SN
NIEUWS- ffl WMfflHIOIM N
negen
'dl
|baar
No. 80.
1897.
w o da (i
r de
'S, iS!’ ^er
oek-
Loting voor de Nationale Militie.
KALVERMARKT
6 O <D T O 13 IS
riteiten,
BINNENLAND.
Naar de anti-rev. Nederlander meent, heeft
UIT DE PERS.
gumenten.
Alle brieven
in te zenden.
Saeek den 1 October 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoeuid,
ALMA, Burgemeester.
Hoe daar nu verbetering in te brengen In
verschillende industriën kunnen groote verbete-
lMPE]
PfiB.
ordigen,
franec*
Boek- 1
n
Bij de firma Nijgh Van Ditmar ligt ter
perse Onze Afgevaardigden, bevattende Por
tretten en Biographiën der leden van de Eerste
en Tweede Kamer.
De omslag zal in de nationale kleuren geli
thografeerd worden.
Het boekje zal als premie worden aangebo
den aan de abonnésop de Wereldkroniek en ook
voor niet abonnés verkrijgbaar worden gesteld.
Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.franco per post ƒ1.25.
en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in en haar Gemaal* en i
proefschrift, de stelling, dat geen afzonderlijke
lijk tegenover haar echtgenoot de positie te
geven die haar toekomt.
Mr. Plemp komt tot deze conclusie:
„De Koningin staat niet boven de wet;
ADVERTENT1EN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7*/j Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
7.
'ha
7*
LM.
ct.
7«
71 6
richt,
moet, dan is op dit punt gedaan wat mogelijk
was.
De conclusie van den schrijver is: voorals
nog geen dwingende wet, maar samenwerking
van
1.00, I
10 a
lOKMAj»
mr. Westendorp in zijn rustdag eischt eens in de zeven dagen,
dat geen afzonderlijke i een natuurwet.
wet noodig is om der Koningin na haar huwe- j J*-- J-i.-
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek herinneren, naar aanleiding van art. 18
wet van
no. 134), de ingezetenen
dat steeds aan degenen, die zich daarvoor
aanmelden ter Secretarie der gemeente, gele
genheid wordt gegeven tot kostelooze inenting
en herinenting.
Sneek den 1 October 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
In verband met den moord in de Schooter-
boschstraat te Rotterdam meldt men uit Ber
lijn aan de N. Rott. Ct. bijzonderheden over
en zijn slachtoffer, die het geheele dra-
misschien onder een nieuw licht zullen
plaatsen.
De te Rotterdam vermoorde vrouw zou niet
KENN1SGE VING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek,
Gelet op hot besluit van den heer Commis-
saiis der Koningin in Friesland van 8 Septem
ber 1.1. Ie Afdeeling M/S no. 1004 {Provinciaal
blad no. 89)
Brengen ter openbare kennis, dat de loting
van hen, die dit jaar voor de lichting der Na
tionale Militie van 1898 dezer gemeente, zijn
ingeschreven, zal plaats hebben in de Concert-
zaal alhier op MAANDAG den 18den OCTO
BER e. k. des voormiddags ten 10 ure
dat op Woensdag den 20sten October d. a. v.
ter Gemeente-Secretarie door of' vanwege de
lotelingen aanvrage kan geschieden voor de ge
tuigschriften ter bekoming van vrijstelling van
den dienst, wegens broederdienst of als eenig
Ivettig zoon
voorts dat om vrijstelling wegens eigen mili
tairen dienst of dien van broeders te verkrijgen,
de paspoorten of andere bewijzen van ontslag,
uittreksels-stamboeken of bewijzen van werke-
lijken dienst, ten minste tien dagen vóór den
dag, waarop de eerste zitting van den Militie-
raad wordt geopend, ter Secretarie voornoemd de behoefte
moeten worden ingeleverd.
