k,
81EUWS- Ea AIIÏEKTEÏÏIEBLJI)
looi! SAElik ES MSÏIIEEEJ.
VERKIEZING
53e Jaargang.
No. 30.
Woensdag 5 October 1898.
in dit blad
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover ’t Tramstation Sneek.
»N.
BEKENDMAKING.
KENNISGEVING.
Loting voor de Nationale Militie.
U I T L O T I N G.
DE KUNSTRIJDSTER.
TIJDTAFEL VAN SNEEK.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
ge-
e
XXXII.
(Slot volgt.)
end.
atis.
stukki
medeplichtigen” draagt, is de door den moordenaar
luidt in hare door de zwakte van den zieke
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f 0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
bundel
»Krause
1417.
1427.
Frederik van
Staatsche benden,
gevangen genomen.
onder Oranje
Bronkhorst bezet de
In ’t zelfde jaar
Toch komt nog
L
s,
1.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek
herinneren, naar aanleiding van artikel 18 der wet van
4 December 1872 (Staatsblad no. 134), de ingezetenen,
dat steeds aan degenen, die zich daarvoor aanmel
den ter secretarie der gemeente, gelegenheid wordt
gegeven tot kostelooxe inenting en herinenting.
Sneek, den 4 October 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
:ent.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Snebk maken bekend, dat zijn uitgeloot:
Van de Geldleening groot f 289000, aangegaan in
van Leden der Kamer van Koophandel en
Fabrieken te Sneek.
niet dadelijk vond, bespaarde ik mij ook dit tot later
en verliet de woning, den sleutel der gangdeur zorg
vuldig bij mij stekende.
Een kwartiertje nagenoeg redeneerde ik zoo bedaard
mogelijk met den in de benedenverdieping wonenden
kruidenier. Vervolgens begaf ik mij naar mijn woning,
haalde daar den reeds gepakten handkoffer af en reed
met den trein naar een op eenige mijlen van Breslau
gelegen station, waar ik met alle plaatselijke toestan
den volkomen op de hoogte ben. Op een afgelegen
plekje veranderde ik mijn uiterlijk zóódanig, dat ik
totaal onkenbaar was, door over mijn mannenkleeren
een vrouwenrok en een dikken gewatteerden mantel
aan te trekken, welke nog uit de nalatenschap mijner
overleden vrouw afkomstig waren. Mijn hoofd en •’t
grootste gedeelte van mijn gezicht verborg ik onder
een ouderwetsche kaper; mijn hoed en overjas echter
stak ik in het handkoffertje, dat ik daar ter plaatse
veilig verborg. Leunende op een stok en den gang
van een gebrekkige oude vrouw nabootsende, ging ik,
nadat ik met den eerstvolgenden trein naar Breslau
teruggekeerd was, onder bescherming van den donke
ren avond weer rechtstreeks terug naar de woning
van mijn schoonzuster. Het waagstuk was niet groot,
want ik was zeker dat niemand mij herkennen zou
en dat, zelfs al zag mij een der bewoners van het
huis, het verder niet zou opvallen als mevrouw Abt nog
in het late avonduur het bezoek eener oude vrouw
ontving. Maar ’t geluk was mij nog gunstiger als ik
had durven verwachten. Ik ontmoette noch in de gang
van het huis noch op de trap eenig levend wezen en
betrad de woning mijner schoonzuster in de vaste
overtuiging dat geen mensch mij had opgemerkt.
Hebt ge wat te koopen of te
verkoopen, te huren of te verhu
ren, vraagt ge dienstboden of biedt ge
uw diensten aan, plaats dan deze en alle
andere advertenties
en ge geeft daaraan voor weinig kosten
eene flinke publiciteit.
Roman van A. OSKAR KLAUSZMANN.
79 XXXI.
Vervolg.
En toen gaf hij zich neer en nam ook op zich de
ongetwijfeld te verwachten bedenkingen van zijn hos
pita. tot zwijgen te brengen.
