MEOWS- ES ADVERTENTIEBLAD VOOR SJEEk Eü OMSTREKEN. FKDILLETO. r 53e Jaargang. Woensdag 9 Maart 1898. No. 20. Buitenland. DE KUNSTRIJDSTER. Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’t Tramstation Sneek. Uit de Raadszaal. het schriftelijk bericht van het - Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f 0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. voorwerp, ren De noteerd, gaf hij dezen het vel papier over. •Heel goed! Laat dit dadelijk copieeren enoogen- blikkelijk aan alle bureaux hier in de stad mededee- len. Er moet heden nacht nog bij alle uitdragers en van een tweede banken van leening na vraag gedaan worden, voor zoo ver zulks mogelijk is. Zorg er verder voor, dat deze copieën zoo spoedig mogeiijk aan de redactiën der dagbladen bezorgd worden, teneinde nog in de mor- gen-edities te kunnen worden opgenomen.* De commissaris maakte een buiging en verwijderde zich. Op zijn beleefde manier wendde Lindequist zich weder 'tot den graanhandelaar. »Is ’t u ook be kend, mijnheer Krause, of de vermoorde, die voor zeer bemiddeld doorging, gewoon was belangrijke geldsom men in haar woning te bewaren?» •Daarover kan -ik helaas geen inlichting geven. Mijn schoonzuuster sprak nooit over haar geldelijke zaken en ik had er geen belang bij, haar er naar te vragen. Ik weet wel dat zij geld bij de rijksbank had, en heb grond te vermoeden dat zij ook nog met andere bankiers in geldelijke relatie stond, maar ik ben even weinig op de hoogte van de hoegrootheid van haar bezit, als van de wijze harer geldbelegging. Als zij mij bij gelegenheid, zooals gisteren nog, om raad vroeg, dan betrof ’t altijd slechts onbeduidende dingen, zooals belastingzaken en dergelijke.» •Dij hebt mevrouw Abt dus gisteren nog gespro ken •Ja in den namiddag, onmiddellijk voor mijn vertrek naar Opper-Silezië. Zij had mij door middel van een briefkaart verzocht, bij haar te komen zie daar, ik heb de briefkaart nog bij mij en ofschoon ’t mij eigenlijk minder aangenaam was, omdat ik reeds met den voormiddagtrein had willen vertrek ken, beschouwde ik ’t toch als mijn plicht, aan haar uitnoodiging te voldoen.» Wordt vervolgd. Roman van A- OSKAR KLAUSZMANN. 20 VIII. (Vervolg.) De graanhandelaar streek met de hand over ’t voor hoofd. »Sedert het oogenblik dat ik die verschrikkelijke gebeurtenis vernam, breek ik mij ’t hoofd om tot eenig vermoeden te komen. Maar ik vind niets niets Mijn schoonzuster verkeerde trouwens met niemand, en ik geloof niet dat zij een vijand had.« •Dat de moord door een vijand van haar zou gepleegd zijn, is dan ook niet waarschijnlijk. Niet om zich op haar te wreken, maar om haar te bestelen, heeft men de oude vrouw verwurgd. Reeds de wanorde waarin men de kamer gevonden heeft, bewijst zulks met vol doende zekerheid. Alle bewaarplaatsen, waarin men vermoeden kon dat geldswaarde aanwezig was, waren opengemaakt en doorgesnuffeld. Op den vloer echter lag een kleine ijzeren cassette, die, blijkens de achter gelaten sporen, met geweld geforceerd is. Zij was totaal ledig. Is ’t u wellicht bekend, mijnheer Krause, wat de overledene in die cassette gewoon was te be waren •Was ’t een bruingelakt kistje met een koperen handvatsel op ’t deksel?» De commissaris antwoordde toestemmend. •Zeker ken ik die doos, maar van den inhoud weet ik weinig. Mijn schoonzuster heeft haar, zoover ik mij herinner, slechts een enkele maal in mijn tegen woordigheid geopend en wel heel kort geleden China. Dit reusachtige maar zwakke rijk, grooter en meer bevolkt dan geheel Europa, het oudste rijk ter wereld, dat tot voor weinige tientallen jaren nog volkomen gesloten was voor invloeden van buiten, dit land, dat zoo vroeg op een hoogen trap van beschaving stond, maar daarop is blijven stilstaan, dit rijk der gele, schuinoogige, taaie langstaarten, met kleine voeten en lange