MW8- EN ADVERTENTIEBLAD
VOOR SNEER EN O1STREKBI
Herijk van maten en gewichten.
FBÏÏILLÏTOH.
53e Jaargang.
Woensdag 25 Mei; 1892.
No. 42.
FALKENA, tegenover ’t Tramstation Sneek.
Uitgevers: POUWELS
KENNISGEVING.
KENNISGEVING.
SCHUTTERIJ.
OUD-FRIESLAND.
DE KUNSTRIJDSTER.
g-
t-
en
DAGEN
DATUMS
1—5
25 Mei
10—12
■Woensdag
Wordt vervolgd.
1—5
1—5
1—5
1—5
1—5
1—5
1—5
1—5
1—5
1—5
Voor de
BELANGHEBBEN
2 Donderdag
4 Vrijdag
6 Zaterdag
8 Donderdag
10-12
10—12
10—12
10—12
10—12
10—12
10—12
10—12
10—12
10—12
wonen en hun 25e jaar ingetreden en hun 34e jaar
nog niet hebben volbracht, aan hunne verplichting, om
zich vóór 1 Juni a. s. voor den schutterlijken dienst
te doen inschrijven, waartoe gelegenheid bestaat ter
gemeente-secretarie van ’s voormiddags 9 tot ’s namid
dags 1 uur.
Verzuim van inschrijving heeft beboeting en inlij
ving zonder loting tengevolge.
Sneek, 24 Mei 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
DE JONGE, Loco-Secretaris.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f 0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Sneek, brengen onder de aandacht van degenen, die
gedurende het jaar 1897 iets voor de gemeente heb
ben verricht of aan haar geleverd, dat hunne preten-
tiën, voor zoover ze niet vóór of op 30 Juni e.k. zijn
ingeleverd, moeten worden gehouden voor verjaard en
vernietigd, volgens art. 228 der gemeentewet, in ver
band met de wet van 8 November 1815 (Staatsblad
no. 51).
Sneek, den 23 Mei 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
J. van AKKEREN, Loco-Secretaris.
INSCHRIJVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Sneek herinneren de ingezetenen, die in 1873 zijn
geboren, zoomede hen, die in de gemeente zijn komen
->
>e
le
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek,
brengen ter kennis van de belanghebbenden dat in
dit jaar voor den herijk der maten en gewichten, in
deze gemeente zal worden gevaceerd in het voorma
lig Telegraafkantoor, in orde als volgt:
O
!1
Wijk
J
5
>1
n
d-
m
JAC. ATSMA, Oude Koemarkt en
Mej. Wed. C. G. REITSMA,
Oosterdijk,
waar steeds voor belangstellenden exemplaren
ter kennismaking gratis verkrijgbaar zijn.
dat alle maten en gewichten
onderworpen
dat de voorwerpen behoorlijk schoon en droog moe
ten worden aangeboden;
dat de onjuiste gewichten kunnen worden gejusteerd
tegen dadelijke betaling, volgens bij Koninklijk besluit
van 16 October 1869 (Staatsblad no. 160), vastgesteld
tarief
26
27
28
2 Juni
3
4
6
9
10
11
aan den herijk zijn
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 2’/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Je neemt je maaltijden buiten huis, en zoo vaak ik je
even wilde opzoeken, vond ik je kamer leêg. Zou er
wellicht weer zoo’n kleine hartzaak in ’t spel zijn
Nu, nu, je behoeft niet dadelijk zoo’n boos gezicht te
trekken, ’t Was maar een grap. Hier is overigens
een net wijnhuis, waar wij tamelijk ongestoord kunnen
praten. Ik noodig je uit, onder een glas Rauenthaler
mijn gast te zijn.*
Rudolf schikte zich zwijgend, en zwijgend zat hij
ook nog altijd tegenover zijn vader, toen zij reeds het
eerste glas hadden leeggedronken. Nu schoof de graan
handelaar, die nog altijd zijn opgewekt vertrouwelijken
toon behouden had, dichter naar hem toe en zeide:
»Hoor eens, mijn jongen, ’t is tusschen ons beiden niet
alles zooals ’t wezen moest. En ik weet ook, waarom
’t niet zoo is. Die fatale geschiedenis met dat jonge
meisje wij hebben daarover, wel is waar, tot nu
toe niet gesproken
Met somberen blik beurde de assessor het hoofd op.
