NIEUWS- EJ ADVERTENTIEBLAD YODR SNEEK ES OMSTREKEN. I I De Vereeeiré „liet Bnitonlaii." 1» i Zaterdag 13 Augustus 1838. No. 65. 53e Jaargang. FEÏÏILLKTOB. Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover ’t Tramstation Sneek. DE KÜNSTRIJDSTER. 1. te XXIV. I Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f 0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. uit- ofd- de .50. Abonnementen en Advertentiën voor dit blad worden tevens aangenomen door JAC. ATSMA, Oude Koemarkt en Mej. Wed. C. G. REITSMA, Oosterdijk, waar steeds voor belangstellenden exemplaren ter kennismaking gratis verkrijgbaar zijn. Om zeker te zijn voor goede plaat- daan voor het handelsonderwijs, omdat sing der advertenties in de „SNEEKER, COURANT” van Dinsdag a. s., verzoe ken we beleefd, tijdige toezending. DE UITGEVERS. can- is, en ADVERTENTIëN 4 cent per regel. By abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 2'/2 cent. Groote letters naar plaatsruimte. digend. Gij koestert natuurlijk den wensch, zoo spoe dig mogelijk van den zieke ontslagen te worden?* Georg Wendrich herinnerde zich de bede van zijn vriend, en hij had slechts korten tijd van beraad noo- dig om tot een besluit te komen. «Neen, dokter, ik zou hem integendeel liefst hier willen houden, aangenomen dat mijn hospita ’t goed vindt en dat gij in ’t belang van den zieke er niets tegen hebt.* »Als gij voor een bekwame pleegzuster zorgt, zou hij hier ten slotte even goed behandeld kunnen worden als elders.* Daar ook bij de goedhartige hospita een verzoek van Wendrich voldoende bleek om haar toestemming te verkrijgen voor het opnemen van den zieke, was de zaak spoedig geregeld. Alvorens de dokter heenging, stond hij nog geruimen tijd onderzoekend bij de legerstede van den zieke, dien men intusschen ontkleed en op het bed van den boekhouder gedragen had en hij luisterde, het hoofd schuddende, naar diens wonderlijke, onza- menhangende uitdrukkingen, waaronder zich zoo vaak deze herhaalde: dat hij niet ziek was en niet ziek mocht worden, zoolang hij zijn legaat niet in ontvangst genomen en zijn testament gemaakt had. Vervolgens richtte de zieke zich op ééns in zittende houding op en riep«Neen, ik heb geen deel aan de misdaad, omdat ik ’t geld aanneemxy mag immers niet arm en hulpeloos achterblijven, %ij De dokter lei de hand op zijn brandend voorhoofd, en die aanraking moest zeker een min of meer kal meerenden invloed uitoefenen, want de heftig uitgestoo- ten woorden gingen over in een zacht, onduidelijk gemompel en het arme koortsige hoofd viel weer zwaar neder in de kussens. »Er moet een eigenaardig verband met deze ziekte onnaire,” haar vragenlijst, van haar Secretaris te Amsterdam te ontbieden. Het wil mij voorkomen, dat in het handel drijvende Sneek wel jongemannen te vinden zijn, die gaarne in den handel zouden willen, maar den juisten weg niet weten. Voor hen, mits zij niet tegen het buitenland opzien, is deze Vereeniging als het ware geknipt. Zij zal, zoo mogelijk, helpen. De Nederlandsche handel en nijverheid zul len op den duur zeker door het prijzenswaar- dige streven dezer Vereeniging gebaat worden. M. C. N. Het is nu juist tien jaren geleden, dat de aan het hoofd dezes genoemde Vereeniging werd opgericht. Ze wil den buitenlandschen handel van ons vaderland ontwikkelen en nieuwe débouchés voor de nationale nijverheid openen. Inderdaad een sympathiek doel. De Vereeniging begreep, dat daarvoor noodig was jonge mannen, die in den handel hun brood wenschen te verdienen, naar het buitenland te zenden en hetzij haar moreelen, of finan- ciëelen steun te verleenen, om zoo het alge meen belang van handel en nijverheid te dienen. Dus geen persoonlijk belang mag door hare candidaten op den voorgrond gesteld worden door b.v. tijdelijk op een buitenlandsch kantoor te gaan ter voltooiing hunner handelsopleiding. Ook moet in aanmerking genomen worden, dat de Vereeniging zich ten doel stelt het Nederlandsch element in den vreemde sterker te maken en dus een vestiging in de Neder