MEIWS- BJ ADVERTENTIEBLAD n. 5k, VOOR SU.H EU OJlSTREkia ft FWiiSTM r J Woensdag 24 Augustus 1898. No. 68. r Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’t TramstationSneek. KENNISGEVING. BEKENDMAKING. m. OUD-FRIESLAND. Binnenlandsch Nieuws. GEMEENTERAAD. DE KUNSTRIJDSTER. ?ta. XXV. Is r ibatt. >ekend gratis --- en etc., ch veel Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f 0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Gratis Kroningsmuziek. De firma M. J. H. Kessels, Kon. Ned. Fabriek van Muziekinstrumenten te Tilburg, zendt aan elke Zang- vereeniging (Gemengd Koor of Mannenkoor) op aan vrage door den president of Directeur dezer gezel schappen gratis en franco een exemplaar van «Vorstin ne van Nassauwe,” Vierstemmig koor (met Piano-be- geleiding ad. lib.) bewerkt naar het «Oude Wilhelmus'’ V b- VERKIEZING ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 2‘/2 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Friesche voortbrengselen in de vorige eeuw. Ruim honderd jaren geleden had ons gewest nog niet de helft van het tegenwoordige zie lental. Toch was er in sommige opzichten meer bloei dan tegenwoordig. Sedert 1750 werd de aardappelteelt meer al gemeen. Cichorei- en vlasbouw breidden zich uit. Nog in 1789 werd het getal Friesche schepen, dat op het buitenland voer, op 2000 geschat. In 1780 verlieten b.v. 40 nieuwe schepen de Friesche havens. Fabrieken waren er ook. In 1748 had men te Harlingen nog een 1000-tal wevers van het Harbinger of Friesche bont. Franeker telde 21 sajetfabrieken. Er waren natuurlijk vele steen- Met gelijke straf wordt gestraft hij, die wetende dat hij niet bevoegd is tot deelneming aan de verkiezing, eene voor die verkiezing ter inlevering bestemde op gave, als bedoeld bij art. 51, heeft onderteekend. Voorts maakt hij bekend dat, zoo noodig, de stem ming en de herstemming resp. zullen geschieden op Vrijdag, 23 September en Maandag, 3 October d. a. v. Sneek, den 23 Augustus 1898. De Burgemeester voornoemd, ALMA. De BURGEMEESTER der Gemeente Sneek, Brengt ter algemeene kennis, dat eene verkiezing van een lid van den Raad dezer Gemeente zal plaats hebben op Woensdag den 14 September e. k.; dat op dien dag, van des voormiddags negen uur tot des namiddags vier uur, daartoe bij hem kunnen worden ingeleverd opgaven van candidaten. Deze opgaven moeten inhouden den naam, de voor letters en de woonplaats van den Candidaat en onder teekend zijn door ten minste drie en twintig kiezers, bevoegd tot deelneming aan deze verkiezing. De tot invulling bestemde formulieren voor deze opgaven zijn kosteloos ter Secretarie dezer gemeente verkrijgbaar en wel op de gewone bureau-uren gedu rende veertien dagen vóór en op den dag der ver kiezing. De inlevering der opgaven moet geschieden per soonlijk door een of meer der personen, die haar heb ben onderteekend. De Candidaat kan daarbij tegen woordig zijn. De Burgemeester brengt hierbij in herinnering art. 151 der Kieswet, luidende als volgt Kieswet Art. 151. Hij, die eene opgave, als be doeld in art. 51 inlevert, wetende dat zij voorzien is van handteekeningen van personen, die niet bevoegd zijn tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor de inlevering geschiedt, terwijl zonder die handteekeningen geen voldoend aantal voor eene wettige opgave zou overblijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of eene geldboete van ten hoogste honderd twintig gulden. Mevrouw Deloria had te Berlijn, het eerste doel barer zoo haastig ondernomen reis, blijkbaar heel wat zaken te regelen waarbij het gezelschap van Elsbeth haar overtollig of misschien zelfs