VBOUWEN-EMASCIPATHI. SIEIIWS- H ADTERTWlRBLi» VOOR SM ES OMSTREffl. FEDILLKTOK» drO Wo. 51. Zaterdag 25 Juni 1898. 53e Jaargang. Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover t Tramstation Sneek. BEKENDMAKING. REGELING van liet voorbereidend Militair Onderriclit. DE KÜNSTRIJDSTER. Wordt vervolgd. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f 0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. W: ken.” patie, Overgangsbepaling. Aan de ingeschrevenen voor de lichting 1899 der militie wordt het getuigschrift model W uitgereikt, indien zij bij het onderzoek naar hunne geoefendheid in Februari 1899 blijk geven het onderricht gedu rende het oefeningstijdperk 1898/99 met vrucht te hebben gevolgd. Sneek, den 23 Juni 1898. De Burgemeester voornoemd, ALMA. delt, geen afgeronde definitie van «vrouwen emancipatie” voorkomt. En interessant is het eens na te gaan, wat verschillende personen in den van vele zijden geprezen roman van mevr. Goekoop onder vrouwen-emancipatie verstaan. Vooreerst Hilda van Suylenburg, het buiten opgevoede, met gezonde ideeën in de hofstad gekomen freuletje, dat daar echter gevaar loopt op de klip van het futile, geest- doodende Haagsche leventje te stranden, maar behouden blijft. Zij vindt vrouwen-emancipatie: het mooie streven naar een vrijheid, die elk mensch toekomt, hetzij man of vrouw, een vrijheid om te mogen werken, zich nuttig maken, geld verdienen, zooals eigen aanleg, behoefte en geweten het eischen, niet langer zooals traditie het voorschrijft. En zij breekt met die traditie. Want bij haar deftige, rijke Haagsche familie een thuis gevonden hebbende, en mede levend een leven, dat slechts bestaat uit een aaneenschakeling van pretmaken en opgaan in kleinigheden, komt zij door haar omgang met een vrouwelijken dokter, de flinke, edele dok ter Corona van Oven spoedig tot de over tuiging, dat het een beetje aan philantropie doen uit tijdverdrijf niet genoeg is voor de vrouw uit beteren stand. En het lijkt mij zoo mooi gezegd door dr. Corona van Oven: «de wereld heeft zoo hoog noodig menschen, die zich met volle liefde aan haar wijden, op welke manier dan ook, die haar hartebloed geven om de wereld ’n kleine beetje mooier en beter te ma- Ook zij streed voor vrouwen-emanci- maar hoeveel begrensder en toch ook weder aan den anderen kant uitgebrelder was hare formule dan van hare vriendin Hilda de vrouw heeft het recht om mede te wer ken aan de wetten, die eenmaal op haar leven en dat van haar zusters en dochters een be slissenden invloed kunnen uitoefenen. En juist dit schijnt mij nog niet noodig toe, waar de schrijfster zelve op ’t eind van haar boek erkent, dat door indirecten invloed van de vrouw b.v. de boterwet werd gewijzigd, welke verbood, dat de vrouwen Zondags in de zuivelfabrieken mochten werken, een bepaling, die maakte, dat vele vrouwen uit de fabrieken werden gezonden en haar werk door mannen werd gedaan, omdat zuivelbereiding ook Zon- dagswerk eischt. En hoewel dokter Corona v. Oven telkens poogt ’t begrip vrouwen-emancipatie te de- na vriendelijken groet. »Het bedrag voor den wissel ligt al vier en twintig uur klaar. Ik wil hopen dat de goede meening, die gij tot nu toe van mijn soli diteit hadt, daardoor weer eenigermate zal hersteld zijn.