)l'l
VOOR Sulk EJ OiSTMH.
iot
BEKENDMAKING HINDERWET.
IMW8- H 1DVER.TBTIBL1I»
IJ
FEUI&LK TOI.
53e Jaargang.
Zaterdag 16 April 1398.
No. 31.
in
VERKIEZING
n.
Lid der Kamer van Koopnamlel en Fabrieken
te SNEEK.
DE KUNSTRIJDSTER.
)0N
Uitgevers: POUWELS
FALKENA, tegenover ’t Tramstation Sneek.
iek,
Xzn.
S!
Wethouders voornoemd,
nt
I
io«
en
waar steeds voor belangstellenden exemplaren
ter kennismaking gratis verkrijgbaar zijn.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sn eek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f 0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
>t-
dags 11 tot des namiddags 1 uur, eene verkiezing
zal plaats hebben van een lid der Kamer van Koop
handel en Fabrieken alhier, ter voorziening in de va
cature, ontstaan door het vertrek van den heer R. van
Driessen.
Sneek, den 14 April 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
ALMA, Burgemeester.
Van AKKEREN Loco-Secretaris.
een
ren
one
als
hjn
aar
g
n
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek,
Gelet op artikel 10 van het Koninklijk Besluit van
den 4 Mei 1896 (Staatsblad no. 76);
Brengen ter openbare kennis, dat ten Gemeente-
huize, op Maandag den 23 Mei 1898, van des voormid-
nt
s-
Abonnementen en Advertentiën voor
dit blad worden tevens aangenomen door
JAC. ATSMA, Oude Koemarkt,
T. K, VAN TUINEN,
Nauwe Noorderhorne en
Mej. Wed. C. G. REITSMA,
Oosterdijk,
het
an-
rts,
ad
er
den
die
ijn
ik-
ide
ran
;en
ine
Itz
:e
en
ds
K-
en
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij [abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 2'/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek,
Gelet op de desbetreffende bepalingen der Hinderwet;
Brengen bij deze ter openbare kennis, dat ter Se
cretarie dier Gemeente ter visie ligt een bij hun col
lege ontvangen verzoekschrift met bijlagen van FRAN-
CISCUS JOHANNES TRELING, van beroep Zilver
smid, wonende te Sneek, strekkende tot het erlangen
van vergunning tot het oprichten van eene ZILVER-
SMEDERLJ in het gebouw, plaatselijk gemerkt Wijk
2, no. 16, kadastraal bekend Gemeente Sneek, sectie
P, no. 2596 staande aan het Kleinxand.
Dat op Zaterdag den 30en April e. k., des middags
te 12 uur, ten gemeentehuize aldaar gelegenheid zal
worden gegeven om tegen het gedaan verzoek bezwa
ren in te brengen en deze mondeling of schriftelijk
toe te lichten en dat zoowel de verzoeker als zij, die
bezwaren hebben in te brengen, gedurende drie dagen
root evengemeld tijdstip ter Secretarie dbrgemeente, in
de gewone bureau-uren, van de ter zake ingekomen
schrifturen kennis kunnen nemen.
Sneek, 16 April 1898.
Burgemeester en
ALMA, Burgemeester.
Van AKKEREN, Loco-Secretaris.
je scheiden.”
Nogmaals sloot hij haar in de armen, en terwijl
haar gloeiende wangen tegen zijn schouder rustten,
sprak hij haar over de naaste toekomst, zooals deze
zich in zijn hoofd afschilderde.
«Om uwentwil, Elsbeth, moeten wij onze liefde voor-
loopig nog als een streng geheim bewaren. Ben ik
dan ook al niet sterk genoeg, het kostbare geschenk
af te wijzen, zoó mag ik je toch op dit oogenblik niet
door een vormelijke en publieke verloving aan mij ver
binden. Wij zullen elkaar in den eersten tijd slechts
zelden, misschien zelfs in ’t geheel niet kunnen zien
en spreken, want mijn tijd en kracht moeten thans
uitsluitend gewijd zijn aan de oplossing van het duistere
raadsel, waarvan ik je straks gesproken heb. Toch
beloof ik je, geen beslissenden stap te zullen doen
zonder je daarvan kennis te geven; terwijl je dadelijk
bericht zult ontvangen, zoodra in mijn leven iets van
beteekenis voorvalt. Datzelfde wilt ge mij ook wel
beloven, nietwaar?*
Er bestond niets, wat zij hem op dit oogenblik niet
gewillig zou beloofd hebben, en hoe langer hij in
haar lieve, teedere oogen keek, des te verder ver
wijderden zich de sombere gedachten, die hem zoo
lang gedrukt hadden; des te meer begonnen zijne
bezorgde gelaatstrekken op te helderen en ontkiemde
in zijn hart op nieuw de hoop op een veel belovende, ge
lukkige toekomst.