Sneek den 28 September 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
de Tweede Kamer een onvoorzichtigen stap
gedaan door te bepalen, dat alle stembriefjes
in de districten Sneek en Amsterdam VI op
nieuw zullen worden onderzocht. Het blad
méént, dat deze beslissing, indien de Kamer
daarop niet terugkomt, bedenkelijke gevolgen
kan hebben.
Niet alleen is het onjuist, volgens de Ned.,
om, als bij een der stembureaux in een district
een fout is begaan, ook de stembriefjes van de
andere bureaux op te vragen, maar veel beden
kelijker schijnt het ons, zegt het blad, dat de
Kamer niet de minste waarde toekent aan eene
wettige beslissing van een bureau, waartegen
niemand, die daartoe geroepen was, zich heeft
verklaard.
Het betreft de toekenning van zeker biljet
aan een candidaat. Alle bevoegde personen,
zelfs twee daartoe uitgenoodigde kiezers, keuren
die toekenning goed; er is geen geschil, ook
geen „twijfel*. Dat biljet wordt vervolgensin
een gezegeld pakket gelegd. Wie ter wereld
kan nu vermoeden, dat dit biljet van onwaar
de is Immers niemand. Zij, die het biljet
gezien hebben, keurden de toekenning goed
en na de toekenning heeft niemand het biljet
meer kunnen zien.
Zoowel de aard der zaak als de bepaling der
wet wijzen uit, dat men hier te doen heeft met
eene uitgemaakte zaak. Zij die uitdrukkelijk
of stilzwijgend hebben goedgekeurd, kunnen
daartegen niet zelven opkomende anderen
kunnen niet weten wat geschied is.
Desniettemin heeft de Kamer op verzoek van
één kiezer, die zonder aanvoering van eenig
bewijs beweerde, dat een biljet niet duidelijk
den candidaat aangaf, de opening van alle bil
jetten gelast.
Hieruit volgt, dat voortaan elke stembus door
de Kamer zal moeten worden nageteld, zoodra
een kiezer goedvindt de waarde te betwisten
van een zoo groot aantal stembiljetten, als noo
dig is om op den uitslag van invloed te kunnen
zijn. Stel dat er vijf bureaux zijn, en dat het
verschil tusschen beide candidaten 10 a 12 be
draagt. Dan behoeft er voor elk bureau maar
één persoon gevonden te worden, die beweert,
dat een paar biljetten ten onrechte zijn toege
kend; ook al blijkt uit het proces-verbaal der
stemopneming, dat er omtrent geen enkel bil
jet tijdens de aflezing en toekenning de minste
twijfel gerezen is.
Als de Kamer bij deze jurisprudentie blijft,
kan ze er nog veel pleizier van hebben.
Dezer dagen is een geheimzinnige misdaad
aan het licht gekomen. Ongeveer 20 jaar ge
leden brandde op een nacht aau ’s-Gravenweg
te Oud-kralingen een hooiberg at, die op het
erf stond van Leen Maarleveld. Bij het oprui
men van de asch werd het half verkoolde lijk
gevonden van een man, in wien de vermiste
Maarleveld werd herkend, die eerst vermoord en
daarna naar den in brand gestoken hooiberg
moet zijn gesleept.
Een neef en erfgenaam van den vermoorde
werd gevangen genomen, doch uit gebrek aan
bewijs weder op vrije voeten gesteld. De recht
bank stelde hem echter niet in het bezit van de
nalatenschap, maar werd gemachtigd de gelden
25 jaar te beheeren.
Circa 5 jaar geleden werd onder Rotterdam
een wegwerker dood aan den weg gevonden.
Op diens borst was een briefje bevestigd met
de mededeeling, dat hij medeplichtig was aan
den moord op M. zonder evenwel nadere per
sonen aan te duiden.
De neef, die destijds in voorarrest zat, is
onlangs gestorven en heeft op zijn sterfbed be
kend en zich-zelfvan medeplichtigheid aan dien
moord beschuldigd. De erfgenamen stellen
thans, volgens het R. N., pogingen in het werk,
de nalatenschap van Leen Maarleveld in bezit
te krijgen.
