rm
(HEESTE EJ IB IHMIIISSEET SHH.
f!
ier
ften.l
Nationale Miiitie.
No. 99
1897.
IA.
T W E E-E N-V IJ F T I-b 8 T E J A A R O
I
11 DECEAIBIC JEfi.
43,00
de verpleging belast.
2.
3.
BINNENLAND.
4.
1.
-.00,
—.00
Alle brieven
in te zenden.
FDSCU
3er geit
eescirk
wordei
ing dooi
Trijntje
an der
keur
keur
geh.
Bij deze Courant behoort als Bijblad Feuil-
leton-nummer 261.
APH1C
jAUBE
JUTE!
KMA.
oerd
Scha-
ggen,
f65
12a
15
f 60;
Wijts.
Geer,
enstra.
Jantje
jr. -
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.franco per post /1.25.
en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
LM.
ec.
7<
9/ie
%8
7e
74
BEKENDM A K I N G.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente 5»ee£-brengen ter openbare kennis, de
volgende
KENNISGEVING.
De COMMISSARIS der KONINGIN in de
provincie Friesland,
i 7 Dec.
uijpers,
uinstta,
ies Stö-
3 Hom.
ADVERTENTIES van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
herinneringsdag van den Vrede van Munster
verzocht werd. Gelijk zich wel liet verwach
ten is hem geantwoord, dat de minister met
belangstelling van zijn wenseh heeft kennis
genomen, doch, dat er geen toezegging kan
worden gedaan, dat door de regeering in den
geest van het adres zal worden opgetreden.
ihtingei
De minister van binnenlandsche zaken heeft
geantwoord op het request van mr. G. Blom,
waarbij officieele viering van den 250-jarigen
2. de lotelingen, die vrijstelling verlangen
wegens ziekelijke gesteldheid, of gebre
ken, of gemis ve.n de gevorderde lengte.
Sneek den 12 November 1897.
Burgemeester e»’- Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
Gelet op het besluit van Gedeputeerde Sta
ten dier provincie van den 2 December 1897,
no. 32, le afdeeling J, alsmede op art. 11 der
wet van 13 Juni 1857 (Staatsklad no. 87;;
Brengt ter kennis van belanghebbenden
1°. dat, behoudens de sub 2° en 3° van dit
besluit vermelde uitzonderingen, de visscherij
in de provincie Friesland van 1 Januari 1898
af tot nadere aankondiging zal zijn gesloten
2°. dat de visscherij in de rivier de Linde
zal zijn gesloten gedurende de maanden Maart,
April en Mei 1898
3°. dat met de palingvisscherij, door middel
van aalfuiken, voorshands op den bestaanden
voet kan worden voortgegaan.
En zal deze op de gebruikelijke wijze wor
den afgekondigd en aangeplakt.
Leeuwarden den 3 December 1897.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
(get.) Van HARINXMA thoe SLOOTEN.
Sneek den 10 December 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
TEN.
f—,00
-,00,
BEK E N D M A K I N G.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
I gemeente Sneek brengen ter openbare kennis,
de volgende
K E N N I S G E VING.
De COMMISSARIS der KONINGIN in de
provincie Friesland,
Gelet op het besluit van Gedeputeerde Sta
ten dier provincie van den 2 December 1897,
no. 36, le afdeeling J, alsmede op art. 11 der
wet van 13 Juni 1857 (Staatsblad no 87)
Brengt ter kennis van belanghebbenden:
dat de jacht in deze provincie, voor zoover
betreft jachtbedrijven, genoemd in art. 15, letters
b, c, d, e en g, der voormelde wet, namelijk
de jacht met windhonden, die met schietgeweer
met of zonder staande honden of brakken, het
schieten van waterwild, het weispel van kwar-
telen met steekgaren of vliegnet en het vangen
van houtsnippen met laat-, war- of valfiouwen,
zal wordan gesloten op Dinsdag den 28 De
cember 1897, met zonsondergang.
En zal deze op de gebruikelijke wijze wor
den afgekondigd en aangeplakt.
Leeuwarden den 3 December 1897.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
(get.) Van HARINXMA thoe SLOOTEN.
Sneek den 10 December 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
De meerderheid der stemhebbende leden
van de Witte Sociëteit in Den Haag heeft, ge
lijk verschillende bladen melden, een lid van
j de Tweede Kamer, bekend als strijder voor
i land-nationalisatie, die voor het lidmaatschap
i dier sociëteit was voorgedragen door twee
mede-afgevaardigden, de een vooruitstrevend-
liberaal en de ander anti-revolutionair, gedebal-
De Haagsche gemeenteraad heeft op voor
stel van den heer v. Kempen f 1500 toegestaan
voor de in 1898 aldaar te houden nationale
tentoonstelling van vrouwenarbeid. Dit subsi
die was in de zitting van 2 Juli jl. bij accla
matie geweigerd.
BEKENDMAKING.
Inschrijving voor de Nationale Militie.
