NIEUWS- EJ AHVER.TENT1EBL.W VOOR SNM ES ORSTREkES. FÏCILLXTOÏ. 53e Jaargang. Woensdag 12 Januari 1398. Uo. 4. Buitenland. KENNISGEVING. A DE KUNSTRIJDSTER. Uitgevers: POUWELS F ALKEN A, tegenover’t Tramstation Sneek. I", Engeland schijnt zich zeer te beijveren, om III. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f 0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. art. 150 der wet op de den 19den Augustus - Abonnementen en Advertentiën voor dit blad worden tevens aangenomen door JAC. ATSMA, Oude Koemarkt, en T. K. VAN TUINEN, Nauwe Noorderhome. waar steeds voor belangstellenden exemplaren ter kennismaking gratis verkrijgbaar zijn. De Dreyfus-zaak kan nog maar niet eindi gen. Telkens komen weer nieuwe incidenten, andere personen eene rol spelen. Om aan een deel der verdenkingen een einde te maken, heeft het groote persorgaan van Keulen, de Kölnische Zeitung, in eene, blijkbaar officieuze opheldering, verklaart dat Duitschland met de geheele zaak in geenerlei betrekking kan staan, dat nooit een stuk van een Fransch officier toen is afgedragen aan de Duitsche am bassade, dat dus de Fransche krijgsraad geen geheime zitting had behoeven te houden uit égards tegenover het Duitsche Rijk. Zelfs gaat het blad zoo ver, met te beweren, dat eene geheime zitting misschien noodzakelijk was, om de handelingen van Frankrijk-zelf voor het pu bliek te verbergen. Zoo worden we weer wat wijzer en blijven even wijs, even ver van de oplossing der zaak. Op de brug over de Breslauer stadsgracht ontstond eenige oogenblikken later een luid geschreeuw en een oploop van menschen. »Een jong meisje heeft zich over de leuning in ’t water geworpen,* liep door de menigte en vele ont stelde of nieuwsgierige oogen keken naar beneden in het donkere water, in de hoop, het verdwenen li chaam der ongelukkig weer te zien bovenkomen. De een of andere moedige redder, die, zonder zich te be denken, de ongelukkige zou zijn nagesprongen om het moordend element zijn offer te ontrukken, scheen zich niet onder de gapende menigte te bevinden. Minuten kostbare, wellicht onherstelbare minuten gingen voorbij, alvorens een met verscheidene mannen bezette boot van wal stak en naar ’t midden der gracht roeide, en ’t succes van dit op zoo voorzichtige wijze onder nomen reddingswerk zou al heel twijfelaclitig geweest A kantoor was in de benedenverdieping, onmiddellijk naast de voordeur, ’t Was een smakeloos vertrek met éen raam, welks ouderwetsch ameublement van langdurig gebruik getuigde, en dat slechts door de statige ijzeren brandkast aan een der wanden het voorkomen kreeg van een zekere koopmansachtige soliditeit. Dicht bij het venster stonden twee eenvoudige bruin- geverfde lessenaars. Een knappe man met blonden baard van misschien zes en twintig jaar, zat druk bezig over het versleten blad van den eenen lessenaar gebogen, toen de graanhandelaar met vluchtigen groet binnen trad. Er waren reeds eenige uren verloopen sedert het onwelkom bezoek van Krause bij de weduwe Nischke. Maar zijn slecht humeur scheen er gedurende dien tijd nog niet op verbeterd. Zijn mager geelachtig gezicht met de koude strakke trekken, zou ’t zelfs een geoefen- den gelaatskundigen moeilijk gemaakt hebben, iets te raden van wat er in de ziel van dien man omging in elk geval echter deden de vast op elkaar geknepen dunne lippen en de stekende blik die de slanke ge stalte van den jongen boekhouder trof, op dit oogen- blik alles eerder onderstellen, als een zachte gemoeds stemming. Zwijgend lei hij hoed en overjas neer, keek de op zijn lessenaar liggende stukken door, die de post gebracht had, en las met vluggen blik eenige brieven, die de an dere hem ter onderteekening had overhandigd. »Ik moet u alweer de opmerking maken, mijnheer Wendrich, dat uw stijl niet kort en zaakrijk genoeg is, zei hij op scherp verwijtenden toon, nadat hij ook den laatsten brief gelezen had. »U behoeft hier op mijn kantoor geen hoofdartikelen te schrijven vol diepe ge dachten en keurige zinnen. Mijn klanten zijn vooral ge steld op een duidelijke, juiste manier van uitdrukking, zonder veel onnoodigen omslag, ’t Zou mij aangenaam zijn, als gij u daaraan eindelijk eens wildet gewennen.