»En ik verzoek u dringend, vader, daarover ook verder
niet te spreken althans voorloopig niet. Ik kan
over die dingen nog niet kalm genoeg denken om
voor mij zelf in te staan, als ’t tusschen ons daarover
tot eene verklaring zou moeten komen.«
«Gij zijt natuurlijk van meening dat ik alleen de
schuld ben van de poging tot zelfmoord van die jonge
dame. Maar dan doet gij mij toch eenigermate onrecht
aan. Ik geef toe dat ik buiten mij zelf was over je
brief en dat ik buitendien een vooroordeel had tegen
juffrouw Löbener. Maar ik werd daarbij ten slotte
toch slechts geleid door de gedachte aan jou toekomst.
En daarbij had men mij ook allerlei ongunstige dingen
van het meisje verteld.»
Heftig vloog de assessor op. «Noem mij den ellendeling,
die het gewaagd heeft
Krause echter lei de hand besussend op zijn arm
UREN
voor na
middag
steken blijvend gesprek weer aan den gang te brengen.
»Ik had overigens vandaag gelegenheid met een
advocaat over dat krankzinnige testament van je tante
te spreken. Hij was van meening, dat een verzet
daartegen langs rechterlijken weg zeer zeker het ge-
wenschte gevolg zou hebben. Hij zei
»Neem me niet kwalijk, vader, maar ik stel er hoe
genaamd geen belang in, het gevoelen van dien advocaat
te vernemen. Voor zoover mij betreft, zal dat testament
niet aangevochten worden.»
«Gij volhardt dus in je dwaze eigenzinnigheid
Nu, in Gods naam 1 ’t Is te hopen dat ’t je later
niet berouwen zal. Maar zorg er dan ten minste voor,
dat het legaat je zoo spoedig mogelijk worde uitge
keerd. Ik zou thans juist uitstekend gunstige gelegen
heid hebben, het geld voordeelig voor je te plaatsen.»
«Ik dank u, vader. Maar ik ben ook over het aan
nemen of weigeren van dat legaat nog niet tot een
vast besluit gekomen.»
De reeds met zooveel moeite bewaarde zelfbeheer-
sching van den graanhandelaar begon nu eindelijk te
wankelen.
«Maar, wat duivel, dat’s dan toch louter krankzin
nigheid. «Waar wilt gij dan eigenlijk op wachten?»
«Op het vatten van den moordenaar, vader
De andere antwoordde niet. Geruimen tijd bleef
’t stil tusschen hen. Toen greep Krause met onvaste
hand naar de flesch, om de glazen opnieuw te vullen.
Maar Rudolf lei met een afwerende beweging den
vinger over ’t zijne. «Dank ik zal niet meer drinken.
En daar we nu toch eenmaal over geldzaken spreken,
vaderik zou u wel willen verzoeken, mij thans mijn
moederlijk erfdeel, of althans de helft, uit te keeren.«
De BURGEMEESTER der Gemeente Sneek brengt
ter openbare kennis, dat het Kohier no. 1 der Perso-
neele belasting dezer gemeente, dienstjaar 1898, door
den Directeur der Directe Belastingen te Leeuwarden
gearresteerd den 21 Mei 1898, aan den Ontvanger der
Rijksbelastingen te Sneek ter invordering is ter hand
gesteld en dat een ieder verplicht is zijnen aanslag, op
den bij de wet bepaalden voet, te voldoen.
Sneek, den 23 Mei 1898.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
HET BILDT.
