VOOR SNEEK ES 0MSTREKE5. F BÏILLRTOB. Zaterdag 23 Juli 1333. 53e Jaargang. BEKENDMAKING. Huisnummering, DE KUNSTRIJDSTER. No. 59. Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover ’t Tramstation Sneek. HET „HOUWELYCK”. >att. De int Wordt vervolgd. !en •en >ne als 'ijn aar Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f 0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. binnen veertien dagen na heden in orde te willen brengen en alzoo te voldoen aan het bepaalde bij de artikels 2 en 3 der Algemeene Politieverordening voor deze Gemeente. Overtreding dezer bepalingen wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste tien gulden. En is hiervan afkondiging geschied waar zulks behoort. Sneek, den 23 Juli 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van dek LAAN, Secretaris. XXL »Alles is volkomen in orde,” zei mevrouw Deloria; an st- i etc., veel liet in- ?ts, id- BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek; Overwegende, dat het in het belang der goede orde voor den gang der Gemeentelijke Administratie, van veel nut is, dat alle in de Gemeente aanwezige woningen en gebouwen steeds van het vereischte Wijkeijfer en huisnummer zijn voorzien Noodigen bij deze de Ingezetenen uit, voor zooverre op hunne woningen of gebouwen de vereischte Wijk- cijfers en huisnummers mochten ontbreken, dit alsnog ;en die ;ijn ik- ide ■an ten jne lt= [E aC ig- >en Itz «Is er Abonnementen en Advertentiën voor dit blad worden tevens aangenomen door JAC. ATS MA, Oude Koemarkt en Mej. Wed. C. G. REITSMA, Oosterdijk, waar steeds voor belangstellenden exemplaren ter kennismaking gratis verkrijgbaar zijn. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek maken bekend, dat de Jaarmarkt of Kermis alhier dit jaar begint op Vrijdag den A2den Augustus, des morgens acht uur, om te eindigen op Vrijdag den 19den Augustus d.a.v. des morgens acht uur, en dat vóór den 21sten dier maand alle kramen, disschen, tenten enz. zullen moeten zijn afgebroken en weg geruimd. Tevens wordt herinnerd aan art. 12 der Algemeene Politie-Verordening, waarbij is bepaalddat niemand eene tent, kraam, tafel of iets dergelijks op den voor den openbaren dienst bestemden grond mag opslaan of daarop uitstallingen van goederen hebben, dan over eenkomstig de aanwijzing van den Marktmeester of, bij ontstentenis van dezen, van de Politie en na vol doening van het marktgeld. Sneek, 22 Juli 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van dek LAAN, Secretaris. Roman van A. OSKAR KLAUSZMANN. 59 XX. Vervolg. De commissaris deed de deur van de zijkamer open, waar de graanhandelaar ongeduldigd wachtend op- en neerliep. Gevolg gevende aan het vriendelijk verzoek van den beambte, trad hij over den drempel. Ongerust en aarzelend vloog zijn blik naar den hoofdcommis saris. »Wij willen uw tijd niet langer in beslag nemen, waarde heer Krause,zei Lindequist uiterst beleefd, »want de tijd van een man van zaken is altijd kost baar. Ik weet trouwens dat ik op uwe bereidwillig heid rekenen kan, als ik u op nieuw noodig heb.« Krause boog toestemmend, maar aarzelde nog heen te gaan. »Zou ik mogen vragen, mijnheer, wat het be zoek van mevrouw Deloria te beteekenen had >0, niets bijzonders. Zij deelde ons alleen mede dat zij op ’t punt stond een groote reis te ondernemen en dat Hij was blijkbaar van plan, zich daaromtrent nog verder uit te laten, en in de oogen van den graanhan delaar stond duidelijk de spanning te lezen waarmee hij daarop wachtte. Maar door het binnenkomen van een beambte bleef de hoofdcommissaris midden in zijn rede steken. De man overhandigde zijn superieur een open blad papier, en Lindequist zei, nadat hij ?t haas tig gelezen had: »Henckel telegrafeert, dat hij op grond