t) VOOR SSEEK E\ 0I8MH. Het vernienwüe orgel in ie Martinikerk. MMS- i ADVERTEJÏT1BBLA» rk I KENNISGEVING. PASPOORTEN. Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’t Tramstation Sneek. DE KÜNSTRIJDSTER. en ast- I md. XIV. Wordt vervolgd. l ABONNEMENTSPRIJS voor Snoek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f 0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. reld- oten om dig dig De BURGEMEESTER van Sneek maakt bekend, dat de Paspoorten voor de miliciens te land, der lich ting 1891, ter secretarie ter afhaling gereed liggen. Sneek, den 27 Mei 1898. De Burgemeester voornoemd, ALMA. k ark 000 000 000 000 000 400 300 200 155 100 5,21 ,en uit- zen de ing. ■dig ,50 ,75 90 wel sven Va- aag JAC. ATSMA, Oude Koemarkt Mej. Wed. C. G. KEITSMA, Oosterdijk, waar steeds voor belangstellenden exemplaren ter kennismaking gratis verkrijgbaar zijn. Auch das Schone muss sterben 1 Das Menschen [und Götter bezwinget Nicht die eherne Brust rührt es des stygischen [Zeus, luidt het in Schiller’s onvolprezen Klaagzang. Wat door de kunst, een vonk van het god delijke in den mensch, is te voorschijn ge bracht, het is door zijn begin reeds op weg naar het eind. Gevolg gevende aan eene in zeer beleefde bewoor dingen gedane uitnoodiging, had Krause zich, twee dagen na zijne ontmoeting met Elsbeth, naar het po litiebureau begeven en werd daar door den chef met bijzondere voorkomendheid ontvangen. De hoofd-com- missaris bedankte hem voor zijn komst en noodigde hem uit, naast zijn schrijftafel plaats te nemen. opstaan. «Dan zou ik genoodzaakt zijn, u tot mijn groot leedwezen te antwoorden, dat gij uw vaderlijke plichten toch wel kunt vervullen binnen het kader uwer vaderlijke rechten. Het kapitaal behoort mij en ik ben meerderjarig. Daarbij ben ik volstrekt niet van plan, het lichtzinnig te «verdoen.* ’t Zou mij daarom aangenaam zijn, als wij nu niet verder over die zaak behoefden te spreken. Maar nu moet ik weg, want mijn tijd is om. Goeden morgen, vader!* Krause deed geen poging om hem terug te houden, maar hij bleef hem ook de wedergroet schuldig. Slap, ineen gezakt bleef hij nog een poosje bij de tafel zit ten, zonder echter verder een droppel te gebruiken uit de nog half volle flesch. Hoe onverwacht en hoe ongelegen de laatste eisch van Rudolf hem ook mocht gekomen zijn wat hem thans onophoudelijk in ’t hoofd omging was toch alleen het vreemde en met zoo bijzonderen nadruk gegeven antwoord van zijn zoon op de vraag, waarop hij dan eigenlijk met het aan nemen van het legaat wachten wilde dat raadsel achtige en toch zoo veel beteekenend antwoord «Op het vatten van den moordenaar!* Was ’t dan werkelijk denkbaar, dat hij iets ver moedde? Hij alleen! Of was ’t wellicht reeds meer als een duister vermoeden?! ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 2’/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, brengen onder de aandacht van degenen, die gedurende het jaar 1897 iets voor de gemeente heb ben verricht of aan haar geleverd, dat hunne preten- tiën, voor zoover ze niet vóór of op 30 Juni e.k. zijn ingeleverd, moeten worden gehouden voor verjaard en vernietigd, volgens art. 228 der gemeentewet, in ver band met de wet van 8 November 1815 (Staatsblad no. 51). Sneek, den 23 Mei 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. J. van AKKEREN, Loco-Secretaris. derden guldens nog niet voldoende zijn om afdoende verbetering aan te brengen. Het ware geld in 't water geworpen. De Magistraat en de Vroedschap resolveerden daarop den 1 Fe bruari d. a. v. om een nieuw orgel voor ƒ2775 te laten maken bij den beroemden orgelma ker Arp Schnitger te Groningen. Het zou komen boven de bevelhebbers-gestoelten in ’t Ooster koor (waar ’t nu nog is) en gedeeltelijk be kostigd worden uit een som van ƒ1500 door de Magistraat en de Vroedschap aan de kerk a 5 pct. voor te schieten. (Later is nog een obligatie verschenen ten laste van de Marti nikerk en ten profijte van Broer Tietses cum uxore ad 1000 Car. guldens, alweder tegen 5 pet.)