Binnenlandse!! Nieuws. en den. gewoon geworden zijn behoeftigen te bedeelen. De Schrijver doet een beroep op ingezetenen, ge meente- en armbestuur om met samenwerking zoo danige middelen te beramen, dat de armen geholpen worden, niet om zoo goedkoop mogelijk van hen af te komen. in de Gym een N vaa: Cup red< het due kin< beh vol< tot 1 van van ren beh den van den I schi nier haa Grc S wej geh bek heb gen B boei die kom »He. (Bredanaar) De oudste Nederlander. Wij hebben onze opwach ting gemaakt bij den jubilaris, wiens naam in ons geheele land, misschien ook wel daarbuiten, bekend is, omdat hij is de oudste bewoner van Nederland. Er zijn collega’s, die beweren, dat hij het niet lang meer zal zijn, dat Boomgaard het niet lang meer zal maken. Wij doen niet mee aan die voorspelling, al is zij niet zeer gewaagd met betrekking tot iemand, die nu 110 jaar oud is. Maar men kan niet weten. Wat vast staat is dit, dat papa Boomgaard sinds de laatste vier weken hard achteruitgegaan is. Zooals men weet, waren zijne vermogens om te gaan, te hoo- ren, te zien en ook om te denken, in de laatste jaren zeer afgenomen. Toch was hij tot voor korten tijd wel opgewekt. Maar in de laatste vier weken slaapt hij verreweg het grootste gedeelte van den dag, in zijn armstoel of op bed. En als hij niet slaapt is zijn liefste bezigheid eten, wat hem dan ook nog op de been houdt. Een lieve- lingskost van den ouden man zijn gekookte eieren met suiker, van zoetigheid was hij altijd een groot lief hebber. Ook rookt hij weinig of in ’t geheel niet meer. Het is bekend dat hij tot voor korten tijd nog harts tochtelijk rookte in den regel liet hij vijf pond tabak tegelijk halen en het is nog maar een maand geleden, dat hij weer zulk een partij tabak opsloeg. Dat zal ook nu wel uit zijn. Maar heelemaal uit Het is nu juist geen mooie wensch, een 110-jarige een lang leven op zijn verjaardag toe te wenschen, wat wij dan ook niet doen. Maar wij hopen, dat Boom gaard .den tijd, dat hij er nog zal zijn, voor ziekte moge bewaard blijven. Naar wij vernemen is een portret van den ouden man aan H. M. de Koningin aangeboden. N. Gr. Ct. Tweede Kdmer. Mr. J. G. Gleichman is door H. M. benoemd tot Voorzitter der Tweede Kamer. Een verjaardag met gevolgen. Louise, eene 19-jarige schoone te Groningen, had zoo’n beetje een scharre- larijtje aangeknoopt met een heer. Maandag was zij jarig en had natuurlijk gehoopt op een hartelijken gelukwensch, misschien wel een cadeautje, van haar ridder, maar ook hier werd bewezen, dat niet steeds de liefde is bestendig van duur: de beminde man liet niets van zich hooren. Hierover was Louise nu zóó wanhopig, dat ze afkoeling zocht en vond in een der grachten, naar zij zegt met het plan zich te «verdoen». Of ze nu het water te nat en te koud of ten slotte het sop de kool niet waard vond, nauwelijks erin riep ze om hulp, die haar gewerd van de zijde van eenige burgers, zoodat zij spoedig op het droge en kort daarna in bed was, waar ze het zeker aangenamer vond dan in het zilte nat. De liefde zal door dit nachtelijk bad wel wat zijn bekoeld. Bloedvergiftiging. Te Wormerveer prikte zich Woens dag een meisje bij ongeluk met een pen in de hand. Ofschoon de onderwijzer dadelijk er bij was om door uitdrukken en uitzuigen van bloed en afwasschen bloed vergiftiging te voorkomen, wilde hem dit toch niet gelukken. De hand begon spoedig op te zetten, zoodat geneeskundige hulp moest worden ingeroepen, waarna weldra het gevaar geweken was. Te veel zegen. Een echtpaar te Terneuzen, reeds met een tiental kinderen gezegend, werd dezer dagen ver rast door de geboorte van een drieling. Jacht