HIW8- H ADVERTENTIEBLAD
ÏWR SM EJ OMSTREKEX
No. 84.
Woensdag 10 Augustus 1898.
53e Jaargang.
Uit de Raadszaal.
DE KÜNSTRIJDSTER.
l,
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’t Tramstation Sneek.
>r
aan
een 3e lid ver-
i-
En je zult
ide
Wordt vervolgd.
Roman van A.
64
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f 0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
A.
ris.
ad.
II.
a.
OSKAR KLAUSZMANN.
XXIII.
Vervolg.
kortaf. »Wat raakt mij ten slotte
Als gij lang op reis gaat, blijf
-j- ik wil met dien
alleen onder éen dak zijn en
Ik zal hier of daar wel
VERGADERING van den Gemeenteraad van
Sneek, op Zaterdag, den 6 Augustus 1898,
des namiddags te 6*/2 uur.
Aanwezig 11 leden.
Voorzitter de heer Mr. D. Alma, Burgemeester.
Ingekomen een schrijven van den heer P. Fenne-
ma, dat hij wegens uitstedigheid verhinderd is, deze
vergadering bij te wonen.
Punten van behandeling:
I. Resumtie der Notulen.
De notulen der vorige vergadering worden na lezing
onveranderd goedgekeurd.
Mededeeling van ingekomen stukken enz.
een schrijven van Ged. Staten, waarbij zij ’t adres,
betreffende ruiling van grond met de Doopsgez. ge
meente met een wijziging in de redactie terugzenden.
b. een schrijven van mej. J. Nieuwenhuis te Sneek,
dat zij hare benoeming tot onderwijzeres met acte
Fransch, aan school no. 1 aanneemt;
c. alsvoren van mej. J. Nieuwenhuis, waarin zij
eervol ontslag verzoekt uit hare tegenwoordige betrek
king als onderwijzeres aan school no. 1.
d. alsvoren van den heer F. Hoogland te Lemmer,
dat hij zijne benoeming tot onderwijzer aan school no.
3 aanneemt;
e. alsvoren van mej. W. van der Zee, te Workum,
dat zij hare benoeming tot onderwijzeres aan school
no. 1 aanneemt;
f. alsvoren van den heer R. van den Berg, dat hij
zijne benoeming tot commissaris der Muziek- en Zang
school aanneemt;
»Ja,« bevestigde zij
de heele boel ook!
ik hier toch niet langer in huis,
gluiper niet meer Cl
nu in ’t geheel niet meer,
een onderkomen vinden.«
Rudolf scheen door die op beslisten toon uitgespro
ken verklaring pijnlijk verrast; maar hij deed toch
geen poging, het oudje van haar plan af te brengen.
•Gij moet natuurlijk zelf weten, Mina, wat je te doen
staat. En daar ik je dus bij mijn terugkomst niet
meer hier zal vinden, zou ’t mogelijk kunnen zijn, dat
wij elkaar niet weer terugzien. En daarom
Zij viel hem in de rede, terwijl zij de hand op zijn
arm lei en haar gerimpeld gezicht dicht bij 't zijne
bracht. »Ik ga daarom dadelijk de wereld nog niet
uit, Rudolf, al blijf ik hier dan ook niet. Waarom
zouden we elkaar dus niet wederzien? En zoudt
ge mij nu niet willen zeggen, waar je eigenlijk heen-
reist
•Dat kan ik niet, Mina! gij hoort immers, dat dit
nog onbepaald is. Maar ik mag mij niet langer op
houden. Men wacht mij. Gij weet nu, wat gij hebt
te antwoorden als iemand naar mij vraagt.»
Hij maakte zijn arm los en liep haastig naar de
Tot benoeming van 3 leden van het College van
Zetters voor ’s Rijks directe belastingen, noodig in de
plaats van de heeren H. Rinia Kingma, P. Fennema
en J. J. Beekhuis, die 1 Januari 1899 aftreden, zullen
2 dubbeltallen aan Ged. Staten moeten worden voor
gedragen.
Tot le lid van het le drietal wordt benoemd de heer
H. Rinia Kingma met 10 stemmen. De heer J. J.
Beekhuis verkreeg 1 stem.
