OPMAKING KIEZERSLIJST.
6
NIEUWS- ES ADTEllTEftTlEBLAD
VMR SNEEK EB OMSTREKEN.
I
FSUILLÏTO1.
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’t Tramstation Sneek.
9
imOODIGING tn KEMISGEVISG.
DE KUNSTRIJDSTER.
--
te
it
:t.
BEDOELD IN ARTIKEL
Ié 2°.
2.
Ié 1°.
2.
f 350,—
f 62,50.
f250.—
f 1.25.
SNEEK
n
I
uit Diaa versctujnt wumsualtb en ZiAtkkjjaus.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f 0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
MINIMUM IN
KOMEN
g
en
ok
ne
a-
'.e-
•r-
er
e-
d-
;n
ta
o
de werkelijke huurprijs, per week berekend, ten minste
heeft bedragen het bedrag hieronder in de tabel ver
meld,
of, krachtens eigendom, vruchtgebruik, of huur, een
zelfde vaartuig van ten minste 24 kubieke Meter
2°. dat zij op den 31sten Januari e. k. sedert den
Isten Januari van het laatstverloopen jaar bij dezelfde
persoon, onderneming, openbare of bijzondere instelling
in dienstbetrekking of als inwonende zoon in het be
drijf of beroep der ouders werkzaam zijn en als zooda
nig over dat jaar een inkomen hebben genoten (vrije
woning of inwoning en vrije kost en inwoning komt
hierbij mede in aanmerking), van ten minste het be
drag hieronder in de tabel vermeld.
of dat zij op den Isten Februari e. k. in het genot
zijn van een door eene openbare instelling verleend pen
sioen, van gelijk bedrag,
(in de beide laatste gevallen, kan, ter bereiking van
het vereisehte bedrag, het inkomen en het pensioen
worden samengeteld)
3°. dat zij op den Isten Februari e. k. sedert een jaar
den eigendom met recht van vrije beschikking hebben
van ten minste f 100,(nominaal) ingeschreven in de
Grootboeken der Nationale Schuld of van ten minste
f 50,ingelegd in de Rijkspostspaarbank
4°. dat zij hebben voldaan aan de eischen van be
kwaamheid, door of krachtens de wet gesteld voor de
benoembaarheid tot eenig ambt, voor de vervulling van
eenige betrekking of voor de uitoefening van eenig be
drijf of beroep.
Voor hen, die krachtens vroeger gedane aangifte op
de loopende kiezerslijst voorkomen, is hernieuwde
aangifte onnoodig, indien de plaatsing op die lijst
berustte op:
1°. bewoning van een huis of gedeelte van een huis
of van een vaartuig, mits zij op 31 Januari e. k. alsnog
hetzelfde huis of een gedeelte van hetzelfde huis of
hetzelfde vaartuig bewonen
2°. genot van pensioen
3°. bezit van eene inschrijving in de Grootboeken der
Nationale Schuld of van een inleg in de Rijkspost
spaarbank
4°. aflegging van een examen;
Daarentegen is hernieuwde aangifte wèl no o dig
voor hen, wier plaatsing op de lijst berustte op:
1°. bewoning van een huis of gedeelte van een huis
of van een vaartuig, indien zij niet meer op 31 Jan.
e. k. hetzelfde huis of een gedeelte van hetzelfde huis
of hetzelfde vaartuig bewonen, of
2°. op genot van inkomen in dienstbetrekking, of als
inwonende zoon, in het bedrijf of beroep der ouders
werkzaam, hetzij met of zonder genot van pensioen.
Wie tot deze aangifte bevoegd zijn, blijkt verder uit
de Artikelen 1 en 2 der Kieswet, luidende
Artikel 1.
De leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
VRIJE WONING
OF INWONING1
De BURGEMEESTER der Gemeente Sneek,
Gelet op de desbetreffende bepalingen der Kieswet
Noodigt de mannelijke inwoners dezer Gemeente,
Nederlanders, die vóór of op 15 Mei e. k. den leeftijd
van 25 jaren hebben bereikt en plaatsing op de Kie
zerslijst verlangen, uit
A. 1°. om zoo zij in eene andere gemeente over het
volle laatstverloopen dienstjaar in eene der Rijks di
recte belastingen zijn aangeslagen, wat de grondbelas
ting betreft in eene andere gemeente of in meer ge
meenten te zamen tot een bedrag van ten minste één
gulden (hoofdsom en Rijks opcenten), daarvan door
overlegging der voor voldaan geteekende aanslagbiljet
ten vóór 15 Februari e. k. te doen blijken;
2°. om wanneer hun aandeel in aanslagen in de
grondbelasting van onroerende goederen eener onver
deelde nalatenschap, als mede-eigenaar, minstens één
gulden bedraagt, daarvan vóór 15 Februari e. k. aan
gifte te doen en daarbij het aanslagbiljet of gewaar
merkt duplicaat en de noodige bewijzen over te leggen
B. hen, die niet overeenkomstig het bepaalde sub
A zijn aangeslagen, en voldoen aan eene der volgende
voor waarden, hiervan voor zooveel noodig aan
gifte te doen vóór 15 Februari e. k.
1°. dat zij als hoofden van gezinnen of als alleen
wonende personen op den 31sten Januari e. k. sedert
den Isten Augustus van het vorige jaar hebben be
woond
krachtens huur, achtereenvolgens in deze gemeente
niet meer dan twee huizen of gedeelten van huizen,
voor elk waarvan, met of zonder bij behoorenden grond,
of lokalen en bijgebouwen, niet ter bewoning bestemd
Roman van A. OSKAR KLAUSZMANN.
11 V.
Vervolg.
Zijn eerste gedachte was, dat hij in geen geval zijn
vader juist hier mocht ontmoeten, maar tegelijkertijd
begreep hij, dat er met het oog op de weinige tre
den van de wenteltrap, die tusschen hen lagen, aan
geen vlucht meer te denken viel. En zonder lang te
overleggen, alleen de ingeving van ’t oogenblik vol
gende, trad hij in den donkeren hoek, die door een
houten beschot van man’s hoogte naast de trap ge
vormd werd, ’t Was een alles behalve veilige schuil
plaats, maar met het oog op het weinige licht dat op
de trap viel, zou ze misschien voldoende zijn hem
aan de blikken van den naar beneden komende te
onttrekken.
Boven was inmiddels de deur weer gesloten gewor
den, en een langzame, slepende stap, waarin Rudolf
volstrekt niet dien zijns vaders herkende, werd hoor
baar op de krakende treden. Daartusschen hoorde
hij duidelijk een geluid als van ’t regelmatig neer
zetten van een stok, en reeds was hij van plan
in de overtuiging dat zijn eerste vermoeden een ver
gissing geweest was uit zijn schuilhoek te voor
schijn te komen, toen een blik op de thans zichtbaar
geworden, langzaam naar beneden komende gestalte,
zijn voet als aan den grond nagelde.
De gestalté zijns vaders was ’t bepaald niet, want
wat hij daar voor zich zag scheen een stokoude, door,
altijd nog het spoor van ’t oudje bleef volgen, dan lag de
verklaring daarvoor enkel in de wonderlijke gewaar
wording, dat, afgescheiden van elke vermeende gelij
kenis, voor hem iets vertrouwds, iets heel bekends
in haar uiterlijk was. Heel onduidelijk en nevel
achtig was die gewaarwording aanvankelijk bij hem
opgekomen, en ’t duurde lang, alvorens hij zich zelf
rekenschap wist te geven over de oorzaak daarvan.
Maar toen was hij al langzamerhand tot het bewustzijn
gekomen, dat ’t die ouderwetsche, gevoerde zijden
kaper en die groote met gebloemde patronen versierde
mantel waren welke hij niet voor ’t eerst van zijn
leven zag. En plotseling, als had zich op eens een
sedert verscheidene jaren gesloten vakje van zijn ge
heugen opengedaan, stond het herinneringsbeeld aan
een vroolijken Zondagnamiddag uit zijn jongenstijd
hem weer voor den geest.