! Op het laatst van 1710 was het orgel klaar. Het bestond uit 36 registers, drie hand- klavieren, welke gekoppeld konden worden, 2 tremulanten, 4 ventielen en vrij voetpedaal. Door zes blaasbalgen werd het gedreven. Petrus Havinga en Johan Etzen, beroemde organisten te Groningen, bespeelden het op proef en vonden het uitstekend. Natuurlijk was er nu geen bezwaar om Schnitger geheel af te betalen (men was overeengekomen de som in twee termijnen te voldoen) en er schoot voor de beide knechts nog een dou ceurtje van ƒ100 en ƒ25 over. Het oude orgel, dat recht tegenover den preekstoel stond werd daarop voor geringen prijs aan de kerk van Wieuwerd verkocht. De Magistraat vond echter goed ook een instructie voor den organist en zijn zoon en den puistentreder (orgeltrapper) te maken. Dat niemand dan zij het orgel mocht betreden, is te begrijpen (de hermetisch gesloten deur van ons tegenwoordig orgel doet ook aan zoo iets denken), maar hun werd tevens voorge schreven onder de preek onder het gehoor te gaan zitten en wel in het besloten gestoelte der Corporaals. Alleen de machtige heer Edo Frieswijk, Burgemeester en tevens eerste Com missaris van de Kerk, kon in een en ander verandering brengen. Na Oevering werd Willem Muiselaar orga nist, en toen deze vertrok, moest in 1738 een ander benoemd worden. Gerrit Muiselaar, or ganist en schoolmeester te Roordahuizum was de gelukkige. Hij kreeg 300 Car. guldens tractement, en het burgerrecht gratis, maar moest zich aan een instructie onderwerpen, welke lang niet malsch was. Om nu slechts Roman van A. OSKAR KLAUSZMANN. 43 XV. (Vervolg.) Zeker om zijn ontsteltenis te verbergen, dronk de graanhandelaar zijn glas langzaam maar geheel leêg. »Wat bedoelt gij met dat: thans?* vroeg hij vervol gens op min of meer doffen toon. «Moet ik ’t hier soms dadelijk op tafel neertellen? En buitendien, hoe komt ge daarbij Denkt ge soms dat het geld bij mij niet meer veilig bewaard is? Heb ik je niet altijd bereidwillig de middelen verstrekt, die je voor je onderhoud noodig hadt?« »Ja. Maar ’t kon gebeuren, ’t is zelfs heel waar schijnlijk, dat ik in den eersten tijd belangrijke som men noodig had. En alsdan zou ik in elk geval het geld ter mijner beschikking moeten hebben. Ik hoop u door mijn verlangen niet in ongelegenheid te bren gen, en ben gaarne bereid u voor het vlot maken van ’t kapitaal een week tijd te laten.* «Dat’s heel vriendelijk. En waarvoor, als men vragen mag, hebt gij dat geld noodig? Of is dat ook weer een geheim?* «Ik zou daarover, althans voorloopig, liever niet willen spreken, vader!* »En als ik ’t nu mijn vaderlijke plicht beschouwde, de vervulling van je wensch te weigeren in je eigen belang, om te voorkomen dat je dat toch altijd maar kleine vermogen niet lichtzinnig zoudt verdoen?* De assessor, die op zijn horloge gekeken had, ging >Gij zijt eergisteren in de Rijksbank aangezocht ge worden, een jong meisje te legitimeeren, dat daar een belangrijke som geld in ontvangst moest nemen?* De ondervraagde kon zijn verbazing niet verbergen. «Dat is zoo. Maar ik begrijp niet hoe «Hoe wij dat weten kunnen?