JMW8- ES MIÏERTEJTIEBLJI) VOOR SMEEK ES OISTREKEM. I Heriiï m maten en geólM tl I I No. 32. Woensdag 20 Avril 1898. 53e Jaargang. J FBVIliliETOH. Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover ’t Tramstation Sneek. CUBA en CRETA. Binnenlandsch Nieuws. I 1. DE KÜNSTRIJDSTER. 1 K ï- t- 5 DAGEN DATUMS 25 Mei 10—12 1—5 •Woensdag 1 Wordt vervolgd. m 1 3 waar steeds voor belangstellenden exemplaren ter kennismaking gratis verkrijgbaar zijn. 1—5 1—5 1—5 1—5 1—5 1—5 1—5 1—5 1—5 1—5 Prgsvraag zuivelfabriek. De Vereeniging tot ont wikkeling van den landbouw in Hollands Noorder kwartier, van meening, dat over het algemeen de Noordhollandsche Kaasfabrieken, zoowel wat de in richting als wat de regeling van het bedrijf betreft. Voor de BELANGHEBBEN DEN uit: Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f 0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. 2 Donderdag 4 Vrijdag 6 Zaterdag 8 Donderdag 3 4 6 9 10 11 10-12 10—12 10—12 10-12 10—12 10—12 10—12 10—12 10—12 10—12 van 16 October 1869 (Staatsblad no. 160), vastgesteld tarief dat de verificatie van gewichten beneden het gram uitsluitend aan het ijkkantoor te Leeuwarden plaats heeft dat belanghebbenden behooren toe te zien, dat hunne maten en gewichten na den herijk van de vereischte merken voorzien zijn en dat blijven tot aan den eerst- volgenden herijk, en dat het ijkkantoor te Leeuwarden, aan de Ooster- kade, voor het publiek geopend is eiken Dinsdag en Vrijdag van negen tot één uur. Sneek, den 19 April 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. J. van AKKEREN, Loco-Secretaris. I BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek, brengen ter kennis van de belanghebbenden dat in dit jaar voor den herijk der maten en gewichten, in deze gemeente zal worden gevaceerd in het voorma lig Telegraafkantoor, in orde als volgt: O O o o o o o o 5 O II 5 1 1- >n Abonnementen en Advertentiën voor dit blad worden tevens aangenomen door JAC. ATSMA, Oude Koemarkt, T. K. VAN TUINEN, Nauwe Noorderhorne en Mej. Wed. C. G. REITSMA, Oosterdijk, 26 27 28 2 Juni ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. Om hun vermeend recht van interventie op Cuba te rechtvaardigen, wijzen de Vereenigde Staten op Creta. Gij, groote mogendheden van Europa, komt ook tusschenbeide, als het in uwe kraam te pas komt. Gij, met uw zoogenaamd Concert, speelt den baas in uw werelddeel. Gij eigent u het recht toe, alles in Europa te bedisselen. W’j hebben er niets op tegen, heelemaal niets. Maar laat ons dan ook het recht, om in onze buurt de zaken te bedisselen. Europa voor de Europeanen, maar dan ook Amerika voor de Amerikanen, d. w. z. voor ons, Yan kees, die het machtigste zijn. Deze redeneering lijkt op het eerste gezicht nog al steekhoudend. Maar bij nader inzien blijken het drogredenen. Wil eene gevolgtrek king juist zijn, dan moeten de gronden degelijk zijn en dat is hier slechts schijnbaar het ge val. Ieder zal zeker wel de Turken, die zoo lang de schrik van Europa geweest zijn, die Turkije, Spanje, Hongarije en soms nog meer gebied veroverden, als vreemde indringers be schouwen, die eigenlijk niet in Europa thuis behooren, die in ons werelddeel gebieden over een groot aantal Christenen, welke nog altijd den liefelijken naam van christenhonden moe ten hooren. Nu moge in meer rijken de Staatshuishou ding rot, bedorven zijn, de huishouding van den Zieken Man te Konstantinopel is bekend als door en door ziek. En vaak zijn de christe lijke onderdanen daarvan de slachtoffers. Euro- I UREN voor na middag drukking op ’t gelaat van den jongen man gevestigd waren, drukten zijn vervreemding uit; uit zijn woor den of in den klank zijner stem echter was daarvan niets te bemerken. «Hoe moet ik dat begrijpen? Gij zult nu toch hier of daar in de een of andere rechterlijke betrekking werkzaam zijn niet waar?» «Neen, dat zal ik juist niet. Ik ben besloten, tot een ander beroep over te gaan.