Zijn moeder, die hij trouwens bijna niet gekend had,
sluimerde toen reeds lang onder de groene zoden, en
zijn vader, wiens strenge aard anders elke luide uiting
van kinderlijke blijdschap verbood, was voor zaken
op reis. En zoo hadden dan op dien Zondag twee
zijner schoolkameraden het gewaagd, hem te bezoe
ken, en bij hun gemeenschappelijke ontdekkingsreizen
door alle vertrekken van het huis waren zij ook in
een met verscheidene groote kasten en allerlei on
bruikbaar huisraad gevulde meidenkamer gekomen.
Een der kasten bleek niet op slot te zijn, en de over
moedige jongens waren er nauwelijks achtergekomen
dat deze vol vrouwelijke kleedingstukken hing, of zij
waren ook dadelijk begonnen haar totaal leeg te
plunderen, met het doel eens prettig maskerade te
spelen.
Wordt vervolgd.
Artikel 2.
Onder hen, die den leeftijd van vijf en twintig jaren
hebben bereikt, verstaat deze wet hen, die dien leeftijd
hebben bereikt vóór of op den 15den Mei.
De aanslag der vrouw in de Rijks directe belastin
gen geldt voor haren mandie van minderjarige kin
deren wegens goederen, waarvan hun vader het vrucht
genot heeft, voor hunnen vader.
hij daarvan gemeend had te herkennen, voor het spel
zijner opgewonden verbeeldingskracht gehouden heb
ben, als de indruk, dien hij ontvangen had, daarvoor
niet te sterk geweest was. Hij durfde ’t niet meer
wagen, haar haastig achterna te loopen en op de
openbare straat aan te spreken. Zijn verlangen echter,
eene natuurlijke verklaring voor dat wonderbaarlijke
te vinden, was toch te sterk, dan dat hij er toe be
sluiten kon haar eenvoudig uit het oog te verliezen.
Zijn stap zooveel mogelijk naar den hare regelende,
volgde hij haar, zonder den afstand te verkleinen
welke hem van haar scheidde. En hij gaf deze blijk
baar doellooze vervolging ook niet op, toen hij allengs
tot de overtuiging moest komen, dat de vrouw, als
zij al een bepaald doel had, dit in elk geval niet in
rechte richting, maar langs allerlei omwegen zocht te
bereiken. De ouderwetsche snit barer kleeding, welke
in dezen vorm wellicht nog slechts hier of daar in
een uithoekje der provincie gedragen werd, had allicht
kunnen doen vermoeden, dat zij hier te Breslau vreemd
was en daarom verkeerd liep, maar dan zou ze toch
wel eens een enkele keer aarzelend zijn blijven staan
als de straten zich kruisten, of zich tot dezen of genen
voorbijganger gewend hebben, in plaats van bedaard
en zeker door te loopen en de eene straat na de an
dere in te slaan.
Gedurig weer beredeneerde Rudolf bij zich zelf,
dat in gestalte, gang en houding hoegenaamd niets
was, wat ook maar in de verte aan zijn vader deed
denken, en de wonderlijke gedachte, welke hem een
oogenblik te voren bliksemsnel door ’t hoofd was ge
gaan, dat de ernstige, sombere, van elke dwaze scherts
afkeerige man in deze zonderlinge verkleeding zou
kunnen steken, had hij al lang naar ’t gebied der
onmogelijkheden verwezen. En als hij ondanks dat
den last der jaren en door lichamelijke gebreken ge
bogen vrouw in een langen, ouderwetschen mantel
en een dikke zijden kaper op, die niet alleen haar
hoofd, maar ook het gezicht zoo totaal bedekte, dat
weinig meer als neus en oogen zichtbaar bleven.