« «Deze is nooit ernstig aan ’t wankelen geweest, mijn waarde heer Krause,» verzekerde de kleine man beleefd. «Gij kunt mij gerust gelooven: als ik zelf niet in verlegenheid geweest was, dan zou ’t niet bij mij opgekomen zijn, u lastig te vallen. Uw hand- teekening is even goed als klinkende munt. Dat weet iedereen hier in Breslau wel.» Om de dunne lippen van den graanhandelaar zweef de een min of meer spotachtig lachje, maar ook na dat hij de tienduizend mark uitbetaald en zijn wissel daarvoor in ontvangst genomen had, toonde hij zich even innemend tegen zijn bezoeker, dien hij zelfs tot aan de deur geleidde, om vervolgens na zijn ver trek met een tevreden hoofdknikje te zeggen: »Dat’s toch in elk geval een begin! Nu zal, naar ik hoop, ook het andere wel weer terechtkomen.» Gedurende den geheelen dag werkte hij met bijzon deren ijver, gebruikte het middagmaal, dat zijn huis houdster hem zooals gewoonlijk zonder bijna een woord te zeggen en knorrig binnenbracht, met uit stekenden eetlust, en was vervolgens toen het donker werd juist weer in zijn kantoor teruggekeerd, toen een kloppen aan de deur hem verwonderd deed op zien. >Nu nog bezoek dacht hij min of meer ontstemd. Maar desniettemin riep hij toch: «binnen en zijn voor hoofd ontplooide zich weder, toen hij een hem totaal onbekende voor zich zag, een lang opgeschoten, ma gere man, met een sterk beenig, gebruind gezicht, een adelaarsneus en sombere, borstelige wenkbrauwen, De BURGEMEESTER der gemeente Sneek, maakt bekend de volgende Bovenstaande regeling, vastgesteld bij Beschikking van den Minister van Oorlog, dd. 1 Juni 1898, Vile Afd., No. 10, bevat in hoofdzaak de navolgende be palingen Onder voorbereidend militair onderricht begrijpt deze regeling het elementair practisch en theoretisch onderwijs in den dienst der Infanterie en der Ves ting-Artillerie, dat door officieren en minder kader van het leger wordt gegeven aan jongelieden, buiten den troep, die zich tot het ontvangen van dat onderwijs vrijwillig aanmelden. Het voorbereidend militair onderricht heeft in het algemeen ten doel, door locale oefening, die zooveel mogelijk aansluiting zoekt bij het schoolonderwijs in de gymnastiek, de bekendheid te bevorderen met de eenvoudigste militaire exercitiën, terwijl het tevens leert kennen de algemeene plichten van den soldaat. Dat onderricht strekt bovendien om hen, die de verbintenis wenschen aan te gaan als vrijwilliger voor het reservekader, in de gelegenheid te stellen zich de voor die verbintenis gevorderde bedrevenheid in de behandeling van het geweer eigen te maken en voorts tot opleiding van toekomstige militieplichtigen, die aanspraak wenschen te verkrijgen op plaatsing bij het korps en in het garnizoen hunner keuze, of die zich tijdens hun verblijf onder de wapenen wenschen toe te leggen op het erlangen van eenen graad. Het voorbereidend militair onderricht vormt eenen cursus, die loopt over twee achtereenvolgende winter- keerde deur gekomen.» De onbekende verroerde zich niet, maar hij begon te lachen, zoodat zijn groote, blanke tanden onder den donkeren knevel glinsterden. «God bewaar, ik ben heel goed terecht. En gij zult er ook wel niet meer aan twijfelen, nadat ik mij aan u zal hebben voorgesteld. Mijn naam is Hübner. Gij zult u mis schien herinneren, dien reeds vroeger gehoord te heb ben.» Krause lei de lineaal neer. Hij wist nu, dat het hier op wat anders gemunt was als op een persoon lijken aanval; maar ’t was nu juist geen verlichting welke deze overtuiging hem schonk. «Zekerzei hij aarzelend, «want die naam behoort nu juist niet tot de zeldzamen. Maar ik weet daarom nog altijd niet, wie gij eigenlijk zijt, en ik weet in de eerste plaats niet, wat u recht zou kunnen ge ven u in mijn huis op zoo’n onbehoorlijke manier te gedragen.» «Weet gij dat niet? Nu, dan zal ik ’t u zeggen Omdat men met een spitsboef en gauwdief geen complimenten behoeft te maken, en omdat ik u tot nu slechts in die hoedanigheid heb leeren kennen. Is dat duidelijk genoeg?» Krause kwam zwijgend achter zijn lessenaar weg en deed een stap naar de deur. Hübner echter, zonder de handen uit zijn zakken te halen, stak een van zijn lange beenen uit, om hem den weg te ver sperren. Abonnementen en Advertentiën voor dit blad worden tevens aangenomen door JAC. ATS MA, Oude Koemarkt en Mej. Wed. C. G. REITSMA, Oosterdijk, waar steeds voor belangstellenden exemplaren ter kennismaking gratis verkrijgbaar zijn. Roman van A. OSKAR KLAUSZMANN. 