mm- EK AÖW1WBL1II •t, NEDERLANDS METTRAY. BEKENDMAKING HINDERWET. VASTSTELLING DER KIEZERSLIJST. YOOR SNEEK O ffiMffl. FIÜILLÏTOI. A i No. 25. Zaterdag 26 Maart 1898. 53e Jaargang. Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover t Tramstation Sneek. BEKENDMAKING. 'N. DE KUNSTRIJDSTER. X Wordt vervolgd. I Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f 0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. van I Voor enkele jaren werd in de juridische- doch ook de onderwijspers een strijd aange bonden tegen de bandeloosheid der jeugd. Het zat in de lucht om middelen daartegen te be ramen. Het idee van den een werd echter dadelijk door den ander verworpen en vele onderwijzers voelden zich geroepen om tegen het besluit, op de jaarlijksche vergadering der juristen-vereeniging genomen, protest aan te teekenen. Daar werd sterk gepleit voor school arrest, als middel om de bandeloosheid te keer te gaan. Een wet van het kanton Neufchatel zou als leiddraad dienen. De schoolcommissies daar kunnen een school lokaal inrichten om hen schoolarrest te doen ondergaan, die door den vrederechter (kan tonrechter bij ons) daartoe voor kleine ver grijpen voor hoogstens 8 dagen veroordeeld zijn. De kinderen staan dan onder toezicht van de schoolcommissie, welke er voor zorgt, dat zij werk krijgen, dat de opvoeding ver betert. En bewaker is een concierge of een onderwijzer. Dat een onderwijzer nu als politie agent zou optreden, maakte de hoofden van vele onderwijzers warm en een hevige penne- strijd was er het gevolg van. Men ziet wel eens, dat de besluiten op de te binnen, dat ik nog een brief te schrijven heb, die morgen met den eersten post weg moet. Doe ’t licht in de slaapkamer maar uit, want het kan nog wel een uur duren, alvorens ook ik mij ter ruste kan begeven. Kom, laat me je nog eenmaal omhelzen en dan Goeden nacht 1” De kus, dien zij op Elsbeth’s wangen drukte, was vluchtiger, als haar liefkozingen anders plachten te zijn, en de haast hebbende brief, waaraan zij zoo laat herinnerd was geworden, moest wel bijzonder uitge breid of moeielijk zijn. Want toen Elsbeth na mid dernacht eindelijk in slaap viel, vermoeid van aller lei verontrustende gedachten over de voorvallen van dezen avond, was het bed naast haar nog altijd ledig. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek, Gelet op de desbetreffende bepalingen der Hinderwet Brengen bij deze ter openbare kennis, dat ter Se cretarie dier Gemeente ter visie ligt een bij hun col lege ontvangen verzoekscbrift met bijlagen van de Firma R. S. VISSER Zonen te Sneek, strekkende tot het erlangen van vergunning tot het oprichten van eene KOFFIEBRANDERIJ en het plaatsen van een GASMOTOR in het gebouw, plaatselijk gemerkt Wijk 11, no. 32, kadastraal bekend Gemeente Sneek sectie B, no. 835, staande aan het Grootxand. Dat op Zaterdag den 9en April e.k., des middags te 12 uur ten gemeentehuize aldaar gelegenheid zal worden gegeven om tegen het gedaan verzoek bezwa ren in te brengen en deze mondeling of schriftelijk toe te lichten en dat zoowel de verzoeker als zij, die bezwaren hebben in te brengen, gedurende drie dagen voor evengemeld tijdstip ter Secretarie der gemeente, in de gewone bureau-uren, van de ter zake ingekomen schrifturen kennis kunnen nemen. Sneek, den 26 Maart 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. J. van AKKEREN, Loco-Secretaris. Elsbeth was den volgenden morgen juist bezig met het afstoffen van de snuisterijen in het zoogenaamde salon, toen er buiten gescheld werd. Zij wilde de kamer uitgaan, om open te te doen, daar de werk vrouw er nog niet was, maar mevrouw Deloria, die er wat vermoeid uitzag en haar ongewoon zwijgen tegenover het jonge meisje verklaard had met erge hoofdpijn, voorkwam haar. «Blijf maar hier, kind!” zeide zij haastig. «Ik