OHffl ffl HET 1RMDISSBW SSIEIL ek ïr de rs, isl joeic IWWS- H 1DBTWIHLW WOKlil w No. 00. T W 1897. E-E N-V IJ FT I Q 8 T E J A A R G r tr W O E 1)21 U IO IN O V JK 31 13 E 11. I. BINNENLAND. UIT DE PE R S. i met Schil* hard, mina 1.00, 0 A Deze CO UH AN T verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. Y- iagelijk >stelooi ïers mi der GE- b e- rikje rt de m. .altje rijs •ik- jdt, die een er- 34, ag, j in- ‘7l« A. N Q-. .M. v. 15/I6 ADVERTENT1EN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7',^ Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. Het zou beter zijn wanneer de regeering be sloot in den winter proviand naar buiten te zenden, kleeding en brandstof, de onmisbare wapenen van algemeenen weerplicht tegen den i harden winterbeer. schiedkundig overzicht naar het tijdschrift zelf. 1 con clusies. In de eerste plaats wordt door de ge- i schiedenis der armenzorg z. i. de deugdelijk heid der hierboven genoemde beginselen beves- tigd. Voorts blijkt daaruit dat het allengs meer als plicht der burgerlijke gemeenschap is geacht, te zorgen voor de noodlijdende leden dier ge meenschap. Niet minder, vooral sedert de her vorming, drong de overtuiging door dat aan den staat toekomt de leiding van het toezicht De heer J. Bruinwold Riedel heeft in de Vragen des Tijds een artikel geplaatst over „Het vraagstuk der armenzorg, in het licht der geschiedenis.11 Voor hij tot dit onderwerp zelf overgaat, maakt hij eerst eenige opmer kingen over de armenzorg in het algemeen, en doet daarbij uitkomen dat armoede een maat- schappelijk-zedelijke ziekte is, dat armenzorg niet minder het geven van zedelijke kracht moet beoogen als het geven van stoffelijke hulp, en i vroe- ger dagen aan deze eischen heeft beantwoord. Wij verwijzen belangstellenden in dit ge- BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, Gelet op het verzoek van de FIRMA STOCK MANN VISSER Co, fabrikanten wonende alhier, dd. 16 September 1.1. om vergunning tot oprichting van eene inrichting voor Gluco se bereiding uit zetmeel door stoom. Gelet op het Proces-verbaal dd. 9 October 1.1. en op art. 8 der Hinderwet Overwegende, dat door ongesteldheid van den Inspecteur en den Adjunct-Inspecteur bedoeld in artikel 9 der Veiligheidswet niet is kunnen worden onderzocht of de fabriek voldoet aan de eischen krachtens art. 6 van laatstgenoemde wet gesteld Overwegende, dat het wcnschelijk wordt ge acht het nemen van een besluit overeenkom stig art. 8, 2e lid* der Hinderwet, op voren- staanden grond te verdagen HEBBEN BESLOTEN Te verdagen, het nemen eener beslissing op het adres der firma Stockmann, Visser Co. bovengenoemd. Hiervan zal mededeeling geschieden aan adressante en afkondiging op de gebruikelijke wijze. Sneek, 8 November 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. KENNISGE VING. De BURGEMEESTER der gemeente Sneek, brengt ter openbare kennis, dat het 3de Kwar- taals Kohier no. 3, der Personeele belasting, dezer gemeente, dienstjaar 1897, door den Di recteur der Directe Belastingen te Leeuwarden gearresteerd den 8en November 1897, aan den Ontvanger der Rijksbelastingen te Sneek ter in vordering is ter hand gesteld en dat een ieder verplicht is zijnen aanslag, op den bij de wet bepaalden voet, te voldoen. Sneek, den 9 den November 1897. Be Bïirgemeester voornoemd, ALMA. Op de in de maand October te Utrecht ge houden vergadering van vrije anti-revolutionai- ren is in beginsel besloten tot een organisatie als zelfstandige politieke partij onder eigen naam en eigen program. Door de commissie van uitvoering is thans een concerpt-pro°;raui van beginselen opgesteld. Dit program en de organisatie der partij zullen worden vastgesteld in een op 15 November a. s. te Utrecht te houden vergadering, toegankelijk voor allen „die staande op den grondslag der anti-revolu- tionaire beginselen, neergelegd in het program van 1878“, wenschen mede te werken tot zulk een nieuwe organisatie. Omtrent de zaken van De Prins van Oranje, deelt de redactie van de Haagsche Ct. thans betere berichten meê. Terecht zoo bleek haar stelde ze de waarschijnlijkheid voorop, dat de zieken- en pensioenkas der