M1EU WS- ES ADVERTESTIEBLAÜ
WOU SHEER ES MSTIIERES.
E
JACHT HN YISSCHBRIJ.
Herijk van maten en EBWichten.
I
I*
mil&ITO.
53e Jaargang.
Woensdag 11 Mei 1398.
ITo. 38.
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’t Tramstation Sneek.
BEKENDMAKING.
KENNISGEVING.
KENNISGEVING.
DE KUNSTRIJDSTER.
ZEEOORLOG.
en
maten en gewichten
(-3
manceu-
DAGEN
1—5
10—12
25 Mei
•Woensdag
XV.
dreigde.
Wordt vervolgd.
waar steeds voor belangstellenden exemplaren
ter kennismaking gratis verkrijgbaar zijn.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f 0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
2 Donderdag
4 Vrijdag
6 Zaterdag
8 Donderdag
10-12
10—12
10—12
10-12
10—12
10—12
10—12
10-12
10—12
10—12
1—5
1—5
1—5
1—5
1—5
1—5
1—5
1—5
1—5
1—5
■'V
UREN
na
middag
Wijk
dat alle maten en gewichten
onderworpen
dat de voorwerpen behoorlijk schoon en droog moe
ten worden aangeboden;
dat de onjuiste gewichten kunnen worden gejusteerd
tegen dadelijke betaling, volgens bij Koninklijk besluit
van 16 October 1869 (Staatsblad no. 160), vastgesteld
tarief
DATUMS! voor
I
26
27
28
2 Juni
3
4
6
9
10
11
Abonnementen en Advertentiën voor
dit blad worden tevens aangenomen door
JAC. ATSMA, Oude Koemarkt
Mej. Wed. C. G. REITSMA,
Oosterdijk,
aan den herijk zijn
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek, brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat ter Secretarie
dier gemeente, kosteloos verkrijgbaar zijn, aanvragen
tot het bekomen van Jacht- en Vischakten, voor het
seizoen 1898/99.
Tevens wordt in herinnering gebracht, dat aan een
en denzelfden persoon niet meer dan eene kleine
vischakte voor één vischtuig wordt verleend, zoodat
zij, die met meer vischtuigen wenschen te visschen,
gehouden zijn eene groote vischakte aan te vragen.
Belanghebbenden worden verzocht hunne aanvragen
vóór den In Juni e. k. ter Secretarie dezer gemeente
in te leveren.
Sneek, den 5 Mei 1898.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
SCHUTTERIJ.
BURGEMEESTER en” WETHOUDERS van Sneek
brengen ter openbare kennis, dat de Commissie tot on
derzoek der redenen van vrijstelling, van hen, die ten
vorigen jare voorwaardelijk van den Schutterij-
dienst zijn vrijgesteld, hare zitting zal houden ten ge-
meentehuize op Vrijdag den 27 Mei 1898, des voormid-
dags 11 uur.
Voorts wordt herinnerd, dat indien zij niet voor de
Commissie verschijnen, zij gehouden worden geene
redenen van vrijstelling te hebben.
Ter bekoming van inlichtingen omtrent de ten deze
gevorderde bewijsstukken, zullen belanghebbenden van
af heden zich ter Secretarie kunnen aanmelden.
Sneek, den 13 Mei 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
J. van AKKEREN, Loco-secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Sneek brengen ter openbare kennis, dat ter Secretarie
dezer gemeente, voor den prijs van 25 cents per stuk,
afdrukken verkrijgbaar zijn van het aan den Gemeen
teraad aangeboden Verslag van den toestand der ge
meente over 1897.
Sneek, den 10 Mei 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
J. van AKKEREN Loco-Secretaris.
Sedert het oogenblik dat de haar huiverig makende
vreemdeling met zijn onbeschaamde oogen en zijn
groote blanke roofdiertanden voor de eerste keer de
woning harer weldoenster betreden had, was ’t wel
dadig gevoel van gerustheid, ’twelk zij gedurende
de eerste dagen in haar nieuw tehuis zoo aangenaam
ondervond, weer van Elsbeth geweken. Zij verkeerde
in voortdurenden angst dat die man terug zou komen,
en daar zij uit fijngevoeligheid er steeds op bedacht
was dien angst te verbergen, gaf zulks aan haar
houding tegenover mevrouw Deloria iets gedwongens
en terughoudends, wat noodwendig van invloed
moest zijn op beider gezellig verkeer.