met geen enkel woord hebben kunnen verdedigen te gen het verwijt, dat onmogelijk kon uitblijven, dat zij een in haar gesteld vertrouwen misbruikt en zich aan ondankbaarheid schuldig gemaakt had. En ’t was dan ook die nederdrukkende overtuiging, welke haar ook thans, ondanks al hare goede voornemens, de lippen sloot en haar zelfs tot eigen beschaming dwong, de oude leugen door een nieuwe te bevestigen. «Neen,* zeide zij zacht; maar zij sloeg daarbij den blik niet op tot de vraagster, en haar wangen gloeiden. Mevrouw Deloria zou de menschen al slecht hebben moeten kennen, als met het oog op die verraderlijke verschijnsels de verdenking niet ware opgekomen, dat haar beschermelinge ’t een of ander voor haar trachtte te verbergen. Haar wenkbrauwen trokken dan ook een oogenblik nog mismoediger samen en op haar gezicht trilde iets van een dier hartstochtelijke uitvallen, die Elsbeth in den laatsten tijd zoo nu en dan voor haar weldoenster hadden doen schrikken, al waren ze dan ook nooit tegen haar, maar altijd slechts tegen dezen of genen afwezigen derden persoon gericht geweest. Gedurende eenige minuten heerschte een drukkend zwijgen, waarbij het jonge meisje het kloppen van haar hart meende te hooren. Maar toen scheen mevrouw Deloria met plotseling veranderde stemming, wat bij haar niet zelden voorkwam, tot het besluit te zijn geko men, haar blijkbaar ontwaakte argwaan liever voor zich te houden, want op de meest innemende toon begon zij over iets anders te spreken en toen zij na een kort ritje het rijtuig voor het gebouw van den Rijksbank liet stilhouden, verkeerde zij, naar ’t scheen, al weder in de opgewekste stemming. van het daartoe ontvangen bevel, Hübner zoo pas ge arresteerd heeft, als verdacht, te willen vluchten. Ik moet bekennen dat ’t mij liever geweest ware, als hij daarmee nog gewacht had. Rupp zou in elk geval omzichtiger te werk zijn gegaan. Enfin, nu ’t een maal gebeurd is moeten wij er ons ook in schikken. Gij zult wel zoo goed willen zijn, mijnheer Braun, den heer rechter van instructie er dadelijk kennis van te geven.* De heer Lindequist scheen blijkbaar geheel te heb ben vergeten dat Krause nog altijd in de kamer was. Met gerimpeld voorhoofd begon hij zich te verdiepen in het bestudeeren der stukken, die vóór hem lagen en om niet te storen, verliet de graanhandelaar, na nog een oogenblik te hebben geaarzeld, zachtjes het vertrek. "Wel stak hij T hoofd nu weer wat hooger en vrijer omhoog als straks, maar de lenige frischheid en de bijna zorgelooze gerustheid, welke zich na zijn reis naar Insterburg een tijdlang op geheel zijn wezen hadden uitgedrukt, hadden hem toch weer geheel ver laten. Voor ’t oogenblik, wel is waar, had hij door een stoute manoeuvre zich den gevreesden kwelgeest van den hals geschoven en zijn sluwe berekeningen ble ken weer doeltreffend geweest. Maar hij begreep toch heel goed, dat ’t ten slotte slechts een kort uitstel van ellende was, ’t welk hij op die manier gewonnen had, en dat de man der kunstrijdster hem van nu af slechts te lastiger en te gevaarlijker zou worden, als hij van dat korte uitstel nu ook niet op de rechte wijze wist te profiteered ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 2’/a cent. Groote letters naar plaatsruimte. toen zij weder in ’t rijtuig stapte, waarin Elsbeth voor het hoofdbureau van politie op haar gewacht had. «Men heeft mij de verzekering gegeven dat men ons onderweg niet lastig zal vallen, en ik ben daarom be sloten niet pas morgen, maar reeds heden op reis te gaan.* «Heden reeds?* herhaalde Elsbeth ontsteld, dan werkelijk zoo’n haast bij, lieve tante?* «Zeker!