Vrijdagmiddag werd te Almelo een zekere A.
J. ter H. uit Losser opgebracht, die den vorigen
avond in een vechtpartij zijn tegenstander, een
zekere T., niet minder dan 8 messteken zou
hebben toegebracht, waarvan volgens verkla-
jjer
vanÊhebben de longen geraakt en twee aan ’t
j Ter H.
beweert” uit zelfverdediging te hebben gehan-
s reeds
24 tot
z. v.
er.
frietje j
olkje,
Gaos-1
Ltsiua
lijike,
n. j
je de
Jarig
ait j..r i»,.U op ÓM„-ck.
ten, zich afspeelc in een „glazen huis,
met
n.
van
ijnja, I
hem.
BEKENDUAKIN G.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek maken bekend, dat de eerste
7 dagen niet toevallig zoo is ge-
i riteiten, om op 6 Januari 1886 in de kosterij
der Nieuwe Kerk binnen te gaan, er de bewa
kers, door het classikaal bestuur gesteld, uit te
verwijderen, de deur der kerkvoogdenkamer te
doen openen en bewakers hunnerzijds aan te
stellen?*
De. heer Boissevain gaat op het verzoek niet
in. Voor hem is ’t niet de vraag of dr. Kuy-
per volgens de reglementen, of zelfs volgens de
wet mocht doen wat hij gedaan heeft, maar of
hij dit volgens de zedeieer mocht doen. Die
vraag van zedelijken aard beheerscht het ge
heele conflict.
De heer Boissevain stelt zijnerzijds dr. Kuy-
per voor, om de door hem en dr. Kuyper ge
wisselde brieven gezamenlijk in broebure-vorm
uit te geven teneinde aldus de geheele natie,
het vóiksgeweten, de openbare meening te doen
beslissen.
ring van den dokter vijf doodelijk. Drie
nkknn rlr* Innrynn rroraolrl nn fwna aar
hoofd zijn mede ‘erg aangekomen.
I deld, daar de tegenpartij het op zijn leven ge-
uoui llduvi uauwiwuiig uw uvovu uiui^iug munt had.
aanduiden die hij tegen dr. Kuiper heeft ge- I
Opdat de rechter uitspraak zal kunnen
doen. Bij weigering eischt dr. Kuiper subsi- I
i diair, dat de heer Boissevain met hem het ge-
schil voor een eereraad van vijf rechtsgeleer- Müller
den brengt, aan wie de vraag zou worden voer- ma i_
jeen dwingende wet, maar samenwerking gelegd „Waren de heeren dr. Rutgers c. s.
overheid en particulieren om door daad al dan niet de gequalificeerde en bevoegde auto- I
Dr. A. Kuyper is teruggekomen op de kwes
tie die hij eenigen tijd geleden had met den
heer Ch. Boissevain over het gebeurde in de
ringen aangebracht worden. Maar daarnaast Nieuwe Kerk te Amsterdam op 6 Juni 1886.
zijn er velen die ook Zondags moeten worden Hij dringt er op aan dat de heer Boissevain
u.uv mu.vu uv «cv, voortgezet. Wanneer nu maar gezorgd wordt hem nader nauwkeurig de beschuldiging zal
want zij is Koningin krachtens de Grondwet, dat het Zondags werkende personeel niet het
zelfde is, dat reeds de geheele week gewerkt
heeft en ook de volgende week weer werken
Als gehuwde vrouw staat zij met alle gehuw
de vrouwen in haar Koninkrijk gelijk, onder
de heerschappij der burgerlijke wet, die voor
haar evenzeer voldoende of onvoldoende is als
voor haar zusteren in den lande. Aan haar het
vrije oordeel, mocht er conflict ontstaan, om te j
beslissen, welke dier verplichtingen naar het i
In De Gids van October komt een
voor van mr. L. J. Plemp van Duiveland over i termijn
„Koningin en huwelijksrecht*
De schrijver verdedigt daarin tegenover mr.