En daarbij was ’t zeker ook heel vergeeflijk, dat
hare gedachten thans bijna voortdurend waren bij
hem wien nu eenmaal geheel haar hart toebehoorde.
Honderdmaal op een dag herhaalde zij bij zich zelve
de woorden, die hij bij hun laatste ontmoeting ge
sproken had. Haar ziel trilde bij de zalige herin
nering aan de warme? innige betuigingen zijner liefde,
maar achter die zalige herinnering verrees telkenmale
bij haar als een zwart, somber spook, eene angstige
bezorgdheid, als zij dacht aan de raadselachtige
zinspelingen over een treurig noodlot [dat hem be-
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bjj abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 2’/a cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
te beschikken.*
«Dien zelfden indruk heb ik ook gekregen bij mijne
tot nu toe met hem gevoerde gesprekken. Zeg hem
dat ’t mij aangenaam wezen zou, als hij bij gelegen
heid eens weer bij mij komt.«
NATIONALE MILITIE.
INSPECTIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Sneek,
Gelet op het besluit van den Commissaris der Ko-
doen, haar niet meer uit het oog te verliezen. Zijn
er soms nieuwe berichten omtrent haar ingekomen
»Neen. Sedert het vertrek van dien Hübner heeft
zij verder geen bezoek ontvangen en, voor zoover tot
nu gebleken is, heeft zij hier in Breslau ook met
niemand eenigen omgang. Sedert kort heeft zij een
jong meisje bij zich genomen, een persoon op wien
zij door het krantenbericht over eene mislukte poging
tot zelfmoord opmerkzaam geworden is. Het meisje
is van goede familie en geheel buiten verdenking.
Maar ziedaar Rupp immers in eigen persoon.*
Inderdaad was genoemde, tot groote verrassing der
beide heeren, de kamer binnengekomen. Hij zag er
erg vermoeid uit, als iemand die sedert geruimen tijd
weinig of in ’t geheel niet geslapen heeft.
»Ja, daar ben ik, mijne heeren spoediger, als ik
zelf verwacht had. Mijn brief is toch zeker reeds
ontvangen
»Ja zeker. Zijt gij verder nog iets kunnen gewaar
worden
»Niet heel veel. Ik had mijn brief juist gesloten
toen ik bemerkte, dat Hübner zich gereedmaakte met
zijn reistasch het hotel te verlaten. Natuurlijk was
ik onmiddellijk achter hem aan, en wij spoorden da
delijk naar Breslau terug. Van het station ging hij
in de eerste plaats naar een hotel garni in de Oude
Boetelingstraat, hield zich daar een paar minuten op,
om er zijn bagage achter te laten en vervolgde toen
zijn weg, welks doel weder de woning van mevrouw
Deloria was. Daar kon ik hem ter verdere observatie
aan mijn collega Henckel overlaten, om naar het ge
noemde hotel terug te keeren, teneinde voorzichtig
eenige informaties in te winnen. Hij is daar voor
vier dagen aangekomen en heeft zich als de handels-
reiziger Hübner in het vreemdelingen-register inge
schreven. Daarmee is mijn rapport ten einde en
Roman van A. OSKAR KLAUSZMANN.
38 XIV.
(Vervolg.)
»En dan volgt hier het uittreksel uit de acten van
den tuchteling Malinowski,* ging de hoofdcommissaris
voort. »Hij is in de Oost-pruisische plaats Ragnit
geboren, had vroeger een barnsteenvisscherij en heeft
vervolgens te Memel, waar hij naar ’t heette als par
ticulier woonde, allerlei duistere speculaties gedreven.
Hij was gehuwd en had twee kinders, die echter,
evenals zijn vrouw, reeds voor jaren gestorven zijn.