* Wordt vervolgd. Het kantoor van den graanhandelaar Frans Krause bevond zich op een hem toebehoorend stuk grond in de Zakstraat. ’t Was echter niet in het voorgebouw, maar in een zoogenaamd tuinhuis. Om er te komen moest men eerst een groote, tot berging van allerlei soort ma terialen gebruikte en tamelijk slordig uitziende plaats over. Het onaanzienlijke gebouw van éen verdieping werd tegenwoordig slechts door Krause, sedert lang weduwnaar, en zijn oude huishoudster bewoond. Het verdeeldheid in het reeds zoo verdeelde land zal daarvan het gevolg zijn. Gelukkig behoeft men niet zoo bevreesd te zijn voor oorlogszuchtige bedoelingen van den ex-koning; het buitenland behoeft niet te vreezen voor oorlog met Servië. Milan heeft eens voor al bewezen, in den oor log met Bulgarije, dat destijds door den edelen Alexander van Battenberg geregeerd werd, dat dapperheid en veldheerstalent nu juist niet zijne eigenschappen zijn. Het eenige gevolg van deze benoeming zal zijn, dat Alexander naam-koning, ledepop wordt, dat het huis Obreno- vitsch, reeds zoo slecht bekend, nog meer zal dalen in de oogen der bevolking en misschien eene andere familie in Servië gelegenheid krijgt, om hare rechten op den troon te doen gelden. Waarom zou Milan zich weer in de zaken gewerkt hebben? Zou de vrees bij hem be staan, dat de bevolking zijn zoon wou verja gen, waardoor hij, Milan, zijne jaarlijksche toelage kwam te missen, die hemin staat moet stellen zijn >gezellig” leven voort te zetten Zeker is het, dat de troon der Obrenovitch op het spel staat en dat Rusland, maar, vooral Oostenrijk-Hongarije, de groote buur, die Servië aan twee kanten omringt, met aandacht de ontwikkeling der zaken aldaar nagaat. Roman VAN A. OSKAR KLAUSZMANN. 4 II. Vervolg. Een aanval van duizeligheid, welke haar plotseling als de voorbode eener bezwijming overviel, bracht haar tot de overtuiging, dat eene totale uitputting van haar lichamelijk weerstandsvermogen niet meer ver af was. Zij dwaalde dan ook reeds verscheidene uren in de straten van Breslau rond, en behalve een karig ontbijt in den vroegen morgen had zij den geheelen dag nog niets weer over de lippen gehad. »Dat er toch maar een einde aan kwam!« klonk ’t als een wanhoopskreet in haar ziel, en als een hui vering-wekkende lokstem klonk er achteraan: »Staat ’t dan niet in uw macht, er een einde aan te ma ken? Waarom aarzelt gij toch, daar ’tu toch niets kost als een snel besluit en een enkel oogenblik van moedige zelfoverwinning Maar zij voelde, dat zij in haar tegenwoordigen toestand te zwak was om de instinctmatige vrees voor het vreeselijke onbekende te bedwingen. En 'daarbij wilde zij ook niet heengaan, zonder een woord van afscheid en een laatste zegenbee voor hem, wien elke aandoening van haar jong onschuldig hart toe behoorde. Hij moest ’t van haar zelf aannemen, dat zij niet anders had kunnen handelen; dat, om uit dit warnet van verdriet en nood tot vrede te komen, geen andere weg meer overbleef als deze. Hij zou haar ’t verdriet, ’t welk zij hem daarmee aandeed, eerder vergeven, als een laatste brief hem haar bede om vergiffenis bracht, en hij zou zich zeker gemak kelijker troosten, als zij hem zei, dat er tot aan ’t laatste oogenblik haars levens geen twijfel in haar ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 2’/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. INSCHRIJVING Nationale Militie. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, herinneren alle manne lijke ingezetenen, die in 1879 zijn geboren en zich tot dusver niet voor de Nationale Militie, lichting 1899, hebben doen inschrijven, aan hunne verplichting, om zich daartoe alsnog aan te geven vóór of uiterlijk op 31 Januari e. k. ter Secretarie dezer gemeente. Sneek, den 10 Januari 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. BURGEMEESTER der Gemeente Sneek, gevolg gevende aan Nationale Militie van 1861 (Staatsblad no. 72), zooals die is gewij zigd bij de wet van 4 April 1892 (Staatsblad no. 56), noodigen de lotelingen der Nationale Militie van deze gemeente uit, om, wanneer zij verlangen bij de Zeemilitie te dienen, zich daartoe vóór den Isten Februari a. s. ter ge meentesecretarie aan te melden. Sneek, den 4 Januari 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. De groote Mogendheden hebben in deze eeuw al wat moeten praktiseeren over het Balkan-schiereiland. Geen wonder ook. Daar woont een rumoerige bevolking, daar woont een mengelmoes van verschillende natiën, daar hebben in den loop der eeuwen Grieken, Ser viërs, Turken, beurtelings tde heerschappij ge voerd. Vandaar, dat de nazaten der vroegere heerschers, ieder voor zich, altijd droomen van een hersteld Balkan-rijk. Nu heeft de laatste eeuw verschillende rijken in dit schier-eiland zien ontstaan. Griekenland is een koninkrijk geworden, Servië ook, Bulgarije en Montene gro vorstendommen. Een gedeelte is overge bleven, dat nog altijd Turksch is. Woonden de verschillende stammen nu ieder maar in een scherp afgebakende streek, dan was het Balkan-schiereiland zeker al bijna ge heel in deze vier staten opgelost. Maar, mogen in de reeds tot stand geko men staten de verschillende stammen behoor lijk verdeeld zijn, in het gedeelte, dat nog tot Turkije behoort, leeft een mengelmoes van Grieken, Macedoniërs, Serviërs, Bulgaren, Tur ken, enz. Zoodoende komen de belangen der reeds gevormde staten gemakkelijk met elkaar in botsing. De toestand daar blijft altijd eene reden tot ongerustheid voor de belanghebben de Groote Mogendheden. Een der oproerigste elementen is gelukkig door den oorlog van het vorige jaar tot kalmte gekomen; Griekenland zal voorloopig niet zoo’n hoogën toon aanslaan. Maar ook de Serviërs, even rumoerig, zijn nog altijd niet te vertrou wen. Servië, zoo groot als het nu is, vormt een koninkrijk, dat nog al iets grooter is dan ons land en eene bevolking heeft van ruim twee millioen zielen. De meerderheid der bevolking schijnt echter niet zeer kalm te zijn. Verschil lende bladen werken tegen de bestaande re- geering en enkelen streven naar een Groot- Servié, zooals de Grieksche Ethnike Hetairia streeft naar een Groot-Griekenland. Nu heeft Servië het geluk geregeerd te worden door een vorstenhuis, waarvan de goede eigenschap pen moeilijk te vinden zijn. Dit stamhuis, het huis Obrenovitsch, bezit in zijne beide laatste leden een paar vorsten, die niet veel vorste lijks over zich hebben. De ex-koning Milan is bekend door zijn ongelukkig gevoerden oor log met Bulgarije, waarin zijne krijgsmansta- lenten al heel weinig uitblonken. Meer nog bekend is hij door de wijze, waarop hij uit Servië is geraakt en van zijn vrouw is geschei den. Maar nog het allermeest is hij genoemd de groote losbol, de koninklijke boulevardier, die vorstelijke verteringen en brasserijen ge woon is. Zijn zoon, de tegenwoordige Koning Alex ander, is een wordende man, van weinig of geen beteekenis. Nu staat men elk jaar voor de vraag: zal Alexan der zelfstandig regeeren; zal hij zich laten lei den door zijne moeder of door zijn door en door listigen vader. Het laatste schijnt thans het