zal zelf gaan zien, ’t Zal wel een bedelaar of straat- negotie zijn.” Maar de fatsoenlijk gekleede, ernstig kijkende heer, die een oogenblik later tegenover haar stond, zag er niet uit alsof hij tot een van die beide soort men- schen behoorde. Wat zal nu echter verkieslijker zijn, een opvoeding in een staats- of in een particulier gesticht ’t Is hier ook weer bijkanszooveel hoofden, zooveel zinnen. Waar de een be weert, dat de Staat een slecht paedagoog is en de opvoeding in ’t Staatsgesticht machinaal gaat, de kinderen nummers worden, zal de ander vinden, dat juist de Staat door de ruimer vloeiende hulpbronnen de opvoeding ter hand moet nemen. Hoe het ook zij, de meeste landen kennen beide soorten van gestichten. Zoo ook ons land, waar voor de misdadige jeugd «de Kruisberg» te Doetinchem en de Rijks- opvoedingsgestichten te Alkmaar, Montfoort en Avereest bestemd zijn. Maar particulieren hebben ook heel veel gedaan voor de ver- waarloosde jeugd. Talitha Kümi en Bethel te Zetten, het «Huis van Barmhartigheid» te Wa genborgen, »de goede Herder» te ’s-Graven- hage, het «Huis van Barmhartigheid» en «Be thesda» te Ermelo, de «Martha-stichting» te Al- fen, «Boschzicht» van den Protestanten-Bond te Apeldoorn, «Nederl. Mettray» op Rijsselt (bij Zutfen) enz. nemen, hetzij jongens of meisjes, onder zekere bepalingen op. En onlangs nog werd door de R. C. Kerk aanbesteed de bouw van een inrichting voor verwaarloosde jongens op het landgoed «de Drietelaar» bij Borculo. Waar nu te Sneek Nederl. Mettray heel weinig bekend schijnt, en helaas, op de lijst der leden, meenen wij, geen onzer stad- genooten voorkomt, lijkt het ons niet overbodig daarover het een en ander mede te deelen. In het Departement Indre et Loire, op een uur afstand van Tours, ligt het dorp Mettray. Daar werd in 1840 een landbouw-kolonie voor jonge veroordeelden en zedelijk verwaarloos den gesticht. In 1845 werd deze instelling bezocht door W. H. Suringar, die dadelijk besloot te trachten ook ten onzent zoo iets te stichten voor jeugdige verwaarloosden. In 1850 kon het landgoed Rijsselt aangekocht worden, en spoedig daarop werd de eerste steen gelegd. Het is een verblijdend feit, dat de meeste gebouwen, welke later bleken noodig te zijn, geschonken zijn. Want niet alleen waren een directeurs- en een onderdirecteurshuis noodig maar ook een onderwijzerswoning en een kerkje, hoe eenvoudig ook, en enkele gebouwen yoor de verpleegden. Want men deelt de 140 jongens in groepen af en brengt ze in een fami- hoe zou de naam geweest zijn?« >0p naam van Johannes Beijer,« herhaalde Elsbeth. Maar toen zij daarop vragend en bezorgd naar haar weldoenster keek, zag zij dat mevrouw Deloria oogen en gezicht met de hand beschaduwde, alsof zij plot seling last had van het scherpe lamplicht. De uit drukking harer gelaatstrekken was niet te onderschei den, maar ’t klonk zenuwachtig en ongeduldig, toen zij zeide«Lees dan toch voort, kindOf is ’t artikel daarmee uit?« «Neen, er volgen nog eenige regels. «De dadelijk ingestelde nasporingen nu hebben het verrassend re sultaat opgeleverd, dat die Johannes Beijer reeds tien weken geleden in het hospitaal der barmhartige broeders aan typheüse koortsen gestorven is. Nog vreemder echter is, wat nader gebleken is, namelijk dat bedoelde quitantie aan de woning van den be- lasting-ontvanger eerst betaald en afgehaald is op een tijd toen de belastingschuldige, blijkens het journaal van het ziekenhuis en de ambtelijke acte van overlij den, reeds gestorven en begraven was.” «Geef mij het blad eens!” zei mevrouw Deloria, met eene heftige beweging haar hand over de tafel naar de krant uitstekende. Haar gezicht kwam daar bij in den lichtkring der lamp, en nu zag Elsbeth dui delijk, dat het doodsbleek geworden was. Maar zij waag de ’t niet, een vraag te doen, en