1001! SM ES OISTWEl
MEI WN- ES AIH EllTKvniil!L tII 4
V.
Een Derncliï ei ilel öeffltar amöt.
J
1
1.
J
Zaterdag 10 September 1898.
No. 73.
5 3e Jaargang.
m.
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover ’t Tramstation Sneek.
PAARDENMARKT TE SNEEK.
N aj aars-Paardenmarkt
aldaar, zal gehouden worden op Woensdag den 21
September e.k.
N.
L
DE KUNSTRIJDSTER.
2M i
?k-
12,
24,-
12,
12,
16
12,
24,
12,
ig-
f 225.—
75,-
3 dito
75,—
8 dito
10,12
16.04
42,
I
50,—
60,-
je af te halen.<
ken niet naar zijn wenscb gingen.
VK.
r
r
[T-
te-
oor
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek
brengen ter openbare kennis, dat de
Sneek, den 9 September 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van deb LAAN, Secretaris.
'is.
ch.
S
P<
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f 0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
12.—
12,—
6,—
1a-
- -
rijtuig had doen voorbijkomer
- 150,—
63,—
»’t Is bepaald onmogelijk, een rijtuig te krijgen,
zeide hij. »lk heb den kastelein ten slotte vijftig marl
geboden als hij zorgde voor een ellendig karretje
maar hij bleef er bij dat er in dit heele nest geen rij il
tuig meer te krijgen was. De beambten uit de berg:
werken en fabrieken profiteeren van den Zondag ni
den betaaldag om naar de naastbijgelegen grooter
stad te rijden en zich daar te amuseeren. De man za
dus wel gelijk hebben en wij zouden onze reis gehee
op het schoenmakersros moeten voortzetten, als he
toeval niet juist een i
dat ledig naar Tarnowitz terugkeert.c
»Naar Tarnowitz? Maar wat moeten we daar dai
doen L.
«Hoegenaamd niets en wij gaan er dan ook niet naa
toe, maar naar de grenzenmaar als we een eind mee
rijden besparen we ons in elk geval een vermoeiende
wandeling van minstens een uur. Ik ben in die om
streken heel goed bekend en weet waar wij moetei
uitstappen om langs den kortsten weg het grenskanl; I
toor te bereiken. De koetsier had wel is waar de on!
beschaamdheid twee daalders te eischenmaar op di<
kleine uitgaaf komt ’t je toch zeker ook niet aan.«
Een kwartier later zaten zij werkelijk in het licht*
opene rijtuig, een soort brik, zooals in die streken vee
gebruikt wordt, en een scherpe wind, die fijne, ijs
koude regendroppels meebracht, blies hen in ’t gezicht 'j
Daar de koetsier elk woord van hun gesprek had moei I
ten hooren en zij buitendien heel weinig lust hadden I
tot praten, bewaarden zij ’t stilzwijgen, totdat na ee®
rit van omstreeks vijftig minuten Hübner den arm
van den stompzinnig voor zich kijkenden knul op de» II
bok aanstootte.
«Stilhouden! Wij moeten hier uitstappen. DezHI
heer zal je de overeengekomen prijs voor ’t ritje bö j
Roman van A. OSKAR KLAUSZMANN.
72 XXVI.
Vervolg.
Dat klonk wel is waar niet heel troostrijk, maar in ’t
besef van eigen onmacht moest de graanhandelaar zich
daarmee voorloopig wel tevreden stellen. De beide
reisgenooten zochten hun klein slaapkamertje op, en
ofschoon Krause zich had voorgenomen in elk geval
zoolang wakker te blijven tot Hübner was ingeslapen,
zoo eischte het zoolang mishandelde lichaam thans
toch gebiedend zijn recht, en Krause had zich nauwe
lijks op zijn hard leger uitgestrekt, of hij lag ook reeds
in een loodzwaren, op onmacht gelijkenden slaap.
14 Aug. Op ’t jagt als boven ontbo
den, om met de Hooged.
