip van eer, ’t welk gij niet eens ten volle zoudt begrijpen." Zij wilde hem in de rede vallen hij ging voort„Desniettemin kan hij toch een fatsoen lijk man zijn, zij ’t dan ook niet volgens het wetboek van eer van een clique, voor wie ik zelf misschien ook niet meer fatsoenlijk ben. Zijt gij het verstandige, hooghartige schepsel, waarvoor ik u zoo graag zou willen aanzien tracht hem dan zoover te brengen dat hij hier uit den omtrek vandaan gaat. Dat’s de eenige uitwegEn gij kunt mij gelooven of nietik heb een zeker recht op u en op uw geluk." Zij keek hem strak aan. ’t Was het zelfde leelijke, energieke gezicht, dat haar steeds had tegen gestaan, maar op dit oogenblik zag zij den adellijken trek van zijn wezen er doorheen flikkeren een zekere gewaarwording zei haar, dat hier een vriend voor baar stond, een eenige vriend. Maar een ander instinct kwam daar tegen dadelijk in verzeten dat fluisterde haar toe, dat zij hem haten moest, als haar ergsten vijand. Het oude, lage vertrek werd allengs donkerder alleen de haard glom nog zoo huiselijk, even als de goudlederen ruggen der boeken op de boekenplanken. Martha voor zich de taak geëischt den vrede en de or de in zuid-oostelijk Europa te herstellen. Maan den lang duurt het walgelijk scharrelen en kui pen der Europeesche machthebbers voort en tot groote schade van beide partijen, die hun legers niet kunnen afdanken en hun ingezetenen niet' naar de bezette streken kunnen terugzenden om den oogst binnen te halen voordat deze op den akker verrot, duurt de onzekerheid voort over het vredestractaat, dat met zoo vurig verlangen door velen wordt verbeid. Voor de zooveelste maal was nu beweerd dat eindelijk overeen stemming verkregen was en zie, daar komt Eergisteren avond zijn door de stoomtram van Heerenveen naar Drachten, die te ruim 10 uur van H. vertrekt, ter hoogte van het Ko- ningsdiep bij Beetsterzwaag twee personen overreden, die bijna terstond gedood werden. Vermoedelijk waren het arbeiders althans aan de kleeren te oordeelen en hadden zij zich in beschonken toestand op de rails neer gelegd. I wed - I cieel I Dus ‘hjk nicu steil moe juist bede le o] over rbetal tegei zijn, nu gelat laten nog Hi hebb resul *Ven. H, lord van heid een i moet der k den *-.Indie Euro The» am ba ge v ni te k Salisl Russi E duide gchul Vrede Zoi stel i kan derge zijn Laml ceerd. dat a '44 r land moet, contri aan gewa; debat zooda slissin nen. 1 aan de Indische grens met groote bezorgdheid moet gadeslaan, indien deze opstanden niet spoe dig onderdrukt worden. „Want terzelfder tijd is de binnenlandsché toestand in Indië niet zoo gunstig, dat wij on bezorgd een langen en kostbaren strijd aan de grenzen kunnen opnemen." De Engelschen zijn vast beraden om den op stand met kracht tegen te gaan. De groote ex peditie naar de Afghaansche grens, waartoe nu definitief besloten is, zal in de eerste plaats de Afridi’s straffen, maar ook de medeplichtige. Mohmands, ofschoon ze niet tot op het grond gebied van dezen laatsten stam zal doordrin gen. Sir William Lockhart, die met het opperbevel belast is, heeft door zijn vroegere expeditiën in de Zwarte Bergen, Samana en Waziristan, een grooten naam verworven, de troepen stellen het volste vertrouwen in hem en zijn naam doet de bergbewoners sidderen. Men begrijpt dat men in Engeland met groo te belangstelling uitziet naar ’t geen daar in ’t Oosten zal gebeuren. In Duitschland blijft inmiddels