Den volgenden morgen echter mocht hij tot zijn
blijdschap opmerken, dat hij er heel goed aan gedaan
had. Want toen hij al heel vroeg de ziekenkamer
binnen kwam, zag hij Rudolf met een geheel veran
derd, van geluk stralend gezicht recht op in de kus
sens zitten en de hand van het geliefde meisje in zijn
beide vermagerde handen houden, alsof hij ze nooit
meer zou loslaten.
waren weg; mijne huizen bezwaard, en mijn zaak,
die ik gedurig meer had laten verloopen, leverde mij
nauwelijks nog eenig voordeel op. Toen pakte ik in
de eerste plaats het in mijne bewaring zijnde moeder
lijk erfdeel van mijn zoon aan, om ook dat binnen den
kortst mogelijken tijd eveneens met beursspel te ver
liezen. Ik zou genoodzaakt geweest zijn mij insolvent
te verklaren, als ’t mij niet gelukt ware nog eenmaal
nieuwe hulpbronnen voor mij te ontsluiten. Mijn
schoonzuster Wilhelmine Abt, die ik het uitzicht op
een groote winst voorspiegelde, leende mij zoo vóór
als na zeventigduizend mark. Zij was echter volstrekt
niet genegen mij zoo’n groot kapitaal toe te vertrou
wen zonder voldoende zekerheid, en ik had haar niet
alleen twee acceptaties moeten geven, maar haar daar
voor ook het grootste mijner huizen verpand. Die ver
panding echter was een bedrog, want ik had haar
natuurlijk verzwegen dat het huis met den grond al
ver boven de waarde bezwaard was en zoodra zij naar
’t kantoor van hypotheken ging om de inschrijving
harer vordering te doen plaats hebben, zou haar moe
ten blijken dat zij ’t slachtoffer geworden was van
valsche voorspiegelingen. Maar dan had ik ook van
haar kant op geen verschooning te rekenen; ik ben
er van overtuigd dat zij mij onverwijld bij den offi
cier van justitie zou verklaagd hebben. Mijn positie
werd daarom van dag tot dag neteliger. Mijn schoon
zuster verlangde steeds dringender dat de inschrijving
harer hypothecaire vordering eindelijk zou plaats heb
ben, en na haar weken lang aan de sleur gehouden
te hebben, wist ik ten slotte geen nieuwe uitvluchten
meer te bedenken. Toen besloot ik de gehate vrouw
uit de wereld te helpen, omdat ik mij eiken anderen
weg tot redding versperd zag. Door haar dood toch
kon ik, als alles naar wensch ging, met een enkelen
slag uit mijn verlegenheid gered en weder in tamelijk
goede omstandigheden geplaatst worden. Niemand
wist iets van hare schuldvordering op mij. Zij had
mij beloofd de beide acceptaties niet uit handen te
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek,
Gelet op het besluit van den heer Commissaris
der Koningin in Friesland van 8 September 11. Ie
Afdeeling M/S no. 1228 (Provinciaal blad no. 98)
Brengen ter openbare kennis, dat de loting van
hen die in dit jaar voor de lichting der Nationale
Militie van 1899 dezer gemeente zijn ingeschreven,
zal plaats hebben in de Concertzaal alhier op Maan
dag den VI den October e.k., des voormiddags ten 10 ure;
dat op Woensdag den Viden October d. a. v. ter
gemeente-secretarie door of vanwege de lotelingen aan
vrage kan geschieden voor de getuigschriften ter be-
koming van vrijstelling van den dienst wegens broe
der dienst of als eenig wettig xoon;
voorts dat om vrijstelling wegens eigen militairen
dienst of dien van broeders te verkrijgen, de paspoor
ten of andere bewijzen van ontslag, uittreksels-Stam-
boeken of bewijzen van werkelijken dienst, ten minste
tien dagen vóór den dag, waarop de zitting van den
Militieraad wordt geopend, ter Secretarie voornoemd
moeten worden ingeleverd.
Sneek, den 29 September 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
1890, de nummers 26, 81, 206, 208, 219, 220, 253,
266 en 278, en van die groot f 16000, aangegaan in
1894, aandeel no. 12, welke, voorzien van de niet ver
schenen coupons, den 31 December e. k. betaalbaar
zijn ten kantore van den gemeente-ontvanger aldaar.