Lichting 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
Bestuurderessen van de Vrije Vrouwenver-
eeniging te Amsterdam hebben de Tweede Ka
mer verzocht gunstig te beschikken op het
voorstel van den Minister van Binnenlandsche
Zaken tot uitbreiding van het aantal verpleeg
sters in het Academisch Ziekenhuis te Leiden,
en tevens daaraan toe te voegen zoodanige be
palingen, dat voor den vervolge geen der bij
de verpleging dienstdoende zusters tegelijkertijd
zal mogen belast worden met eenigeu huishou-
delijken arbeid van welken aard ook.
Voorts verzoeken zij aan de Rijksziekenhui-
zen te verbinden een cursus, waardoor de lecr-
lingverpleegsters na voldoend afgelegd exa
men kunnen halen het diploma van zieken
zuster.
Bovendien geven zij in overweging de open
bare ziekenverpleging te brengen onder eene,
Rijkswet, zoodat de ziekenhuizen, zoowel parti
culiere als gemeentelijke, komen te staan on
der Rijkstoezicht en zich hebben in te richten
naar uniforme bepalingen, zoowel voor wat
aangaat de patiënten, als voor het corps, met
KENNISGE VING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, voldoende aan art. 87 der
j wet op de Nationale Militie van den 19den
Augustus 1861 (Staatsblad no. 72), zooals die
is gewijzigd bij die van 4 April 1892 (Staats
blad no. 56), brengen ter openbare kennis, dat
de eerste zitting van den Militieraad voor deze
gemeente zal worden gehouden in het Gemeen
tehuis te BOLS WARD, op Woensdag den 22
December 1897, des voormiddags ten 101/, ure,
in welke zitting uitspraak zal worden gedaan
omtrent
1. De verschenen vrijwilligers voor de militie;
de lotelingen, die redenen van vrijstelling
hebben ingediend
de lotelingen, in de artt. 55 en 56 be
doeld
alle overige lotelingen.
Zullende voor dien Raad alleen behoeven te
verschijnen
Zij, die zich als vrijwilliger voor de Mi
litie hebben aangeboden
Omtrent de verkiezing, die Dinsdag in het
district Hoorn voor een lid der prov. staten
plaats had, schrijft men het volgendeaan het Ilbl.:
De strijd ging tusschen de heeren A. E.
Zimmerman, burgemeester van Hoorn (liberaal)
S. de Jong Oterleek, (liberaal) en K. A. Kom
mandeur, (katholiek).
Zimmerman zou het wel wordenHoorn
en de meeste dorpen hadden hem tot candi-
daat gesteld en het aantal door de katholie
ken uit te brengen stemmen was in de groote
minderheid.
Om negen uur ’s avonds zat het stembureau
nog te wachten op eenige dorpen, waarvan de
lijsten niet waren ingekomen.
Het stadhuis was vol belangstellenden. Tel
kens een hoera! uit de menigte als er een
nieuwsgierige binnenkwam.
In De Doelen stond de schutterijmuziek
klaar, uitgedost in haar keurige uniform, om
bij het bekend worden van den uitslag een
serenade te brengen. En daarbij waren nog
deputaties van ,De Ijsclub11 „Wielrijdersclab“
„West-Frisia“, „Volksvermaken* enz., allen om
mee te doen aan de serenade.
Het werd negen uur, kwart over negen, half
tien, kwart voor tien en om tien uur gaf het
stembureau den moed op.
Maar Woensdag morgen waren ze weer
trouw op hun post, de heeren van het stem
bureau.
Ze zaten er al om acht uur, maar er kwam
niets. Wognum en Nibbikswoud bleven weg.
En om negen uur, den officieelen tijd, waren
ze er nog niet. Het proces-verbaal kon niet
worden opgemaakt.
Om kwart na negen kwam bedaard en kalm
de man met het proces-verbaal uit Wognum.
De president van het stembureau vroeg: „Wist loteerd.
Met genoegen vernemen wij zegt het
Hbl. dat eene commissie in wording is,
die zich ten doel stelt een plan te ontwerpen
en uit te voeren als blijvende herinnering aaa
nu wijlen den heer A. O. Wertheim.
Een eigenaardige hulde is door mr. J. A.
Levy gebracht aan de nagedachtenis van den
heer A. C. Wertheim. Hij heeft uitgegeven
de redevoering, door wijlen den heer A. C. W.
uitgesproken als Voorzitter van de Maatschap
pij tot Nut van ’t Algemeen op 23 Mei 1888,
een rede, die toen allerwege een diepen in
druk maakte.
Mr. Levy heeft er „een woord vooraf* bij
gevoegd, een zeer kort woord, waarin hij er op
wijst, dat A. C. W. in deze rede zich zelf tee-
kent, zijn levensopvatting, zijn gemoeds-idealen.
Hij stelt daarin pessimisme tegenover optimis
me, toont beider leemten aan en besluit met
verzoening. Een portret van den overledene
is er aan toegevoegd.