de aan dacht op het samenzijn van den keizer met de Italiaansche koningsfamilie gevestigd. Van veel meer belang is intusschen, of het inderdaad tot een beslissing betreffende het aan blijven of aftreden van den rijkskanselier Ho- henlohe komen zal. Hieromtrent blijft men nog in het onzekere. Alleen wordt uit Ber lijn geseind, dat Hohenlohe’s ontslag aldaar ze ker verwacht wordt omstreeks October, als de Bondsraad zijn werk hervat. Aan de verdeeld heid tusschen keizer en kanselier valt niet meer te twijfelen. Als aanstaand Duitsch rijkskanselier wordt te Berlijn nu weder niet de waarnemende staats secretaris van buitenlaudsche zaken v. Bülow, maar een generaal gedoodverfd en wel een ge neraal, die aan v. Bülow nauw verwant is. De ze bijvoeging voert de Voss. Zeit. tot de bewe ring, dat de commandant van het 14e leger corps, die ook v. Bülow heet, de uitverkorene wezen zal. Hij is 60 jaar oud en sedert 41 jaren officier, maar niet geheel vreemdeling in de politiek, want in Juni 1871 werd hij militair attaché bij de Duitsche ambassade te Parijs, waar hij 10 jaar lang bleef. Hij is een der weinige generaals, die zich tegen de door deu vorigen minister van oorlog Bronsart v. Schel- lendorff ontworpen hervorming der militaire rechtspleging (waarbij ook het militaire straf proces aan de openbaarheid wordt overgegeven) verklaard heeft. Of dit zijn voornaamste aan beveling is, weten wy niet. Toen Griekenland na een strijd vatl zeer enkele weken weerloos aan den voet der Turken lag, heeft het zgn. vereenigd Europa t -dat zi Gellmann had een oud, klein photografie-al- bum, dat op de tafel lag, doorgebladerd, zon der er eigenlijk in te zien. Nu sloeg zij ’t gedachteloos weer open en keek er in. Zij boog er zich al dieper en dieper over heen, tot haar haar het portret bijna raakte. Een won derlijke verandering had op haar gezicht plaats gegrepen, toen zij ’t weer opnam. Haar lippen en wangen waren vaalbleek en haar oogen staarden alsof ze dood waren. Wat het toeval haar daar zien liet, was haar evenbeeld maar de photografie was oud eu de gelaat strekken waren edeler. Martha Gellmanns hand trilde. De baron keek haar vast aan. Plotseling, alsof zij iets verschrikkelijks van zich afschudde, sprong zij op, en de hand krampachtig om de leuning van de canapé slaande, zeide zij met doffe, gebroken stem „Dus gij gij 1“ En toen viel zij be wusteloos neer. Dat alles ging haar hier in de coupé weder door ’t hoofd, en weder dreigden haar zin- te benevelen toen zij aan Loja dacht. Dit I nnlifnr wcril hnor dnidnl ii Ir rlaf wn rroorj had gedaan toen zij zich tot Doerstedt wendde. Zij moest eerst weten, wat haar man misdaan 1 De trein reed langzaam den gordel der ves- i van de hand en floot, met de knapheid van een tingwerken binnen. Groenachtig-troebel water groom, schril door de tegen elkaar gedrukte knok- een oude kels naar twee blaffend rondspriugende terriers. het Schapenplein, voor dit seizoen naar ue ot laatste Volks-Concert te geven met het volgen de programma Feestmarsch Paul Gaillard. Ouv. „la Couronne d’or" G. Kahnt. L’ Aurore, Valse C. Faust. Fant, sur „le Trouvère" Verdi. Carmen, Marsch arr. P. Gaillard. Potp. Populaire Renaud. Aan den Oppenhuizerweg kantelde jl. tilbury, waarin de heeren L. en ’t Rijtuig werd geducht beschadigd, maar paard en passagiers kwamen er zonder kant- scheuren af. L BS

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1897 | | pagina 2