Tot 2e lid wordt gekozen de heer P. Fennema met
10 stemmen. De heer J. J. Beekhuis verkreeg 1 stem.
Tot 3e lid wordt gekozen de heer J. J. Beekhuis
met 10 stemmen, terwijl de heer R. Feenstra Johsz.
1 stem verkreeg.
Tot le lid van het 2e drietal wordt gekozen de heer
Th. Camphuis met 6 stemmen. Verder verkregen de
heeren D. Gorter 2, R. Feenstra Johsz. 1 en H. S. de
Vries 1 stem, terwijl 1 briefje blanco was.
Bij de eerste vrije stemming voor een 2e lid ver
kregen de heeren R. Feenstra Johsz. 5, D. Gorter 2,
H. S. de Vries 1 en T. L. Dokkum 1 stem, terwijl
1 briefje blanco was.
Bij de tweede vrije stemming werd gekozen de
heer R. Feenstra Johsz. met 8 stemmen. Verder ver
kregen de heeren Dokkum 1 en D. Gorter 1 stem,
terwijl 1 briefje blanco was.
Bij de eerste vrije stemming voor
kregen de heeren D. Gorter 4, H. S. de Vries 3,
T. L. Dokkum 2 en Boerrigter 1 stem, terwijl 1
briefje blanco was.
Bij de tweede vrije stemming verkregen de heeren
Boerrigter 1, D. Gorter 5, H. S. de Vries 2 en Dok
kum 2 stemmen, terwijl 1 briefje blanco was.
Bij de herstemming tusschen de heeren Gorter, de
Vries en Dokkum, wordt tot 3e lid benoemd de heer
D. Gorter.
V. Aanbieding der Gemeente-rekening, dienst 1897.
De Voorzitter steltvoor de gemeente-rekening met
bijlagen ten fine van onderzoek in handen te stellen
van 2 raadssectiën, de eene van 7, de andere van 6 le
den. De eerst benoemde van elke sectie is voorzitter.
Tot de eerste sectie worden benoemd de heeren:
Dokkum (Voorzitter), Veen, Beekhuis, J. Gorter, Wie-
linga, Pijttersen en Risselada.
Tot de tweede sectie worden benoemd de heeren:
D. Gorter (Voorzitter), Camphuis, Visser, v. d. Steele,
de Vries en Paehlig.
De Voorzitter deelt nog mede, dat de rekening ter
secretarie ter visie ligt.
VI. Rekening der dd. Schutterij over 1897.
De Commissie, belast met het nazien der rekeningen
en begrootingen over 1897, stelt voor deze rekening
in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van f 1202^)0
goed te keuren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform besloten.
De heer Pijttersen komt ter vergadering.
VII. Begrooting der dd. Schutterij voor 1899.
De Commissie, belast met het nazien der rekeningen
en begrootingen, stelt voor deze begrooting in ont
vang en uitgaaf tot een bedrag van f 1759 goed te
keuren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt deze begrooting
goedgekeurd.
Abonnementen en Advertentiën voor
dit blad worden tevens aangenomen door
JAC. ATSMA, Oude Koemarkt en
Mej. Wed. C. G. REITSMA,
Oosterdijk,
waar steeds voor belangstellenden exemplaren
ter kennismaking gratis verkrijgbaar zijn.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 2'/2 cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
deur. Maar nu keerde hij zich nogmaals om en zei
nog onvaster als te voren: »Gij zult ondanks je
lange dienstjaren hier in huis wel geen gelegenheid
gehad hebben, veel over te sparen, Mina. Daarom
moogt ge 't mij niet weigeren, je met deze kleine
bijdrage voor eenen onbezorgden ouden dag een be
wijs mijner toegenegenheid
Hij wilde haar zijn welgevulde beurs in de hand
drukken, maar zij stiet zijn hand met de onbegeerde
gave ruw terug. »Ik heb geen aalmoezen noodig, en
als gij meent mij iets voor mijn zwijgen te moeten
betalen, dan kent gij mij nog heel slecht, mijn jongen.
Behoud je geld maar, wie weet, of je ’t op een dag
nog niet beter kunt gebruiken als ik.«
Zij keerde hem den rug toe en ging in de keuken,
waarvan zij de deur dreunend achter zich dichtsmeet.