* antwoordde mevrouw Deloria eenigszins scherp. «En ik moet bekennen mijn kind, dat ik je hou ding wel wat vreemd vind. Deze reis zou, naar ik hoopte, je een groot genoegen doen, omdat ze je in de gelegenheid stelt op de aangenaamste wijze een mooi stukje van de wereld te zien. Maar in plaats van dat, laat je ’t hoofd hangen en ziet er zoo versla gen uit, als werd je wie weet wat verschrikkelijks opgelegd. Heb je dan zoo’n groote sympathie voor deze stad, of bestaan er, ondanks je belofte, nog ge heimzinnige betrekkingen, die je hier boeien?* Elsbeth had op dit oogenblik een opene bekentenis der waarheid op de lippen. Al dat leugenachtige om haar heen en dat leelijke verstoppertje spelen, waarbij haar gedurig tegen haar zin de een of andere rol werd toebedeeld, deden haar het bewustzijn harer eigen onoprechtheid dubbel pijnlijk gevoelen. Zij verlangde vurig naar de gelegenheid eener openhartige beken tenis, als naar de bevrijding van een zwaren last. Maar toen zij de oogen opsloeg en die van mevrouw Deloria met een wantrouwend onderzoekenden, ja drei genden blik op haar gevestigd zag, ontzonk haar weder de moed. Zij kon er niet aan twijfelen, of ’t zou bij haar weldoenster de hoogste ontevredenheid opwekken, als zij haar nu vertellen ging van Rudolfs heimelijk bezoek en van de belofte, welke zij op nieuw met haar geliefde gewisseld had. En zij zou zich ook nog In een der voorgaande nummers vonden we gelegenheid ’t een en ander mede te deelen over de gebruiken van voor een eeuw bij de eerste gewichtige gebeurtenis in ’s menschen leven, zijn geboorte. Wij willen dien jeugdi gen mensch nu eens op zijn schreden volgen en zien, wat voor formaliteiten zoo al bij zijn huwelijk, zeker een niet minder plechtige stond, moesten verricht worden. Het huwelijk werd toen als een contract beschouwd, evenals later de code civil deed, welke ook van een «contrat du marage* naast «mariage* spreekt. Ook heden nog zijn er juristen, die ’t alleen als contract beschouwen, maar zij vergeten, dat een contract een verhouding is, welker regeling aan de betrokken partijen is overge laten. En, waar nu ons burgerlijk wetboek partijen geen vrijheid laat van de wettelijke bepalingen in dezen af te wijken, kan o. i. van een contract geen sprake zijn. Natuur lijk hebben wij hier niet het oog op het hu- welijks-goederen-recht, welks verhoudingen door partijen geregeld kunnen worden. Het kan niet vreemd gevonden worden, dat in een handeldrijvenden staat, als den onzen, de ouders meer de prozaische zijde van het aan staand huwelijk beschouwden, waar de ver loofden er slechts poëzie in wilden zien, overgang van rijkdom tot armoede zal toch in zulk een staat veel spoediger plaats heb ben dan elders, en de voorzichtige ouders be grepen dat maar al te zeer, waar het oorlogs rumoer niet van de lucht af was. Waren partijen het nu eens, dan werd de dag bepaald, waarop men zich op het stadhuis zou laten «aanteekenen”. Maar eerst werd den jongelui een lijst voorgelegd, in verscheiden klassen verdeeld, waarop zij zichzelf konden j aan de voordeur bevestigd mochten niet ont breken. Buren en vrienden die zich hiermede onledig hadden gehouden werden op «bruids tranen* onthaald. Dit was Rijn- of roode wijn met suiker, kaneel en specerijen, waarvan een heele voorraad werd gemaakt, omdat het ge woonte was ieder der familieleden plechtig eenige flesschen te gaan aanbieden en men voor komende gelegenheden, als geboorte enz. gaarne wat overhield. Was de trouwdag aangebroken dan toog men naar de kerk, waar het huwelijk vol trokken zou worden. Het was echter in het laatst der vorige eeuw mode om zich door een Fransch of Engelsch sprekend predikant te doen trouwen, waarvan soms het gevolg was, dat bruidegom noch bruid iets van de toespraak verstond en de koster hun een tee- ken moest geven als het tijd was om op de sacramenteele