ft
fflWS- E\ ADVEHTW1BBLM
WOK SHEEK i «JBI.
Iffl
n.
r.
It
I
Zaterdag 24 September 1898.
53e Jaargang.
No. 77.
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’t Tramstation Sneek.
BEKENDMAKING.
ion.
r
jest
nen
ver-
ikke
STAVOREN.
‘KEN NI GÉ V ING.
;ende
:eerd,
voor
1
nd.
its.
Jl
EEK.
5 ct.
Bijvoegsel behoorende bij de „Snee-
ker Courant” van Woensdag 21 Sept.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f 0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
lNT-
te-
door
L,
EEK.
onder
A.
dar is
raad
rijdster was met bloemen, gedichten en kostbare ge
schenken als overladen geworden ja op zekeren dag
had een Argentinisch planter, Deloria genaamd, door
hare bekoorlijkheden betooverd, geheel naar den vorm
aanzoek om hare hand gedaan. De man, Italiaan van
geboorte, was, zij ’t dan ook geen jongeling meer, toch
nog altijd een deftige, innemende verschijning en be
paald zeer rijk. Toen had Hübner zelf aan zijn vrouw
voorgesteld, het aanzoek van den verliefden planter
aan te nemen en met hem te trouwen, zonder eerst
lang over haar reeds bestaand huwelijk te spreken.
Waartoe zouden dan ook die omslachtige en tijdroo-
vende formaliteiten eener scheiding dienen, als hij zelf
zich met zoo’n scheiding tevreden verklaarde na
tuurlijk onder conditie, door zijne echtgenoote voor het
ten offer gebrachte huwelijksgeluk met een behoorlijke
afkoopsom schadeloos te worden gesteld. En volgens
het door hem ontwikkeld plan hadden de zaken zich
dan ook verder afgewikkeld. De Argentinische beamb
ten hadden ’t met de bewijsstukken omtrent ’t verle
den der mooie kunstrijdster zoo erg nauw niet geno
men; zij was de echtgenoote van signor Deloria ge
worden en Hübner was kort daarna in ’t bezit van een
aardig kapitaal naar Europa teruggekeerd.
De weggeloopen dochter van den eerzamen Oelser
handwerksman had zich nu voor ’t overige van haar
leven als geborgen beschouwd, maar zij had daarbij
I verschillende woningen staan de gevels van
I eens aanpalende huizen nog afgeteekend.
Vervolg.
Als ’t vermogen van een gesignaleerde vluchteling
was daarop door rechterlijke beslissing beslag gelegd,
en de eenige mogelijkheid de opheffing van die inbe
slagneming te verkrijgen bestond juist daarin, dat hij
terugkeerde en zich ter beschikking stelde om zijn
harde straf te ondergaan. Maar de aan weelde en een
goed leven gewende man had daartoe tot dusver niet
kunnen besluiten, want het tuchthuis scheen hem
bijna nog erger toe als de dood.
Nu had een toeval hem in kennis gebracht met
Estella Deloria of eigenlijk niet in de eerste plaats
met haar, maar met een man die zich in haar gezel
schap bevond, met den met een kunstmuseum reizen-
den acrobaat Hübner. De betrekkingen van dezen met
de voormalige kunstrijdster waren wel wat duister
van aardaan haar broeder echter had mevrouw De
loria op zijne vragen zonder veel omwegen de waar
heid gebiecht, zij ’t dan ook misschien alleen om hem
daardoor te waarschuwen voor onvoorzichtige uitlatin
gen in ’t bijzijn van anderen. En daaruit bleek, dat
die Hübner, die voor de wereld als een goed vriend
van haar doorging, in werkelijkheid haar rechtmatige
man was. Zij was in Brussel met hem getrouwd;
was echter ook verder onder denzelfden kunstenaars-
naam opgetreden dien zij na haar vlucht uit het
Stavoren was de eigenlijke Hoofdstad van
de Friesche Koningen en Hertogen, ofschoon
Medemblik ook mededong. Vele dier vorsten
zijn dan ook te Stavoren begraven.
Omstreeks het jaar 400 werd door Koning
Richoldis een sterk kasteel te Stavoren ge-
STEMMING
GEMEENTERAAD van SNEEK.