wachtte zwijgend het eerste woord van de andere af. Maar er verliepen minuten een tijd, lang genoeg om het korte bericht tienmaal te lezen, en nog al tijd staarde mevrouw Deloria in de krant, die zacht knetterde in haar bevende hand. Plotseling smeet zij het blad aan kant en zei, ter- de voorwerpen welke den moordenaars van mevrouw Abt in handen gevallen zijn, bevond zich naar alle waarschijnlijkheid een ouderwetsch gouden horloge, waarvan wij, op grond eener mededeeling van de po litie, reeds voor een paar dagen een nauwkeurige om schrijving konden geven. Dit horloge, waarnaar natuurlijk ijverig gezocht werd, is thans gevonden, en wel bij een uitdrager in de gouden Wielstraat, een man die tot dusver te goeder naam en faam bekend staat en geloofwaardige opgaven gedaan heeft. Op den avond van den dag, waarop de moord in de Pa radij sstraat heeft plaats gehad, heeft een onbekende hem het horloge, dat een oud familiestuk was, te koop aangeboden. In het optreden van den man was niets verdachts geweest, en dat hij zich, naar ’t schijnt op zettelijk, steeds in het slechtst verlichte gedeelte van den winkel heeft opgehouden, herinnerde de uitdrager zich eerst later, toen ’t er op aankwam een nauwkeu rige persoonsbeschrijving van den man te geven. Die beschrijving is dan ook tamelijk schraaltjes uitgeval len en bepaalt zich in hoofdzaak tot de opgaaf, dat hij een zware donkere baard had en als hoofddek sel een soort muts droeg, zooals bij de lagere stan den bij de Polen uit de provincie Posen gebruikelijk is. Ook zijn gebrekkig duitsch met een duidelijk Poolsch accent, bevestigt het vermoeden, dat hij van daar afkomstig moet zijn. De man was dadelijk met het eerste lage bod tevreden geweest, als iemand die haast heeft om maar geld te krijgen, en op de vraag, wie hij was, had hij een betaald belastingbiljet over handigd, afgegeven te Breslau en op naam van Jo hannes Beijer.» Dit den hoek der canapé, waarin mevrouw Deloria leunde, klonk een kreet van verrassing of schrik. - «Wat? Maar dat’s immers onmogelijk! Hoe Of althans, gij zult het doen. Daar schiet my juist Het GEMEENTEBESTUUR van Sneek, Gelet op artt. 28, 29 en 31 der Kieswet Brengt bij deze ter algemeene kennis, dat op heden den 22sten Maart is vastgesteld de Lijst, aan wijzende de Personen, die in deze gemeente bevoegd zullen zijn tot het kiezen van Leden van de TWEEDE KA MER der STATEN-GENERAAL, de PROVINCIALE STATEN en den GEMEENTERAAD; dat de thans vastgestelde Kiezerslijst met de Lij sten daarbij behoorende van den 23sten Maart tot en met den 21sten April a. s. ter Secretarie dezer Gemeente voor een ieder ter inzage zijn nederge- legd en, tegen betaling der onkosten in afschrift of afdruk verkrijgbaar gesteld. Tot en met den 15den April a. s. is een ieder be voegd bij het Gemeentebestuur verbetering van deze Kiezerslijst te vragen, op grond dat hij zelf of een ander, in strijd met de wet, daarop voorkomt, niet voorkomt of niet behoorlijk voorkomt. Mogelijke verzoeken om verbetering van deze Kie zerslijst worden, met de bijgevoegde bewijsstukken, dadelijk tot en met den 21sten April a. s. voor een ieder op de Secretarie dezer Gemeente ter inzage neder- gelegd en in afschrift, tegen betaling der kosten, verkrijgbaar gesteld. Een ieder is tot tegenspraak bevoegd. De tegenspraak moet schriftelijk en uiter lijk den 23sten April a. s. aan het Gemeentebestuur zijn ingediend. En zal deze op de gebruikelijke wijze ter openbare kennis worden gebracht. Sneek, den 22sten Maart 1898. Het Gemeentebestuur voornoemd. ALMA Burgemeester. J. v. AKKEREN Loeo-Secretaris. Abonnementen en Advertentiën voor dit blad worden tevens aangenomen door J. C. ATS MA, Oude Koemarkt, T. K. VAN TUINEN, Nauwe Noorderhorne en Mej. Wed. C. G. REITSMA, Oosterdijk, waar steeds voor belangstellenden