Maar die scherp gebogen, opvallend dunne neus,
welks omtrekken Rudolf te duidelijker kon waarne
men omdat het gezicht van de voorbijgaande geheel
in profiel naar hem toegekeerd was, herinnerde hem
weer door de wonderlijke gelijkenis zoo levendig
aan de eigenaardige snede van zijns vaders gezicht,
dat hij het voorzichtig voortslepende, op den stok
leunende oudje met ingehouden adem nakeek als een
levend geworden raadsel.
Want waarlijk, dit was de wonderlijkste speling der
natuur, die hij ooit gezien had eene overeenstemming
van karakterisstieke eigenaardigheden, welke hij bij
twee personen van verschillend geslacht nooit voor
mogelijke zou gehouden hebben. Bijna onweerstaanbaar
voelde hij zich gedrongen, de vrouw aan te houden,
teneinde haar onder ’t een of ander voorwendsel ge
heel in ’t gezicht te kunnen zien. Maar ’t was als
had hij voor een oogenblik alle heerschappij over zich
zelf verloren, als werd hij door onzichtbare ketenen
aan zijn plaats geboeid, en als hield een onzichtbare
vuist zijn keel omklemd. Er verliepen een paar mi
nuten alvorens hij dien verlammenden druk van zich
afgeschud had, en toen hij daarna uit zijn schuilplaats
te voorschijn kwam om haastig de straat weer op te
loopen, zag hij dat het oudje reeds een aardig eind
weg was.
Zij vervolgde haar weg als iemand die zich in ’t
minst niet om hare omgeving bekommert. Van de een
of andere gelijkenis met zijn vader kon Rudolf thans
niets meer aan haar bemerken, en hij zou alles, wat
Abonnementen en AdvertentiBn voer
dit blad worden tevens aangenomen door
JAC. ATSMA, Oude Koemarkt, en
T. K. VAN TUINEN,
Nauwe Noorderhorne.
waar steeds voor belangstellenden exemplaren
ter kennismaking gratis verkrijgbaar zijn.
worden gekozen door de mannelijke ingezetenen des
Rijks, tevens Nederlanders, die den leeftijd van vijf en
twintig jaren hebben bereikt, voor zoover zij over het
laatstverloopen dienstjaar in eene of meer der Rijks di
recte belastingen zijn aangeslagen, het te dier zake
verschuldigde voor of op den Isten Maart voldaan heb
ben, en
a. over het volle laatstverloopen dienstjaar zijn aan
geslagen in de grondbelasting voor een bedrag van ten
minste een gulden, in de vermogensbelasting, in de be
lasting op bedrijfs- en andere inkomsten of naar een of
meer der vijf eerste grondslagen van de personeele be
lasting, zooals die is geregeld bij de wet van 16 April
1896 (Staatsblad no. 72)of
b. indien zij niet overeenkomstig het bepaalde sub a
zijn aangeslagen, voldoen aan eene der volgende voor
waarden
1°. dat zij als hoofden van gezinnen of als alleen
wonende personen op den 31sten Januari sedert den
Isten Augustus van het vorige jaar hebben bewoond,
krachtens huur, achtereenvolgens in dezelfde ge
meente niet meer dan twee huizen of gedeelten van
huizen, voor elk waarvan, met of zonder bijbehooren-
den grond of lokalen en bijgebouwen, niet ter bewo
ning bestemd, de werkelijke huurprijs, per week bere
kend, ten minste heeft bedragen de som, voor de ge
meente of het gedeelte der gemeente, waar het huis
gelegen is, vermeld in de bij deze wet gevoegde tabel
of, krachtens eigendom, vruchtgebruik of huur, een
zelfde vaartuig van ten minste 24 kubieke meter
2°. dat zij op den 31sten Januari sedert den Isten
Januari van het laatstverloopen jaar bij dezelfde per
soon, onderneming, openbare of bijzondere instelling in
dienstbetrekking of als inwonende zoon in het bedrijf
of beroep der ouders werkzaam zijn en als zoodanig
over dat jaar een inkomen hebben genoten als voor de
gemeente of het gedeelte der gemeente, waar zij wo
nen, is vermeld in de bij deze wet gevoegde tabel
of dat zij op den Isten Februari in het genot zijn
van een door eene openbare instelling verleend pensioen
van gelijk bedrag;
met dien verstande dat voor hen, die in beide ge
vallen verkeeren, zoo noodig, ter bereiking van het ver-
eischte bedrag, het inkomen en het pensioen worden
samengeteld
3°. dat zij op den Isten Februari sedert een jaar den
eigendom met recht van vrije beschikking hebben van
ten minste f 100 (nominaal), ingeschreven in de Groot
boeken der Nationale Schuld of van ten minste f 50,
ingelegd in de Rijkspostspaarbank;
4°. dat zij hebben voldaan aan de eischen van be
kwaamheid, door of krachtens de wet gesteld voor de
benoembaarheid tot eenig ambt, voor de vervulling van
eenige betrekking of voor de uitoefening van eenig be
drijf of beroep.
