Binnenlandse!! Nieuws.
en
den.
gewoon geworden zijn behoeftigen te bedeelen.
De Schrijver doet een beroep op ingezetenen, ge
meente- en armbestuur om met samenwerking zoo
danige middelen te beramen, dat de armen geholpen
worden, niet om zoo goedkoop mogelijk van hen
af te komen.
in de
Gym
een
N
vaa:
Cup
red<
het
due
kin<
beh
vol<
tot
1
van
van
ren
beh
den
van
den
I
schi
nier
haa
Grc
S
wej
geh
bek
heb
gen
B
boei
die
kom
»He.
(Bredanaar)
De oudste Nederlander. Wij hebben onze opwach
ting gemaakt bij den jubilaris, wiens naam in ons
geheele land, misschien ook wel daarbuiten, bekend
is, omdat hij is de oudste bewoner van Nederland.
Er zijn collega’s, die beweren, dat hij het niet lang
meer zal zijn, dat Boomgaard het niet lang meer zal
maken. Wij doen niet mee aan die voorspelling, al is
zij niet zeer gewaagd met betrekking tot iemand, die
nu 110 jaar oud is. Maar men kan niet weten.
Wat vast staat is dit, dat papa Boomgaard sinds
de laatste vier weken hard achteruitgegaan is. Zooals
men weet, waren zijne vermogens om te gaan, te hoo-
ren, te zien en ook om te denken, in de laatste jaren
zeer afgenomen. Toch was hij tot voor korten tijd wel
opgewekt. Maar in de laatste vier weken slaapt hij
verreweg het grootste gedeelte van den dag, in zijn
armstoel of op bed.
En als hij niet slaapt is zijn liefste bezigheid eten,
wat hem dan ook nog op de been houdt. Een lieve-
lingskost van den ouden man zijn gekookte eieren met
suiker, van zoetigheid was hij altijd een groot lief
hebber. Ook rookt hij weinig of in ’t geheel niet meer.
Het is bekend dat hij tot voor korten tijd nog harts
tochtelijk rookte in den regel liet hij vijf pond tabak
tegelijk halen en het is nog maar een maand geleden,
dat hij weer zulk een partij tabak opsloeg. Dat zal
ook nu wel uit zijn. Maar heelemaal uit
Het is nu juist geen mooie wensch, een 110-jarige
een lang leven op zijn verjaardag toe te wenschen,
wat wij dan ook niet doen. Maar wij hopen, dat Boom
gaard .den tijd, dat hij er nog zal zijn, voor ziekte
moge bewaard blijven.
Naar wij vernemen is een portret van den ouden
man aan H. M. de Koningin aangeboden.
N. Gr. Ct.
Tweede Kdmer. Mr. J. G. Gleichman is door H. M.
benoemd tot Voorzitter der Tweede Kamer.
Een verjaardag met gevolgen. Louise, eene 19-jarige
schoone te Groningen, had zoo’n beetje een scharre-
larijtje aangeknoopt met een heer. Maandag was zij
jarig en had natuurlijk gehoopt op een hartelijken
gelukwensch, misschien wel een cadeautje, van haar
ridder, maar ook hier werd bewezen, dat niet steeds
de liefde is bestendig van duur: de beminde man liet
niets van zich hooren. Hierover was Louise nu zóó
wanhopig, dat ze afkoeling zocht en vond in een der
grachten, naar zij zegt met het plan zich te «verdoen».
Of ze nu het water te nat en te koud of ten slotte
het sop de kool niet waard vond, nauwelijks erin riep
ze om hulp, die haar gewerd van de zijde van eenige
burgers, zoodat zij spoedig op het droge en kort daarna
in bed was, waar ze het zeker aangenamer vond dan
in het zilte nat. De liefde zal door dit nachtelijk bad
wel wat zijn bekoeld.
Bloedvergiftiging. Te Wormerveer prikte zich Woens
dag een meisje bij ongeluk met een pen in de hand.
Ofschoon de onderwijzer dadelijk er bij was om door
uitdrukken en uitzuigen van bloed en afwasschen bloed
vergiftiging te voorkomen, wilde hem dit toch niet
gelukken. De hand begon spoedig op te zetten, zoodat
geneeskundige hulp moest worden ingeroepen, waarna
weldra het gevaar geweken was.
Te veel zegen. Een echtpaar te Terneuzen, reeds met
een tiental kinderen gezegend, werd dezer dagen ver
rast door de geboorte van een drieling.