Sneek, den 1 October 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
en openbare
Gedurende
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
ten Gemeente-
1898, van des
uur, eene ver
kiezing zal plaats hebben van vier Leden der Kamer
van Koophandel en Fabrieken alhier, wegens perio
dieke aftreding met 1 Januari 1899.
Sneek, den 4 October 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek,
Gelet op artikel 10 van het Koninklijk Besluit van
den 4 Mei 1876 (Staatsblad no. 76);
Brengen ter openbare kennis: dat
huize op Maandag den 14 November
voormiddags 11 tot des namiddags 1
Bevolking: Sneek telde in 1714 slechts 3253
inwoners, in 1734 3746, in 1748 3958, in 1796
4893, in 1811 5445, in 1822 5971, in 1830
6455, in 1840 7613, in 1850 7750, in 1860
8484, in 1875 9654 en thans bijna 12000 in
woners. De stad is dus vrij goed vooruitgegaan
in de beide laatste eeuwen.
De eigenlijke stad binnen de grachten, is
slechts 26 H. A. groot.
De geheele gemeente, dus de stad met haar
klokslag of rechtsgebied heeft eene oppervlakte
van 894 H.A.
Tusschen 1268 en 1294 werd Sneek een
stad. De eerste huizen waren gelegen in het
Noorden der tegenwoordige stad en omtrent
de Marktstraat. Later breidde de stad zich
Oost- en Zuidwaarts uit.
1295. Groote brand. De geheele stad, op
twee huizen na, verbrandde. (Men moet hier
bij in aanmerking nemen, dat toen meer hout
gebruikt werd en de bluschmiddelen zeer pri
mitief waren; men maakte rijen van het wa
ter naar het huis en de gevulde emmers gin
gen van hand tot hand, om eindelijk in het
brandend gebouw te worden geworpen.) Ook
verbrandde toen het St. Johannes-klooster of
hospitaal, ten noordoosten van de stad. Vier
nonnen verloren daarbij het leven. Dit kloos
ter was gesticht in 1206 en had dus nu 88
jaar bestaan. Later werd het weder opgebouwd
en is klooster gebleven tot 1580.
1328. Sneek weer herbouwd en van poor
ten voorzien.
De stad werd grootendeels verbrand.
Behalve andere voorrechten krijgt de
stad het recht van de Waag.
1430. Men begint de wegen
plaatsen in de stad te bestraten,
de volgende 20 jaren wordt de stad vergroot
en verfraaid.
1456. Den 13en September verbrandden er
26 huizen.
1458. Op Witten Donderdag (3 dg. voor
Paschen) verbrandt al wat binnen de stad is,
behalve de Dijkstraat (of Oosterdijk), het Klein-
zand en de Nieuwe stad. Alles wordt later
weer schooner opgebouwd.
1462. De Kruisebroeders zetten zich hier
1570.
vember.
1572.
stad met
wordt hij
in dit jaar de stad weer onder Oranje en
andermaal aan de Spanjaarden, onder Caspar
de Robles te gehoorzamen.
1651. De Engelsche Prins Karel Stuart
bezoekt de stad. (Karel I werd in 1649 door
de partij van Olivier Cromwel vermoord. En
geland werd een republiek en de zonen des
neer. De Kleine kerk, al vóór 1380 gebouwd,
wordt hun als kloosterkerk afgestaan. De broe
ders bouwen later een klooster, dat na de Her
vorming in een weeshuis verandert.
1464. Sneek ontvangt van de Staten het
recht van de munt.
1493. De stad krijgt aan den Noordkant
eene nieuwe gracht, bolwerken en torens. (Dit
was hoogst noodig. Want Sneek nam in de
15e eeuw een werkzaam aandeel in de twisten
der Schieringers en Vetkoopers, waarbij de
stad altijd de partij der Schieringers aanhield.
Veel leed de stad in de Groninger, Saksische
en Bourgondische beroerten. Den 14en Oct.
1492 sloot de stad een verdrag met de Gro
ningers. Den 17en Dec. 1495 liet men de
Frankische overste Nittart Fox binnen. Deze
Fox, een partijganger van Albert van Saksen,
heette de Schieringers te helpen, maar hielp
vooral zich zelf en zijne woeste soldaten. Den
6en Mei 1496 trokken deze ruwe benden af.