in Drente. Terwijl in Drente in de laatste jaren telkens geklaagd werd over de schuwheid der patrijzen, worden daarover dit jaar geen klachten vernomen en gelukt de patrijzen-jacht zóó goed, dat drie jagers in het jachtveld Buinen j.l. Maandag samen 46 patrijzen doodden. Er zijn echter tal van niet volwassen patrij- ren, die van laat uitgekomen broedsels afkomstig zijn. Wegens de veelvuldige regens in Mei en Juni mis lukte de teelt grootendeels, waardoor later nog weer nieuwe jongen ter wereld kwamen en men schrijft het daaraan toe dat er thans zooveel jonge patrijzen zijn. Van hazen en korhoenders zijn de jachtvelden in Oos telijk Drente schraal voorzien. De revue op de heide nabij Renkum is uitstekend geslaagd. Het weer was uitstekend. H.H. M.M. ver trokken Woensdagochtend te 8 uur 45 min. per Staats spoor uit den Haag met een zeer groot gevolg. Tegen elf uur hield de trein te Wolfhezen stil. De troepen nemen hunne geweren op; de duizenden en nogmaals duizenden toeschouwers kijken ongeduldig en verlan gend uit. Stapvoets rijdt de Koningin, fier te paard gezeten, in een wit amozone-kleed, tusschen twee generaals, langs het feestterrein. Een schitterende stoet staf-officieren volgt Haar. Daarna komt een koninklijk rijtuig, waarin Koningin Emma met eene hofdame. In den stoet bevinden zich ook de schitterende Indi sche vorsten. De trom roffelt. De Koningin nadert de troepen, die in onafzienbare rijen zijn opgesteld. Hoog steken de Oranjevanen boven de mannen uit. De muziek van elk nieuw regiment, dat H. M. passeerde, speelde dan het Wilhelmus. Daarna keert H. M. langs de andere zijde terug. Prachtig was daarna het defileeren. Eerst het voet volk, stapvoets, daarna de bereden troepen in draf óf galop. Een trotsch gezicht, de schittering van die zich fier bewegende massa’s. Over half twee was alles afgeloopen. Half vier kwamen H.H. M.M. in de residentie weer aan. Alleen de burgemeester, baron van Harinxma thqe Slooten, deed Haar uitgeleide en ontving H.H. M.M. weer. gelee lang straa lang, kijkjt groo' de b licht, de n een SN Ijl. W Aa lens. y 4oo Ee van i sche werd Go 12C men 14( Sic O gene waai rade heer vrag V ger aan- in wai ond' is 1 eige ■v verklaring van den dood van Johannes Beyer in han den had, terwijl de doode in zijn cel zat te zakjes- plakken. Hübner had op zich genomen den valschen Mali nowski van deze gunstige verandering in den stand der zaak te onderrichten en met bewonderenswaardige van Ofschoon hun onderhoud in tegenwoordigheid gevangenbewaarder plaats had, had hij zijr Een noodkreet uit de heide. Onder den titel»Een noodkreet om erbarming en hulp” heeft ds. S. C. Kijlstrate Rottevalle eene vijfcents brochure het licht doen zien, waarin hij onthullingen doet over de armen verzorging op de Surhuisterveenster- en Hamsterheide. De schrijver geeft een schetsje van de diep armoedige levenswijze der heidebewoners en van de uiterst karige ondersteuning, die de armen, ouden, zieken en ge- brekkigen uit de armenkas ontvangen. En deze feiten zegt hij, zijn niet maar eens gebeurd en nu voor bij, maar zoo is het blijvend, jaar in, jaar uit, eiken dag, ieder uur, nu op dit oogenblik is het zoo zóó is men in dit deel van de gemeente Achtkarspelen Tydelijk Voorzitter der Tweede Kamer. De eerste zitting van dit college wordt altijd gepresideerd door den oudste in jaren, (omdat nog geen Voorzitter be noemd is.) Dit jaar trof het al zeer eigenaardig. De oudste in jaren was de jongste als Kamerlid. Het was de heer Jansen, die Tilburg vertegenwoordigt als op volger van mr. Bahlmann, die dit jaar in het gebouw der Tweede Kamer ineen zakte, terwijl hij sprak. Voor zit ter-Tweede Kamer. De 2e Kamer verkoos het volgende drietal, waaruit H. M. eene keuze doet 1. mr. J. G. Gleichman met 87 st. (1 in blanco.) 