Jacht in Drente. Terwijl in Drente in de laatste jaren
telkens geklaagd werd over de schuwheid der patrijzen,
worden daarover dit jaar geen klachten vernomen en
gelukt de patrijzen-jacht zóó goed, dat drie jagers in
het jachtveld Buinen j.l. Maandag samen 46 patrijzen
doodden. Er zijn echter tal van niet volwassen patrij-
ren, die van laat uitgekomen broedsels afkomstig zijn.
Wegens de veelvuldige regens in Mei en Juni mis
lukte de teelt grootendeels, waardoor later nog weer
nieuwe jongen ter wereld kwamen en men schrijft het
daaraan toe dat er thans zooveel jonge patrijzen zijn.
Van hazen en korhoenders zijn de jachtvelden in Oos
telijk Drente schraal voorzien.
De revue op de heide nabij Renkum is uitstekend
geslaagd. Het weer was uitstekend. H.H. M.M. ver
trokken Woensdagochtend te 8 uur 45 min. per Staats
spoor uit den Haag met een zeer groot gevolg. Tegen
elf uur hield de trein te Wolfhezen stil. De troepen
nemen hunne geweren op; de duizenden en nogmaals
duizenden toeschouwers kijken ongeduldig en verlan
gend uit. Stapvoets rijdt de Koningin, fier te paard
gezeten, in een wit amozone-kleed, tusschen twee
generaals, langs het feestterrein. Een schitterende stoet
staf-officieren volgt Haar. Daarna komt een koninklijk
rijtuig, waarin Koningin Emma met eene hofdame.
In den stoet bevinden zich ook de schitterende Indi
sche vorsten.
De trom roffelt. De Koningin nadert de troepen, die
in onafzienbare rijen zijn opgesteld. Hoog steken de
Oranjevanen boven de mannen uit. De muziek van elk
nieuw regiment, dat H. M. passeerde, speelde dan het
Wilhelmus. Daarna keert H. M. langs de andere zijde
terug.
Prachtig was daarna het defileeren. Eerst het voet
volk, stapvoets, daarna de bereden troepen in draf óf
galop. Een trotsch gezicht, de schittering van die zich
fier bewegende massa’s.
Over half twee was alles afgeloopen.
Half vier kwamen H.H. M.M. in de residentie weer
aan.
Alleen de burgemeester, baron van Harinxma thqe
Slooten, deed Haar uitgeleide en ontving H.H. M.M.
weer.
gelee
lang
straa
lang,
kijkjt
groo'
de b
licht,
de n
een
SN
Ijl. W
Aa
lens.
y 4oo
Ee
van i
sche
werd
Go
12C
men
14(
Sic
O
gene
waai
rade
heer
vrag
V
ger
aan-
in
wai
ond'
is 1
eige
■v
verklaring van den dood van Johannes Beyer in han
den had, terwijl de doode in zijn cel zat te zakjes-
plakken.
Hübner had op zich genomen den valschen Mali
nowski van deze gunstige verandering in den stand
der zaak te onderrichten en met bewonderenswaardige
van
Ofschoon hun onderhoud in tegenwoordigheid
gevangenbewaarder plaats had, had hij zijr
Een noodkreet uit de heide. Onder den titel»Een
noodkreet om erbarming en hulp” heeft ds. S. C.
Kijlstrate Rottevalle eene vijfcents brochure het licht
doen zien, waarin hij onthullingen doet over de armen
verzorging op de Surhuisterveenster- en Hamsterheide.
De schrijver geeft een schetsje van de diep armoedige
levenswijze der heidebewoners en van de uiterst karige
ondersteuning, die de armen, ouden, zieken en ge-
brekkigen uit de armenkas ontvangen. En deze feiten
zegt hij, zijn niet maar eens gebeurd en nu voor
bij, maar zoo is het blijvend, jaar in, jaar uit, eiken
dag, ieder uur, nu op dit oogenblik is het zoo
zóó is men in dit deel van de gemeente Achtkarspelen
Tydelijk Voorzitter der Tweede Kamer. De eerste
zitting van dit college wordt altijd gepresideerd door
den oudste in jaren, (omdat nog geen Voorzitter be
noemd is.)