woorden van het huwelijks-for- mulier het beslissende «oui* of »yes< te zeg gen. Daarop konden zij, als zij Hervormd waren ook naar ’t stadhuis gaan, waar de commissarissen van huwelijkszaken hen tot trouw en eendracht aanspoorden en een ge tuigschrift van het voltrokken huwelijk ter hand stelden. Een jong paar van andere gezindte moest voor de commissarissen ge trouwd worden. Huwelijken niet op deze wijze voltrokken waren onwettig en werden zwaar gestraft. Een samenwoning toch van een maand werd dan met een boete van honderd gulden, van twee maanden met driehonderd, van drie maanden met zevenhonderd gulden gestraft, en zelfs kon in sommige gevallen ook nog tien jaren verbanning volgen. Huwelijken tusschen meisjes van zestien en jongens van achttien jaren werden toen in de steden zeer gewoon gevondenop ’t platte land was de norm tusschen het vijfentwintig ste en dertigste jaar. Dit valt hieruit te ver klaren, dat men in de steden beter zijn brood scheen te kunnen verdienen, terwijl de uitga ven niet grooter waren. Wel een toestand, helaas geheel verschillend van tegenwoordig, nu dikwijls bij die zeer jeugdige huwelijken niet gevraagd wordt of er wel voor twee brood zal zijn en de gemeenschap soms later voor het talrijk kroost te zorgen heeft. Maar hierin kwamen de huwelijken, welke vóór een eeuw gesloten werden, met die uit onzen tijd overeen, dat de armen er wel bij schatten. De meesten teekenden, zoo zij maar eenigszins welgesteld waren, in de eerste of twaalfduizend gulden’s-klasse om crediet te hebben en betaalden voor die eer zestig gul den, welke in de staatskas vloeiden. De Staat deed dus zijn voordeel met de ijdelheid, velen menschen eigen. Daarop ging men naar het stadhuis, of op het platteland naar den schout, waar de ver klaring werd aangeteekend, dat de contractee- rende partijen een huwelijk wilden aangaan. Te Amsterdam sprak men niet van «aanteeke- nen,” maar van «voor de roode deur gaan,” omdat de commissarissen van huwelijkszaken vroeger hun vergaderingen hielden in een ka pel van de oude kerk, welke een roode deur had. In geval het meisje nog geen twintig en de jonkman geen vijfentwintig jaren oud was werd de toestemming der ouders ver- eischt. Was de aanteekening geschied, dan werden de geboden voor de Hervormden in de kerk, voor andere gezindten op de pui van het stadhuis gedurende drie achtereen volgende Zondagen afgelezen. In Friesland zei men dan: «Zij zijn geroepen”, of «van den preekstoel gevallen”. In verband hiermede staat het gezegde: Als men van den preek stoel valt, kan men den nek breken, d. w. z. 'fluor te trouwen kan men wel ongelukkig worden. In dien tusschentijd werd de bruidschat gegeven, natuurlijk meer of minder kostbaar, naarmate bles het beter trekken kon, van ju- weelen tot een eenvoudigen ring toe. Een bij zonderheid was, dat de ring tot op den brui loftsdag aan de linkerhand gedragen dan over ging aan den duim van de rechterhand. In Friesland waren vroeger knottedoeken, knotte- doosjes of trouwkistjes in gebruik. In den knotte(knoop)doek werden geldstukken gedaan, welke de bruigom aan de bruid vereerde. Later werden twintig gekartelde dukatons (een waarde van 60) naast elkaar ge zet, welke juist pasten in het zilveren trouwkistje, dat fraai gedreven was en met de wapens van bruid en bruidegom en alle gorische figuren versierd. Het Friesch ge nootschap bezit er eenige en zij worden door de antiquaren op hoogen prijs gesteld. Ook had dan de verlovingsmaaltijd plaats, ook al weer meer of minder kostbaar, terwijl de ta fel met bloemen en gekleurd zand sierlijk werd getooid. Eerepoorten en bloemkransen R COURANT, N \inws- ns advertentieblad J 1 I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1898 | | pagina 1