«Gij weet niet, mijn lieveling, hoeveel gij mij heden
hebt geschonken*; verzekerde hij gedurig opnieuw. «Nu
heb ik toch weer iets waaraan ik gelooven mag iets,
waarmee ik mij kan oprichten, als moedeloosheid en
wanhoop mij willen neêrdrukken. Wat er dan ook ge
beuren moge, thans vrees ik niet meer dat ik mij zelf
i zou kunnen verliezen*.
WAT ER ALZOO GEDAAN WORDT TOT
LENIGING DER SOCIALE NOODEN
IN FRIESLAND.
II.
(Slot.)
Het onderzoek naar den toestand der ar
beiderswoningen ten plattenlande heeft veel
aan 't licht gebracht, wat anders worden moet.
Waar in de meeste gevallen eene huursom
van f 30 tot f 80 per jaar geëischt wordt,
moest de woning hiermede in evenredigheid
zijn, maar dit is lang niet altijd het geval.
Men mag zeker eischen, dat eene goede
arbeiderswoning aan de volgende voorwaarden
voldoet. Ze moet hebben: lo. eene behoor-
Roman vam A. OSKAR KLAUSZMANN.
31 XI.
(Vervolg.)
«Wat je dan voor mij wezen kunt, Elsbeth? Mijn
redster en mijn troost mijn laatste toevlucht, als die
vreeselijke gedachten mij naar den afgrond van den
waanzin zouden willen drijven. Dat alles zoudt ge
voor mij kunnen zijn. Maar ’t offer is te groot; ik
mag ’t niet aannemen. Mijn toekomst is duister en
onzeker. Ik zal van mijn tot nu gevolgd beroep moe
ten afzien om dringende redenen, welke gij mis
schien later wel eens zult vernemen en ik moet dus
van voren af met een ander beginnen. Mijn finan-
tieele omstandigheden zijn waarschijnlijk niet in den
besten toestand, en buitendien zweeft boven mijn hoofd
een noodlot, dat mij elk oogenblik kan verpletteren,
hoe weinig ik ook door eigen schuld mag hebben bij
gedragen om ’t in ’t leven te roepen. Heb ik nu on
der dergelijke omstandigheden nog ’t recht, het lot van
een ander aan ’t mijne te verbinden? Als ik zoo iets
deed, zou ik daarmee dan geen roof, geen strafwaar
dige diefstal begaan aan jou geluk?”
Met van tranen glinsterende oogen keek zij hem met
een blik van onbeschrijfelijke teederheid en toewij
ding aan. «Alsof er voor mij geluk kon bestaan zon
der jou Ik wilde van je afzien, omdat ik meende, je
daarmee van een lastigen band te bevrijden. Maar nu
ik weet dat je mjj noodig hebt, dat ik iets voor je we-
zen kan nu behoor ik jou toe, en niets zal mij van j daarbij
t
De graanhandelaar Frans Krause had dien voormid
dag in zijn kantoor een bezoek dat hem blijkbaar niet
zeer aangenaam was. De kleine man met grijs haar,
met wien hij nu reeds een kwartier lang druk in ge
sprek was, mocht er dan anders gewoonlijk ook vrien
delijk en goedhartig uitzien, op dit oogenblik echter
vertoonden zich ernstige plooien in zijn gezicht en het
voortdurend schudden van ’t hoofd bewees, dat de
woorden van den andere tot nu toe alles behalve
overtuigend op hem gewerkt hadden.
