10.
Gaat lis iniildenstaiul acltarnit?
I
lllllllllllit
FBUILiBTON.
53e Jaargang.
Woensdag 4 Mei 1898.
No. 36.
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’t Tramstation Sneek.
BEKENDMAKING.
BEKENDMAKING.
BEKENDMAKING.
DE KÜNSTRIJDSTER.
J
1 I
iek,
SCHUTTERIJ.
LS!
•t.
jg-
Wordt vervolgd.
i
waar steeds voor belangstellenden exemplaren
ter kennismaking gratis verkrijgbaar zijn.
Abonnementen en Advertentiën voor
dit blad worden tevens aangenomen door
JAC. ATSMA, Oude Koemarkt,
T. K. VAN TUINEN,
Nauwe Noorderhorne en
Mej. Wed. C. G. REITSMA,
Oosterdijk,
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f 0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
idel
Bars,
lues,
men,
het
stan-
orts,
and-
oor-
igen
die
zijn
aak-
mde
van
ften
ijne
DltZ
SE
een
als
lig- I
ben I
ant
1.
van
ast
een
eren
vone
als
Pijn
naar
ende
eren,
lL
N
l'°
'uj
ge-
eren
stuift
voor
'wat-
en 2
i elk
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek,
Gelet op de artt. 7 en 8 van het Koninklijk besluit
van 7 September 1828 (Staatsblad no. 55,)
Roepen bij deze opde lotelingen der Schutterij,
geboren in de jaren 1864 tot 1872, die als te zijn
gehuwd of weduwdaar met een of meer kinderen, in
de tweede klasse van de algemeene rol der Schutterij,
in het vorige jaar opgemaakt, zijn gebracht, doch
sedert dien tijd door sterfgeval als anderszins, in de
eerste klasse der voor dit jaar te formeeren algemeene
rol gerangschikt moeten worden
om van die verandering in hunnen toestand vóór
den 15 Mei e. k. ter gemeentesecretarie kennis te
geven.
Zullende bij verzuim dezer kennisgeving proces-ver-
baal opgemaakt en aan de bevoegde Rechtbank worden
toegezonden, ter toepassing van de Strafbepaling van
art. 1 der wet van 6 Maart 1818 (Staatsblad no. 12,
herzien bij de wetten van 25 Mei 1880 (Staatsblad
no. 86) en 3 Maart 1881 (Staatsblad no. 35), terwijl de
nalatige bovendien onverwijld bij de Schutterij zal
worden ingelijfd.
Sneek den 30 April 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
J. van AKKEREN, Loco-Secretaris.
Wanneer iemand beweert: »De middenstand
gaat achteruit, ”dan is dat voorzeker geen nieuw
idee. Reeds lange jaren werd dezelfde klacht
geuit. Wij zeggen klacht, want gerust kan men
een Hinken middenstand een grondslag voor
een flink volk noemen.
De oorzaak dier achteruitgang is ook gemak
kelijk aan te wijzen.
De kapitalen hoopen zich op in weinige han
den en zoodoende concentreeren zich ook de
ondernemingen die kapitaal vereischen, in wei
nige handen.
Kleine zaken, kleine fabrieken, industrieën
en winkels verminderen in aantal. De minder
talrijke groote zaken, die meestal in den vorm
van naamlooze vennootschappen de industrie
en den handel tot zich trekken, verslinden de
veel talrijker kleine zaken. Dit is de gewone
gang van zaken.
Met groot-kapitalen richt men groote fa
brieken op met kolossale machines en eene
zoo ver mogelijk voortgezette verdeeling van
den arbeid. Die fabrieken leveren goedkooper
en veelal ook beter artikel dan de kleine indus-
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek
Gelet op het Besluit van den heer Commissaris
der Koningin dezer Provincie van den 7 April 1898
(Provinciaal Blad no. 42.)