Deze welbekende, merkwaardige gemeente,
met de drie groote dorpen, was de negende en
laatste der grietenijen, die tot Westergoo be
hoorden. Want, toen de andere grietenijen
reeds bestonden, moest Het Bildt nog land
worden. Voor eenige eeuwen had men hier
de Middelzee, die bij Leeuwarden zeer nauw
wordende inham, welke zich tot Sneek en
Bolsward uitstrekte. Maar terwijl de Zuider
zee zoovele deelen van Friesland heeft geroofd,
veranderde de Middelzee allengs zoodanig, dat
nu reeds eeuwen de laatste deelen er van tot
xeer vruchtbaar land zijn ingepolderd. De
Zwette of Trekvaart van Sneek naar Leeuwar
den vormde juist de Oostrand, en enkel de
namen der ingepolderde stukken, als: Jelsu-
mer Nieuwland, Britsumer Nieuwland, enz. en
ook de naam van het dorp Nijland herinneren
aan de vroegere inpoldering. Wanneer Het
Bildt land is geworden? Och, langzamerhand
had de aanslibbing plaats, voornamelijk in de
13e of 14e eeuw. Immers, reeds in 1398 was
het reeds of geheel of ten deele land, want in
dat jaar schonk de Hollandsche graaf Albrecht
van Beieren deze landstreek, van Minnertsga
af tot aan het klooster Mariëngaarde onder
Hallum, in leen aan zijn maarschalk Arnold
van Egmond. Het blijkt echter niet, dat Eg-
mond dit leen, met Ameland, heeft aanvaard
(Ameland was nl. mede in die beleening be
grepen). De Hollandsche graaf kon gemak
kelijk schenkingen doen, maar de Friezen ge
hoorzaamden hem zeer weinig of in het geheel
niet en de schenkingen konden zoodoende ook
niet best aanvaard worden.
Verkoopers van
maten en ge
wichten
1 en
3 en
5 en
7 en
9 en 10 Vrijdag
11 en 12 Zaterdag
13 en 14 Maandag
15 en 16 Donderdag
17 en 18 Vrijdag
19 en 20 Zaterdag
Gedurende de 15e eeuw bleef Het Bildt nog
onbedijkt en ongebruikt, zonder eigenaar lig
gen. Alleen hadden de kloosters Anjum, Lid-
lum (dicht bij Minnertsga) en Mariëngaarde
eenige streken in bezit. Het gedeelte, door
het oude klooster Mariëngaarde eertijds beze
ten, draagt, zoover wij weten, nog altijd den
naam van Monnikebildt, en was 116 morgen
groot. (In ons land werd gebruikt de Rijn-
landsche morgen, groot 600 vierk. roeden, elk
van 12 bij 12 voet).
De heerschende twisten, die vooral in de 15e
eeuw tot een verschrikkelijke hoogte stegen,
maakten, dat vele landen, huizen en eigen
dommen werden verwoest; vele vermogende
familiën werden arm en de schoone, toen reeds
bruikbare landstreek Het Bildt, bleef onont
gonnen. Waren de andere deelen van Fries
land door slecht onderhouden, zwakke dijken
omringd, het nieuwe land bleef owbedijkt.
De Hertog van Saksen, in het laatst der
15e eeuw aan de regeering komende in Fries
land, trachtte weldra dit nieuwe land als zijn
bijzonderen eigendom of als kroondomein te
bezitten. Na eenigszins vasten voet in dit ge
west te hebben gekregen, begaf zich hertog
Albrecht in Augustus 1500 van Leeuwarden
naar Het Bildt, om het te bezichtigen en er
over te beschikken. Doch in hetzelfde jaar
stierf de oude hertog, zoodat de zaak slepen
de bleef. Zijn zoon George van Saksen vatte
echter in 1504 de zaak weder op. Het oude
Bildt werd gemeten en door den hertog in be
zit genomen. In Juli van dat jaar had de eer
ste verpachting plaats van dit oude Bildt, dat
1400 morgen groot was, en wel voor den tijd
van elf jaar. De eerste pachters waren vier
Hollandsche edelen, met name Thomas Beu
kelaar, Heer Jakob Ridder, Floris Wijngaar
den en zijn broeder Dirk Wijngaarden. De
heeren pachters namen aan, om gedurende
het genoemd tijdvak de landen te ontginnen,
dezelve van de noodige dijken, wegen, kana
len, waterleidingen, sluizen, bruggen enz. te
voorzien, alles te hunnen koste. Het eerste
jaar waren zij vrij van pachtbetalen, maar voor
de volgende jaren moesten zij voor elke 4
morgen lands vijf goudgulden aan den hertog
betalen. Ook ontvingen zij van den hertog
in eensjeene som van 16,000 goudguldens, als
eene tegemoetkoming voor de eerste uitgaven.
«Wind je nu dadelijk zoo niet op’t Was niets als
eene betreurenswaardige vergissing. En gij zult deze
zeker wel kunnen verontschuldigen, als gij bedenkt
welk een twijfelachtige bescherming het jonge meisje
zich gekozen had in de persoon van dat onbeschaafde
mensch, die vrouw Nitschke. Toen ik van haar poging
tot zelfmoord hoorde, was ik natuurlijk erg getroffen,
en ik zou mij barer zeker hebben aangetrokken, als
een menschlievende dame mij niet vóór geweest was.