Dit jaar trof het al zeer eigenaardig. De oudste
in jaren was de jongste als Kamerlid. Het was de
heer Jansen, die Tilburg vertegenwoordigt als op
volger van mr. Bahlmann, die dit jaar in het gebouw
der Tweede Kamer ineen zakte, terwijl hij sprak.
Voor zit ter-Tweede Kamer. De 2e Kamer verkoos
het volgende drietal, waaruit H. M. eene keuze doet
1. mr. J. G. Gleichman met 87 st. (1 in blanco.)
2. mr. Veegens met 46 st., tegen 44 op ds. Donner.
3. Baron Michiels van Verduynen met 50 st., tegen
25 op ds. Donner en enkele verspreide stemmen.
DE TROONREDE.
De troonrede, heden door H. M. de Koningin in
de vereenigde zitting van de beide Kamers der Sta-
ten-Generaal uitgesproken, luidde als volgt:
Mijne Heeren
Weinige dagen zijn voorbijgegaan sedert het plech
tige oogenblik, waarop ik, na de regeering aanvaard
te hebben, in uw midden den eed aflegde en uwe hul
diging ontving.
Talloos waren de bewijzen van vaderlandsliefde en
gehechtheid aan mijn stamhuis. De herinnering daar
aan zal bij mij onuitwischbaar zijn.
Thans roept U de aanvang van het zittingjaar tot
hervatting uwer gewone werkzaamheden. Mogen zij,
onder Gods zegen, strekken tot welzijn van het Ko
ninkrijk.
De toestand van Land en Volk is in menig opzicht
bevredigend. De betrekkingen met de buitenlandsche
mogendheden blijven zeer vriendschappelijk. Met bij
zondere ingenomenheid ontving Ik het voorstel van
Z. M. den Keizer van Rusland tot het houden van eene
conferentie, waarin door vertegenwoordigers van alle
mogendheden zal worden gehandeld over beperking
der krijgstoerustingen.
In Atjeh zijn uitkomsten verkregen, die het ver
trouwen op duurzame verbetering van den staat van
zaken in die landstreek wettigen. Ik breng hulde
aan het beleid, de volharding en de heldhaftigheid
door het Nederlandsch-Indische leger en de vloot daar
bij aan den dag gelegd.
Belangrijk en veelomvattend is wederom de arbeid,
die U wacht.
Allerwegen treden vraagstukken van groote maat
schappelijke beteekenis op den voorgrond, tot welker
oplossing de wetgever geroepen wordt bij te dragen.
Voorstellen tot verzekering van werklieden tegen de
geldelijke gevolgen van ongevallen en in het belang
van het onderwijs en de bescherming der jeugd heb
ben U reeds bereikt.
In dit zittingjaar zal op den ingeslagen weg wor
den voortgegaan.
Ik hoop U ontwerpen te kunnen aanbieden tot ver
betering der woningtoestanden, tot het tegengaan
van overmatigen arbeid van volwassen mannen in fa
brieken en werkplaatsen, en tot herziening der drankwet.
Voorstellen zullen U gedaan worden betreffende
secundaire spoorwegen en tot vrijmaking van het ver
keer op de Rijks-, land- en waterwegen; voorts, wat
de Koloniën betreft, tot versterking der geldmidde
len en tot verbetering der bestuursinrichting in Ne-
derlandsch Indië, alsook tot wijziging der regeerings-
reglementen van Suriname en Curasao.
De herziening van het tarief van invoerrechten na
dert hare voltooiing.
Nog andere gewichtige ontwerpen zijn in staat van
voorbereiding.
Ik vertrouw, dat uwe beraadslagingen vruchtbaar
zullen zijn en dat door Uwen ijver en Uwe toewijding
veel tot stand zal komen ten nutte van het Vader
land en zijne overzeesche gewesten.
Ik verklaar de gewone zitting der Staten-Generaal
te zijn geopend.
Sportfeest te Clingendaal. Ongeveer 2000 personen
namen deel aan dit gisteren gehouden feest, dat de
Koningin bijwoonde. In elf afdeelingen waren de
deelnemers verdeeld: 1. Jacht- en paardrijden met
vier betrokken personen uren lang druk met elkaar te
beraadslagen om het plan van alle mogelijke kanten
te bekijken en Johannes Beyer instructies te geven
voor elk mogelijk geval.