51 XVIII. (Vervolg.) Maar daaraan was niet te denken. Zij kon zich niet schuldig maken aan zoo’n ondankbaarheid jegens de vrouw, die in elk geval voor haar een redster ge weest was uit zwaren druk, en Rudolf mocht om harentwil niet op nieuw in ongerustheid gebracht worden. Zijn uitzicht en zijne woorden hadden haar heden toch maar al te duidelijk geopenbaard, dat hij nog altijd zwaar genoeg gebukt ging onder den last van andere zorgen. Krause kwam haar niet tegen op haar weg. Het vermoeden van mevrouw Deloria echter, dat hij haar wel zou komen bezoeken, werd vervuld. Hij kwam een kwartier nadat Elsbeth verwijderd was, en werd door de voormalige kunstrijdster in ’t salon ontvangen, waar zij hem alleen opwachtte. Een kwartier later ging hij weer weg, om in zich-zelf lachende, heel op zijn gemak naar huis te wandelen. Het resultaat van die samenkomst scheen hem bijzonder naar den zin te zijn. Hij ging dien avond, tegen zijn gewoonte, vroeg naar bed; en toen den volgenden morgen de kleine heer Saling met min of meer ongerust en be zorgd gezicht in zijn kantoor verscheen, trof hij den graanhandelaar daar in het beste humeur aan. «Ik had u eigenlijk gisteren al verwacht,» zei Krause Wat is het toch, dat zoo velen naar «Hilda van Suylenburg,” den roman van mevr. Goe koopde Jong van Beek en Donk doet grij pen De kunstzin zal toch zeker niet op eens zóó aangewakkerd zijn, dat het fraai uiterlijk van een boek de oorzaak werd van een derden druk Zou de propaganda, welke door tal van dames nu eenige jaren gemaakt wordt voor de tentoonstelling van vrouwenarbeid, die spoedig te ’s Gravenhage gehouden wordt, de geesten wakker geschud hebben? ’t Staat te betwij felen. Want dit boek, een tendenz-roman, vele bladen met voor velen nog onbe grepen ideeën, voor korten tijd nog alleen ver spreid onder een kleinen kring van getrouwen. En het is helaas nóg waar, niettegenstaande het in ’t Oosten begint te dagen, dat gezegde van Edward van Starren, den jeugdigen, over- moedigen, tot de Universiteit bevorderden gym nasiast, tegen zijn nichtje Hilda: «Je krijgt het toch niet gedaan, dat de meisjes zich wezen lijk gaan interesseeren voor de groote vraag stukken van onzen tijd, en dan is ’t maar ’t beste, dat zij niet te veel over vrijheid en recht hooren.” Maar gedeeltelijk misschien geluk kig ook. Want hoewel hij het niet zegt, meent hij zeker met de «groote vraagstukken van onzen tijd”: werkstakingen, kiesrecht, arbei derswoningen, anarchisme, parlementair socia lismevredebonden, vegetarisme, vrouwen emancipatie e, a. Maar dit is een arbeidsveld, te groot om zelfs door velen bewerkt te wor den als men er niet een speciale, langdurige studie van gemaakt heeft. En dit is wel vreemd, dat in een roman, die over vrouwen-emancipatie, over huwelijk en de daarmede samenhangende voor de vrouw in ons Burgerlijk Recht zoo onereuse bepalingen han- tijdperken, telkens van ongeveer half October tot ul timo Februari en gedurende ten minste 3 uren per week. Het voorbereidend militair onderricht is kosteloos voor de deelnemers en kan worden gevolgd door jon gelieden van 16 tot 24 jarigen leeftijd. Het wordt zoo de daarvoor benoodigde localiteit beschikbaar of tegen billijke voorwaarden te verkrijgen is -> ge geven a. in plaatsen, waar Infanterie of Vesting-Artil- lerie in garnizoen ligt en in die, waar ten behoeve van de oefeningen van het reservekader instructeurs van het leger beschikbaar worden gesteld, indien daar ten minste 5 ad spiranten voor het