landsche koloniën niet op haar weg ligt. Zij, die door bemiddeling der Vereeniging in het buitenland willen geplaatst worden, moe ten aan verschillende vereischten voldoen. Want, het Nederlandsche element te verster ken is goed en wel, maar het is onzen Hol- landschen naam van handeldrijvend volk te na om jongemenschen, die niet op de hoogte van hun taak zijn, voort te helpen. In een der verslagen, welke de Vereeniging jaarlijks uitgeeft wordt de klacht geuit, dat het zoo jammer is, dat niet in meer plaatsen dan te Amsterdam handelsscholen bestaan en er van Rijkswege zoo heel weinig wordt ge- bestaan,* dacht dokter Wagner, toen hij de woning van den boekhouder verliet. »De waanzinnige voorstellin gen, die hem beangstigen, hebben, naar allen schijn, een reëele grondslag. Nu, wij zullen zien. In elk geval gaat mij dat als dokter niet aan.* Met somberen blik en de slappe gelaatstrekken van iemand die zware lichamelijke vermoeienissen heeft uitgestaan, keerde Frans Krause den tweeden morgen na zijn vertrek terug. De overspanning der laatste dagen moest zijn ijzeren wilskracht erg geschokt heb ben, want hij had de gelaatspieren niet meer zooals anders in zijn macht, en heel zijn uiterlijk bewees duidelijk genoeg, dat de verwachtingen, die hij zeker van die reis naar Insterburg gekoesterd had, niet ver vuld waren. Die reis was dan trouwens ook geheel vergeefsch geweest. Toen hij zich aan ’t bureau der strafgevan genis aangemeld en verlof gevraagd had, den gevan gene Stephan Malinowski te mogen spreken, was hem door den directeur in tamelijk scherp af wij zenden vorm te kennen gegeven, dat aan de vervulling van dat verzoek in de eerste dagen of weken reeds alleen daarom niet te denken viel, omdat de gevangene op ’t oogenblik zwaar ziek lag. En op de vraag naar den aard en den vermoedelijken duur dier ziekte had de directeur, die blijkbaar niet veel welwillendheid voor den bezoeker aan den dag legde, kortaf en barsch geantwoord»lk heb hoegenaamd geen reden, u der gelijke mededeelingen te doen en raad u in uw eigen belang, uw verzoek voortaan schriftelijk in te dienen en de beslissing daarop af te wachten, alvorens u de drukte en kosten van een reis naar Insterburg te ge- VERSLAG van het verhandelde in de ver gadering der Kamer van Koophandel en Fabrieken te Sneek, den 9 Augustus 1898. Tegenwoordig de h.h. J. H. Bont, Voorzitter, P. van Haga, R. Regenbogen, A. L. Hansma, M. Haga en J. Smit. Secretaris J. van Loon. Afwezig is de heer A. Dekker, met kennisgeving. Na opening der vergadering deelt de Voorzitter mede, dat de heer A. Dekker is verhinderd de ver gadering bij te wonen, weshalve de installatie van het nieuwe lid niet kan plaats hebben en zij wordt uitgesteld tot de volgende bijeenkomst. I. De notulen der vorige vergadering worden ge lezen en goedgekeurd. II. Gelezen worden de sedert uitgegane stukken, missives nos. 49—57. III. Medegedeeld worden en behandeld de volgen de ingekomen stukken: a. eene missive van den minister van W. H. en N. betreffende eene bijgevoegde aanvullingslijst der Ne- derl. Oorlogs- en Koopvaardijschepen, bijgewerkt tot 1 April 1898. Voor kennisgeving aangenomen, de aanv. lijst in het archief te plaatsen. b. eene miss. v. d. Min. van W., H. en N. betref fende de aansprakelijkheid der Spoorwegmaatschap pijen bij het vervoer van goederen, begeleidende een afschrift van de beschikking des Min. naar aanleiding van een door deze Kamer ondersteund adres van de Kamer van Kh. in de gemeente Schoterland c. a. Daar de leden voldoende kennis hebben genomen van die beschikking, waarbij verklaard wordt, dat er geene aanleiding bestaat eene wijziging van het Reglement voor het vervoer op de Spoorwegen voor te stellen, wordt besloten de missive voor kennisgeving aan te nemen. c. een schrijven van de Vereeniging »het Buiten land* te Amsterdam, in antwoord op dezerzijdsch schrijven en onder toezending van diverse verslagen, reglementen enz. der Vereeniging. Naar aanleiding van het opgemerkte in de vorige vergadering vraagt