»’t Gaat niet, mijnheer Krause, ’t gaat ook met den
besten wil niet. Gij moet nu voor dekking zorgen,
lijk ruime kamer, zoo noodig met eenige
slaapplaatsen, met licht en lucht; 2o. eene
bergplaats of achterhuis met privaat; 3o. zol
der en kelder4o. flinke regenwaterbak. Nu
;s het een feit, dat verscheiden arbeiderswo
ningen aan het type voldoen, maar andere
zijn, vooral in arme gemeenten, niet veel meer
dan een ellendige hut. Hoe hierin verbete
ring te brengen Door b. v. eene maatschappij
op te richten, welke zich ten doel stelt de
oude krotten op te koopen en er luchtige wo
ningen voor in de plaats te stellen. Het moet
gezegd, dat hier en daar reeds veel, ook door
particulieren, is verricht. En van goeden in
vloed zal zeker zijn geweest het onderzoek
van wege het »Nut< ingesteld naar hetgeen in
verschillende deelen des lands ter verkrijging
van verbeterde arbeiderswoningen is geschied.
Maar ook de gemeenten hebben door hare
verordeningen de macht om te dezen opzichte
zoo goed te werken. Gelukkig hebben ver
scheiden dit begrepen, maar de naleving der
verordeningen laat soms veel te wenschen over.
Het politie-toezicht in de gemeenten ten
opzichte van de woningen der ingezetenen is
drieledig: Er kunnen toch maatregelen geno
men worden: lo. ter voorkoming van onge-
ukken, 2o. ter bevordering van den welstand
T-h last not least in het belang der volksge
zondheid. Daarom mag, wat dit laatste be
treft, geen last tot het betreden van wonin
gen gegeven worden ter verzekering van be
palingen op het bouwen, afbreken en herstel
len van sommige gebouwen, wanneer die be
palingen meer in ’t bijzonder den eigenaar of
bewoner betreffen, maar ’t algemeen moet
gebaat worden. Daarom ook zullen de bij
verordening voorgeschreven maatregelen om
ongelukken door bouwvallige huizen te voor
komen, zoo heilzaam kunnen zijn.
Wil de Vereeniging «Door Arbeid tot ver
betering* trachten den arbeider eene betere
woning te verschaffen, in nauw verband daar
mede staat, dat ook beproefd moet worden
hem voor matigen prijs aan een stukje grond
te helpen, opdat hij wat aardappels en groen
ten kan telen, en zoo mogelijk eene koe of
eenige schapen kan houden.
Maar de Vereeniging heeft ook de ontgin
ning van woeste gronden op haar program.
Daarom was der Vereeniging zoo welkom, dat
haar eene flinke som werd toegezegd om in
West-Stellingwerf eene proef met heide-ont-
Het aanslaan van de huisbel verstoorde dit zalige
oogenblik van liefdesgeluk, en voornamelijk Elsbeth,
die zich wat al te laat haar gebroken belofte herinnerde,
schrikte hevig, ’t Bleek wel is waar dat ’t slechts de
werkvrouw was, die dadelijk naar de keuken ging,
zonder iets van de aanwezigheid van den vreemden
jongen man in het salon te bemerken, maar Elsbeth
had nu toch geen rust meer en verzocht haar geliefde,
haar te verlaten.
Rudolf stribbelde niet tegen; want hij ging nu im
mers heen met de zekerheid dat ’t niet voor altijd
behoefde te zijn, en het afscheid, dat hem tendeel viel,
was dan ook van een geheel anderen aard, als de ont
vangst van zoo straks. Met vluggen lenigen tred liep
hij de trap af. Wel scheen de strijd, dien hij
tegemoet ging, hem thans niet gemakkelijker toe dan
vroeger, maar hij had een gevoel, als waren in de
laatste uren zijn krachten geweldig toegenomen en
als was hij verzekerd nu een onoverwinnelijken bond
genoot als medestrijder aan zijn zijde te hebben.
XII.
want ik kan den wissel onmogelijk nogmaals prolon-
geeren. Tienduizend mark is voor een kleinhande
laar als ik een veel te belangrijke som. Ik raak zelf
in verlegenheid, daar ik reeds op het geld gerekend
had.*
«Dat kan ’k mij heel goed verklaren, waarde heer
Saling, en ’t hindert mij geweldig, op deze wijze een
beroep te moeten doen op uwe welwillendheid. Maar
op een paar dagen zal ’t u dan ten slotte ook wel
niet aankomen, en ik geef u mijn woord dat de zaak
heden over een week in orde zal zijn.*
«Beloften altijd weer beloften! Neem mij niet
kwalijk maar daarmee komen wij niet verder!