lastig toescheen. Want gedurende de eerste dagen van haar verblijf aldaar liet zij het jonge meisje bijna voortdurend alleen. Zij hadden intrek genomen in een hötel garni in ’t midden der stad, en daar Elsbeth noch moed genoeg had noch lust gevoelde, zich alleen in het drukke gewoel der straten te wagen, bleef haar gedurende die beide dagen tijd genoeg over, zich in de onge zellige eenzaamheid van het kale hotelkamertje aan haar treurige gedachten over te geven. Van het eerste onbewaakte uurtje had zij gebruik gemaakt om aan Rudolf te schrijven, maar die brief had haar met zorgen bezwaard hart geen verlichting geschonken. Zij kon het drukkend gevoel maar niet kwijtraken, dat deze scheiding niet maar eene voorbij gaande, maar eene scheiding voor eeuwig was, en nog nooit had zij zich eenzamer en ongelukkiger gevoeld als thans. Met smachtend verlangen wachtte zij op het antwoord van den geliefde, dat onmogelijk kon uitblijven, en gedurig weer telde zij de uren die volgens hare berekening tot aan de komst van zijn brief zouden moeten verloopen. Als mevrouw Deloria Zeden der Nederlanders in de 17<? eeuw. Een goede tweehonderd jaren geleden was ons land zeer machtig. Het werd door de machtigste vorsten ontzien, gevreesd en als bondgenoot begeerd. Handel en nijverheid, ook in Friesland, gingen vooruit. Maar de zeden lieten, ook in dit gewest, nog al iets te wenschen over. In het jaar 1661 zagen de Friesche Staten zich verplicht een Lands Tucht- en Werkhuis op te richten. De toenemende onveiligheid, veroorzaakt door veelvuldige luie bedelaars, va gebonden en landloopers, drong er toe. In datzelfde jaar werden er plakkaten uit gevaardigd, zoowel tegen bovengenoemd «scha- delyck geboefte,” als tegen het drukken van schandelijke en ergerlijke boeken, alsmede te gen het onbehoorlijke zuipen en slempen op de Abonnementen en Advertentiën voor dit blad worden tevens aangenomen door JAC. ATSMA, Oude Koemarkt en Mej. Wed. C. G. REITSMA, Oosterdijk, waar steeds voor belangstellenden exemplaren ter kennismaking gratis verkrijgbaar zijn. niet zoo geheel door haar eigen aangelegenheid in beslag ware genomen, dan had ’t haar onmogelijk kunnen ontsnappen, dat op de ziel van haar jonge beschermelinge iets anders drukte als een dwaas heim wee naar haar geboortestad, en daar Elsbeth hoege naamd de kunst van veinzen niet verstond, zou de waarheid dan ook al heel spoedig ontdekt zijn. Maar de voormalige kunstrijdster bespeurde van de diepe neerslachtigheid van haar «lieveling» öf werkelijk niets, öf zij wilde er niets van zien. Als zij van haar ge heimzinnige uitstapjes terugkeerde, toonde zij zich altijd buitengewoon levendig en spraakzaam. Maar de opgewektheid welke zij naar ’t uiterlijk aan den dag legde, had iets gekunste’ds. Als iemand wiens ge dachten eigenlijk niet bij ’t onderwerp zijn waarover hij spreekt, sprong zij zonder overgang van ’t eene thema öp 't andere en soms kon ’t gebeuren dat zij midden in eene drukke redeneering op eens geruimen tijd, soms wel een kwartier, totaal zweeg. Op den morgen van den derden dag na haar komst in Berlijn toonde zij zich echter, in tegenstelling met hare tot nu gevolgde houding, reeds bij ’t ontbijt buitengewoon zacht en weemoedig gestemd. Zij was opvallend stil, zuchtte gedurig en liet het bord met koud vleesch, dat zij anders met goeden eetlust wist aan te spreken, geheel onaangeroerd. Toen Elsbeth, om toch maar een gesprek aan den gang te brengen, schuchter vroeg, of zij vandaag ook nog veel in de stad te doen had, schudde zij eerst slechts zwijgend het hoofd; toen echter sprong zij eensklaps op en terwijl zij naast den stoel van het jonge meisje staan ging, sloeg zij plotseling haar arm feeder om Elsbeths hals. Wordt vervolgd. slapen, vooral als men zoo’n vermoeiende dag voor zich heeft, als wij beiden. Ga maar vóór ik zal je wel volgen.» Krause onderwierp zich zwijgend, en bij het flauwe licht van een waskaarsje, dat de graanhandelaar had opgestoken, klommen zij omhoog naar de bovenver dieping. Roman van A. OSKAR KLAUSZMANN. 