Brengen bij deze ter kennis der Ingezetenen:
lo. Dat met de uitreiking van de beschrijvings-
biljetten der belasting op Bedrijfs- en andere inkom
sten, voor het dienstjaar 1898/99 op den 13 Mei
e. k. en met wederophaling der biljetten A en B
twintig dagen daarna zal worden aangevangen, dat
met een en ander, behalve des Zondags, onafgebroken
zal worden voortgegaan, en dat de aanslagsregeling,
bedoeld bij art. 19 7 der Wet, moet zijn afge-
loopen den 1 September dezes jaars.
Voorts worden de Ingezetenen hierbij indachtig
gemaakt op de volgende bepalingen der Wet van 2
October 1893 (Staatsblad no. 149.)
Art. 15 2. Ieder die optreedt als bestuurder of
beheerend vennoot van eene hier te lande gevestigde
vennootschap, onderlinge verzekering-maatschappij,
coöperatieve vereeniging, of van eene vereeniging of
stichting die een bedrijf of beroep uitoefent, of als
boekhouder eener hier te lande gevestigde reederij,
is gehouden daarvan schriftelijk binnnen ééne maand
kennis te geven bij het bestuur der gemeente waar
hij woont.
Art. 16. Hier te lande wonende beheerende ven-
nooten van Nederlandsche vennootschappen en maat
schappen, als bedoeld in art. 6 2, en van de in
art. 16 bedoelde commanditaire vennootschappen op
aandeelen, bestuurders van hier te lande gevestigde
naamlooze vennootschappen, coöperatieve en andere
vereenigingen en onderlinge verzekeringmaatschappijen,
als ook boekhouders van hier te lande gevestigde
reederijen mogen niet tot het doen van uitdeelingen
of uitkeeringen, waarover volgens art. 5 1 en 2
en art. 6 2 belasting verschuldigd is, overgaan,
alvorens daarvan aangifte gedaan en de over vroe
gere uitdeelingen of uitkeeringen verschuldigde be
lasting betaald te hebben.
Bij liquidatie mogen de hier bedoelde uitdeelingen
of uitkeeringen niet geschieden, alsvorens de daarover
verschuldigde belasting is voldaan.
Art. 45. Bestuurders van de bij art. 1b. en c be
doelde naamlooze vennootschappen, coöperatieve ver
eenigingen, andere vereenigingen en stichtingen, die
een bedrijf of beroep uitoefenen, onderlinge verzekering-
maatschappijen en sociëteiten, alsook beheerende ven-
nooten van hier te lande gevestigde commanditaire
vennootschappen op aandeelen en boekhouders van
hier te lande gevestigde reederijen, zijn gehouden
binnen veertien dagen na de vaststelling van balans
of rekening een zoodanig uittreksel als noodig is tot
toelichting der winst, uitkeeringen of uitdeelingen te
doen toekomen aan den voorzitter der commissie van
aanslag, bedoeld bij art. 19 lè of 2, die den
aanslag moet regelen.
Art. 47 5. Hij, die daartoe gehouden, nalaat de
verplichtingen na te komen bedoeld bij art. 15 1
eerste lid, en art. 15 2 eerste lid, wordt gestrafd
met eene geldboete van ten hoogste f 25.
Gelijke straf word opgelegd in geval van overtre
ding van art. 45.
6. Overtreding van art. 16 wordt gestrafd met
eene geldboete van ten hoogste ƒ400.
Art. 34 le lid. Handelsreizigers, kramers en alle
verdere personen, die hun bedrijf of beroep rondtrek
kende uitoefenen, voor zoover zij behooren tot de
bedoelden bij art. la, h en k, zijn gehouden onver
minderd hunne verplichtingen omschreven bij artt. 12
en 14, zich ter plaatse binnen het Rijk, waar zij
zich na het begin van het belastingjaar het eerst
bevinden, bij het gemeentebestuur schriftelijk aan te
melden, met opgaaf van hun naam, hunne woon
plaats en hun bedrijf of beroep. Ten blijke dat zij
hieraan voldaan hebben, ontvangen zij kosteloos een
door of vanwege het hoofd van dat bestuur onder-
teekend Bewijs, dat zij gehouden zijn mede te onder-
teekenen en op aanvraag aan ambtenaren der directe
belastingen te vertoonen.