de Voorzitter, of iemand omtrent dit punt ook iets in de flauwte zag aankomen, hem niet in zijn armen had opgevangen. Met moeite kreeg hij den reeds bewus- telooze op de canapé, waar hij hem zoo gemakkelijk mogelijk neêrlei. Vervolgens deed hij de deur open en riep zijn kost vrouw. In korte woorden trachtte hij de ontstelde vrouw de zaak duidelijk te maken. Zijn vriend was, naar ’t scheen, plotseling erg ziek geworden en hij kon hem in geen geval alleen laten. Daarom moest zij zoo vriendelijk zijn, haastig een dokter te halen, wiens spoedige komst dringend noodig was. Hij gaf haar tevens het adres van dokter Wagner, van wien hij wist dat deze vroeger huisdokter bij de familie Krause ge weest was en bij wien hij dus in de eerste plaats een persoonlijke belangstelling voor den patient onderstel len kon. De hospita, een menschlievende en dienst vaardige vrouw, maakte zich zonder veel overbodige vragen dadelijk klaar om haar boodschap te verrichten, en er was nog geen half uur verloopen, toen zij, tot Wendrichs groote verlichting, reeds met den dokter terugkwam. Deze liet zich door den boekhouder alles vertellen wat hij omtrent het ziek worden van zijn vriend wist mee te deelen en begon toen met een ernstig onder zoek naar den toestand van Rudolf, wiens bewuste loosheid intusschen in een ijlende koorts scheen over gegaan, daar hij voortdurend halfluid in afgebroken, voor ’t grootste deel onverstaanbare woorden in zich zelf sprak. Het resultaat van zijn onderzoek scheen den dok ter niet te bevredigen. Hij schudde het hoofd en zeide«Een bepaalde ziekte laat zich op ’t oogenblik nog niet vaststellen, maar dit neemt niet weg dat het morgen een geheel ander aanzien kan hebben, en de totaal-indruk is in elk geval alles behalve bemoe- wachten, ook hen die practisch opgeleid willen worden om later naar het buitenland te gaan, neemt de Vereeniging onder haar hoede. Deze ADSPIRANT-CANDI- DATEN kunnen financieel gesteund worden om b.v. den reusachtigen export-handel Hamburg of den Manchester-handel in manu facturen te bestudeeren. Maar ook hun wor den voorwaarden gesteld. Zij moeten een de gelijke handels-opleiding hebben genoten en door kunde, geschiktheid en ijver uitmunten, der Vereeniging eenige malen in het jaar een rapport inzenden omtrent hun persoonlijke werkzaamheid, opdat kunne blijken in welk land zij het best zullen voldoen, en zich na afloop hunner leerjaren ter beschikking der Vereeniging stellen voor een overzeesche plaatsing of er zelf een zoeken. Doch nog verder strekken zich de bemoeiin gen van «het Buitenland* uit. Want niet alleen onbemiddelde jongelieden wil zij voorthelpen; het kan den bemiddelde aan de noodige con necties ontbreken om in het buitenland te slagen. En, omdat er in overzeesche gewes ten tallooze kooplui en ook consuls zijn, die de pogingen dezer Vereeniging steunen, kan zij voor haar beschermelingen die hun best willen doen om het Nederlandsch element in den vreemde sterker te maken, zooveel doen. Het is zeker een verblijdend teeken, dat vele kooplieden in ons vaderland zich geroe pen hebben gevoeld de Vereeniging geldelijk te helpen, een kleine ƒ5000 komt zoo ’sjaars binnen; en de Regeering steunt ook met gelijke som. Maar vreemd is het, dat b.v. zoo weinig Kamers van Koophandel, toch in de eerste plaats aangewezen om in deze van zich te doen hooren, een geldelijke tegemoet koming geven. En dit zal toch moeten ge schieden, wil de Vereeniging goed werken. Wij zijn hier nog niet zoo ver als in Frank rijk, waar eenigen tijd geleden een «office national du commerce extérieur,* is opgericht op initiatief van de Kamer van Koophandel te Parijs, welke ’sjaars frs. 125.000 zal bijdra gen, terwijl de Regeering voorloopig ’sjaars frs. 70.000 geeft. Ook zonder zulke kolossale sommen echter is wel wat te doen, zooals de Vereeniging «het Buitenland” in haar vruchtbaar tienjarig bestaan getoond heeft. Zij wil helpen, waar zij kan en stelt ieder die tot haar candidaten wil behooren in de gelegenheid haar «questi- de .1 vreemde meeste jongelieden die middelbaar onderwijs genoten hebben, juist in den handel hun brood moeten verdienen. Gelukkig echter, dat ten minste die ééne openbare handelsschool, ook in het buitenland met roem bekend is. Nu is hiermede niet gezegd, dat alleen jon gelui, die een eind-diploma der handelsschool hebben, bij de Vereeniging kunnen komen aankloppen. Neen, allen die kennis hebben van de gewone kantoorwerkzaamheden, van boekhouden en de nieuwe talen goed kunnen schrijven en spreken kunnen voor plaatsing of voor steun van de Vereeniging in aanmer king komen. Maar het is natuurlijk voor de jongelui van veel belang kennis te hebben ook van die talen, welke in het land, waar heen men wenscht te gaan, gesproken wor den. Wie naar Zuid- of Centraal-Amerika wil, moet Spaansch kennen, wie naar China gaat zoo mogelijk Chineesch, maar ook Russisch, wat, daar zoo weinig buitenlanders het kennen, altijd een voorsprong op hen geeft; wie naar Japan wil, moet zich de moeilijke studie van het Japansch getroosten, omdat men bij den plaatselijken handel in die landen steeds met inlanders in aanraking komt en het zeer nut tig is dan de tusschenkomst van derden niet noodig te hebben. Het is ook van veel be lang studie van land- en volkenkunde te maken. Zal dus talenkennis een eerste vereischte zijn voor hen, die in het buitenland hun car rière in den handel willen maken, ook waren kennis komt hun uitstekend te pas, en daar om zij eene plaatsing op een onzer groote exportkantoren of textiel-fabrieken aanbevolen. Als de Vereeniging nu ziet, dat een didaat in een en ander bedreven nuttig mede-arbeider kan zijn ter bevorde ring van haar doel, dan zal zij, zoo ge- wenscht, een renteloos voorschot verleenen om den jongeman den eersten tijd het pad in den vreemde wat te effenen, en trachten hem door haar moreelen steun aan een plaats op een kantoor te helpen. Gedurende haar tienjarig bestaan werden reeds veertig jonge mannen naar verschillende oorden der wereld uitgezonden, en zijn gedeeltelijk reeds tot hun bestemming gekomen. Maar niet alleen wil »het Buitenland” steun verleenen aan hen, die geheel toegerust zijn voor de werkzaamheden, welke hen in de den uitstootte, zoo’n onmiskenbaar bewijs van P niet langer durfde verzwijgen en t hem in De assessor het hem echter nauwelijks tijd om uit "i hij rusteloos de kamer begon op- en neer te loopen: «Neen, neen, mij scheelt bepaald niets! Waarom plaagt iedereen mij toch met mijn uitzien en met de zorg over mijn gezondheid. Ik mag thans niet ziek wezen en daarom ben ik ’t ook niet. Binnen wei nige dagen, als men mij ’t legaat zal hebben uitbe taald, dan, ja dan is ’t wat anders. Maar zóo lang moe ten mijn krachten ’t nog uithouden. En zij zullen ’t uithouden, daarvan ben ik vast overtuigd. Dit onwelzijn is slechts ’t gevolg van een doorwaakten nacht een soort katterigheid anders nietsAls ik eerst maar een paar uren geslapen heb Hij bleef midden in zijn overspannen wandeling staan en greep de leuning van een stoel. Zijn geheele lichaam schudde en hij spande zich te vergeefs in, de oogen Roman van A. OSKAR KLAUSZMANN. 65 XXIII. Vervolg. De opgewondenheid waarmee hij die laatste woor den uitstootte, was r~-'~lK:j- een ziekelijken toestand, dat Wendrich nu toch zij: vrees i’ zachte bewoordingen te kennen gaf. •E. te spreken. Hij ging gejaagd opstaan en zei, terwijl 'lij rusteloos de kamer begon op- en neer te loopen: •Neen, neen, mij scheelt bepaald niets! Waarom zorg over mijn gezondheid. Ik mag thans niet ziek nige dagen, als ten mijn krachten ’t nog uithouden. En zij zullen onwelzijn is slechts ’t gevolg ik eerst maar een paar uren geslapen heb en greep de leuning van een stoel. Zijn geheele lichaam open te houden. «Als ik geslapen zal hebben herhaalde J oogenblik bepaald ineengezakt zijn, als Wendrich, die OURANT, l hij met zware tong, en* zou op ’t zelfde f j J‘ .«i J- ïl_ --TMi J...VX --X 1—LX—I -.I.-.- j-r i i p n n _ri_ i

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1898 | | pagina 1