2. mr. Veegens met 46 st., tegen 44 op ds. Donner. 3. Baron Michiels van Verduynen met 50 st., tegen 25 op ds. Donner en enkele verspreide stemmen. DE TROONREDE. De troonrede, heden door H. M. de Koningin in de vereenigde zitting van de beide Kamers der Sta- ten-Generaal uitgesproken, luidde als volgt: Mijne Heeren Weinige dagen zijn voorbijgegaan sedert het plech tige oogenblik, waarop ik, na de regeering aanvaard te hebben, in uw midden den eed aflegde en uwe hul diging ontving. Talloos waren de bewijzen van vaderlandsliefde en gehechtheid aan mijn stamhuis. De herinnering daar aan zal bij mij onuitwischbaar zijn. Thans roept U de aanvang van het zittingjaar tot hervatting uwer gewone werkzaamheden. Mogen zij, onder Gods zegen, strekken tot welzijn van het Ko ninkrijk. De toestand van Land en Volk is in menig opzicht bevredigend. De betrekkingen met de buitenlandsche mogendheden blijven zeer vriendschappelijk. Met bij zondere ingenomenheid ontving Ik het voorstel van Z. M. den Keizer van Rusland tot het houden van eene conferentie, waarin door vertegenwoordigers van alle mogendheden zal worden gehandeld over beperking der krijgstoerustingen. In Atjeh zijn uitkomsten verkregen, die het ver trouwen op duurzame verbetering van den staat van zaken in die landstreek wettigen. Ik breng hulde aan het beleid, de volharding en de heldhaftigheid door het Nederlandsch-Indische leger en de vloot daar bij aan den dag gelegd. Belangrijk en veelomvattend is wederom de arbeid, die U wacht. Allerwegen treden vraagstukken van groote maat schappelijke beteekenis op den voorgrond, tot welker oplossing de wetgever geroepen wordt bij te dragen. Voorstellen tot verzekering van werklieden tegen de geldelijke gevolgen van ongevallen en in het belang van het onderwijs en de bescherming der jeugd heb ben U reeds bereikt. In dit zittingjaar zal op den ingeslagen weg wor den voortgegaan. Ik hoop U ontwerpen te kunnen aanbieden tot ver betering der woningtoestanden, tot het tegengaan van overmatigen arbeid van volwassen mannen in fa brieken en werkplaatsen, en tot herziening der drankwet. Voorstellen zullen U gedaan worden betreffende secundaire spoorwegen en tot vrijmaking van het ver keer op de Rijks-, land- en waterwegen; voorts, wat de Koloniën betreft, tot versterking der geldmidde len en tot verbetering der bestuursinrichting in Ne- derlandsch Indië, alsook tot wijziging der regeerings- reglementen van Suriname en Curasao. De herziening van het tarief van invoerrechten na dert hare voltooiing. Nog andere gewichtige ontwerpen zijn in staat van voorbereiding. Ik vertrouw, dat uwe beraadslagingen vruchtbaar zullen zijn en dat door Uwen ijver en Uwe toewijding veel tot stand zal komen ten nutte van het Vader land en zijne overzeesche gewesten. Ik verklaar de gewone zitting der Staten-Generaal te zijn geopend. Sportfeest te Clingendaal. Ongeveer 2000 personen namen deel aan dit gisteren gehouden feest, dat de Koningin bijwoonde. In elf afdeelingen waren de deelnemers verdeeld: 1. Jacht- en paardrijden met vier betrokken personen uren lang druk met elkaar te beraadslagen om het plan van alle mogelijke kanten te bekijken en Johannes Beyer instructies te geven voor elk mogelijk geval. Er werd besloten dat hij met de op den naam Hart wig gestelde legitimatie-papieren, die Malinowski zich verschaft had, naar Duitschland en wel direct naar Insterburg reizen zou, om zich daar aan het tuchthuis als Malinowski aan te melden om zijn straf