Wittewaal in zijn bekende studie „DeKoning- i organisme
voorbeeld zooveel mogelijk Zondagsrust te
I haar de verheven taak conflict te voorkomen. maken tot een der zeden en gewoonten van
Niet aan den wetgever, den Prins-gemaal een ons volk. En om dit doel te bereiken af en
t te leggen en dit ééne hu we- toe, als het pas geeft, een dwingende bepaling
tatie van anderen voort te zetten.
I strenge recht het zwaarst moet wegen aan en y
haar de verheven taak conflict te voorkomen. I maken tot
dwangbuis aan
j ging van het persoonlijk geluk der echtgenoo-
ten, zich afspeelt in een „glazen huis,* te ver-
1 bitteren door de verhouding er van om te kee-
o j ren en te verwikkelen. Laten zij beiden althans
BENNEWITZ, Seere^ns. in dfé betrekkekjke intiraiteit dJen last van het
I Koningschap, den dwang van de wet en van
het recht, zoo min mogelijk gevoelen. Laat de
4 December 1872’ (Staatsblad ^er Nederlanden daar het bewustzijn
houden, te behooren tot dien kring waaruit men
haar niet rukken mag den kring der Neder-
landsche vrouwen.*
Onder het opstel laat de GifZs-redactie de
meening over deze quaestie volgen van haar
lid, prof. Molengraaf!, met wien zij geheel in
stemt. Die meening luidt als volgt
„Voor geen vrouw is eene uitzonderingswet
minder noodig dan voor de Koningin. Want
al deugt onze huwelijkswetgeving niet en al
bevat zij tal van grievende en de vrouw ach-
terstellende bepalingen, daér waar tusschen
de echtgenooten een goede harmonie heerscht,
het huwelijk is, wat het behoort te wezen, eene
op sympathie en waardeering gegronde levens
gemeenschap, hindert die wetgeving de vrouw
in geen enkel opzicht. Zoo van eenige vrouw
mag van de Koningin worden verwacht, dat zij
in haar huwelijk de gebreken van onze huwe
lijkswet niet zal voelen. Wie voor haar eene
uitzonderingswet verlangt, gaat uit van de ver
onderstelling, dat hare verstandhouding met ha
ren echtgenoot wel te wenschen zal overlaten.
Eene uitzonderingswet te haren behoeve ware
in den volsten zin van het woord het uitreiken
van een testimonium paupertafis. Mij dunkt,
de Nederlandsche wetgever kan de Koningin
beter eeren dan op deze wijze.*
In de Tijdspiegel heeft mr. H. Ph. de Kanter
een artikel geplaatst over Zondagsrust en Zon
dagswet. De bekende gebeurtenissen in Haar
lem, waar de burgemeester van de regeering
de uitnoodiging kreeg zich verder te onthouden
van uitvoering der Zondagswet, bewezen nog
maals dat de wet verouderd en totaal onbruik
baar is geworden. De grondslag van de wet
s aau „plichtmatige viering van den
dag des Heeren*, zooals men in de toelichting
tot de wet van 1815 leest, bestaat bij de over-
groote meerderheid des volks niet meer. Maar
daarmee is nog niet verdwenen de maatschap
pelijke behoefte aan Zondagsrust.
Bij dit gedeelte van zijn betoog legt de schrij-
I ver vooral den nadruk op de hygiënische ar-
D-1 Op grond van de uitspraken van
artikel j wetenschappelijke mannen wijst hij aan hoe de
.j-yan y dagen niet toevallig zoo is ge-
I steld door de oude volken. De proeven in den
jongsten tijd genomen hebben bewezen dat het
van het menschelijk lichaam een
Het is
I(OIKA
tnnirc b ffl smi
sra
-
5 45*
6 25*
7 20»
Sj
6 50
7
77
7 20
8
38-
X 815
l 8 35
l 8 45
s
1 bij
LMA.
ll/is
’/s
-zeuaa»
SM
büïTWlV ÜV.1 V. Mvy.gL.-, .V
PlWiiirailiW
I