ambtenaren en werklieden van de fabriek (samen nog ten getale van een 150 in dienst) geheel afgescheiden is en blijft van het kapitaal der Maatschappij. Deze heeft aan die kas (waaraan allen, met inbegrip van den directeur, 3 pct. van hun bezoldiging bijdroe gen) wel jaarlijks f 1000 gegeven en haar, te gen 6 pet. rente, in beheer gehad, maar haar altijd als eigendom van het personeel beschouwd. Zij blijft dus buiten de liquidatie. Bovendien hebben de liquidateuren een com missie uit het personeel, die door een algemee- ne vergadering voor deze zaak werd benoemd, zeer heusch en welwillend ontvangen en haar verzekerd, dat zij hunnerzijds al het mogelijke in ’t belang der werklieden zullen doen. Zij verklaarden bereid to zijn in alle voorstellen der betrokkenen te treden, mits deze met al- gemeene instemming worden gedaan. Dit is echter een moeilijk vraagstuk. Want terwijl de kas ruim f 14.000 bezit, zijn er niet wei locn op net luee om oen last der zor- gen, voor deze menschen al zoo zwaar, nog te verzwaren Lezen leeren de kinderen nog wel ze moeten den bijbel kunnen lezen. Maar schrijven hebben ze niet noodig te leeren daarvoor zijn hun vingers niet lenig genoeg. der armenzorg, en dat die leiding en dat toe zicht volgens de ervaringen van de laatste ja- reu in de voornaamste landen van Europa het best geschieden, wanneer staatsarmenzorg wordt ingevoerd. De godsdienstige armenzorg heeft bij de R. K. kerk het bezwaar, dat het doel is een gods- dienstigen plicht te vervullen, nietsocialen arbeid te verrichten, terwijl ook in de prote- stantsche wereld, met name in de gereformeer de kerk, op den door Calvijn gelegdcn grond slag de kerkelijke armenzorg niet weinig ge hinderd wordt door de bedoeling de armenzorg in de eerste plaats ten goede te doen komen aan het kerkgenootschap dat haar uitoefent. De Hervorming legde den grondslag voor een be tere armenzorg, die Luther reeds had omschre ven, waarbij kerkelijke en burgerlijke armen zorg in beginsel uiet tegenover elkander be hoeven te staan. De invoering van staatsarmenzorg in Enge land en Duitschland heeft volstrekt niet ten. gevolge gehad het afnemen der bijzondere lief dadigheid integendeel, in Engeland heeft de particuliere liefdadigheid aanvullend gewerkt, en de burgemeester van Elberfeld verklaarde nog in 1894, „dat door de wettelijke armenzorg de drang tot weldoen niet is verminderd, maar ten deele slechts in andere banen is geleid. De vraag, die in ons land thans op beant woording wacht, is dan ookop welke wijze een eendrachtige samenwerking te krijgen van staat, kerkgenootschappen, particuliere vereeni- gingen en particulieren, onder leiding van den staat. i De Oostenwind zendt zijn gure vlagen over I de vlakte; de laatste overblijfselen van het ge bladerde vliegen her en der, de velden en wei den strekken zich verlaten en eentonig uit voor het oog van den warm gekleeden wandelaar. Alles ziet er doodsch en eenzaam uit daar buiten, nu de natuur haar winterslaap is be gonnen. Het vee is in de warme stallen ge bracht en de menschen zitten rondom den war men haard bij den zingenden waterketel, de klompen uit, met de kousen op de warme plaat. De knecht schilt aardappelen, do meid zit kou sen te stoppen en de boer, die met kerstmis A zijn huurpenningen betalen moet, houdt zich bezig met rekenen uit het hoofd, hoe hij zijn landheer zal voldoen, wat hij nog zal moeten verkoopen uit den stal om er te komen, of wat hij van dit jaar kan op zij leggen. Onbezorgd en genoegel.jk als Poot's landman leeft in onze dagen de pachter niet en de eigen- erfde evenmin. De velden hebben vrucht ge dragen, maar de produkten zijn te goedkoop en de hypotheeklasten zijn dezelfde gebleven. De dagen zijn voorbij waarin het voor den land bouwer mogelijk was zijn kapitaal te vermeer deren. Al mooi is ’t wanneer hij ’t kan „hou- en“ en niet aehteruitboert. Natuurlijk dringen de omstandigheden den boer om te bezuinigen zooveel hij kan aan arbeidsloon geeft hij niet meer uit dan ’t hoog- noodige Maar hij blijft hopen, hopen op an- re, betere tijden. Een mensch zonder hoop is eigenlijk geen mensch meer en om de zooveel jaar verandert immers