< «Tot een ander beroep? Thans, nu je zoo te zeg gen je doel bereikt hebt? Maar wat ter wereld heeft je dan op eens zoo afkeerig gemaakt van de rechtsgeleerdheid «Daarover, vader, zullen wij later wel eens spreken; voor ’t oogenblik verzoek ik u genoegen te nemen met mijne verzekering, dat ik daarvoor heel treurige re denen heb redenen, die minder in mijn sympathie of antipathie dan wel in de omstandigheden te zoeken zijn. In elk geval wensch ik zoo spoedig mogelijk op eigen beenen te staan, en derechterlijke loopbaan komt mij niet den geschikten weg voor ter spoedige vervulling van dien wensch. Ik zal reeds eerstdaags bij het hier bestaande filiaal der Rijksbank in be trekking treden.» «Maar boe is dat mogelijk? Hebt gij dan reeds lang geleden daarnaar gesolliciteerd?* «Lang geleden niet. Mijn sollicitatie werd pas voor eenige dagen ingediend, maar dadelijk ingewil ligd.» «En gij vondt het niet noodig, vooraf mijne toestem ming te vragen?» Roman van A. OSKAR KLAUSZMANN. 32 XII. (Vervolg.) «Zeer juist. Aan hulpmiddelen zou ’t mij niet ont breken. Ik zou slechts een hypotheek behoeven te nemen, of mijn nalatige schuldenaars nadrukkelijk aan ’t nakomen hunner verplichtingen hebben te her inneren. Maar ’t zou niet best wezen, als ik daartoe gedwongen werd, want ik kan noch ’t een noch ’t andere doen, zonder mijn naam als man van zaken te benadeelen en mijn crediet te ondermijnen. Gij weet, hoe gemakkelijk dat gebeuren kan, en zult dus ook begrijpen, dat ik maar niet aan den eersten den besten mijn vertrouwen schenken kan, zooals ik ’t u doe. Maar juist daarom zoudt gij nogmaals een beetje geduld moeten hebben. Binnen acht dagen moet ik bepaald belangrijke sommen ontvangen, en gij zijt de eerste, die ik daarmee betaal.» De kleine heer Saling aarzelde nog wel een oogen blik, en zijn gezicht werd er niet vergenoegder op, maar na eenige zuchten en na zijn keel bij herhaling geschraapt te hebben scheen hij zich toch in het onveranderlijke te schikken. «Nu, in Gods naam dan, mijnheer Krause, ’t ligt niet in mijn aard, fatsoenlijke menschen in verlegen heid te brengen dan nog een week 1 Maar dat’s dan ook het laatste uitstel dat ik u verleenen kan. Ik zou ook met den besten wil niet meer in staat zjjn consideratie te gebruiken, als u ook ditmaal uw pa kan zich dus een zeker recht aanmatigen, om zijne eigene christelijke stamgenooten te gen vreemde overheerschers te beschermen. Vooral waar die bescherming, blijkens den el- lendigen toestand op Creta, in Albanië, maar vooral in Armenië dringend noodig is. Maar kan ook Amerika zich dergelijk recht aanmatigen De huidige bewoners van dit reusachtige w e- relddeel buiten beschouwing latende, hoe dat zoo gekomen is zijn eigenlijk ook Euro peanen, op eene kleine uitzondering na. Zij zijn in Noord-Amerika ontstaan uit eene ver menging van bijna al de volken van Europa, terwijl het Angelsaksische ras de hegemonie behouden heeft, zijn stempel op alles gedrukt heeft. In Zuid- en Midden-Amerika en op de West-Indische eilanden zijn