Het vorige jaar werd hij wegens woeker en verval-
sching van officieele stukken tot twee jaren tuchthuis
straf veroordeeld. Hij appelleerde en vond toen ge
legenheid uit zijn voorloopig arrest te ontvluchten, zon
der dat ’t gelukte hem opnieuw in handen te krijgen.
Dientengevolge werd op zijn zeer aanzienlijk vermo
gen beslag gelegd en zijn signalement alom verspreid.
Eenige maanden geleden meldde hij zich plotseling
vrijwillig te Insterburg aan tot het ondergaan van zijn
straf, teneinde zoo weder in het bezit van zijn ver
mogen te komen. Hij heeft zich tot nu onberispelijk
gedragen.*
»Dat’s inderdaad bitter weinig,* merkte de commis
saris op. »Maar wellicht gelukt ’t Rupp toch nog
meer op te sporen. En in elk geval is die mevrouw
Deloria, die zulke bedenkelijke relaties onderhoudt,
niet zoo’n heel onschuldige en onverdachte persoon
lijkheid.*
»Zoo komt ’t ook mi] voor, en wij zullen verstandig
ik verzoek een verlof van vier-en-twintig uren, daar
ik mij erg uitgeput gevoel. Ook Henckel laat mijn
heer beleefd verzoeken om ondersteuning door een
collega.*
«Beide is natuurlijk toegestaan. Gij hebt dien rust
dag meer als verdiend, en ’t zou mij ook om uwent
wil genoegen doen, als uwe nasporingen tot eenig
gewenscht resultaat leidden.»
Toen Rupp zich na een korte dankbetuiging met
militairen groet verwijderd had, wendde de heer
Lindequist zich met vragenden blik tot den commissa
ris. «Welnu, Werner? Wat zegt ge er van? Wij
zullen dien mijnheer Hübner toch wel wat nader in
de oogen moeten zien.»
«Zonder eenigen twijfel, en ik zal mij dadelijk voor
dat doel op weg begeven. De relaties tusschen die
mevrouw Deloria en dien Malinowski interesseeren
mij bijzonder. Of daarbij echter eenig verband bestaat
met de zaak van den moord op mevrouw Abt, komt
mij na ’t geen we tot nu toe weten nog zeer twij
felachtig voor.«
»Ook ik zie werkelijk dat verband nog niet in. Maar
wij mogen in dit geval geen enkele ook de schijn
baar geringste omstandigheid onopgemerkt laten.
Nu, aan u behoef ik dat natuurlijk niet eerst te zeg
gen, de zaak is bij u in goede handen. Gij houdt
u toch in voortdurende relatie met den graanhande
laar Krause
»Zeker, mijnheer. Die man is immers de eenige
van wien men vertrouwbare berichten over de ver
moorde kan inwinnen. En hij legt buitendien een
voor ons zeer te waardeeren ijver aan den dag. Wij
kunnen in alle opzichten op hem rekenen, en ik be
schouw het lang niet voor onmogelijk dat hij ons
nog heel gewichtige diensten bewijst, te meer, daar
hij over een meer dan gewone scherpzinnigheid schijnt
ningin in deze provincie van den 4 Mei 11. Ie Afd. M.
en S. no. 623 (Prov. Blad no. 56), brengen ter open
bare kennis, dat het onderzoek van de verlofgangers
der militie te land in deze Gemeente zal plaats heb
ben op Maandag den 20sten Juni e. k., des voormid-
dags ten 10 ure;
dat aan dat onderzoek zullen behooren deel te ne
men alle binnen deze Gemeente gevestigde Miliciens-
Verlofgangers voor zoover zij vóór den lsten April
jl. in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld, om
het even tot welke lichting zij behooren
dat de verlofgangers, behoorende tot de lichting
van 1890, voor zooverre niet gepasporteerd, ook ver
plicht zijn, zich aan het voorschreven onderzoek te
onderwerpen
dat de verlofganger bij het onderzoek moet verschij
nen in uniform gekleed, en voorzien van de kleeding-
en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof
medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas;
dat, behoudens het bepaalde in art. 130 der wet op
de Nationale Militie een arrest van twee tot zes
dagen door den Militie-Commissaris kan worden opge
legd aan den verlofganger
1". die, zonder geldige reden, niet bij het onderzoek
verschijnt
2°. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige
redenen, niet voorzien is van de hiervoren vermelde
voorwerpen
3°. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij het on
derzoek niet in voldoenden staat worden bevonden;
4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een an
der toebehoorende, als de zijne vertoont.