geval te zijn. Er is een Koninklijk besluit openbaar gemaakt, waarbij ex-koning Milan wordt benoemd tot opperbevelhebber van het leger en generaal Machovitch tot chef van den generalen staf. Al lang werd het gerucht verspreid, dat men in Servië omging met het plan om Milan uit zijn gezellig particulier le ven weer te plaatsen in het politiek leven. Maar zulke berichten werden onmiddelijk ge logenstraft door de regeering, In het midden van October kwam koning Alexander echter met zijnen waardigen vader, deze als particu lier man, zoo het heette, in Belgrado, de hoofd stad van Servië. Kort daarop werd de minister Simitsch met zijn kabinet weggestuurd en de leiding der staatszaken toevertrouwd aan Georgevitsch den gunsteling van Milan. Dezen gunste ling worden verscheidene ongunstige eigen schappen toegeschreven, zooals onbetrouwbaar heid, gewetenloosheid en twistziekte hij is geschikt om zich tot een werktuig van zijnen waardigen meester te leenen. De hoogdraven de proclamatie, die de Koning uitvaardigde strekte ten spot zelfs van de meeste Serviërs. Nu is de meerderheid des lands radicaal en Alexander regeerde meestal met hunne hulp. Het tegenwoordige kabinet, onder den invloed van Milan gevormd, zal echter den strijd wel aanvaarden tegen de machtige radikalen. Groote zijn, als niet een gelukkig toeval het bleeke gezicht der levensmoede nog eens had doen bovenkomen op het grauwzwarte water. Door ’t geroep van misschien wel honderd stemmen, die zich van de brug lieten hooren, werden de mannen in de boot er opmerkzaam op ge maakt met enkele vlugge riemslagen was men nu ook waar men wezen moest en kostte ’t niet veel moeite, het machteloos lichaam van ’t jonge meisje in de boot te krijgen. Of men een verdronkene of een bewustelooze gebor gen had, viel echter in ’t eerste oogenblik niet te zeg gen, want de onbekende lag daar met gesloten oogen en van ademhaling was niets te bespeuren. Haar was bleek gezicht, welks schoonheid onder de talrijke toe schouwers algemeene ontroering en deelneming ver wekte, kon, zooals ’t er uitzag, heel wel het gelaat van een doode wezen, en toen zij aan land gedragen werd, klonk ’t van alle kanten «Voor die is de hulp te laat gekomen. Zij is al uit haar lijden.* Een dokter, die dadelijk ter plaatse doelmatige po gingen tot opwekking der levensgeesten had kunnen beproeven, was niet te vinden, en daarom was 4 dan ook maar het verstandigste, dat een politie-agent het schijnbaar levenlooze lichaam in een rijtuig tillen en, nadat hij zelf op den bok had plaats genomen, het naar ’t nabijgelegen Allerheiligen-hospitaal rijden liet. hart bestaan had aan zijn rechtschapenheid en trouw. Zij trad een conditorei binnen, liet zich een kop sterke koffie geven en vroeg papier en schrijfgereed schap. De opwekkende drank beurde haar gebroken lichaamskracht in zoover weer op, dat zij duidelijk voelde, dat ’t haar nu niet meer aan moed zou ont breken, den laatsten beslissenden stap te doen. De afscheidbrief, waarin zij haar eenigen vriend kennis wilde geven van de beweegredenen van haar besluit kon ze toch maar niet op ’t papier krijgen; deze bleef reeds bij de eerste regels steken. Hoe zij haar arm hoofd ook afmartelde, zij wist de juiste woor den niet te vinden. Eindelijk sprong zij haastig op, smeet het laatste geldstukje, dat zij nog bezat, als betaling voor de kofiie op de tafel en, den onvoltooi- den brief in de gebalde hand ineen knijpende, liep zij weer naar buiten de straat op. Ditmaal echter dwaalde zij niet meer zooals straks zonder doel rond, maar spoedde zij zich langs den kortsten weg naar de stadsgracht. Aangifte voor de Zeemilitie. IiICHTING 1898. en WETHOUDERS a; 1% L !r-'irW VOOR DE

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1898 | | pagina 1