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek, brengt
ter openbare kennis, dat ter vervulling van eene
plaats in den Gemeenteraad op Vrijdag 23 Septem
ber e.k., van des voormiddags acht tot des namiddags
vijf uur, in de voorzaal van het gebouw der maat
schappij »Amicitia« op Leeuwenburg alhier, eene stem
ming zal plaats hebben.
De daarvoor gestelde CANDID ATEN, in alphabe-
tische volgorde, zijn:
CATE (ten) M.
OKMA (Mr. H.)
STOCKMAN (Junior) C. G.
Voorts brengt hij onder de aandacht Artikel 128
van het Wetboek van Strafrecht, luidende:
»Hij die opzettelijk zich voor een ander uitgevende,
aan eene krachtens wettelijk voorschrift uitgeschre
ven verkiezing deelneemt, wordt gestraft met gevan
genisstraf van ten hoogste een jaar.«
Sneer, den 16 September 1898.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 2’/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Sneer,
Gelet op artikel 26 der Militiewet
Brengen ter openbare kennis, dat van den 21 sten
tot en met den 28sten September e. k. ter Secretarie
dezer gemeente voor elk ter lezing zijn nedergelegd
het Inschrijvingsregister en de daaruit opgemaakte al-
phabetische Naamlijst van de in 1898 voor de lichting
der Nationale Militie van 1899 ingeschreven perso
nen en dat gedurende dien tijd tegen Register en
Lijst bij den Heer Commissaris der Koningin in deze
Provincie, op ongezegeld papier, bezwaren kunnen
worden ingebracht en tegen bewijs van ontvang bij
den Burgemeester dezer gemeente ingeleverd.
Sneek den 20 September 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
ook dat de broer van zijn vrouw in heel moeielijke
omstandigheden verkeerde, en hij twijfelde er niet aan
dat men er in slagen zou hem tot het ondergaan der
tweejarige tuchthuisstraf in Malinowski’s plaats te
bewegen, als hem daarvoor eene belooning van vijftig
duizend mark werd toegekend. Hij had alles zoo fijn
en slim tot in de kleinste bijzonderheden bedacht, dat
zijn plan ten slotte ook mevrouw Deloria heel aanne
melijk en uitvoerbaar toescheen en zij den ongelukki-
gen Johannes naar Londen komen liet.
En ofschoon hij die verschrikkelijke opdracht aan
vankelijk dan ook met ontzetting had afgewezen, allengs
toch was 't der welbespraaktheid zijner zuster gelukt,
hem tot toegeeflijkheid te stemmen. Hem, die ’t groot
ste gedeelte van zijn leven in honger en zorgen had
doorgebracht en die van de toekomst nog veel erger
te duchten had als ’t verleden hem gebracht had
hem kwam de gedachte aan ’t tuchthuis inderdaad
niet meer zoo verschrikkelijk voor, vooral omdat hij
van de inrichting van zoo’n strafgevangenis en van ’t
leven dat de gevangenen daarin lijden slechts een zeer
vage voorstelling had. Twee jaren waren dan ten slotte
ook geen eeuwigheid, en het vooruitzicht op den dag
van zijn ontslag over een vermogen van vijftigduizend
mark te beschikken had iets zoo verleidelijks, dat
daarvoor ten slotte alle twijfel en elke bedenking ver
stomden. Hij verklaarde zich bereid; en nu zaten de
5 ct.
dende
t per
een uiterste wilsbeschikking van ouderen datum gevon
den, waarbij eenige bloedverwanten van den overle
dene in ’t bezit werden gesteld der geheele nalaten
schap. Zij kwam in verzet tegen dat testament, maar
moest al heel spoedig ervaren dat het proces hoege
naamd geen kans van slagen had, en de bloedverwan
ten van haar man deden overigens zóózeer hun best,
haar ’t verblijf daar te lande zoo zuur te maken, dat
zij zich ten slotte ongerust begon te maken dat ’t die
sluwe Italianen misschien gelukken zou achter het
geheim van haar eerste huwelijk te komen en haar
daardoor in de gevangenis te brengen.