nagels, zit danig in het nauw. Het kan niets uit voeren, niets beslui ten, niets toestaan, of het raakt met minstens een paar sterke bullebijters in conflict. Er moet geld komen voor de Japansche oorlogsschat ting, waarvan een gedeelte is betaald, een kleine tweehonderd millioen moet er nog we zen. Iedere groote mogendheid, die in het Oosten belang stelt, wil het wel leenen, mits tegen zware conditiën en afstand van havens, land, spoorweg- en mijnconcessies. Eerst heette Engeland de leening te bezorgen; toen Rus land nu moet er sinds een goede week over eengekomen zijn met eene Engelsche en eene Duitsche bank; en thans verneemt men weer, dat Rusland en Frankrijk daartegen hebben geprotesteerd. En toch moet Japan zijn geld hebben. Als onderpand houdt het nog altijd Wei-ha-wei bezet, een plaats als Gibraltar, die tot eene on neembare oorlogshaven is te maken. En als dan Japan de tweehonderd millioentjes heeft, liet het dan die haven nog maar los! Het moet onderwijl druk bezig zijn ze werkelijk onneembaar te maken. En onderwijl zendt Rusland maar altijd oorlogsschepen en troe pen en houdt nog altijd Port-Arthur bezet en richt op de nabijheid op een Koreaansch eiland een kolenstation in. En alweer leest men van genoegdoening, die de Duitschers eischen, nu een paar officieren van de Cormoran beleedigd zijn door het volk, en is de Chineesche over heid verplicht geweest tot het uitvaardigen van eene strenge proclamatie tot het volk. Zoo wordt China verbrokkeld zeer tegen den zin van Engeland, waar de minister Cur zon zich nog zoo pas vereenigd heeft met eene motie in het Lagerhuis, waarin verklaard werd, dat Engeland China in zijn geheel wil hand haven en tegen elke afbrokkeling is. Italië. Vrijdag j.l. was het 50 jaren gele den, dat in Sardinië de grondwet werd afge- VERGADERIN G van den Gemeenteraad van Wijmbritseradeel, op Zaterdag den 5 Maart 1898, ’s voorm. 101/, uur. Tegenwoordig zijn 12 leden. Afwezig de Heeren J. H. Reijenga wegens ongesteldheid en H. Oppedijk. I. De notulen der vorige vergadering worden ge lezen en onveranderd vastgesteld. II. Wordt mededeeling gedaan van de navolgende ingekomen stukken, die voor notificatie worden aan genomen, als a. het door H.H. Gedeputeerde Staten goedge keurd raadsbesluit, tot aanvaarding van den eigendom van gronden voor de daarstelling van een voetpad in het dorp Gaastmeer b. Resolutie van genoemd college, houdende af wijzende beslissing op de reclame in hooger beroep van W. Buma te Westhem tegen het kohier van den hoofdelijken omslag c. Gelijke resolutie als voren op de reclame van S. J. Jeentra te Oudega. III. De begroetingen der algemeene Arm voogdij- besturen voor het jaar 1898 werden definitief vastge steld naar aanleiding van de door H. H. Gedeputeerde Staten goedgekeurde gemeente-begrooting voor dat jaar. IV. Wordt overgegaan tot de benoeming van eene onderwijzeres in de nuttige handwerken aan de open bare school te Nyland, waarvoor zich 4 sollicitanten hebben aangemeld. Na mededeeling van hoofd der school en het advies van den Arrondisse- ments-Schoolopziener, wordt met 7 stemmen benoemd Abonnementen en Advertentiën voor dit blad worden tevens aangenomen door JAC. ATSMA, Oude Koemarkt, T. K. VAN TUINEN, Nauwe Noorderhorne en Mej. Wed. C. G. REITSMA, Oosterdijk, waar steeds voor belangstellenden exemplaren ter kennismaking gratis verkrijgbaar zijn. Mej. Egbertje Grunstra. Op Mej. J. Riegstra waren 3 en op Mej. G. Bangma 2 stemmen uitgebracht. Tot leden van een stembureau voor deze en de volgende benoeming waren gekozen de H.H. Okma, Th. P. Hettinga en Huistra. De Heer Jelle Reijenga komt ter vergadering. V. Wordt overgegaan tot de benoeming van een algemeen armvoogd voor het dorp Oudega c. a. Na mededeeling van de door het college van Arm voogden en door Burgemeester en Wethouders aange boden dubbeltallen wordt met 7 stemmen benoemd de Heer Benne S. Groenveld te Sandfirden. Op den Heer R. 