Art. 47 7. Personen, die van een bewijs voor
zien moeten zijn als bedoeld in art. 34 en die in ge
breke blijven dit bewijs op aanvrage aan bevoegde
ambtenaren te vertoonen, worden gestraft met eene
geldboete van ten hoogste ƒ25.
Geven zij ter bekoming van dat bewijs aan het
bevoegd gezag een valschen naam, woonplaats, be
drijf of beroep op, of maken zij gebruik van het aan
een ander afgegeven bewijs, dan worden zij gestraft
met eene geldboete van ten hoogste ƒ150.
Art. 12 2, 2e lid 1°<7. Biljet B wordt uitgereikt
1". aan alle in het rijk wonende aan wie biljet A
wordt uitgereikt, voor zooverre:
d. zij den Ontvanger der Directe Belastingen uiter
lijk op 15 Mei hunnen wensch om een biljet B te
ontvangen schriftelijk hebben kenbaar gemaakt.
Sneek, den 3 Mei 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
J. van AKKEREN, Loco-Secretaris.
)r
Roman van A. OSKAR KLAUSZMANN.
36 XIII.
(Vervolg.)
Hübner keek haar met een blik van bewondering
aan. «Nu, aan moed ontbreekt ’t je niet, dat zouden
zelfs je bitterste vijanden moeten erkennen. En
wat wilden ze op ’t politie-bureau van je weten
»lk moest hen nauwkeurige mededeelingen doen
over de omstandigheden van mijn overleden broeder
en zij zouden heel graag gewild hebben dat ik ook
een portret van hem had kunnen overleggen.®
»Een portret? Zoo en dat met welk doel?«
Mevrouw Deloria trok de schouders op. »Dat weet
ik niet. Misschien meenen ze wel dat hij uit zijn
graf is opgestaan om een oude vrouw te verworgen
en de bij haar gestolen voorwerpen te verkoopen
door middel van een belasting-biljet, dat hij, naar
’t schijnt, ook eerst na zijn dood betaald heeft.«
«Zeg eens, Stella, ’t komt mij voor dat de zaak er
niet naar is, om er den gek mee te hebben. Twij
felt men er dan aan dat hij werkelijk gestorven is?«
»Tot op dit oogenblik nog wel niet. Maar wij die
nen er toch op bedacht te zijn dat die twijfel zou
kunnen ontstaan. En op ’t beslissend oogenblik zou
ik toch niet graag zonder de noodige middels zijn
om te kunnen vluchten.®
»Dat wil zeggen: gijzoudt maken dat ge weg-
kwaamt, zoodra
en zoudt mij,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek
roepen bij deze opalle manspersonen, binnen deze
gemeente woonachtig, die op denl Januari 1898 hun 25e
jaar zullen zijn ingetreden en mitsdien allen, die ge
boren zijn in het jaar 1873, om zich voor den Schut
terlijken dienst te doen inschrijven, waartoe ter Se
cretarie dezer gemeente zal worden gevaceerd op
Woensdag, 18 Mei 1898.