Daarom had zij dan ook alles in den steek gelaten
en was met betrekkelijk geringe middelen naar Europa
teruggekeerd, om in de eerste plaats haar verblijf te
Londen te vestigen. Zij had ook Hübner daar naar
toe laten komen, met wien zij altijd nog in zekere re
latie gebleven was en voor wien in een schuilhoek
van haar hart altijd nog eenige toegenegenheid scheen
te leven, al deed zij dan ook haar best zulks voor hem
te verbergen en ofschoon hun vroeger huwelijk alles
behalve gelukkig geweest was. Hübner had haar in
kennis gebracht met Malinowski, omdat hij op haar
bijstand rekende voor de uitvoering van een door hem
sluw ontworpen plan. Malinowski was gaarne bereid
een som van honderdduizend mark of nog meer op te
offeren, als hij daardoor de vrije beschikking over zijn
>Omtrent den jare 1200 was de stad Stavoren
nog van oude tijden af in groot gezag en
dreef zware koopmansschappen door al de ge
westen der wereld, zoo dat de inwoners door
weelde en dartelheid zelfs goud aan hunne
stoepens (denkelijk stoopen drinkkannen)
lieten slaan, waarvan zij nog genoemd worden:
De verweende kinderen van Stavoren. Eene
rijke koopvrouw verzond een schip naar Dantzig,
belastende den schipper, om van de allerkos
telijkste waren voor haar tot zijne lading weer
om te brengen. Dezelfde wederkomende, en
denkende zijne zaak wel yerricht te hebben,
kwam met weit geladen aan de stad, hetwelk
zijne koopvrouw verstaan hebbende, was daar
over te onvrede en belastte den schipper zijne
lading, die zij verstond aan bakboord ingekre
gen te hebben, aan stuurboord weder in zee
te werpen. Waarop de droogte, die men nog
het Vrouwezand noemt, voor de haven is ge
schoten, als een straffe over hunne verwaand
heid, zoodat de haven, na verloop van tijd,
noordelijker heeft moeten verlegd worden, ge
lijk zij nu nog is. En heeft gemelde stad van
dien tijd af allengskens beginnen af te nemen
tot op haren tegenwoordig en staat. Van bo
ven verhaalde koopvrouw wordt getuigd, dat
zij zich eindelijk nog met den bedelzak heeft
moeten behelpen.»
Andere schrijvers noemen nog de looze ko
renhalmen van het Vrouwezand; deze plant is
echter een soort van duinhelm.
Stavoren moet in den tijd zijner grootste
bloei een stad als Leeuwarden zijn geweest,
ofschoon dit moeilijk is aan te nemen. Wat
hiervan zij, in 1714 telde zij nog slechts 1604
inwoners, in 1748 nog 1390, in 1796 nog 1236;
in 1811 was dit getal geslonken tot op 852,
in 1830 tot op 519. Heden wonen er weer
ongeveer 800 menschen.
Nog in 1549 werd, op de vergadering der
Hanze-steden te Keulen, hare eereplaats onder
de verbondenen gehandhaafd. Maar telkens
werd de zee ondieper en konden alleen kleine
schepen de haven binnenloopen.
Het tegenwoordige Stavoren is een treurig
toonbeeld van verval. Een paar buurten, niet
ver over de honderd huizen, vertoonen de over
blijfselen van de eens met gansche rijen wo
ningen bezoomde grachten en straten. Al het
overige bestaat uit eene ledige ruimte van
voormalige huissteden, deels bleekvelden, deels
overblijfselen van vloeren, met verglaasde, af
gebrokkelde estrikken. Tegen de muren van
SNEEK. Gedachtig aan het succes van het
concours van 1891—--’92 heeft Ons Genoegen
het plan opgevat, bij genoegzame deelname,
dezen winter een Wedstrijd in de Tooneel-
speelkunst te organiseeren. De voornaamste
vereenigingen in ons land, deze kunst beoefe
nende, worden uitgenoodigd. De prijzen zullen
bestaan uit gouden en zilveren medailles, be
nevens aanzienlijke geldsommen. De heeren
J. Hou wink, dr. J. L. Chaillet, C. Brakman,
dr. K. E. W. Strootman en mr. M.C. Nijland
hebben zich welwillend bereid verklaard de
jury te vormen.
Ons Genoegen verwacht, en met recht, den
steun van het Sneeker publiek.