Scheepskrijgsraadt na’s lands
oorlogschip te gaan en ver
volgens de tortuure gereet
te makenf
Een scherprechter, bah wat een mensch,
zal menigeen zeggen. Nu, in ons gezegend
land, waar de doodstraf gelukkig afgeschaft
is 'en alleen voor groote militaire misdrijven
nog bestaat, zal niemand daarom met den nek
aangezien worden. Maar in andere landen
b. v. in Frankrijk, kent ieder den naam Deib-
ler, en hoewel de man een prinselijk inkomen
heeft, zal niemand met hem willen ruilen,
maar toch moet de betrekking van beul
bekleed worden.
Hoe geheel anders echter was het nog in
den vorigen eeuw hier te lande; de doodstraf
werd betrekkelijk veelvuldig toegepast men
gaf om het leven van zijn medemensch min
der. Toch zullen er altijd misdrijven blijven,
b. v. het afloopen van een schip, waarover
streng recht gedaan moet worden.
Bekend is b. v. het schip >Nijenburg< van
de O. I. compagnie geworden, dat in Mei
Bijna gelijktijdig sloegen de beide makkers den vol
genden morgen de oogen op. Hübner keek op ’t hor
loge en was met een sprong het bed uit.
«Alle duivels reeds negen uur! Ik geloof dat gij
mij met uw slaperigheid hebt aangestoken. Wij moes
ten nu minstens al twee uren op de been zijn.<
Krause voelde een razende hoofdpijnmaar uit vrees
voor de brutale opmerkingen van den andere zei hij
er niets van, kneep de tanden op elkaar en haastte zich
met zijn toilet klaar te komen. Zij lieten zich ’t ont
bijt op hun kamer brengen, en Hübner, die daar met
gefronst voorhoofd zat, scheen over allerlei gewich
tige plannen te broeden.
Plotseling brak hij het zwijgen af met de verkla
ring: «Wij moeten maken dat we hier vandaan ko-
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bjj abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 2'/s cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
men. Als de duivel de hand in ’t spel heeft dan laat
hij onze vriend van gisterenavond vóór den tijd uit
zijn roes ontwaken en zijn verlies ontdekken. Dan ver-
keeren wij in voortdurend gevaar hem te ontmoeten
en door hem herkend te worden. Buitendien heb ik
er over nagedacht, dat wij de grenzen in geen geval
bij de naastbijzijnde overgangsplaats mogen passeeren.
De man van wien ik buiten zijn uitdrukkelijke toe
stemming den pas geleend heb, kon daar eens persoon
lijk bekend wezen, en dan waren wij natuurlijk ge
leverd. Wij zullen dus een rijtuig nemen en een
paar mijlen verder tot aan een ander grens-kantoor
rijden, waar zooiets niet meer te vreezen is. Zijt
ge klaar
«Ja. Maar misschien deed ik er beter aan, hier te
blijven. Hebt gij gisteren zelf niet gezegd, dat het to
taal onmogelijk was, zonder pas over de grenzen te
komen
«Zeker heb ik dat gezegd. Maar gij zult mij des
niettemin toch vergezellen. Met of zonder pas ik
zal er je wel over brengen.<
«En als ik ’t nu na rijp beraad beter vond die be
denkelijke poging niet te wagen
De acrobaat wierp hem een blik toe waarin Krause’s
argwaan een sombere bedreiging las. «Malligheid. Dat
hadt gij moeten bedenken alvorens wij uit Breslau ver
trokken. Thans behooren wij bij elkaar en ik voel
geen lust mij door je domheid of wellicht ook door je
achterhoudendheid in gevaar te laten brengen. Als het
tijdstip komen mocht waarop ’t beter ware dat ieder
van ons zijn eigen weg ging, zal ik ’t je wel zeggen.
Tot zoolang echter raad ik je in je eigen belang, geen
buitensprongen te doen of andere stukjes uit te halen.
Ik houd de oogen open dat zult gij al wel vol
doende gemerkt hebben. En nu ga ik een rijtuig
halen. Blijf hier zoolang boven tot ik terugkom om
Hij verliet het vertrek, terwijl Krause als gebroken
achterbleef en wanhopig de handen tegen zijn bran
dende slapen drukte. Hübner’s besliste weigering, zich
van hem te scheiden, kwam hem eene ondubbelzinnige
bevestiging voor van zijn verdenking, dat de acrobaat
slechts op eene gelegenheid wachtte, hem van zijn geld
te berooven, en zijn opgewonden geest schilderde hem
in afgrijselijke beelden bloedige gruweldaden, waarvan
niemand anders als hij zelf het ongelukkig slachtoffer
was.