Het gebrek aan vertrouwen, ’t welk zij in zijn hou
ding meende te zien, had haar blijkbaar diep gekrenkt,
en daar hij voelde dat er op ’t oogenblik geen mo
gelijkheid bestond haar tevreden te stellen, volgde
hij haar niet, maar verliet stil het huis.
Den eersten besteller, dien hij buiten aantröf, stuur
de hij met een brief naar de Rijksbank. Een tweede
brief, dien hij eveneens dadelijk bij ’t aanbreken van
den dag geschreven had, wierp hij zelf in de voor ’t
ontvangen van brieven en stukken bestemde bus van
’t gerechtshuis. Het bevatte zijne verklaring, dat hij
’t hem vermaakte legaat uit de nalatenschap zijner
tante, mevrouw Wilhelmina Abt, aannam, met het
dringend verzoek, tot het bepalen eener zoo moge
lijk korten termijn voor de uitbetaling dier som.
Toen ook dat was afgedaan, keek Rudolf op zijn
horloge. Hij had nog een plicht te vervullen, die te
dringend was dan dat hij de vervulling daarvan zou
hebben kunnen uitstellen, en ondanks het vroege
te begeven. De boekhouder stond juist klaar, naar
zijn kantoor te gaan, toen Rudolf bij hem binnentrad.
Ook hij schrikte van den ongedurigen, koortsachtigen
blik van zijn onverwachten bezoeker. Maar hij trachtte
zijn ontsteltenis te verbergen en ontving zijn vriend,
dien hij sedert diens terugkomst slechts een enkele
keer gesproken had, met groote hartelijkheid, teneinde
hem de mededeeling van het doel van zijn komst,
’t welk hem wellicht hier gebracht had, te verge
makkelijken.
•Gij moet mij voor korten tijd bij je opnemen, Georg,
zei Rudolf haastig. »Slechts eenige dagen en ik
beloof dat ik je in geen enkel opzicht tot last zal
zijn, ’t Is er mij alleen maar om te doen, dat niemand
mijn verblijfplaats verneemt. Bij onze oude vriendschap
bezweer ik je, mijn verzoek niet af te slaan.»
•Mijn woning is natuurlijk tot je beschikking, zooals
alles wat ik bezit,» verzekerde Wendrich met warmte:
Je kunt hier zoo lang blijven als je verkiest.»
Rudolf drukte hem de hand, en de boekhouder
voelde met nieuwe bezorgdheid, hoe koortsachtig de
vingers van zijn vriend waren.
»Ik dank je dank je wel zeer! En je zult er
niet over praten, niet waar I Mijn vader mag in geen
geval weten, waar ik mij bevind.»
•Gij hebt dus onaangenaamheden met hem gehad
en ’t is tot een openlijke breuk tusschen je-beiden ge
komen
De assessor maakte eene afwerende beweging.
Vraag mij niet, Georg, bid ik je. Slechts zooveel
kan ik je zeggen, dat ik hem nooit weer zien wil
nooit weer
Om zeker te zijn voor goede plaat
sing der advertenties inde SNEEZER
COURANT” van Vrijdag a. s., verzoe
ken we den ingezetenen beleefd, ons
tijdig hunne opgaven te zenden.
DE UITGEVERS.
morgenuur sloeg hij langzaam den weg in naar de
woning van mevrouw Deloria. Wel had hij vooraf
beproefd, schriftelijk afscheid van Elsbeth te nemen
en haar te schrijven, dat hij wegens redenen, die zijn
geheim moesten blijven, thans van elke hoop op hunne
vereeniging voor altijd moest afzien. Maar ondanks
alle moeite en inspanning had hij juist dien brief niet
klaar kunnen krijgen. En toen hij ook het vierde
mislukte ontwerp had verscheurd, was hij tot de over
tuiging gekomen, dat T onmannelijk was, zich op zulk
eene wijze aan de hartverscheurende smart van een
laatste persoonlijke ontmoeting met het jonge meisje
te onttrekken. Zij had er recht op, de wreede ver
klaring, die den geluksdroom van haar jong hart ge
heel vernietigen zou, uit zijn eigen mond te vernemen,
en hoe onbeschrijflijk zwaar de vervulling dier treu
rige taak dan ook wezen mocht ’t was voor hem
een plicht van eer, die te vervullen.