Verder wordt ter kennis van belanghebbenden ge
bracht
dat diegenen, welke vroeger in andere gemeenten
ingeschreven, sedert de inschrijving van het vorige
jaar binnen deze gemeente zijn komen wonen, zich
insgelijks op dien dag zullen moeten laten inschrijven,
in het register, loopende over een der jaren 1864 tot
en met 1872, waartoe zij volgens hun ouderdom be
hooren, dat een ieder, hetzij hij al of niet vermeent
tot de vrijgestelden of uitgeslotenen te behooren, tot
deze inschrijving verplicht is;
dat voor ingezetenen worden gehouden alle Neder
landers, alhier hun gewoon verblijf houdende, alsmede
alle vreemdelingen, binnen deze gemeente woonachtig,
welke hun voornemen, om zich binnen het Rijk te
vestigen, zullen hebben aan den dag gelegd, hetzij
door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door het
werkelijk overbrengen van den zetel van hun vermogen
of de hoofdmiddelen van hun bestaan;
dat zij, die in moer dan eene gemeente hun ge
woon verblijf houden of den zetel van hun vermo
gen hebben gevestigd, tot de inschrijving verplicht
zijn binnen die gemeente, alwaar eene dienstdoende
schutterij aanwezig is;
dat de registers ter inschrijving vanaf 15 Mei tot
1 Juni e. k. zijn geopend, en dat allen, die bevonden
worden, zich alsdan niet te hebben doen inschrijven,
volgens art. 9 der wet op de schutterijen, door het
Gemeentebestuur ambtshalve zullen worden ingeschre
ven, en door den Schuttersraad tot eene geldboete
verwezen, terwijl zij bovendien zonder loting bij de
Schutterij zullen worden ingelijfd, indien het zal blij
ken, dat er tijdens de verzuimde inschrijving, geene
redenen tot uitsluiting of vrijstelling te hunnen aan
zien bestonden;
dat eindelijk een ieder, die binnen deze gemeente
niet geboren is, wordt aangemaand zich tijdig van
eene geboorteakte te voorzien, en zich alzoo van
zijnen juisten ouderdom te verzekeren, ten einde de
inschrijving naar behooren geschiede.
Sneek den 2 Mei 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
J. van AKKEREN Loco-Secretaris.
je van je gouden vrijheid maar al te goed weet te
profiteeren.«
»Maar de schijn bedriegt,* verzekerde hij. »In ernst,
Stella: wij konden volgens mijn beschouwing de ge
lukkigste menschen zijn, als gij je thans, in plaats
van die lorrige som, een kapitaal liet overmaken dat
groot genoeg was, ons vertrek naar ’t een of ander
gezegend land mogelijk te maken, waar wij ons om
de Duitsche politie en alle overige eigenwijze auto
riteiten niet zouden behoeven te bekommeren. Ik
beloof je plechtig dat ik het model van een echt
genoot wezen en je niet de minste aanleiding tot
klagen geven zal.«
»En Johannes?* vroeg zij op een toon die hem da
delijk van het vruchtelooze zijner redeneering over
tuigen moest. «Beschouwt gij mij voor zoo laag, dat
ik hem een vermogen ontstelen en hem vervolgens
lafhartig aan zijn lot overlaten zou? Neen, het blijft
bij ’tgeen ik je reeds vroeger gezegd heb. Zoolang
zijn tijd nog niet verstreken is, kan van onze her
nieuwde vereeniging geen sprake zijn. Wij zouden
daardoor het gevaar slechts grooter maken. Of ik
er later toe besluiten zal, je wensch te vervullen,
zal van de omstandigheden afhangen maar in de
eerste plaats van je gedrag! Ik heb het genoegen,
mijn eigen meesteres te zijn, te lang genoten, om
mij onvoorzichtig weder in de vroegere slavernij te
begeven.*
Hij scheen nog eenige nieuwe verzekeringen op
de lippen te hebben, doch zij liet hem niet toe
ze uit te spreken, maar dreef hem aan te ver
trekken.
treffend. Als wij slechts vijf minuten met elkaar
kunnen praten, zal hij alles vernemen wat hij te
weten noodig heeft.*
«Komt gij voor uw vertrek nog even bij mij?”