het hoofdzakelijk de Spanjaarden, die bijna overal de inlandsche bevolking verdrongen hebben en het heer- schende ras vormen. En nu mogen al die Staten, vroeger grootendeels aan Spanje be- hoorende, zich vrijgemaakt hebben, in aard, in taal, in godsdienst blijven het Spaansche Sta ten. Moge Cuba eenmaal geheel vrijkomen van de Spaansche heerschappij, daarmee zijn de menschen niet veranderd. Daarmee is hunne ’aal niet in de Engelsche veranderd. Wat de bevolking betreft, kan Cuba dus niet tot de Vereenigde Staten behooren, al moge het nog zoo dicht bij de groote republiek liggen en al mogen zijne heerlijke velden een nog zoo be geerlijk brokje voor den op voordeel bedachten Yankee zijn. En nu mogen de Ver. Staten zeggen, dat de opstand drie jaren geduurd heeft en Spanje blijkbaar onmachtig is dezen te bedwingen, dat Cuba lijdt onder het minder goede beheer van het moederland, dat de Amerik. hande laars groote schade lijden door de belemme ring van den landbouw, van de suikerfabri- catie en van den handel, zij mogen daaruit het recht afleiden om zich met eens anders zaken te bemoeien, dat recht bestaat daarom nog niet. Vooral Bismarcks orgaan, de Hamb. Nahr., critiseert scherp de aanmatigingen van de Ver eenigde Staten. Wanneer gij, heeren Yankees, eerst den brand in het huis uws buurmans steekt, dien altijd door aanwakkert, kunt gij uwen buurman niet beschuldigen met te zeg gen, dat hij den brand niet bedwingen kan, dat alle maten en gewichten onderworpen dat de voorwerpen behoorlijk schoon en droog moe ten worden aangeboden dat de onjuiste gewichten kunnen worden gejusteerd tegen dadelijke betaling, volgens bij Koninklijk beslui t Verkoopers van maten en ge wichten Wijk 1 en 3 en 5 en 7 en 9 en 10 Vrijdag 11 en 12 Zaterdag 13 en 14 Maandag 15 en 16 Donderdag 17 en 18 Vrijdag 19 en 20 Zaterdag en u-zelf als de redder in den nood voordoen. En dat hebt gij gedaan. Hoe lang reeds voor den opstand hebt gij, broeder Jonathan, getracht dezen te doen uitbreken, hoeveel krijgsvoorraad, vrijbuitersschepen hebt gij ge zonden om den Spanjaarden de pacificatie van het eiland mogelijk te maken. Kunt gij dan nu komen met de bewering: Spanje kan zich zelf niet redden, wij hebben dus daar recht. Geen wonder dan ook, dat zelfs in den Amerik. Senaat stemmen opgaan, die bepleiten, dat er om Cuba geen oorlog mag komen, omdat het recht niet aan gene zijde van den Atlantischen Oce aan is. En al wil Spanje nog zoo vurig den vrede, zich verder vernederen is bijna onmogelijk; het is tot de uiterste grens gegaan. Immers twee groote concessies toonen dat aan. V oor- eerst het toestemmen in een Cubaansche zelf- regeering, terwijl de opstand nog lang niet bedwongen was, eene zelfregeering, die het eiland zoo goed als onafhankelijk maakt van het moederland en ten tweede: het afkon digen van den wapenstilstand met de opstan delingen, die door Amerika gesteund werden. Gaat Spanje nog verder, dan gooit het zijne nationale eer te grabbel, dan zou wiskunstig zeker de kroon voor den jeugdigen koning Al- fonsus XIII verloren zijn. Ook ons, Nederlanders, moet deze zaak in- teresseeren. Wordt het aan de Ver. Staten toegelaten tegenover Spanje het recht van den sterke voor het recht te doen gelden en nemen ze Cuba, dan kunnen ze straks verder gaan. Immers wij hebben ook bezittingen in West- Indië. En dan, het recht van den sterkste zou meer algemeen gebruikt worden, waar het nu nog zooveel mogelijk door schijnwoorden gerecht vaardigd wordt. En wee dan het kleine Nederland met zijne heerlijke bezittingen in Oost-Indiël aan den herijk zijn belofte niet hieldt.