Ik moet ten slotte wel gelooven dat ’t u niet zoozeer
aan de mogelijkheid, als wel aan den goeden wil ont
breekt, mij te betalen.*
«Maar, mijnheer Saling, dat kan u toch geen ernst
zijn. Wij doen toch niet voor de eerste maal derge
lijke geldzaken met elkaar, en mij dunkt dat gij mij
tot nu toe altijd als een reëel man hebt leeren ken
nen, op wien gij staat kondt maken.*
«Dat heb ik ook, maar juist daarom kan ik mij uw
tegenwoordige houding niet verklaren. Een man in
uwe positie kan ’t toch niet moeilijk vallen, zich elk
oogenblik als hij T verkiest tienduizend mark te ver
schaffen. U bezit drie mooie huizen, hebt een beste
zaak en een groot crediet bij de bank en ik houd
mij overtuigd, dat ’t u slechts een pennestreep be
hoeft te kosten, om het dubbele en driedubbele van
het bedrag te verkrijgen, dat gij mij schuldig zijt.«
Wordt vervolgd.
ginning te nemen.
Sedert heeft dit goede voorbeeld navolging
gevonden. Een bekend Amsterdammer toch
schonk voor eenige jaren f 45000 aan den
Wethouder der gemeente Opsterland, v. Zin
deren Bakker, om het ontginningswerk in die
streken te beginnen. Deze deed zich door
enkele personen bijstaan en zoo konden in ’t
voorjaar van 1896 9 H. A. heide en bosch,
bij het dorp Jubbega gelegen, aangekocht
worden. In den zomer werd het werk voor
goed begonnen en in November waren 37
arbeiders bezig den grond 1 Meter om te
spitten. Er werd van ’s morgens acht tot ’s
namiddags vier uur gewerkt en 60 cents
per dag verdiend, wat daar veel is. Maar
ook werden enkele hoeven gebouwd, welke
er netjes uitzien. Het bovengenoemd type
is hier gevolgd: flinke kamer en kelder,
schuur met stalling voor 2 koeien en eenige
varkens. Bij elke woning behoort 1 H. A.
deels wei- deels bouwland, waar rogge en
haver goed groeit. En daarvoor wordt be
taald eene huursom van f 42
Het is waar, dat een groot deel van de
milde schenking in den vorm van specie in
den grond zal verdwijnen, want voorloopig
moet elk jaar goed gemest worden, wil men
niet zien, dat de aarde weigert vruchten voort
te brengen. Maar daarom juist kan het aan
schaffen van eenig vee van zulk een goeden
invloed voor later zijnen de commissie heeft
daarvoor ge makkelijke betalings-conditiën ge
maakt. Hoofdzaak moet voorloopig blijven:
de arbeidersgezinnen werk te doen verrichten,
dat voor hen zelf voordeelig is. ’t Zal zeker
eene groote voldoening èn voor den schenker
èn voor de commissie zijn als de dertien wo
ningen, welke men plan heeft te zetten, door
eene ordelijke, arbeidzame bevolking zijn be
woond.
En nu reeds, terwijl nog niet alles ver
richt is, wat men zich voorstelt, zijn anderen
opgestaan om ook te ontginnen, om nog meer
menschen die werken willen aan een bestaan
te helpen.
Maar nog verder strekken de bemoeiingen
der Vereeniging zich uit: Door de brochure:
«Is regeling van den onderhoudsplicht in Fries
land noodig”, kwamen toestanden van verwaar-
loozing van landerijen en waterafvoer aan ’t
licht, welke men zich niet gedroomd had. Het
bleek, dat tal van kleine verkeersmiddelen ver-
VERGADERING van den Gemeenteraad van
Sneek, op Dinsdag, den 19 April 1898;
des namiddags ten 61/, uur.
1. Resumtie der Notulen.
2. Mededeeling van ingekomen stukken enz.
3. Rekening van het Old Burger-Weeshuis, over
1897.
4. Alsvoren van de Brandweer, over 1897.
5. Adres aan de Provinciale Staten dezer provincie,
inzake verbetering van vaarwaters.
6. Alsvoren van de onderwijzeres P. W. J. van Dam.
7. Alsvoren der Scherpschuttersvereeniging.
8. Alsvoren van den heer L. Hertzberger.
9. Verzoek van het Bestuur der vereeniging
«Floralia.*
10. Benoeming van een Stembureau voor de ver
kiezing van een lid der Kamer van Koophandel
en Fabrieken.
11. Alsvoren van Commission, inzake reclames tegen
den Hoofdelijken Omslag, dienst 1898.
A 1
1
irantle.
it
j
t
in
1