Het toeval wilde, dat hij de vrouw, die tot nu als
werkster bij mevrouw Deloria in dienst geweest was,
op straat tegenkwam, en toen zij zag dat hij aan de
schel van de huisdeur der voormalige kunstrijdster wil
de trekken, bracht zij hem, zonder dat hij ’t vroeg,
op de hoogte van het vertrek der beide dames op
den vorigen avond. Over het doel der reis en haar
tegenwoordige verblijfplaats kon zij hem evenmin
inlichtingen geven als over den vermoedelijken duur
harer afwezigheid.
Rudolf voelde, hoe bij deze onverwachte mededee
ling de tot nu zoo manhaftig bestreden zwakte hem
met alle macht overmeesterde.
T Viel hem moeilijk de trap af te komen, en een
vreeselijke hoofdpijn begon hem te folteren terwijl hij
door de thans reeds drukker geworden straten liep,
om zich naar de woning van zijn vriend Wendrich
opneming der boeken en kas haar geheel zal kunnen worden aangenomen.
De Voorzitter merkt op, dat er in de vorige verga
dering juist uitdrukkelijk is bepaald om tijd te geven,
opdat ieder deze verordening op zijn gemak kon na
gaan en ieder schriftelijk zijne bezwaren kon indie
nen. Ook hij wil deze verordening liefst zoo spoedig
mOgelijk behandeld zien, doch heden avond zal dat niet
meer gaan; gaarne zal hij aan het verzoek voldoen
om voornoemde verordening in de eerstvolgende, nog
vóór de verplichte September-vergadering, te behan
delen.
De heer Johs Gorter zegt, dat geen der leden eenige
schriftelijke aanmerking heeft ingezonden, zoodat allen
er zich zeer zeker mee kunnen vereenigen; hij is er
voor, deze verordening heden avond nog te behande
len.
De Voorzitter zegt, eerst de punten te zullen be
handelen; mocht er dan voldoende tijd blijken te zijn,
dan zal hij nog tot behandeling der Verordening over
gaan.
3. Benoeming van een stembureau voor de verkie
zing van een lid van den Gemeenteraad.
Tengevolge het genomen ontslag als lid van den
Raad door den heer v. d. Steele, is eene verkiezing
uitgeschreven op 14 September, de stemming op 23
September en de herstemming, zoo noodig, op 3 Octo
ber a. s.
Voor dit stembureau zullen moeten worden geko
zen twee leden en twee plaatsvervangende leden,
ieder afzonderlijk te kiezen.
Voor deze en volgende benoemingen worden de
heeren Dokkum en Beekhuis tot stemopnemers aan
gewezen.
Bij de stemming van een lid verkregen de heeren
P. Fennema 7, D. Gorter 1, H. S. de Vries 1, A. Veen
Ezn 1 en J. J. Beekhuis 1 stem, zoodat tot eerste lid is
gekozen de heer P. Fennema.
Bij de eerste vrije stemming voor een 2e lid ver
kregen de heeren Beekhuis 4. D. Gorter 2, Paehlig 1,
H. S. de Vries 2 en A. Veen Ezn. 2 stemmen.
Niemand de volstrekte meerderheid verkregen heb
bende, wordt tot 2de vrije stemming overgegaan.
Hietbij verkregen de heeren Beekhuis 7, H. S. de
Vries 2, D. Gorter 1 en Paehlig 1 stem. Zoodat tot
2e lid werd gekozen de heer J. J. Beekhuis.
Bij de eerste stemming vooreen le plaatsvervangend
lid verkregen de heeren Camphuis 1, D. Gorter 4, de
Vries 2, Veen 3 en Johs. Gorter 1 stem.
Daar niemand de volstrekte meerderheid heeft ver
kregen, wordt tot tweede vrije stemming overgegaan.