te onder gaan. Niemand kende hem daar en niemand zou zeker op de gedachte komen, dat een ander in de plaats van den rechtmatig veroordeelde getreden was. Eenige dagen later zou Malinowski, vergezeld van Hübner en mevrouw Deloria, zich onder den naam Beyer eveneens naar Duitschland begeven. Dit was verreweg het meest gewaagde deel van ’t geheele spel en hier lag het gevaar van ontdekking het naast voor de hand. Maar men was na rijpelijke overweging tot het besluit ge komen dat ’t toch zoo gebeuren moest. De valsche Malinowski zou dan, zoodra de inbeslagneming van het vermogen opgeheven was, aan den waren Mali nowski binnen korte tijdsbestekken belangrijke sommen uit dat vermogen doen toekomen, en dat kon alleen dan gebeuren, als de ontvanger zich op elk gewenscht oogenblik voldoende kon legitimeeren. Daartoe echter waren de op den naam Beyer gestelde papieren alleen niet voldoende en Hübner beschouwde het als beslist noodig, dat Malinowski gedurende korten tijd als Beyer te Breslau vertoefde natuurlijk in de grootste afzon dering om vervolgens door een regelmatig aange vraagd verhuisbiljet het raadselachtig verdwijnen van den echten Beyer te verklaren, dat anders vroeger of later verdenking had moeten opwekken. En verder kwam men tot de overtuiging, dat 't waar schijnlijk zou opvallen, als de gevangene Malinowski zulke aanzienlijke sommen telkens aan denzelfden per soon deed toekomen en er werd derhalve besloten dat mevrouw Deloria haar woonplaats eveneens te Breslau vestigen en de een of andere onverdachte x trachten te vinden, die er zich toe gebruiken liet het Omdat echter de valsche Malinowski in het tuchthuis voortdurend onderricht moest worden en omdat ’t wel vooruit te zien was dat het onmogelijk zou zijn hem ooit zonder getuigen te spreken, werd een volledige eigen taal met geheime teekens afgesproken, waardoor ’t mogelijk zou zijn elkaar te begrijpen, zonder dat iemand die niet in ’t geheim was ingewijd zelfs in de verte de ware beteekenis vermoeden kon van de tusschen hen gewisselde, oogenschijnlijk heel onbedui dende uitdrukkingen. Dat waren de grondtrekken van het plan volgens welke het vermetele bedrog ondernomen werd en ook volkomen gelukte. Ja, het toeval had zelfs een on voorziene wending teweeggebracht, zooals zij voor broeder en zuster en Hübner niet gelukkiger had kun nen bedacht worden. Malinowski, die onder den naam Johannes Beyer in een huis van de Matthiasstraat te Breslau kamers gehuurd en daar een paar dagen een kluizenaarsleven geleid had, werd door zware typhus- koortsen aangetast, zoodat hij op aanraden van den geroepen geneesheer naar het hospitaal der barmhar tige broeders vervoerd moest worden en daar was hij na verloop van eenige dagen ook gestorven. Voor mevrouw Deloria, die hem tweemaal als haar broeder in het ziekenhuis bezocht had, was ’t natuurlijk niet moeilijk geweest het bedrog tot aan zijn begrafenis vol te houden, en zoo kwam ’t dat zij de ambtelijke 3 vereenigingen2. IJssport met 48 vereenigingen 3. Watersport met 6 vereenigingen; 4. Zeilen en roeien met 8 vereenigingen; 5. Kegelen met 13 vereenigingen6. Schermen met 16 vereenigingen 7. Wielrijden met 6 vereenigingen verderBoksen, kaatsen, kolven, athletiek, cricket, voetbal en schieten. Het veld, de tribunes, de hellingen der duinen, alles was vol met rijtuigen en toeschouwers. Een aardige zet. Toen de gouvernante, van den tegenwoordigen Keizer Wilhelm II zich eens genood zaakt zag, haren jeugdigen leerling eene lichamelijke kastijding toe te dienen, zei ze«Geloof mij, Koninkl. Hoogheid, dat datgene, wat ik u moet aandoen, mij meer pijn doet dan u «Zoo?” huilde