»Als gij ’t beveelt, mijn waarde, zeker! Gij weet
dat ik altijd mijn best gedaan heb, aan elk verlangen
van je te voldoen.*
«Goed, dan verwacht ik je dus heden avond,* ant
woordde zij, zonder acht te slaan op den ironischen
toon zijner laatste woorden. >En ga nu! Ik ben na
de gebeurtenissen van heden voormiddag zoodanig ge
schokt, dat ik graag een beetje rust zou willen ne
men. En buitendien is ’t beter, dat Elsbeth je bij
haar terugkomst niet meer hier vindt.*
Hij ging lachend opstaan, na een nieuwe sigarette
te hebben opgestoken. «Dus altijd nog jaloersch?
Nu, ik beschouw dat als een compliment voor mij
en kan ’t mij als zoodanig laten welgevallen. Maar,
op mijn woord van eer, mijn hart zal nooit aan een
ander toebehooren als jou.*
Hij maakte eene beweging alsof hij den arm om
haar heenslaan en haar kussen wilde, maar zij weerde
hem op niet heel vriendelijke wijze af.
«Neen, dat ’s tegen onze afspraak. Het oogenblik
is nog niet aangebroken, waarop wij weer meer voor
elkaar mogen zijn als twee goede kameraden. Gij
weet zelf het best, waarom ’tnog niet gekomen is.*
Met een min of meer theatralen zucht lei Hubner
de hand op ’t hart. «Gij hebt ’t mij te vaak herhaald,
dan dat ik ’t niet weten zou. Maar ’t is een wreed
heid, Stella! En gij kunt niet vermoeden, hoezeer ik
daar onder lijd.*
«Je gedrag laat er intusschen bitter weinig van
merken,» zeide zij met een spottend trekje om haar
volle lippen. «Het heeft er al den schijn van, alsof
overlaten.*
«Maak je maar niet ongerust! Ik zal in elk geval
niet eerder vertrekken, dan wanneer ’t strikt nood
zakelijk is. Want ik maak er mij volstrekt niet on
gerust over dat men nu reeds eenige verdenking
tegen mij koestert. Ik geloof, dat ik mijn rol heden
tamelijk goed gespeeld heb en zal er wel op passen,
door een voorbarige vlucht eenigen argwaan tegen
mij op te wekken.®
«Gij zijt een verduiveld slimme vrouw, Stella! En
in dien zin moet men althans achting voor je heb
ben. Maar verontrust ’t je dan niet dat men zich
bij deze gelegenheid ook wel eens wat zou kunnen
bekommeren over je eigen omstandigheden?*
»Ik ben er op bedacht geweest die mogelijkheid te
voorkomen, door ongevraagd de weetgierigheid der
heeren te bevredigen. Aan de echtheid der papieren,
die ik uit voorzorg bij mij gestoken had, konden zij
dan ook hoegenaamd niet twijfelen.*
De besliste toon harer woorden en het gedecideerde
harer geheele houding oefende blijkbaar op den andere
een geruststellende uitwerking. Hij voelde zelfs weer
lust tot schertsen. «Ik wil maar hopen, mijn schat,
dat gij niet bij vergissing ook onze huwelijks-acte
hebt meegenomen,® zei hij lachende. «De zaak is dus
toch niet zoo erg, als mij in ’t eerst voorkwam.
En ’tblijft er bij, dat ik morgen vertrek?*
«Neen. Onder de veranderde omstandigheden wensch
ik dat 't nog heden avond gebeurt. Maar gij zult
Johannes slechts in tegenwoordigheid van een beambte
mogen sprekendenkt ge hem desniettemin alles be
hoorlijk aan ’t verstand te zullen kunnen brengen?»
»Daarover maak ik mij volstrekt niet ongerust. De
“'ge ’tgeïd daarvoor in handen hadt, methode die de goede Malinowski ons daarvoor aan
volgens oude gewoonte, aan. mijn lot de hand heeft gedaan, was even eenvoudig als doel-
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 2’/a cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
irimiiiiiii
nH
«2 1
*1
lsE I
:i
1. f— s
O s
~O 5
..QC S
C5
1