Er werd besloten dat hij met de op den naam Hart
wig gestelde legitimatie-papieren, die Malinowski zich
verschaft had, naar Duitschland en wel direct naar
Insterburg reizen zou, om zich daar aan het tuchthuis
als Malinowski aan te melden om zijn straf te onder
gaan. Niemand kende hem daar en niemand zou zeker
op de gedachte komen, dat een ander in de plaats
van den rechtmatig veroordeelde getreden was. Eenige
dagen later zou Malinowski, vergezeld van Hübner en
mevrouw Deloria, zich onder den naam Beyer eveneens
naar Duitschland begeven. Dit was verreweg het meest
gewaagde deel van ’t geheele spel en hier lag het
gevaar van ontdekking het naast voor de hand. Maar
men was na rijpelijke overweging tot het besluit ge
komen dat ’t toch zoo gebeuren moest. De valsche
Malinowski zou dan, zoodra de inbeslagneming van
het vermogen opgeheven was, aan den waren Mali
nowski binnen korte tijdsbestekken belangrijke sommen
uit dat vermogen doen toekomen, en dat kon alleen
dan gebeuren, als de ontvanger zich op elk gewenscht
oogenblik voldoende kon legitimeeren. Daartoe echter
waren de op den naam Beyer gestelde papieren alleen
niet voldoende en Hübner beschouwde het als beslist
noodig, dat Malinowski gedurende korten tijd als Beyer
te Breslau vertoefde natuurlijk in de grootste afzon
dering om vervolgens door een regelmatig aange
vraagd verhuisbiljet het raadselachtig verdwijnen van
den echten Beyer te verklaren, dat anders vroeger of
later verdenking had moeten opwekken.
En verder kwam men tot de overtuiging, dat 't waar
schijnlijk zou opvallen, als de gevangene Malinowski
zulke aanzienlijke sommen telkens aan denzelfden per
soon deed toekomen en er werd derhalve besloten dat
mevrouw Deloria haar woonplaats eveneens te Breslau
vestigen en de een of andere onverdachte x
trachten te vinden, die er zich toe gebruiken liet het
Omdat echter de valsche Malinowski in het tuchthuis
voortdurend onderricht moest worden en omdat ’t wel
vooruit te zien was dat het onmogelijk zou zijn hem
ooit zonder getuigen te spreken, werd een volledige
eigen taal met geheime teekens afgesproken, waardoor
’t mogelijk zou zijn elkaar te begrijpen, zonder dat
iemand die niet in ’t geheim was ingewijd zelfs in
de verte de ware beteekenis vermoeden kon van de
tusschen hen gewisselde, oogenschijnlijk heel onbedui
dende uitdrukkingen.
Dat waren de grondtrekken van het plan volgens
welke het vermetele bedrog ondernomen werd en ook
volkomen gelukte. Ja, het toeval had zelfs een on
voorziene wending teweeggebracht, zooals zij voor
broeder en zuster en Hübner niet gelukkiger had kun
nen bedacht worden. Malinowski, die onder den naam
Johannes Beyer in een huis van de Matthiasstraat te
Breslau kamers gehuurd en daar een paar dagen een
kluizenaarsleven geleid had, werd door zware typhus-
koortsen aangetast, zoodat hij op aanraden van den
geroepen geneesheer naar het hospitaal der barmhar
tige broeders vervoerd moest worden en daar was
hij na verloop van eenige dagen ook gestorven. Voor
mevrouw Deloria, die hem tweemaal als haar broeder
in het ziekenhuis bezocht had, was ’t natuurlijk niet
moeilijk geweest het bedrog tot aan zijn begrafenis
vol te houden, en zoo kwam ’t dat zij de ambtelijke
3 vereenigingen2. IJssport met 48 vereenigingen
3. Watersport met 6 vereenigingen; 4. Zeilen en
roeien met 8 vereenigingen; 5. Kegelen met 13
vereenigingen6. Schermen met 16 vereenigingen
7. Wielrijden met 6 vereenigingen verderBoksen,
kaatsen, kolven, athletiek, cricket, voetbal en schieten.
Het veld, de tribunes, de hellingen der duinen,
alles was vol met rijtuigen en toeschouwers.
Een aardige zet. Toen de gouvernante, van den
tegenwoordigen Keizer Wilhelm II zich eens genood
zaakt zag, haren jeugdigen leerling eene lichamelijke
kastijding toe te dienen, zei ze«Geloof mij, Koninkl.