Er zullen vier vereenigingen optreden met
een degelijk stuk in drie bedrijven voor den
wedstrijd, gevolgd door een nastukje, dat
buiten mededinging blijft. De voorstellingen
zullen plaats hebben op vier Zondagen. (No
vemberFebruari.)
Een flink orkest zal telkens aanwezig zijn
onder leiding van den heer Gaillard.
De toegangsprijs voor de vier voorstellingen
is zeer laag gesteld, nl. op 2 gld.
We mogen er trotsch op zijn in onze stad
eene vereeniging te bezitten, die zoo iets aan
durft, en die, wat meer zegt, het recht heeft,
om zoo iets aan te durven.
We menschen Ons Genoegen een volkomen
succes.
Tot predikant bij de Geref. Gem. (B)
alhier is gisterenavond beroepen Ds. Bakker,
pred. bij de Geref. Gem. te Broek op Lan
gendij k.
Wie ’s avonds in de bus aan ’t postkan
toor een brief bezorgt, zal hebben ontwaard,
dat deze thans niet meer verlicht werdt. Voor
’t matglas, waardoor de bus uit ’t kantoor licht
ontving, is thans een scherm gehangen.
’t Is gemakkelijk te raden, waarom men
onze brieven en briefkaarten zoo plotseling in
’t duister heeft gehuld.
De aandacht werd er nl. door den C. v. P.
op gevestigd, dat ’t hoegenaamd geen moeite
kostte, zonder dat iemand ’t bemerkte, allen
voorraad uit bedoelden bak te halen. Om dit
bouwd. Dit kasteel heeft 400 jaren bestaan,
want de kronieken melden, dat het in den
jare 808 door brand is verwoest.
Dat Stavoren ook al spoedig beteekenis had
als handelsplaats, moge uit het volgende blij
ken.
Reeds tijdens het leven van Keizer Karei
den Grooten begonnen de Noormannen hunne
tochten naar de Friesche kusten. Zoo kwamen
die stoute roovers in 794 met 7 schepen, om
hier buit te behalen.
De Staverschen zochten hen op bij de Lau-
wers. Geholpen door de mannen van Ezon-
stad oudtijds eene stad aan den mond van
de Lauwers, nu Ezumazijl leverden zij den
Noormannen een bloedig pevecht. De roovers
werden verslagen.
Later kwamen de Noormannen nog telkens
weer en werden doorgaans uitstekend door de
Staversche schepen ontvangen.
In het jaar 808 rustten onze wakkere man
nen, die van Stavoren, geholpen door Bolsward
en Dokkum, zelfs een vloot van 14 schepen
uit. Zij voeren daarmede naar Denemarken
en Noorwegen, om wraak te nemen over de
geleden schade. Verscheidene stranddorpen
werden toen op die kusten verbrand.
De stadheeft, altijd meer dan de andere Friesche
steden met Holland uit te staan gehad. Van
1292 tot 1414 trachtten de Hollandsche Graven
er hun gezag te handhaven, wat hun beurte
lings ge- en mislukte. Waren de overige
Friezen afkeerig van de Hollanders, die van
Stavoren wisten door hun aansluiten bij Hol
land vele voorrechten te bedingen. Immers
verkregen zij daardoor de vrije handel met
alle plaatsen van Holland. En deze groote
voorrechten waren nog al wat waard voor
zoo’n handelsstad.
Hoe kon Stavoren, dat de derde stad van het
Hanze-verbond was, hoe kon het later zoo spoe
dig vervallen?
Andere steden, Kampen, Amsterdam, Hoorn
en Enkhuizen, kwamen op. Het Vrouwezand
maakte den toegang tot de haven lastig. Niet
tegenstaande zijne mooie ligging ging het
langzamerhand achteruit.
Hoe de stad in den tijd zijner grootste voor
spoed één rijkdom ten toon spreidde, iedere
schooljongen weet er van te verhalen. Het
verhaal van »het Vrouwtje van Stavoren»
is overal bekend. Wij willen alleen neer
schrijven, wat een oude geschiedschrijver daar
over meldt: Adam Westermannus schrijft:
COURANT.
gq
m
o
ft
I
VOOR DEN
irlM