Mocht gij, zooals ik bijna vermoed, de vroegere be
trekkingen met de juffrouw intusschen weder hebben
aangeknoopt, dan behoeft ge daarvan voor mij geen
geheim meer te maken. Zooals ik reeds zeide zijn
mijn beschouwingen omtrent het geval intusschen we
zenlijk veranderd.»
»Het kan mij niet dan aangenaam zijn, vader, dat
gij hebt ingezien, welk een groot onrecht gij tegen
over het meisje begaan hebt. Overigens heb ik even
weinig reden u iets te verbergen, als u iets heb meê te
deelen. Als ik eerst tot een vast besluit over mijn
toekomst gekomen ben, dan zult gij ’t ook vernemen.»
Dat was een taal zooals de graanhandelaar ze vóór
die Berlijner reis van zijn zoon nooit zou geduld hebben.
Thans echter kneep hij slechts gedurende een oogenblik
zijn dunne lippen nog vaster op elkaar, om vervolgens,
de schouders even ophalende, te zeggen«Als ’t je
een zekere bevrediging geeft, je zelfstandigheid door
dergelijke airs van geheimzinnigheid te laten luchten
mij wel 1 Ik had gedacht dat wij thans als twee goede
vrienden naast elkaar zouden staan en ben van meening,
dat gij daarbij van mijn meerdere levenservaring nog
wel eenig nut zoudt kunnen trekken. Maar, zooals
ge verkiest ik zal mij niet aan je opdringen.»
Krause scheen te verwachten dat Rudolf door een
vriendelijk woord zou bijvallenmaar hij wachtte te
vergeefs, en ten slotte moest hij er zelf toe besluiten, het
i
Abonnementen en Advertentiën voor
dit blad worden tevens aangenomen door
Roman van A. OSKAR KLAUSZMANN.
42 XV.
(Vervolg.)
Met nadenkend gezicht had de graanhandelaar het
wegrollend rijtuig nagekeken. Nu keek hij op zijn
horloge en begon vervolgens voor het gebouw van de
bank heen en weder te wandelen, tot de tijd daar
was dat een gedeelte van de beambten het verliet,
om hier of daar in de nabijheid te ontbijten. Hij wist
dat ook zijn zoon daartoe behoorde, en het duurde
dan ook werkelijk niet lang, of Rudolf verscheen.
Met ernstig, bijna somber gelaat liep hij zijn vader
voorbij, zonder hem te bemerken. Krause volgde hem
eenige schreden en lei hem toen plotseling de hand
op den schouder.
«Zoo diep in gedachten verzonken, heer assessor
vroeg hij op schertsenden toon, die hem echter niet
bijzonder best afging. «Heeft men je soms de oplossing
van een uiterst moeilijk finantieel vraagstuk opge
dragen
Rudolf schrikte even, en zijn gezicht werd er niet
helderder op, toen hij zijn vader herkende.
«Hebt gij hier op mij gewacht? Is er iets gebeurd
Heeft men den moordenaar ontdekt?»
«Voor zoover ik weet, nietMaar kunt gij dan
werkelijk aan niets anders denken als aan die onge
lukkige gebeurtenis? Ik kwam hier naar toe omdat
ik een uurtje gemoedelijk met je wenschte te praten.
Men moet je bepaald vangen, als men eens wat van
je hebben wil. Thuis ziet men je bijna niet meer.
dat de verificatie van gewichten beneden het gram
uitsluitend aan het ijkkantoor te Leeuwarden plaats
heeft
dat belanghebbenden behooren toe te zien, dat hunne
maten en gewichten na den herijk van de vereischte
merken voorzien zijn en dat blijven tot aan den eerst-
volgenden herijk, en
dat het ijkkantoor te Leeuwarden, aan de Ooster-
kade, voor het publiek geopend is eiken Dinsdag
Vrijdag van negen tot één uur.
Sneek, den 19 April 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
J. van AKKEREN, Loco-Secretaris.
OU RANT.
N
L
y
e
r
r
DEN vit:
1
3
c
O
O
'O
o
o
o
o
o
>5