de kleine Prins; »maar ook op de zelfde plaats?” Een groot huis. Te Rotterdam is een huis gebouwd, dat hooger is dan de Groote Kerk te Sneek, te Weenen heeft men een huis gebouwd, dat aan de ark van Noach herinnert. Het bevat 1400 kamers. Het wordt thans bewoond door 2112 personen, die een jaarlijksche huur betalen van 100.000 florijnen- Vruchtbaar. Twee schapen van den heer A. de Geus Dz. te Mookhoek onder ’s Gravendeel, die in Januari van dit jaar 5 jongen ter wereld brachten, zijn reeds nu weer moeder van een ander vijftal lam meren. Naar men verneemt, bestaat het uitzicht, dat binnenkort weer drie nieuwe krankzinnigengestichten zullen verrijzen, namelijk een in de provincie Utrecht nabij het Station De Bildt, een nabij Bergen op Zoom en een nabij Gorssel. De bestaande gestichten zijn ook meer dan vol. Mijn waarde heer ontvanger, Gelooft mij! ge hebt abuis, ’k Ben nooit voor dat soort briefjes, Noch voor belasting thuis. Ge weet, men plukt geen veeren Van eenen kikvorsch ooit, Zoodat voor mij die moeite Totaal is weggegooid. Bovenstaand kreupelvers werd dezer dagen den ontvanger der plaatselijke belasting te Breda door een anti-belastingbetaler, toegezonden op een Waar schuwing.” N hee; dire Acl voo S. de 15 bove king Inhoud van het Friesche Tijdschrift »Sljucht Rjucht.” 24 September 1898. Net skildich, J. P. Asman. Lietke, Jan fen ’e Gaestmar. Oan Roel Hylkes, P. Wiersma. DeLib- benssé, Sj. de Z. Hwa scoe dat tocht ha? T. J. B. Koart en goed. Briefwiksel. Goeddwaen (mei plaets- jes). D. H. Z. Verdacht. Nu er zooveel geschreven wordt over anarchistische complotten, houdt ook in ons land de politie dubbelscherp toezicht. Zoo werd Woensdagochtend te ’s Gravenhage in een bierhuis een Zwitser aangehouden, die in de hof stad onder verdachte omstandigheden rondzwierf. Brand te Krommenie. Woensdagmorgen ontstond alhier brand in een woonhuis. De brand ontstond, ’s ochtends te 5 uur, tengevolge van het uitblazen van eene lamp. De brand greep snel om zich heen, zoo dat de vader om de redding zijner 9 kinderen moest denken. Drie kinderen sliepen nog boven. De vader er dadelijk heen. Hij pakte ze. Beneden gekomen, bemerkte hij, in plaats van 3 kinderen, 2 kinderen en een kussen te hebben gegrepen. Het laatste kind kon niet meer gered worden en kwam in de vlammen om. De toestand van een der beide andere kinde ren is nog zorgelijk. Direct aan ’t goede adres. Men meldt dat te Oister- wijk van een kantonrechter een gouden horloge werd ontrold; een boer aldaar miste de geldbeurs. De Figaro bevat een artikel, waarin de ver siering van Amsterdam tijdens de feesten den Pa rijzenaars ten voorbeeld wordt gesteld. Na de wijze te hebben aangegeven, waarop men er toe komen kan, eindigt een uit Nederland teruggekeerd kunstenaar, wiens woorden het blad weergeeft met te zeggen: «Misschien zullen we dan eenige kans hebben Parijs zich van lieverlede te zien verheffen tot de hoogte van Amsterdam.” Kroningsfeesten in Transvaal. Ook in Transvaal werd de troonsbestijging van Koningin Wilhelmina feestelijk herdacht door eene optocht in de hoofdstad op 31 Augustus. Den 2en Sept, was er soiree, den 6en een avondfeest van de Nederl. Vereeniging. Het volgende «Kroningspraatje” stond in deRand- post van 26 Augustus. »Goei-morre ou-neef, hoe haat’t? «O dankie ou vrind en jou «Nee wat, ik is heeltemaal lekker »En zoo is ook m’n goeie ou-vrouw. «Maar heb jij die nieuws al vernome «Die Queentje van Holland gaat trouw «Ach nie, dat kan toch niet wees nie, «Want ze het nooit nog ’n vrijer gehou. «Dan zal ’t wat anders mot weze, «O, machtig nou weet ik ’tal! «Ze gaat nou die Regeering