de toestand? Zoo is ’t altijd geweest en op die verandering wacht hij met geduld. Er is toch niets aan te doen; de regeering, nu ja, zou door het heffen van in voerrechten de prijzen kunstmatig in de hoogte kunnen drijven, maar dit heeft voor den boer zijn kwade- zoowel als zijn goede zijde. Wach ten dus maar tot de prijzen van-zelf weer stij gen want de liberalen, die de teugels in handen hebben, zijn niet van plan den invoer van buitenlandsche produkten te belemmeren. I Waren de heerooms en hun handlangers de baas geworden, dan hadden de grondeigenaars tenminste wat meer pacht kuriuen trekken, lu de gegeven omstandigheden zullen ze de pacht moeten verlagen, en zal er dan nog een kleine rente overschieten van het kapitaal waarmee deze menschen in den duren tijd hun land gekocht hebben Ook de landheeren j - wachten in de hoop op betere tijden. De arbeiders wien het geluk ten deel viel I den ganschen zomer werk te hebben, wisten j met sober te leven een spaarduitje bijeen te broertje of sprokkelt het hout? garen en zullen, wanneer de winter uiet te lang duurt, het voorjaar wel halen. Zuinig, hoogst zuinig leggen ze ’t daarom aan, om te maken dat de einden aan elkaar komen. Het varkentje achter in ’t hok heeft het beter dan hij'zelf met zijn gezin. De gewoonte doet veel i en die menschen zijn niet anders gewoon en ze zijn dus tevreden. Hun eenige zorg is, fat- I soenlijk door de wereld te komen, hun grootst genot ieder het zijne te kunnen geven. Als de winter niet te lang aanhoudt. Want groot is de voorraad niet; het dagloon is te klein om er eigenlijk van terzij te leggen en zijn gezin niet tekort te doen. Wachten met geduld dan er is toch niet aan te doenin de hoop op een vroeg voor jaar leeft de arbeider, wien het geluk ten deel viel den ganschen zomer werk te hebben. Hoop doet levenDe arbeiders die slechts een deel van den zomer werk hadden: éen, twee of drie maanden, hebben in hun vrijen tijd gezorgd van hun stukje grond te halen wat er van te krijgen was. Maar wat moeten ze aanvangen met aardappelen en een of twee zak koren? Van sparen en overhouden geen spra ke; geld hebben deze menschen hoegenaamd niet. Ze leven dan ook zeer sobertjes. Maar toch, ze leven De kinderen sprokkelen bui ten wat hout en zoo is er dan toch een vuurtje waarop de pot met aardappelen gekookt wbrdt. Ze begrijpen er niets van dat het vleeschver- bruik per hoofd zooveel meer is dan vroeger ze zijn vegetariërs als de beste. En van die arbeiders zijn er tegenwoordig zooveel op het land. Ook zij wachten met ge duld in de hoop op betere tijden en op een vroeg voorjaar, dat weer wat werk brengen zal en ze ’t genot zal verschaffen van een weinig vet bij de aardappelen, wat boter op ’t brood en een kom koffie. De bijbel is voor hen de trooster. Want ze worden wel eens moedeloos af en toe. Ze nemen waar, daarvoor hebben deze menschen nog goede zintuigen; ze zien dat er rondom nog menschen zijn die leven in den overvloed, die warm gekleed gaan, volop zich voeden en iedere gelegenheid aangrijpen om te genieten. Waarlijk, het zou hard zijn deze stumpers hun bijbel te ontnemen; ze heb ben geduld, ze wachten met gelatenheid op het oogenblik dat hun het eeuwig geluk ten deel valt, wat voor den rijke immers niet weg gelegd is? Zou men niet een misdaad begaan met deze menschen hun troostgrond te ontne men De bewoners van het land leven, zoo niet genoeglijk, althans tevreden voort. De wereld, ze moeten en ze komen er door, en wat gaat hun verder ook de wereld aan? Het eenige waarover de armsten van hen te genwoordig tobben is, dat ze straks verplicht zullen worden hun kinderen tot het twaalfde jaar toe aan den meester af te staan. Ze kun- gaat dan na in hoever de armenzorg in nen die kinderen onmogelijk missen. Wie zal I hun de schade vergoeden Hoe krijgen ze de aardappelen gepoot Wie past op het kleine Aan het slot komt de schrijver tot eenige Hoe komt een regeering een liberale nog wel toch op het idee om den last der I C«iRAI ateedi E! k®w ■ij i 3 ry 15/ 650 7- 77 7 20 8- 18- I 8 15 8 35 8 45 5 45* i 6 25» r 7 20» s I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1897 | | pagina 1