Hoogheid, dat datgene, wat ik u moet aandoen, mij
meer pijn doet dan u
«Zoo?” huilde de kleine Prins; »maar ook op de
zelfde plaats?”
Een groot huis. Te Rotterdam is een huis gebouwd,
dat hooger is dan de Groote Kerk te Sneek, te
Weenen heeft men een huis gebouwd, dat aan de
ark van Noach herinnert. Het bevat 1400 kamers.
Het wordt thans bewoond door 2112 personen, die
een jaarlijksche huur betalen van 100.000 florijnen-
Vruchtbaar. Twee schapen van den heer A. de
Geus Dz. te Mookhoek onder ’s Gravendeel, die in
Januari van dit jaar 5 jongen ter wereld brachten,
zijn reeds nu weer moeder van een ander vijftal lam
meren.
Naar men verneemt, bestaat het uitzicht, dat
binnenkort weer drie nieuwe krankzinnigengestichten
zullen verrijzen, namelijk een in de provincie Utrecht
nabij het Station De Bildt, een nabij Bergen op Zoom
en een nabij Gorssel. De bestaande gestichten zijn
ook meer dan vol.
Mijn waarde heer ontvanger,
Gelooft mij! ge hebt abuis,
’k Ben nooit voor dat soort briefjes,
Noch voor belasting thuis.
Ge weet, men plukt geen veeren
Van eenen kikvorsch ooit,
Zoodat voor mij die moeite
Totaal is weggegooid.
Bovenstaand kreupelvers werd dezer dagen den
ontvanger der plaatselijke belasting te Breda door
een anti-belastingbetaler, toegezonden op een Waar
schuwing.”
N
hee;
dire
Acl
voo
S.
de
15
bove
king
Inhoud van het Friesche Tijdschrift »Sljucht
Rjucht.” 24 September 1898.
Net skildich, J. P. Asman. Lietke, Jan fen ’e
Gaestmar. Oan Roel Hylkes, P. Wiersma. DeLib-
benssé, Sj. de Z. Hwa scoe dat tocht ha? T. J. B.
Koart en goed. Briefwiksel. Goeddwaen (mei plaets-
jes). D. H. Z.
Verdacht. Nu er zooveel geschreven wordt over
anarchistische complotten, houdt ook in ons land de
politie dubbelscherp toezicht.
Zoo werd Woensdagochtend te ’s Gravenhage in
een bierhuis een Zwitser aangehouden, die in de hof
stad onder verdachte omstandigheden rondzwierf.
Brand te Krommenie. Woensdagmorgen ontstond
alhier brand in een woonhuis. De brand ontstond,
’s ochtends te 5 uur, tengevolge van het uitblazen van
eene lamp. De brand greep snel om zich heen, zoo
dat de vader om de redding zijner 9 kinderen moest
denken. Drie kinderen sliepen nog boven. De vader
er dadelijk heen. Hij pakte ze. Beneden gekomen,
bemerkte hij, in plaats van 3 kinderen, 2 kinderen en
een kussen te hebben gegrepen. Het laatste kind kon
niet meer gered worden en kwam in de vlammen
om. De toestand van een der beide andere kinde
ren is nog zorgelijk.
Direct aan ’t goede adres. Men meldt dat te Oister-
wijk van een kantonrechter een gouden horloge werd
ontrold; een boer aldaar miste de geldbeurs.
De Figaro bevat een artikel, waarin de ver
siering van Amsterdam tijdens de feesten den Pa
rijzenaars ten voorbeeld wordt gesteld. Na de wijze
te hebben aangegeven, waarop men er toe komen kan,
eindigt een uit Nederland teruggekeerd kunstenaar,
wiens woorden het blad weergeeft met te zeggen:
«Misschien zullen we dan eenige kans hebben Parijs
zich van lieverlede te zien verheffen tot de hoogte
van Amsterdam.”
Kroningsfeesten in Transvaal. Ook in Transvaal
werd de troonsbestijging van Koningin Wilhelmina
feestelijk herdacht door eene optocht in de hoofdstad
op 31 Augustus. Den 2en Sept, was er soiree, den
6en een avondfeest van de Nederl. Vereeniging.
Het volgende «Kroningspraatje” stond in deRand-
post van 26 Augustus.
»Goei-morre ou-neef, hoe haat’t?
«O dankie ou vrind en jou
«Nee wat, ik is heeltemaal lekker
»En zoo is ook m’n goeie ou-vrouw.