anvaarde «Daarom maak die Hollanders bal. «Oom Paul zal dan Holiday houwe, «Ons mensche verheug ons daarin, «Want Willemientje ze mot toch ook wete «Dat ons boere klein Holland bemin. had hem bijna verlamd, toen hij in plaats van dezen zijn voormaligen patroon tegenover zich zag, wiens houding ook niet den geringsten twijfel overliet, dat ook hij hem dadelijk herkend had. Bij het gesprek zonder getuigen, dat daarop tus schen hen had plaats gehad, had Krause hem door de bedreiging met een aanklacht gedwongen, alles te bekennen, en hij had hem ten slotte beloofd te zullen zwijgen, als hij daarvoor zijn vol aandeel ontving van de gouden vruchten van het brutale bedrog. Ondanks die toezegging was ’t echter van dat oogen blik af met de rust van den ongelukkigen gevangene gedaan geweest en de bestendige, opwindende vrees voor ontdekking had hem reeds in een toestand van erge zenuwachtige overspanning gebracht toen hem door den directeur dien brief van den graanhandelaar werd voorgelezen, waarin Krause niet minder als vijf en zeventig duizend mark van hem verlangde. Bij ’t aanhooren van dien brief was 't hem op eens duidelijk geworden, dat hij die geheele vreeselijke tuchthuisstraf te vergeefs op zich genomen had, want hij wist nu, dat hij zich reddeloos in handen van een kebzuchtigen, onbarmhartigen schurk bevond en dat die man hem niet eerder met rust zou laten alvorens de laatste penning van het groote vermogen van Malinowski in zijn zak was overgegaan. En onder dat bewustzijn was het laatste overblijfsel van moed hem ontzonken. Hij had geweigerd den eisch van Krause in te willigen, ofschoon hij wist dat daar mee zijn lot beslist was, want reeds op dat oogenblik was hij vast besloten de ontdekking van het bedrog niet eerst af te wachten, maar zoo mogelijk nog op dit oogenblik een einde aan zijn leven te maken. Wordt vervolgd. Laar de heer persoon zou op haar naam overmaakte geld in ontvangst te nemen en aan i van haar kant aan Malinowski moest ter hand stellen. deze gunstige verandering in den stand behendigheid had hij zich van die taak gekweten. Ofschoon hun onderhoud in tegenwoordigheid van eene gevangenbewaarder plaats had, had hij zijn zwager toch van alles op de hoogte gebracht wat deze weten moest om zijn verdere houding daarnaar iu te richten. De gevangene wist nu dat Malinowski dood was en dat zijn groot vermogen, waarover hij van dit oogen blik af de vrije beschikking had, geheel aan de drie medeplichtigen vervallen moest, als zij door de een of andere onhandigheid zichzelven niet verrieden. Bij een tweede bezoek had Hübner hem daarna in kennis gesteld, dat hij in den eersten tijd met tus- schenruimten belangrijke geldsommen moest laten over maken aan mejuffrouw Elsbeth Löbner eene alleen staande wees, die mevrouw Deloria enkel voor dit doel bij zich genomen had, en van wie reeds daarom geen verraad te duchten was, omdat zij hoegenaamd niets vermoedde van den waren stand van zaken. Afgescheiden van zijn slechten gezondheidstoestand, die gedurig weer de angstige vrees bij hem deed op komen dat hij ’t einde van zijn gevangenschap niet beleven en dus het ongehoorde offer te vergeefs zou gebracht hebben, had Beyer over den loop der zaken heel goed tevreden kunnen zijn. Maar daar was op een dag het noodlot door het bezoek van den graan handelaar Krause over hem losgebroken. In de mee- ning dat Hübner gekomen was om hem de een of andere nieuwe mededeeling te doen, had de gevangene zonder argwaan de spreekkamer betreden, en de schrik i mevrouw Deloria over te gevend die ’t dan ik< -

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1898 | | pagina 2