68 XXIV. Vervolg. «Op ’t oogenblik zoo goed als niets. Maar ik kan er tamelijk zeker op rekenen, morgen voormiddag een paar duizend mark te ontvangen.» «Een paar duizend, dat ’s toch zeker niet letterlijk op te vatten? ’k Wil je echter een bewijs geven van mijn goeden wil. Als ’t je gelukt tegen morgen middag minstens twintig duizend mark los te krijgen, en als gij dat reisgeld eerlijk met mij deelt, dan breng ik je over de grenzen en verklaar mij bereid ginds de een of andere zaak met je te beginnen, die ons beiden, met mijn kennis van land en volk, een goed bestaan zal opleveren. Onder ééne voorwaarde echter. En die is: onvoorwaardelijke eerlijkheid! Bij de eerste leugen en arglistigheid, waarop ik je betrapte, zou ’k je zonder mis alle beenderen in ’t lichaam stuk slaan.» Alsof hij die laatste woorden in 't geheel niet ge hoord had, zei de graanhandelaar op den eerlijksten toon die hem ten dienste stond»’t Is goed ik neem uwe voorwaarden aan. Als gij morgen middag twaalf uur hier zijt, zult ge mij reisvaardig vinden.» Hübner begon te lachenmaar ’t was een lachen waaronder de andere zich nu juist niet bijzonder prettig gevoelde. «En als gij dan intusschen eens van plan veranderd en reeds een paar uren vroeger op en panfabrieken, er waren zoutkeeten en kalk branderijen. Te Harlingen vooral bloeide de scheepsbouw. Verschillende vergunningen, octrooien, werden verleend voor: nieuw uit gevonden molens, om hout-, pot- en weedasch te malen in 1700; eene azijnfabriek in 1720; eene suikerfabriek te Harlingen, 1724; eene stijfselmakerij te Franeker, 1731; eene snuif- en verfmolen te Leeuwarden, 1760; eene pa piermolen te Makkum, 176 7, eene glasblazerij aldaar, 1768; eene meekrapstoof te Leeuwar den, 1751; enz. In 1779 was het getal der (aangegeven) koeien 73589, der rieren 23519 en der paar den 23359. Deze opgave stemt echter niet best met de volgende: Door de veepest stierven in 1744 en ’45 omstreeks 123000 runderen. De uitvoer van vee bedroeg in 1778: 7732 koeien, 245 ossen, 29 bullen, 1048 kalvers, 2001 paarden, 205 enters en 400 veulens, (nam. voor zoover er passagegeld voor betaald werd.) De waarde van elke verkochte koe stelde Ypey in gewone tijden op ƒ40, een vierde vat boter op ƒ16, een schippond 300) kaas op ƒ6, een leverweide hooi op ƒ12, een ponde- maat nieuw gras op ƒ4 en de mest van eene koe in ’t jaar op ƒ3.50. In de voorspoedige jaren van 1765 tot 1779 klom de prijs der boter tot ƒ21, die der kaas tot ƒ12 en van eene koe tot ƒ60. Ook noemt Zpey de verzending van tonne- vleesch naar buiten aanzienlijk. In 1762 werden op de Friesche wagen aan- gegeven 83.200 vierdevaten boter. Prins Willem IV verklaarde in 1751 van den Frieschen handel, dat »geene provincie van ons land meer reederijen had van Smakken, Kef fen en Galjoots.