En hij bezat zelfs geen wapen om zijn leven te ver
dedigen, daar de andere nog altijd de revolver, die hij
hem ontnomen had, in den zak droeg. Zoekend liet hij
zijn oogen door de kamer ronddwalen en hij voelde
bijna een blijde gewaarwording, toen hij op de venster
bank een stuk ijzer zag liggen van ongeveer een voet
lengte en meer als een duim dik, dat oorspronkelijk
voor ’t een of ander doel in den muur bevestigd ge
weest, maar er later weer uitgebroken was. Haastig,
als gold ’t zich in ’t bezit stellen van een onschat
baar kleinood, sprong hij op en maakte zich meester
van ’t verroeste stuk ijzer, om ’t onder zijn vest te ver
bergen. Hij voelde zich nu heel wat rustiger als te
voren, want hij was bij een mogelijken aanval nu niet
maar alleen aan de kracht zijner vuisten overgeleverd,
en terwijl hij nog maar eenige oogenblikken geleden in
zijn angst het denkbeeld overwogen had, zijn vreese-
lijken spitsbroeder nogmaals een deeling aan te bieden,
alleen maar om zich door dat offer van hem los te
koopen, was hij thans besloten zijn eigendom tegen
de rooflustige plannen van zijn gewelddadigen reisge
noot tot het uiterste te verdedigen.
Langer als een half uur moest hij op de terugkomst
van Hübner wachten, en het verdrietig gezicht van den
terugkomenden acrobaat bewees yoldoende dat de za-
Abonnementen en Advertentiën voor
dit blad worden tevens aangenomen door
JAC. ATSMA, Oude Koemarkt en
Mej. Wed. C. G. REITSMA,
Oosterdijk.
waar steeds voor belangstellenden exemplaren
ter kennismaking gratis verkrijgbaar zijn.
an
dere mr. Scherprechters, als
boven aan boord gegaan om
alles in gereedheid te bren
gen wat tot de executie
word vereischt, ieder 12 gld. -
OP
en
ge-
1764 in zee stak en waarop muiterij ontstond.
De daders zijn ter dood gebracht, maar hun
lot trokken zich zoowel landgenooten als vreem
delingen aan, omdat men het omtrent de plaats,
waar de strafoefeningen moesten plaats 'heb
ben, oneens was, en dit zelfs aanleiding gaf
tot een drukke briefwisseling tusschen den
Voorzitter van den Zeekrijgsraad, den Luite
nant-Admiraal Schrijver en de Gecommitteerde
Raden van het Noorderkwartier.
Het geval droeg zich alsvolgt toe. Het
schip was nog slechts enkele dagen in zee,
toen er muiterij aan boord ontstond, en da
delijk zestien gewonden vielen. Kapitein en
scheepsofficieren werden gespaard onder be
ding, dat zij het schip op een veilige plaats
zouden brengen. Ondertusschen werden kis
ten met staven goud en dukaten gevuld op
’t dek gebracht en door de matrozen broeder
lijk gedeeld. Spoedig bereikte men land en
62 man verlieten het schip. De overigen ko
zen weer zee, bouwden drie booten en be
reikten den 30 Augustus Caijenne, d. w. z. de
meesten van hen, want acht van hen waren
reeds den 14 d. t. v. op goed geluk in zee
gestoken en ook te Cayenne geland, waar
hunne verteringen en de ophelderingen dien
aangaande zoo verdacht voorkwamen, dat men
hen gevangen zette. De «Nijenburg” Kwam
daarop spoedig binnen en de matrozen wer
den gevangen genomen en door tusschenkomst
van Hunne Hoogmogenden aan de O. I. Com
pagnie uitgeleverd, en in Suriname in Oct.
1764 ter dood gebracht.