* vulde Lindequist lachende aan. »Ja, mijn beste mijnheer Krause, de politie heeft haar ooren en oogen overal. Sta mij nu toe, u nog eenige vragen te doen, waarvan ik u later de beteekenis zal verklaren. Hoe kwaamt gij er toe, het bedoelde jonge meisje dien dienst te bewijzen?* «Ik bevond mij toevallig met mejuffrouw Löbener en haar geleidster in het gebouw van de bank, en de dames verkeerden blijkbaar in groote verlegenheid, daar zij bij de voorgenomen inning van het geld op onvoorziene zwarigheden stuitten. De persoon, die ’t geld moest ontvangen, was mij voldoende bekend, en ik vond er dus geen bezwaar in, haar te legitimeeren.* >Natuurlijk niet, en wij kunnen ons dat dan ook heel goed begrijpen. Ook interesseert ons dan in de eerste plaats niet zoozeer mejuffrouw Löbener, als wel de dame die in haar gezelschap was.* «Mevrouw Deloria?* «Ja juist. Gij kent die dame dus van nabij «Volstrekt niet. Ik heb bij deze gelegenheid voor de eerste maal in mijn leven met haar gesproken.» «En heeft zij u iets over hare omstandigheden mede gedeeld «Geen woord, mijnheer!* «Vernaamt gij niet door wien het geld ter uitbe taling was overgemaakt?* «Neen, daar werd in mijn tegenwoordigheid niet over gesproken en ik was natuurlijk te discreet, er naar te vragen. Buitendien had ik er hoegenaamd geen belang bij.* Abonnementen en Advertentiën voor dit blad worden tevens aangenomen door I Siehe da weinen die Götter, es weinen [die Göttinnen alle, Dass das Schone vergeht, dass das Vollkom- [mene stirbt, zoo dacht ik, bij de inwijding van het ver nieuwde orgel op Zondag jl. den blik latende weiden door het ruime kerkgebouw. Auch das Schöne muss sterben. Waar het oog ook rustte, niets dan kaalheid der witte muren en bogen, niets dan egaalheid der geel geverfde versiersellooze banken. Hoe ge heel anders was dit kerkgebouw inwendig ruim een eeuw geleden een sieraad onder de bede huizen van Friesland, mystiek verlicht door de fraai geschilderde ramen, een geschenk der gilden, terwijl de zonnestralen speelden op de gebeeldhouwde gestoelten der machtheb bers. Maar toch ook nog heden één sieraad in dit kerkgebouw, hoog geplaatst, alles en allen domineerend, nu eens zijn klanken uitschet terende, dan weêr zijn geluiden uitzuchtende over de menigtede Koning onzer muziekin strumenten, het machtige, allesomvattende speeltuig, het orgel. Het mocht daar nu weer trotsch tronen boven onze hoofden, het kon nu weer fier het hoofd opheffen, het uitnemendste der muziekinstrumenten on zes tijds, en behoefde zich over zijn klanken niet meer te schamen tegenover het instru ment bij uitnemenheid uit den oud-testamen- tischen tijd, boven op zijn top geplaatst: de harpe Davids. En wat ook voor een eeuw, als uitvloeisel van den toen begonnen democratischen tijd, in het kerkgebouw moge veranderd zijn, en dat is bijkans alles, het front van het or gel spreekt ons nog van langvervlogen da gen, toen nog geen der Sneekers, over wier hoofden nu de klanken ruischen, het levens licht had aanschouwd. Wij moeten dan terug tot de eerste jaren der vorige eeuw, toen er van scheiding van kerk en staat nog geen sprake was. Ver zorgers van de St. Martinikerk waren een commissaris uit de Magistraat, een boekhou der en twee voogden uit de Vroedschap. In het begin nu van het jaar 1708 kwamen er van den organist Oevering voortdurend klachten in bij de Magistraat en de Vroedschap over den desolaten toestand van het orgel. Sedert 1692, was, zei hij, een som van f 200 aan reparatie besteed, maar nu zouden vele hon- te blijven bij zijne verplichtingen als organist en klokkenistHij moest den orgeldienst alle Zondagen, heilige dagen en Vrijdagavonden ge trouw waarnemen, en bij «nootsakelijke absen tie ofte affaires” permissie