« Friesland bloeide BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, brengen ter openbare kennis«dat het le Sup- pletoir-Kohier van den Hoofdelijken Omslag, dienst 1898, goedgekeurd door heeren Gedeputeerde Staten van Friesland, aan den Gemeente-Ontvanger ter invor dering is ter hand gesteld en een ieder verplicht is, zijn aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen dat een afschrift van dit Kohier vanaf 24 dezer ge durende vijf maanden ter Secretarie dezer gemeente ter inzage is nedergelegd, alle werkdagen van ’s mor gens 9 tot ’s namiddags 1 uur. Sneek, den 23 Augustus 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van deb LAAN, Secretaris. lijkmaaltijden. (Zie die stukken in het Friesch Charterboek V, 651, 653, 661 en 662). Den hoofdinhoud van het laatste willen wij hier mededeelen «De Staten van Friesland, insiende het schan- delyck en godtloos misbruick van ’t suypen en slempen, dat daeghelycks en dickmaels by de begraffenissen der dooden gepleecht wierde van allerhande soorten van menschen, en het- welcke soo groff gingh, dat menich droneken bout in het sterffhuis konde vertoeven tot 9 a 10 uyren in den avont, en haer alsdan als beesten laten nae huis leyden, nemende me- nichmael kannen en glasen onder de mantel en hoyck mede, om in het drineken niet vergeten te worden; in voegen, dat een gemeen ge woon. Red burger tot een begraffenisse van nooden hadde ten minste een aem P/2 H.L. Red.) wyns en sommige vrij wat meer, hebben, daarinne willende voorsien, den 13 Julij 1661 (op een gravamen van’t Classis van Leeuwaerden, in desen jare op het Synode al hier vergadert, voorgedragen) by openbare plac- caten laten verbieden, dat niemand voortaen, soo groot als klein, edel ofte onedel, directe off indirecte, voor off nae de begraffenisse, sal vermogen wyn, bier off stereken dranek te doen schenken bij poene van 50 goudgulden 1,40. Red.) te appliceren (bestemmen) 1/3 part voor den aanbrenger, 1/3 part voor den Officier en J/3 part voor de armenwaer mede het drineken oock een eynde heeft ge nomen.” Dit laatste schrijven van het Charterboek blijkt echter eene vrome wensch geweest te zijn. Immers, in 1683 moest ditzelfde plak kaat weer herhaald worden. reis gegaan waart? Neen, mijn waarde, zeker is zeker! ’t Is veel eenvoudiger dat ik dadelijk maar hier blijf.» Krause had niet weinig moeite zijn ontsteltenis voor den wantrouwende te verbergen. «Uw argwaan krenkt mij geheel onverdiend,» zeide hij. «En gij zult zeker wel niet op uw stuk blijven staan, als ik u zeg, dat het ongetwijfeld de verden king van mijn huishoudster zou opwekken, als ik gedurende den nacht een vreemde in mijn huis hield. Ook heb ik nog verschillende kleine toebereidselen te maken, waarbij «Waarbij mijn tegenwoordigheid je hinderlijk zou zijn, wilt ge zeggen? Nu, wat dat betreft, zult gij u bij het feit moeten nêergeven, dat gij thans geen geheimen meer voor mij moogt hebben. En overigens kunt gij op mijne stilzwijgendheid rekenen zoolang gij 't er naar maakt. En wat uw huishoudster aanbe langt, deze zal niet naar de politie loopen omdat gij een goeden vriend bij je herbergt. Met dergelijke fratsen moet je mij waarlijk niet aankomen, als ik aan je oprechtheid gelooven zal.» Zijn besluit, te blijven, was blijkbaar onwrikbaar en daar hij ’t nu in geen geval met dien gevaarlijken man te kwaad wilde krijgen, had Krause de moed niet, zijn tegenspraak nog langer voort te zetten. «Nu, mij welzeide hij. «Ik wil u geen aanleiding geven, aan mijne gastvrijheid te twijfelen. Ik heb boven een geheel gemeubeleerde slaapkamer, waarvan tot nu mijn zoon gebruik maakte, en ik stel die met alle pleizier als nachtverblijf ter uwer beschikking. Wilt gij mij toestaan u maar dadelijk naar boven te geleiden «Wel ja waarom niet!» antwoordde Hübner met hetzelfde spottend lachje. «Ik kan er in elk geval wel eens kijken. En ’t is ook laat genoeg om te gaan dus in de vorige eeuw I RCOURAN I VOOR DEN i i FA I 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1898 | | pagina 1