'aijbrandi waren uitgebracht 5 stemmen, op den Heer L. T. 1‘eenstra 1 stem. VI. Wordt gelezen een adres van J. Joustra te üitwellingerga, houdende verzoek om verhooging van zijn belooning als pontveerwachter aldaar, uithoofde van het drukke verkeer aldaar, waarop hij bij zijne benoeming niet had gerekend. Mede wordt gelezen een adres van ingezetenen van genoemd dorp, tot ondersteuning van het verzoek. Een voorstel tot verhooging van de wekelijksche belooning met 50 cent en een tweede voorstel tot verhooging met ƒ1, worden beide afgewezen met 7 tegen 6 stemmen. VII. Als voren een adres van R. Sybrandi te Reeg, verzoekende eene gratificatie uit de gemeentekas, tot verbetering van zijne financieele positie. Het verzoek wordt met algemeene stemmen afge wezen. VIII. Op voorstel van het dagelijksch bestuur wordt besloten aan de veldwachters der gemeente, even als vroeger, voor het jaar 1897 eene gratificatie van 50 voor ieder toe te kennen wegens getrouwe plichtsbetrachting en betoonden dienstijver, zoomede om aan de in deze gemeente surveilleerende rijksveld- wachters eene gratificatie toe te kennen wegens be wezen diensten, in overeenstemming met die van het vorige jaar. Naar aanleiding van een adres van den veldwachter IJ. Bruinsma te Oudega wordt op voorstel van den Heer Van Berkum besloten aan den adressant, tot verbetering van zijn tractement, ƒ25 toe te kennen, onder voorwaarde, dat hij in de dorpen Oosthem en Abbega ten dienste der Armvoogdij zich disponibel stelt tot verwijdering van woonscheepjes enz. Dit besluit werd goedgekeurd met 7 tegen 6 stemmen. IX. Wordt besloten om, ter gelegenheid van de troons bestijging van H. M. de Koningin in dit jaar, van des Raads belangstelling in die heugelijke gebeurtenis, te doen blijken door het houden van schoolfeesten in de openbare en bijzondere scholen der gemeente en daar voor toe te staan de som van ƒ500. zoowat drie of vier weken. Ik vermoed dat ze daarin ook haar sieraden bewaarde.* •Hebt gij ooit iets van die sieraden gezien?» •Niets als de beide voorwerpen die zij mij toen zien liet. Het eene was een groot gouden medaillon, zoo als de dames vroeger gewoon waren om den hals te dragen. Ik geloof ook dat het met paarlen of iets dergelijks omgeven was; maar dat herinner ik mij niet precies meer, want mij interesseerde slechts het portret dat er in zat, een portret mijner overledene vrouw uit haar meisjestijd. Mijn schoonzuster had er mij over gesproken en zich op mijn verzoek bereid verklaard, het mij present te doen. Toen wij echter beproefden het er uit te krijgen, brak het glas., en toen wij zagen dat het portretje zonder te beschadigen niet los te maken was, gaven wij ’t op. Mevrouw Abt lei het medaillon weer in het kistje, terwijl zij half schertsend, half ernstig zeide, dat ik nog maar een beetje geduld moest hebben, want dat zij mij het portret met het medaillon bij testament vermaken zou.« »’t Is jammer dat gij het medaillon niet nader kunt beschrijven; maar gij zoudt het toch zeker wel weer herkennen, als men ’t u voorlei?* •Ik geloof wel dat ik daartoe in staat zou zijn, al kan ik ’t dan ook niet beslist beloven.* •Gij spraakt echter zoo pas nog Kunt gij u dat misschien beter herinne- «Zeker, want dat was een soort curiositeit, een heel ouderwetsch gouden horloge, zooals ik vroeger nooit gezien had.