reservekader of in het geheel ten minste 10 deelnemers de lessen yolgen; b. in andere plaatsen, dan die sub a bedoeld, in dien daar ten minste 5 adspiranten voor het reserve kader of in het geheel ten minste 20 deelnemers de lessen volgen. De aanmelding tot deelneming aan het voorberei dend militair onderricht geschiedt jaarlijks vóór 1 Juli, in de zooeyen bedoelde garnizoensplaatsen bij den commandeerende officier der Infanterie of der Vesting-Artillerie, in de overige plaatsen bij den bur gemeester. De commandeerende-officieren en burgemeesters zen den jaarlijks op 1 Augustus aan den Hoofdofficier voor heeft het Reservekader te ’s Gravenhage eene opgave, c. q. ook negatief, houdende de namen, enz. van de jon gelieden, die zich bij hen tot deelneming aan het voor bereidend militair onderricht hebben aangemeld, zoo mede de vereischte inlichtingen omtrent de aanwezig heid en de beschikbaarstelling van een voor de oefe ningen geschikt lokaal. De evengenoemde Hoofdofficier doet jaarlijks in de de maand Februari een onderzoek instellen naar de vorderingen der jongelieden, die aan het voorbe reidend militair onderricht deelnemen. Aan heb, die voor de militie hebben geloot en den hoogervermelden 2-jarigen cursus in zijn geheel en, blijkens het onderzoek, met vrucht hebben doorloopen, wordt uitgereikt een getuigschrift model W. Lotelingen, die op het tijdstip hunner inlijving bij de militie in het bezit zijn van het getuigschrift model W komen, behalve dat zij aanspraak kunnen maken op plaatsing bij het korps en in het garnizoen hunner keuze, vóór andere lotelingen hunner lichting in aan merking voor de opleiding tot eenen graad, indien het korps, waarbij zij zijn ingelijfd, een onderdeel is van het wapen, voor welks dienst zij voorbereidend onder richt genoten en zij ook in andere opzichten voor die opleiding de noodige geschiktheid bezitten. waaronder een paar donkere oogen met stekend vuur flikkerden. «Heb ik de eer met den heer Frans Krause in eigen persoon te spreken?» vroeg de binnenkomende, zonder zijn breedgeranden vilten hoed af te nemen. «Die ben ik. Wat is er van uw dienst?» «Nu, dat zal u zoo dadelijk vernemen. In de eerste plaats zal u wel toestaan dat ik mij zelf een stoel aanbied. Houd uw gemak, ik red mij-zelf al! Dus u is de bewuste KrauseTot nu kende ik namelijk alleen uw stem, maar zóo ongeveer had ik mij uw waarde persoonlijkheid al voorgesteld. Hebt gij ook een fat soenlijke sigaar?» Met sprakelooze verbazing had de graanhandelaar de onbeschaamde houding van den vreemdeling gade geslagen, die zich gemakkelijk in een stoel had laten neervallen, en die nu, den hoed nog altijd op ’t hoofd, de handen in zijn broekzakken stak. Hij twijfelde er niet aan, een beschonkene of een gek voor zich te hebben, en zijn positie scheen hem alles behalve aan genaam, want behalve zijn oude, halfdoove huishoud ster was geen menschelijk wezen in huis dat hij te hulp zou kunnen roepen; de vensters waren reeds, zooals alle avonden, met houten blinden gesloten en al had de andere hem ook den tijd gelaten deze te verwijderen, dan lag daarbuiten nog de breede plaats met rommel, waar om dezen tijd niemand meer kwam en waarover zijn roepen om hulp nauwelijks tot de straat zou kunnen doordringen. Maar ofschoon Krause werkelijk eenige vrees ge voelde, zoo was hij toch verstandig genoeg, zulks den onbehaaglijken bezoeker niet te laten blijken. Terwijl hij naar de ijzeren liniaal greep, die naast zijn lesse naar hing, zei hij op strengen toon: «Wie zijt gij en wat wilt gij? Gij zijt hier bepaald aan een ver- ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 2’4 cent. Groote letters naar plaatsruimte. ie

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1898 | | pagina 1