1498. Verijdelde aanslag van de Saksers
op de stad. Vijftig vijanden werden gekwetst,
10 gedood, de overigen op de vlucht gedre
ven. (18 Maart.)
1515. (23 Aug.) Aanval der Oostenrijkers
onder den Graaf van Egmond.
1517. Vernieuwd beleg van Januari tot April.
1517. De Geldersche aanvoerder, Maarten
van Rossum roept den 11 Aug. een landdag
bijeen te Sneek.
1520. Groote Pier sterft en wordt in de
Groote Kerk begraven.
1522. De Geldersche heerschappij afge
worden. Sneek gehoorzaamt aan keizer Karel V.
1567. Ook te Sneek worden de beelden
uit de kerken verwijderd.
Groote watervloed op den len No-
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
meente Sneek maken bekend, dat de eerste
Kalvermarkt
alhier, dit jaar invalt op Maandag den 17 October e. k.
Sneek, den 3 October 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
zullen geven en ik had deze werkelijk tot in den
laatsten tijd nog bij haar gezien. Die schuld zou dus
uit de wereld zijn op ’t zelfde oogenblik als ik gele
genheid had mij van die papieren meester te maken
en ze te vernietigen. Bovendien meende ik met zeker
heid er op te mogen rekenen dat het aanzienlijk ver
mogen mijner schoonzuster, die geen andere bloed
verwanten had, aan mij of aan mijn zoon vervallen
zou, die ’t mij zeker zonder eenige bedenking in be
heer zou hebben toevertrouwd.
Op grond dier overwegingen kwam ik tot het be
sluit, mijn schoonzuster uit den weg te ruimen, en
tot in de kleinste bijzonderheden werkte ik nu het
plan uit waarnaar ik handelen zou, om te verhinde
ren dat na de ontdekking der daad de verdenking
op mij zou kunnen vallen. Toen ik al mijn maatre
gelen genomen had, wist ik ’t zóo te schikken, dat
zij-zelf mij door een briefkaart uitnoodigde in den na
middag bij haar te komen, ter bespreking van een
en ander. Omstreeks een kwartier redeneerden wij
vriendschappelijk met elkaar; toen wees ik haar op
een artikel in de krant, die ik voor dit doel had mee
gebracht, en terwijl zij, mij den rug toekeerende, we
gens haar kortzichtigheid, diep over het blad heen-
boog, haalde ik een goed klaargemaakte, met zeep
ingesmeerde hennep-strik uit den zak, wierp haar dien
van achteren over 't hoofd en trok hem zoo snel dicht,
dat de overvallene nog slechts in staat was een half
gesmoorden kreet van schrik te slaken. Ik wurgde
haar zoo lang, tot ik er volkomen zeker van zijn kon
dat zij dood was. Toen deed ik pogingen haar lichaam
op te hangen aan den haak van den spiegel, dien
ik bij een vroeger bezoek reeds voor dat doel had
uitgekozen. Ik wilde daardoor aan zelfmoord doen
gelooven; maar ik moest al gauw erkennen, dat mijn
krachten daarvoor niet toereikend waren, en dus liet
ik, om niet nutteloos veel kostbaren tijd te verliezen,
het lijk zooals ’t was op den grond liggen. Haastig
zocht ik naar de beide accepten. Daar ik ze echter
de laatste bladzijden van den lijvigen
:en, die op den omslag de aanduiding:
en i
op zijn sterfbed afgelegde bekentenis neêrgeschreven
en zij luidt in hare door de zwakte van den zieke
geboden beknoptheid:
«Nog voor een jaar was ik een welgestelde, ja rijke
man. Ik bezat een florissante zaak, drie weinig be
zwaarde huizen met grond en een solied geplaatst
tamelijk groot kapitaal. Maar de honderdduizenden
waren mij niet genoeg; mijn wenschen strekten zich
uit naar het bezit van millioenen. Daarom begon ik
op zekeren dag mij met beursspeculatiën in te laten.
Na verloop van enkele maanden had ik alles ver
loren. Mijne in staatspapieren belegde spaarpenningen
OURAK