« •Dat zou voor ons van belang kunnen wezen. Wees zoo goed, mijnheer Braun, u gereed te houden, de beschrijving welke mijnheer Krause ons van dat X. Ter tafel wordt gebracht een ontw erp-besluit tot wijziging der begrooting van de gemeente voor het jaar 1898, naar aanleiding van het sub IX genoemde besluit en de verhooging der jaarwedden van den Burgemeester en den Secretaris volgens het Koninklijk goedgekeurde besluit van Heeren Gedeputeerde Staten. Na eenige discussie wordt op voorstel van den heer Okma met 7 tegen 6 stemmen besloten de verdere behandeling uit te stellen tot de volgende vergadering. XI. Aan de orde is het in de vorige vergadering gelezen adres van het bestuur der afdeeling Woudeend van de vereeniging Patrimonium, betrekkelijk de uit dieping van het vaarwater de Wegsloot te Ypecolsga enz. Vooraf wordt gelezen het rapport van den gemeente- opzichter, over de uitvoerbaarheid en doelmatigheid van het bedoelde werk, waarvan de kosten worden begroot op ƒ1700. Na uitvoerige discussie wordt op voorstel van den Heer Jelle Reijenga met 7 tegen 6 stemmen besloten zich tot het Gemeentebestuur van Gaasterland te wenden met het verzoek de zoogenaamde Fekkesloot bevaarbaar te maken in verbinding met de onderwer- pelijke Wegsloot. XII. Ter vergadering met gesloten deuren wordt op nieuw in stemming gebracht het voorstel om het inkomen sub a van den hoofdelijken omslag van J. Knos- sen te Scharnegoutwn te verminderen van ƒ500 tot ƒ250. Het voorstel wordt met algemeene stemmen aan genomen. (In de vorige vergadering hadden de stem men gestaakt.) XIII. Na de heropening der openbare vergadering wordt gelezen een adres van B. K. Aukema te Wolsum, lid van de Algemeen Chr. Geheel-Onthouders-Vereeni- ging, houdende verzoek om gebruik te mogen maken van de school aldaar, voor het houden van 2 a 3 openbare vergaderingen in dit jaar, ten dienste der drankbestrijding. Het verzoek wordt toegestaan. De Heer de Boer stemde daar tegen. XIV. Als voren een adres van Heer S. Boonstra, verzoekende eervol ontslag als onderwijzer aan de openbare school te Tirns, tegen 15 April a.s., wegens zijne benoeming te West zaan. Aan het verzoek wordt voldaan. XV. Als voren een adres van M. P. de Jong te Woudeend, verzoekende verhooging van zijn tractement als brugwachter aldaar. Het verzoek wordt afgewezen met 8 tegen 5 stemmen. XVI. Wordt met algemeene stemmen benoemd tot beheerder der aschbelt te Heeg, Inne de Boer te Idsega, mét ingang van 12 Mei e.k., ter vervanging van S. L. v. d. Meer, die voor de betrekking heeft bedankt. De vergadering wordt daarna gesloten. horloge geven zal, dadelijk in ’t protocol op te nemen. De moordenaar zal waarschijnlijk beproeven ’t aan den man te brengen.» •Dat komt mij niet heel waarschijnlijk voor, mijn heer de commissaris,* merkte de graanhandelaar op. •De misdadiger zal wel zoo verstandig zijn, bij zich- zelven te beredeneeren, dat zoo’n opvallend voorwerp hem veel te gemakkelijk zou kunnen verraden.» •Gij moet ons ten goede houden, dat wij, oude cri minalisten, daaromtrent met u van meening verschil len. De personen die zoo’n moord begaan, zijn lang niet altijd uitgeslapen en slimme misdadigers, en ’t is bijna altijd hun onhandigheid en domheid, welke ze in onze handen doen vallen, ’t Zou mij volstrekt niet verwonderen, als ’t juist dit horloge was, dat ons op den rechten weg brengt. Wilt gij dus zoo goed zijn, ons mede te deelen, wat gij van zijn bij zondere kenteekenen weet?« •Zooals ik reeds zei, was ’t een zeer groot en dik sleutelhorloge. Op den achterkant bevond zich een emailschildering, een landschap en een bron met een op de fluit spelende herder voorstellende. Uit de buis van de bron vloot een dunne waterstraal in den vorm van een gedraaid glazen staafje, en als men op een aan de zijde aangebracht knopje drukte, dan begon dat staafje een minuut lang te draaien, zoodat het bijna geleek op vloeiend water. Mijn schoonzuster was erg wijs met dat horloge, ’t welk zij als een bijzonder kunstwerk beschouwde.» griffier had met vlugge pende beschrijvingge- ’d, en op een wenk van den hoofdcommissaris gaf hij dezen het vel papier alle bureaux hier in de stad mededee- ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1898 | | pagina 1