De 62 anderen waren te Rio Grande, een
Portugeesche plaats aan land gekomen en
daar eerst met onderscheiding behandeld, om
dat zij zich voor schipbreukelingen uitgaven,
die slechts hun geld gered hadden. Maar een
Portugeesch geneesheer, die Hollandsch ver
stond, verklapte hen en zoo werden zij aan
den lijve onderzocht, bij welke gelegenheid
tusschen de 26 en 27 duizend guldens te
voorschijn kwamen. Op voorspraak van de Ge
nerale Staten werden ook deze muitelingen
aan de O. I. Compagnie overgeleverd, die
voor een exemplaarlijke straf zorgde. Allen
werden n.l. naar Texel gevoerd, daar voor
een krijgsraad gebracht en bij Kijkduin op
gehangen.
De opsomming van de vergoeding aan
de beulen voor deze strafoefening betaald,
doorlezende bracht ons op ’t idee hier
over ’t een en ander mede te deelen, vooral
omdat D. van Guiskamp, een der scherp
rechters Leeuwarder en Fries was en officieel
’t ambt van beul bekleedde. Zijn collega Johan-
nis Karius was in gelijke betrekking bij den
Krijgsraad der Vereenigde Nederlanden, en
tusschen beiden was wel eenige naijver te
bespeuren. Karius werd door twee handlan
gers, de gebroeders Klijne, geholpen.
Wij zullen om der curiositeitswil de rekening
geheel afschrijven, zooals wij ze vonden, ook al
bezorgen wij daardoor misschien menig lezeres,
wat teer van zenuwen, een grieselig kwartiertje.
1764 Deklaratie van D. van Guiskamp,
Scherprechter van de Provincie Vries-
landt, wegens het scherp Examen en
Executie van de Scheèps-Krijgsraat,
in Texel vergaderd.
3 April. 3 gevangen op ’t oorlogschip gepijnigt
a 7 5 Gld. ’t stuk
1 May 1 dito op ’t bovenstaande
schip dito
wederom aan boord geweest
om nog een gevangene te
pijnigen, hoewel niets gedaan -
4 personen gehangen, voor
ieder 150 gld- 600,
1 persoon gegeesseld en ge
brandmerkt, met een strop
om den hals
1 persoon alleen gegeesseld -
Op reis van Leeuwarden na
Texel, tot op Workum aan
Vragt en drinken betaald -
Op de wederom reys van
Texel na Leeuwarden te
weeten, van Staveren tot
Leeuwarden, aan wagen
vracht en verteering betaald -
Somma f 1214,16
1764 Deklaratie van Johannis
Karius, Scherprechter van
den Hooged. gestr. Krijgs
raad der Vereen. Nederlanden.
Door order van den Hoog Ed.
Heer adm. Schrijfer en de
Hooged. Scheepskrijgsraad,
logeerende in ’t jagt van
Hoorn, leggende in ’t Nieuwe
Diep.
15 dito 2 personen getortureerd, ieder
12 guld
Wederom als boven aan boord
geweest
2 personen met de tortuure
gedreigt, ieder 6 gld.
weerom als boven aan boord
geweest
2 persoonen getortureert, ieder
12 gld
2 personen gedreigt als boven,
ieder 6 gld
17 dito Weerom aan boort geweest
als boven
1 persoon getortureert
1 persoon gedreigt
18 dito Weerom aan boord geweest
als boven
4 personen met de tortuure
gedreigt, ieder a 6 gld.
24 dito Ontbooden aan ’t jacht om
de harnassen na te zien
27 dito Weerom als boven ontbooden.
om de kruissen en galg na
te zien
31 dito Weerom met nog twee
2 persoonen van onder
levendig geradbraakt
daarna met de koorde
wurgt, ieder 250 gld. - 500,—
5 persoonen met de koorde
gestraft ter dood - 263,—
Voor ’t harnassen van 7 per
sonen, ieder 6 gld.
Voor ’t afneemen van 7 per
soonen - 100,—
Voor twee persoonen buiten
op ’t rad gezet, ieder 25 gld. -
Voor 5 persoonen buiten ge
hangen, ieder 12 gld. -
1 Sept. Weerom met nog twee an-
R COURANT.
i
ld.
CQ
O