exemplaren ter kennismaking gratis verkrijgbaar zijn. jaarlijksche juristen-vergadering genomen, spoe dig daarna in wetsvoorstellen worden belich aamd maar van schoolarrest van enkele dagen cn nachten voor kleine vergrijpen is echter niets meer vernomen. Trouwens, men is het er ook nog volstrekt niet over eens, of een afstraffing in het poli tiebureau met een soort van rotting op de partes posteriores, op de strafbare daad vol gend, niet beter zou zijn. In Engeland doet men het en dit systeem wordt zeer geroemd. Maar waardoor komt het, dat de jeugd zoo bandeloos is Gedeeltelijk zeker door de ver waarloosde opvoeding van velen. Er zijn van die kinderen, voor wie niets veilig is, de schrik van de buurt en die op alle mogelijke wijze het hun medemensch onaangenaam maken. Zou men door een betere opvoeding den jon gen die een pasge verfde deur bekladt niet kunnen leeren, dat hij het goed van anderen niet bederven mag en op zijn aesthetisch ge voel werken En wat voor aardigheid is er toch aan voor den knaap, die een brandende lucifer expres op den mantel eener voorbij gaande dame werpt, en er een gat in brandt, zoodat de mantel misschien voor goed bedor ven is? Het Weekblad «de Amsterdammer» t /Aende voor eenige jaren den bengel naar het leven af, die als koning-straatjongen troonde, omringd van de menschen en dieren die hij onder handen had gehad. Is de opvoeding verwaarloosd, dan moet den ouders op ’t hart gedrukt worden, dat zij een duren plicht verzuimen, door hun kind maar in ’t wild te doen opgroeien, en dat het recht van opvoeden ook den plicht van op voeden medebrengt. En zoo niets helpt, dan bemoeie zich de Staat er mede. Want de slechte invloed van een verderflijke huiselijke omgeving schaadt niet alleen de jonge kin deren, misschien zal hun volgend leven er de sporen nog van vertoonen. De Staat moet dan zorgen, dat die kinderen later niet een last voor zichzelf en de Maatschappij wor den. Hij zal dus de opvoeding aan zich moeten trekken en de kinderen in een op voedingsgesticht onderbrengen. Gelukkig ech ter komt het niet altijd zoover, en bemoeien particulieren zich dikwijls met het verwaar loosde kind om het in een bijzonder gesticht een opvoeding te geven, welke het in staat zal stellen later met eere zijn brood te verdienen. Bömah VAI A. OSKAR KLAUSZMANN. 25 IX. (Vervolg.) Elsbeth zou ’t als een schandelijke ondankbaarheid beschouwd hebben, eenige tegenwerping te maken op zoo’n vriendelijk voorstelmaar terwijl mevrouw De loria zich dadelijk met zoo’n gemakkelijkheid van het vertrouwelijk gij bediende, als ware ’t nooit anders tusschen hen geweest, wilde ’t het jonge meisje toch vooreerst nog slechts moeielijk en tegenstribbelend van de lippen. De werkvrouw kwam binnen om goeden avond te zeggen, en meteen lei zij het avondblad, dat zoo pas gebracht was, op tafel. «Kijk toch eens even, lieveling, of er ook wat be langrijks in staat,zei mevrouw Deloria toen zij weer alleen waren«wellicht iets nieuws omtrent den moord in de Paradijsstraat. ’t Wordt waarlijk meer dan tijd dat men de daders ontdekt!» Elsbeth sloeg het blad open en had spoedig gevon den, wat zij zocht. «Ja, daar staat een artikel dat begint met de woor den Eindelijk is de eerste lichtstraal in het duister gevallen, ’t welk over de raadselachtige misdaad in de Paradijsstraat zweeft. Zal ik ’t geheel voorlezen?* «Zeker, het interesseert mij. Ten slotte zou geen alleenwonende vrouw haar leven meer zeker zijn, als dergeljjke wandaden ongestraft bleven.» Elsbeth ging gehoorzaam voort met lezen: «Onder wijl zij opstond: «Wij zullen slapen gaan, kind! i ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 2 7, cent. Groote letters naar plaatsruimte. it Q e a 0 i i 3 5 L I !U n ie Is n ir 3, l-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1898 | | pagina 1