« Krause geleidde zijn bezoeker heel beleefd naar de deur, maar toen hij daarna naar zijn plaats achter de hooge lessenaar terugkeerde, lag een sombere, boos aardige uitdrukking op zijn gezicht. Met beide elle bogen steunde hij op het blad van de lessenaar en drukte de vuisten tegen de slapen. Achter dat hooge, smalle voorhoofd waren de gedachten druk aan ’t werk, maar het resultaat van die hersen-inspanning moest zeker niet bijzonder opbeurend zijn, zooals de steeds vaster op elkaar geknepen lippen en de gedurig dieper ingegroefde scherpe plooien boven den neuswortel duidelijk genoeg verrieden. «Er moet een uitweg gevonden worden, het moet!» mompelde hij na langdurig somber zwijgen met een zwaren ademtocht, ’t Zou op gek worden uitloopen, als alles nog te vergeefs geweest was.» Buiten klonk een voetstap, en onmiddellijk nam de graanhandelaar de gewone houding aan van een man van zaken, die druk aan zijn bezigheden is. Hij keek niet eens op van zijn kantoorboek toen de deur open ging, en pas op het: «Goeden morgen vader!» van den binnenkomende hief hij met ongehuichelde verba zing het hoofd op. «Wat? Gij weer in Breslau? En dat zonder ook maar met een enkel regeltje melding te maken van je komst? Wat moet dat nu weer beteekenen?» Die groet klonk meer verwonderd als hartelijk, en de laatste vraag had zelfs een zeer gebiedende klank. Rudolf Krause echter sloeg de oogen niet neer voor den ongeduldigen en onrustig onderzoekenden blik zijns vaders. «Dat beteekent, dat ik mijn examen gedaan heb,* antwoordde hij kalm, «en dat ik dus geen reden had, langer in Berlijn te blijven.» Nu kwam de graanhandelaar van achter zijn lesse naar te voorschijn en stak hem de hand toe. «Dat’s wat anders. Ik feliciteer mijnheer den assessorDat ’t zoo haastig gaan zou, had ik niet gedacht.» Hunne oogen ontmoetten elkaar voor de tweede maal, en op ’t zelfde oogenblik trokken beiden de handen, die elkaar nauwelijks hadden aangeraakt, weer terug. Een slecht verborgen verlegenheid kwam in de hou ding van den graanhandelaar voor den dag. »’t Was dus op een overrompeling aangeleid ging hij haastig voort. «Nu, als ’t zulk nieuws betreft, kan men ’t zich nog laten welgevallen. Maar waar zit je goed nu? Gij zult nu toch zeker weer hier in huis komen wonen?» «Ik zou u in elk geval vragen, vader, mij voorloo- pig gastvrijheid te verleenen.» «Maar dat spreekt immers van-zelf. Thans, nu je niet meer voor je examen behoeft te werken, zal het stampen van de stoommachine in het naastgelegen huis je niet meer behoeven te verdrijven. En wij zullen ’t wel met elkaar vinden. Mina zal dadelijk je kamer in orde brengen, ik Hij wou naar de deur gaan, maar Rudolf hield hem terug. «Laat dat maar blijven, vaderDat heeft geen haast, want mijn goed zal eerst over eenige uren ko men en ik zou mijn hart graag zoo spoedig mogelijk van eene mededeefing willen ontlasten, die ik u doen moet. Gij noemdet mij zoo pas assessor. Ik heb dan ook inderdaad sedert gisteren het recht, dien titel te voeren maar ik denk daarvan geen gebruik te maken.» De eigenaardige kalmte en terughouding in het gedrag van zijn zoon had den graanhandelaar zeker van ’t begin af al moeten opvallen. Zijn oogen, die gedurig meer gespannen en met een stekende uit- t I 3: 0 r L i i ie ^e Q EO* I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1898 | | pagina 1