De verlofgangers worden herinnerd, dat de strafbe-
palingen van art. 144 der aangehaalde wet ten streng
ste zullen worden toegepast op degenen, die zonder
geldige reden niet verschijnen.
Sneek, den 10 Mei 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
J. van AKKEREN, Loco-Secretaris.
dat de verificatie van gewichten beneden het gram
uitsluitend aan het ijkkantoor te Leeuwarden plaats
heeft
dat belanghebbenden behooren toe te zien, dat hunne
na den herijk van de vereischte
merken voorzien zijn en dat blijven tot aan den eerst-
volgenden herijk, en
dat het ijkkantoor te Leeuwarden, aan de Ooster-
kade, voor het publiek geopend is eiken Dinsdag en
Vrijdag van negen tot één uur.
Sneek, den 19 April 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
J. van AKKEREN, Loco-Secretaris.
VOORHEEN EN THANS.
Eene vergelijking tusschen de zeeslagen van
nu met die van voorheen dunkt ons niet on
dienstig.
Wij willen bij die vergelijking niet teruggaan
tot den tijd, toen Grieken en Perzen, Romeinen
en Carthagers elkander op zee bestreden met
hunne triremen, zelfs niet tot de XVIde eeuw,
den tijd der Galeien, vaartuigen, welke door
slaven of galeiboeven werden geroeid.
Zoodra het geschut een voorname rol be
gon te spelen ook bij de oorlogen op zee, en
de grootere Mogendheden zich genoodzaakt
zagen, naast staande legers ook een blijvende
oorlogsmarine in het leven te roepen, werden
aan de oorlogskunst van admiraals en scheeps
kapiteins geheel andere eischen gesteld. Soms
meer dan 100 bodems, onder welke een aan
tal linieschepen, drijvende zeekasteelen met 60,
80, 100 of meer kanonnen bewapend, werden
dikwijls onder het oppercommando van één
vlootvoogd vereenigd. Deze moest van zijn
admiraalschip de zeer samengestelde
vers dezer geheele macht besturen, terwijl het
verder aankwam op de zeemanskunst van ie-
deren kapitein en stuurman, om van het zeil-
vermogen van hun vaartuig, van wind en
strooming zoo goed mogelijk partij te trekken
en de hun gegeven orders zoo stipt mogelijk
uit te voeren. Waren twee vijandige vloten
in zee, dan werd door vlugzeilende adviesjach
ten de vijand opgespoord en was deze een
maal gevonden, dan naderden elkaar langzaam
en statig de beide slagliniën met voor- en ach
terhoede, als twee legers, gereed tot een kamp
tot het uiterste.
Aan boord der schepen had ieder man zijn
plaats ingenomen: de kapitein op de comman-
do-brug, de manschappen bij de stukken, de
geoefende schutters onder de bemanning in de
marsen, die door zware zeilen tegen geweer
vuur beveiligd waren, de konstabel, belast met
het uitgeven van kruit, in de kruitkamer, de
scheepsdokter met zijn instrumenten en pleis
ters in de kombuis. Al spoedig had elk schip
zijn tegenpartij: een zwenking, en nu braakten
de elkander toegekeerde zijden dood en verderf
uit den muil van 30 tot 60 kanonnen, in twee
of drie rijen boven elkaar hunne dreigende
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek,
brengen ter kennis van de belanghebbenden dat in
dit jaar voor den herijk der maten en gewichten, in
deze gemeente zal worden gevaceerd in het voorma
lig Telegraafkantoor, in orde als volgt:
Voor de
Verkoopers van
maten en ge
wichten
1 en
3 en
5 en
7 en
9 en 10 Vrijdag
11 en 12 Zaterdag
13 en 14 Maandag
15 en 16 Donderdag
17 en 18 Vrijdag
19 en 20 Zaterdag
/■PL
i
IIIIK
i
i
■W-
o r
BELANGHEBBEN- j
DEN UIT!