«Maar heb jij die nieuws al vernome
«Die Queentje van Holland gaat trouw
«Ach nie, dat kan toch niet wees nie,
«Want ze het nooit nog ’n vrijer gehou.
«Dan zal ’t wat anders mot weze,
«O, machtig nou weet ik ’tal!
«Ze gaat nou die Regeering anvaarde
«Daarom maak die Hollanders bal.
«Oom Paul zal dan Holiday houwe,
«Ons mensche verheug ons daarin,
«Want Willemientje ze mot toch ook wete
«Dat ons boere klein Holland bemin.
had hem bijna verlamd, toen hij in plaats van dezen
zijn voormaligen patroon tegenover zich zag, wiens
houding ook niet den geringsten twijfel overliet, dat
ook hij hem dadelijk herkend had.
Bij het gesprek zonder getuigen, dat daarop tus
schen hen had plaats gehad, had Krause hem door
de bedreiging met een aanklacht gedwongen, alles te
bekennen, en hij had hem ten slotte beloofd te zullen
zwijgen, als hij daarvoor zijn vol aandeel ontving
van de gouden vruchten van het brutale bedrog.
Ondanks die toezegging was ’t echter van dat oogen
blik af met de rust van den ongelukkigen gevangene
gedaan geweest en de bestendige, opwindende vrees
voor ontdekking had hem reeds in een toestand van
erge zenuwachtige overspanning gebracht toen hem
door den directeur dien brief van den graanhandelaar
werd voorgelezen, waarin Krause niet minder als vijf
en zeventig duizend mark van hem verlangde. Bij ’t
aanhooren van dien brief was 't hem op eens duidelijk
geworden, dat hij die geheele vreeselijke tuchthuisstraf
te vergeefs op zich genomen had, want hij wist nu,
dat hij zich reddeloos in handen van een kebzuchtigen,
onbarmhartigen schurk bevond en dat die man hem
niet eerder met rust zou laten alvorens de laatste
penning van het groote vermogen van Malinowski in
zijn zak was overgegaan.
En onder dat bewustzijn was het laatste overblijfsel
van moed hem ontzonken. Hij had geweigerd den eisch
van Krause in te willigen, ofschoon hij wist dat daar
mee zijn lot beslist was, want reeds op dat oogenblik
was hij vast besloten de ontdekking van het bedrog
niet eerst af te wachten, maar zoo mogelijk nog op
dit oogenblik een einde aan zijn leven te maken.
Wordt vervolgd.
Laar
de
heer
persoon zou
op haar naam overmaakte geld in ontvangst te nemen
en aan i
van haar kant aan Malinowski moest ter hand stellen.
deze gunstige verandering in den stand
behendigheid had hij zich van die taak gekweten.
Ofschoon hun onderhoud in tegenwoordigheid van eene
gevangenbewaarder plaats had, had hij zijn zwager
toch van alles op de hoogte gebracht wat deze weten
moest om zijn verdere houding daarnaar iu te richten.
De gevangene wist nu dat Malinowski dood was en
dat zijn groot vermogen, waarover hij van dit oogen
blik af de vrije beschikking had, geheel aan de drie
medeplichtigen vervallen moest, als zij door de een
of andere onhandigheid zichzelven niet verrieden.
Bij een tweede bezoek had Hübner hem daarna in
kennis gesteld, dat hij in den eersten tijd met tus-
schenruimten belangrijke geldsommen moest laten over
maken aan mejuffrouw Elsbeth Löbner eene alleen
staande wees, die mevrouw Deloria enkel voor dit
doel bij zich genomen had, en van wie reeds daarom
geen verraad te duchten was, omdat zij hoegenaamd
niets vermoedde van den waren stand van zaken.
Afgescheiden van zijn slechten gezondheidstoestand,
die gedurig weer de angstige vrees bij hem deed op
komen dat hij ’t einde van zijn gevangenschap niet
beleven en dus het ongehoorde offer te vergeefs zou
gebracht hebben, had Beyer over den loop der zaken
heel goed tevreden kunnen zijn. Maar daar was op
een dag het noodlot door het bezoek van den graan
handelaar Krause over hem losgebroken. In de mee-
ning dat Hübner gekomen was om hem de een of
andere nieuwe mededeeling te doen, had de gevangene
zonder argwaan de spreekkamer betreden, en de schrik
i
mevrouw Deloria over te gevend die ’t dan
ik< -