Aanslagen in de grondbelasting wegens onroerende
goederen eener onverdeelde nalatenschap gelden ook
voor den mede-eigenaar, wiens naam niet bij den aan
slag in het kohier is vermeld, mits zijn aandeel in dien
aanslag ten minste één gulden bedraagt.
Door den aanslag in de grondbelasting, in art. 1
vermeld, worden de hoofdsom en de Rijksopcenten ver
staan.
Aanslag in de vermogens- of in de bedrijfsbelasting
geeft geene aanspraak op kiesrecht, indien hij het ge
volg is van eene met de waarheid strijdige aangifte.
Bij de berekening van den werkelijken huurprijs
wordt maandhuur tot weekhuur herleid door deeling
met 4, jaarhuur door deeling met 50.
Bij de berekening van het inkomen, bedoeld in art.
Ié, 2°., eerste lid, worden vrije woning of inwoning en
vrije kost en inwoning gerekend op het bedrag, voor
de gemeente of het gedeelte der gemeente, waar zij
genoten worden, vermeld in de bij deze wet gevoegde
tabel; enkel vrije kost op het bedrag, vermeld in de
laatste kolom, verminderd met dat, vermeld in de
voorlaatste kolom dier tabel. Overigens komt alleen
geld in aanmerking.
Indien het inkomen, bedoeld in art. Ié, 2°., als vast
week-, veertiendaagsch-, maand- of jaarloon is geno
ten en dit loon wegens ziekte of verwonding geduren
de ten hoogste twee maanden niet of niet ten volle is
ontvangen, wordt het geacht tot het normale bedrag te
zijn genoten.
Indien gedeelten eener gemeente in de bij deze wet
gevoegde tabel afzonderlijk worden genoemd, wordt de
grens tusschen die gedeelten door Ons, Gedeputeerde
Staten gehoord, bepaald en wanneer verandering van
omstandigheden daartoe aanleidinggeeft, gewijzigd.
Van deze besluiten wordt mededeeliug gedaan in de
Staatscourant, met bijvoeging van de adviezen van Ge
deputeerde Staten, voor zoover bij de besluiten van die
adviezen is afgeweken.
Krachtens art. la worden in 1898 alléén ambtshal
ve op de Kiezerslijst geplaatst zij, die zijn aangeslagen
in de grondbelasting (voor een bedrag van ten minste
één gulden) over het dienstjaar 1897, in de vermogens
belasting of in de bedrijfsbelasting van het dienstjaar
1 Mei 1896 1 Mei 1897of naar een of meer der vijf
eerste grondslagen van de personeele belasting over
het dienstjaar 1897een en ander, mits het te dier
zake verschuldigde tij dig zij voldaan.
In de tabel, bedoeld in de artt. 1 en 2 der Kieswet, is
voor zoover deze gemeente betreft, het volgende be
paald
tel
g
I
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
3-
a
■p
K
oa
<1
s
W
O
H
C
tel
g
tel
S
H
ts
3S-
m,
I
H
tr1
Q
tel
t?3