hebben van den presideerenden Burgemeester. En als klokke nist tweemaal per week het carillon bespelen, op Dinsdag- en Vrijdagmiddag van halftwaalf tot twaalf uur. Maar het ergste komt nog: hij moest bij het aanvaarden zijner betrekking 100 aan den stadsrentmeester ten profijte van de stad betalen. Nu was dit betrekkelijk weinigvoor andere baantjes kwamen nog heel andere dingen kijken. Want juist in 1737 was door de Magistraat een nieuwe quotisatie op gemaakt, welke die van Maart 1694 verving. Door hen was nl. bepaald, dat bij de aan vaarding van hun betrekking moest betaald worden door een stadsbode (kenbaar aan de nu nog aanwezige zilveren bos), 1200, den executeur 300, den koster 100, den secretaris 1500, den ontvanger der boelgoederen 1500, den ytiger der kannen en gewichten 50 en den majoor 600 Car. guldens. Deze laatste was een suppoost der bevelhebbers, wij zouden nu zeg gen: korps officieren der schutterij, die ’t wachtwoord van den presideerenden Burge meester moest halen en het ’s avonds onder klokgelui op de hoofdwacht bezorgen. Verschillende Muiselaars zijn elkaar als or ganist opgevolgd. In 1773 nog werd Gerrit Muiselaar voor een half jaar naar Groningen gezonden om zich daar in ’t orgelspel te be kwamen en kreeg van de Magistraat een pensie van ƒ200. Hij moest bij zijn terugkomst in Sneek de taak van zijn vader Eeltje, den organist, verlichten en zou gedurende diens leven 100 tractement genieten met belofte om zijn vader na diens overlijden op te vol gen op een bezoldiging van 400. Mocht hij echter vroeger de stad willen verlaten, dan moest hij de genoten 200 in klinkende munt teruggeven. Maar, volgden elkander ook steeds organis ten op het orgel bleef. Wel zijn verbe teringen aangebracht en mankementen hersteld, zoo in 1779 door de toen juist opgerichte firma van Dam te Leeuwarden. Maar het bleef een gebrekkig instrument, vooral door slechte blaasbalgen en mechaniek, te korte klavieren en onvolledige koppelingen. En wat het geluid betreft, wanneer niet de tongwer- sphan Malinowski?* Dezelfde die vroeger een «Juist, dien bedoel ik. Mag ik vragen hoe u tot «Terwijl hij als particulier persoon te Memel woonde. man hield zich met alle mogelijke zaken bezigin elkaar.* «Kent gij een zekeren Stephan Malinowski?* «Malinowski uit Memel? barnsteenvisscherij had die kennismaking kwam?* «Terwijl hij als particulier persoon te Memel woonde, stond ik tijdelijk met hem in handelsbetrekkingen. De dien tijd ook met graanhandel. Dat bracht ons tot elkaar.* «Nu, die Malinowski is ’t geweest die ’t geld voor juffrouw Löbener heeft overgemaakt.* Nu was ’t Krause, die reden meende te hebben medelijdend te lachen. «Ik vraag excuus, mijnheer, maar dat moet toch zeker een vergissing zijn. De Malinowski, dien ik bedoel, zal wel niet in staat zijn zulke sommen over te maken.* «En waarom niet?* «Omdat hij zich als voortvluchtige buiten Duitschland bevindt en afdoende redenen heeft, geen teeken van leven te geven.* «Zoo was ’t nog voor weinige maanden. Intusschen is er verandering in de zaak gekomen. Zie hier, lees dit eens.* Hij overhandigde den graanhandelaar het door Rupp opgemaakte uittreksel uit het strafregister van den tuchteling, en Krause zei, nadat hij het velletje papier haastig gelezen had «Hij is ’t daaraan valt niet te twijfelen. Maar dat hij teruggekomen was en zich vrijwillig had aangemeld om zijn straf te ondergaan, daarvan was mij niets bekend.* Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. OURANT O* □rg- i ige- mde )00, M., ie 6e t de den ga- ■d. o J J

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1898 | | pagina 1