H. J. Schimmel, de nu 73jarige, heeft in de
volgende kernachtige dichtregelen (geplaatst in
’t N. v. d. D.~) den overledene gehuldigd. Wij
konden ze in ons vorig nummer niet meer over
nemen en laten ze nu hier volgen
Idealist en toch -
een héros in het leven
Weergaloos-schrander, spits
in aanval en repliek
Auto-didact en toch
wien niets is vreemd gebleven
„Roos* uit der Lettren gaard,
noch „doorn* der politiek.
De macht uws woords was groot.
In kamp, in jok, in nooden
Verhieft Ge uw stem eerst zwak,
als ware Uw kracht een waan!
Dan zeeg „de vuurtong* neer,
en breed gewiekte boden,
Ze brachten „gouden vrucht
op zilvren schalen* aan.
’k Wenseh niet Uw praalgesteent,
maar wel Uw beeld, verrezen
Op ’t woeligst marktplein, bij
de rijkst bevolkte straat,
En dat de jongliugschap
op 't voetstuk moge lezen
Houd altijd hoog de Idee,
maar zet haar om in daad!*
Uw hart was vrouwlijk-teer.
Als Gij schaamrood bekende
„Mijn gift was ijdel en
misplaatst mijn medelij
„Maar ’t kleed was o, zoo dun,
in de oogen kréét de ellende,
„Toen ben ’k weer zwak geweest*
dan waart Ge ’t gróótst voor mij.
u niet, dat u er om negen uur moest zijn?*
„Deer hebbe ze me niks van said!*
Om kwart voor tien kwam eindelijk Nibbiks
woud binnen. Toen kon eerst officieel worden
opgemaakt het procesverbaal A. E. Zimmer
man 1482, De Jong 581, Kommandeur 953.
Volstrekte meerderheid 1509. Alzoo herstem
ming tusschen de heeren Zimmerman en Kom
mandeur.
ms- h Mimm wen he
5 45*
6 25»
7 20»
6 50
7
77
7 20
8
18
8 15
835
8 45
lid
~rW
.1 COUKAN
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek
Gelet op art 19 der Wet op de Nationale Militie van 19 Au
gustus 1861 (Staatsblad qo. 72) zooals die is gewijzigd bij d«
vet van 4 April 1892 (Staatsblad no. 56);
Brengen ter kennis der ingezetenen, dat bij hoofdstuk III
«lier wet, handelende over de inschrijving voor de militie,
onder anderen voorkomt het navolgende
Art. 15. Jaarlijks worden vcor de Militie ingeschreven alle
r mannelijke ingezetenen, die op den laten Januari van het jaar
hun 19de jaar waren ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden;
1. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of
a(jn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet
van den 28sten Juli 1850 (Staatsblad no. 44)
2. hij, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de
laatste, aan bet in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde
tijdstip voorafgaande, achttien maanden in Nederland verblijf
hield
8. hü, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al
is rijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het rijk verbluf
houdt.
i Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, behoo*
1 "rende tot eenen Staat, waar de Nederlander niet aan den ver
plichten krijgsdienst is onderworpen of waar ten aanzien der
dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aango
iMomeu.
i Art. 16. De inschrijving geschiedt:
1. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of,
lis deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de
voogd woont
2. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente
i waar hij woont;
3. van hem, die geen vader, moeder oi voogd heeft of door
dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten ’s lands geves
tigd is, in de gemeente waar hij woont;
4. van den buiten ’s lands wonendeu zoon van een Neder-
i lander, die ter zake van ’s lands dienst in een vreemd land
j woont, in de gemeente waar zijn vader of voogd het laatst in
■Nederland gewoond heeft.
Art. 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven:
I 1. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een in-
gezeten, die geen Nederlander is;
2. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon
I van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten
j 3. de zoou van den Nederlander, die, ter zake van ’s Lands
1 dienst in ’s Rijks Overzeesche bezittingen of Koloniën woont.
Art. 18. Elk, die volgens art. 15 behoort ie worden inge-
schreven is verplicht, zich daartoe bij Burgemeester en Wet-
houders aan te geven tusschen den Isten en den 31sten Januari.
1 Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn vader,
of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden,
zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht.
Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar,
•>doch vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt, is
verplicht, zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te
geven by Burgemeester en Wethouders der Gemeente waar de
inschrijving, volgens art. 16 moet geschieden.
Daarbij gelden de bepalingen der 2de en 3de zinsneden van
krt. 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het register van het jaar, waar
toe hij volgens zijnen leeftijd behoort.
Naar aanleiding van bovenstaande bepalingen maken Burge
meester en Wethouders verder bekend, dat op WOENSDAG den
fen JANUARI 1898, ten Gemeentehuize alhier eene bijzondere zit
ting zal worden gehouden tot inschrijving der mannelijke in
gezetenen, die op den len Januari 1898 hun 19de jaar waren
ïngetreden, en die alzoo geboren zijn in 1879,
Terwijl overigens de inschrijving ter Secretarie dezer gemeen
te kan geschieden van ’s morgens 9 tot ’s namiddags 1 uur,
1 Sneek den 3 December 1897.