Hierbij verkregen de heeren Camphuis 1, de Vries 2,
D. Gorter 5, Veen 2 en J. Gorter 1 stem.
Niemand wederom de volstrekte meerderheid ver
kregen hebbende, wordt tot herstemming overgegaan
tusschen de heeren de Vries, D. Gorter en Veen, waar
bij tot le plaatsvervangend lid wordt gekozen de
heer D. Gorter met 4 stemmen. Verder verkregen
de heeren de Vries 3 en Veen 3 stemmen, terwijl
1 briefje van onwaarde was.
Bij stemming voor een 2e plaatsvervangend lid werd
gekozen de heer A. Veen Ezn met 6 stemmen, terwijl
de heer de Vries 5 stemmen op zich vereenigde.
IV. Alsvoren van dubbeltallen voor 3 leden van
het College van Zetters.
g. proces-verbaal van
van den Gemeente-Ontvanger op 9 Juli jl.
h. een schrijven van Ged. Staten, waarbij aan R.
J. v. d. Weij, als huurder der Buma-Zathe, een huur-
vermindering van f 500,is toegestaan
i. Plan voor een veemarkt van de heeren Dokkum,
Camphuis en Risselada.
j. een schrijven van den heer Heiligers te Gro
ningen, dat hij zijne sollicitatie voor leeraar in de Hoog-
duitsche taal aan ’t Gymnasium en de Hoogere Bur
gerschool intrekt;
k. een schrijven van den heer Hazen te Groningen,
met een gewijzigde concessie-aanvrage voor ’t
leggen eener bronwater-leiding.
Verder is nog ingekomen een adres van den heer
Alle de Haas, verzoekende wegens drukke werkzaam
heden, eervol ontslag met ingang van 1 Oct. a. s. uit
zijne betrekking als onderwijzer in Tteekenen, aan de
Herhalingsschool.
Ook is nog ingekomen een schrijven van de heeren
F. Blok en F. de Wolf, dat zij wegens te late opleve
ring van het door hen aangenomen werk, verbreeding
der Kade, enz., in eene boete zijn vervallen van
23 X f 10 f 230, wat echter zijn oorzaak vindt in
te late levering van ijzerwerk, weshalve zij verzoeken
van bedoelde boete kwijtgescholden te worden.
De Voorzitter stelt voor: het eervol ontslag van
mej. Nieuwenhuis thans te behandelen en dat ontslag
met ingang van 1 September eervol te verleenen.
Wordt alzoo besloten.
Verder ’t schrijven van den heer Hazeu aan te hou
den en te behandelen, wanneer de concessie-aanvrage
om een bronwaterleiding van den heer Eijdman te Delft,
in behandeling komt;
’t adres van de heeren Blok en de Wolf in handen
te stellen van den Gemeente-Architect, ten fine van
advies:
’t plan voor een veemarkt van de heeren Dokkum,
Camphuis en Risselada met ’t voorstel daaromtrent van
de Commissie voor openbare werken, in handen te
stellen van den Gemeente-Architect, om eene bereke
ning van kosten te maken, en deze dan gelijktijdig
te behandelen en te vergelijken.
Nu de heer Heiligers zijne sollicitatie heeft inge
trokken als leeraar in de Hoogduitsche taal aan de
Hoogere Burgerschool en ’t Gymnasium en de overge
bleven sollicitant niet ’t volledig radicaal heeft, stelt
de Voorzitter voor, op advies van Ged. Staten, eene
nieuwe oproeping te doen en wel dan, wanneer de
examens achter den rug zijn, omdat er zeker dan wel
zullen zijn, die het vereischt radicaal hebben verkregen.
Verder worden de niet-gememoreerde stukken voor
kennisgeving aangenomen.
De heer Johs Gorter vraagt of het door hem heden
middag ingezondene ook nog in behandeling komt;
hierop zou hij zeer prijsstelten, daar ’t de bouwver
ordening betreft.
De Voorzitter antwoordt dat er heden zooveel pun
ten ter behandeling zijn, waardoor hij vreest dat er
geen tijd over zal blijven.
De heer Beekhuis zou er wel voor zijn, heden die
bouwverordening nog te behandelen, daar er anders
zeer zeker weder op onmogelijke plaatsen gebouwd
zal worden, hij meent dat de verordening zoo wel in
N
COURANT.