VOOR SfflK ES O11STREEEÏ. VER IN T ZUIDEN. lil FEUILLETON» EEN KONING IN NAAM. Zaterdag 82 October 1898. 53e Jaargang. in dit blad No. 85. Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’t Tramstation Sneek. f. 'III EK. en: n, I f 150. ri F M. C. N. i' nt. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f 0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. 1. r. verruimd; «maar wie was dan die arme kerel en hoe kwamen de soldaten er bij, hem voor den andere aan te zien?» «Dat mag de duivel weten! Of meent gij dat er iemand bestaat die alles zou kunnen ophelderen wat een grenssoldaat zoo al uithaalt? Dat de re- geering voor haar ellendige drie realen per dag geen professoren aan de grenzen plaatsen kan, is trouwens duidelijk. Maar om voort te gaan. Ter wijl ik den kerel alzoo nauwkeuriger bekijk, valt mij een wrat op, beneden bij het rechteroor »Groote God, wat zegt gij daar, Jeronimo? Een wrat beneden bij’t rechteroor? Met donkere haartjes, een Verruga?**) riep de oude vrouw ontsteld uit. »Ja, ja,« antwoordde Jeronimo met een veelbetee- kenend hoofdknikje, als had hij de gedachten der oude «Don José?' hebben, er t Padia? Nov. 1597 zich door een R. K. priester hei melijk in den echt te doen vereenigen en wachtte de dingen, die komen zouden, af. En dat viel niet mede. Emanuel werd door de Staten-Generaal Wezel als woonplaats aange wezen, maar zij betaalden ook gewillig zijne vele schulden. Emilia volgde haar man, maar moest aan Maurits alle juweelen afstaan waar zijn naamcijfer op stond, omdat hij die niet in handen van den Portugees wilde zien, en, weelderig opgevoed, van f3000 zien rond te komen met haar man, die niets bezat. Maar zij droeg alles gewillig, ook den toorn haars broeders. Het huwelijk is echter niet gelukkig geweest. Zeker ook door verschil van godsdienst. Wel verzoende het echtpaar zich met Maurits, wat wij kunnen afleiden uit het feit, dat de Prin sen Maurits en Frederik Hendrik met Ema nuel op 21 Mei 1613 de Paltsgravin Elisabeth van Engeland, gehuwd met Frederik van den Palts, te Amsterdam gingen inhalen. Emilia scheidde later van haar man en stierf op 16 Maart 1629 te Genève, en Emanuel vond het veiliger zich met den Spaanschen Koning te verzoenen, trouwde na den dood van Emilia eene Spaansche vrouw, en stierf op 22 Juni 1638 te Brussel. En dit is dan de geschiedenis van Antonio, Koning van Portugal, zooals hij gaarne ge noemd werd, en Emanuel, Hoogstdeszelfs oud sten zoon. jij ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 2*/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. dat de soldaten hun «don Pedro Ayala* hadden. Of ’t een valsche was of niet, dat was hün zaak. In elk geval is de echte in veiligheid zoolang zij den valsche hebben.* «Maar en hij herkende je niet?* «God bewaar! Hoe zou hij dat ook? Het lederen kussen op den rechterschouder en de pikpleister op het oog deden bij hem even goed hun plicht als bij ieder ander. Ik zeg je, Isabel, in Spanje is ’t altijd goed als men van tijd tot tijd eens den ouden Adam uitschudt om een nieuwen aan te doen, voornamelijk als men van vroeger zooveel op zijn kerfstok heeft, waarvan de afrekening gewoonlijk in barer majesteits gevangenissen plaats heeft.* «Maar die arme man! En wat moet dat nog wor den, als «Punctum! ’tls goed dat hij mij niet herkend heeft. Caramba! Wat zou er van gekomen zijn, als hij mij herkend had? Wij zouden dan immers allen met elkaar bij den duivel te biecht gekomen zijn!* «Ja, ja, maar bedenk toch dat dit in elk geval een leelijke zaak voor ons is. Don José bemint Manuela, en zij hem. ’t Is zoo goed als zeker dat hij onze getuigenis zal inroepen, dat hij niet Pedro Ayala is. Wat dan?* «Daar heb ik ook al over gedacht. Maar voor jou en Manuela is die geschiedenis ten slotte zoo slim niet. Manuela weet nergens van, en gij zult wel verstandig genoeg zijn hun niets meer te zeggen als ’tgeen zij weten mogen.« «Maar, als zij mij vragen, dan moet ik toch zeggen dat hij niet Pedro Ayala is.” «Dat zullen we eerst afwachten. Wij moeten den chef er mededeeling van doen. Wat hij zegt, moet gebeuren.” VERSLAG van het verhandelde in de ver gadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Sneek, op 18 Oct. 1898. Tegenwoordig de h.h. J. H. Bont, Voorzitter, P. Rei- nouts van Haga, R. Regenbogen, A. L. Hansma, M. Haga, J. Smit en A. Dekker. Secretaris: J. van Loon. I. De notulen der vorige vergadering worden ge lezen en gearresteerd. II. Wordt lecture gedaan van de sedert uitgegane stukken, nos. 63a, 63b en 64. III. Medegedeeld, gelezen en behandeld worden de volgende ingekomen stukken a. eene missive v. d. Min. van Wat. H. en N., be geleidende een Verbeterblad der lijst van Ned. oorlog en Koopvaardijschepen. Voor notificatie aangenomen en gedeponeerd in het archief. b. eene miss, van de K. v. Kh. te Meppel, begelei dende een afdruk van een door haar aan de Mij. v. Expl. v. Staatsspoorwegen te Utrecht verzonden schrijven, met verzoek dit te ondersteunen. - Hebt ge wat te koopen of te verkoopen, te huren of te verhu ren, vraagt ge dienstboden of biedt ge uw diensten aan, plaats dan deze en alle andere advertenties en ge geeft daaraan voor weinig kosten eene flinke publiciteit. II. (Slot.) Maar Diego Botelho, de raadsheer van Koning Antonio van Portugal, is nooit in onze stad geweest. Hij meldt zelf in een brief aan de Regeering onzer stad gericht dien wij, om het typische van den stijl en om zijne authen ticiteit onveranderd wêergeven, waarom hij niet kon komen: Mijne Heeren. Ick hadde voorgenomen mij tot U.E. te begeven om te presenteeren het brieff, twelck den Koninck, mijn Meester, belieft heeft tot U.E. te schrie- ven, nopen tsecours en assistentie, die hij ver wacht van U.E. en van de goede Inwoners derselver Uwer Stadt. Maar dewijl Ick hier lange tijdt ben geweest, geoccupeert int sol liciteren de saeken van Zijne Maj. met mijn heeren Staten-Generaal, als die landschap van Hollandt, en zoo het mij nu betaemt te trans porteren nae Zijne Exc. Mijn Heer de Grave van Leycester en Mijn Heer Graeff Maurits in Zeelant, zoo hebbe ick goed gevonden tot U.E. te senden Sr. Emanuel Dandrado, factuer van Zijne Maj., den welcken Ick hebbe macht en comissie gegeven uyt cracht van mijne comissie inhoudende de clausule van substi- tuatie om te handelen en’ tracteren met U.E. nopen d’assistentie en secours. De voors. Coninck, Mijn Meester, verhoopt int particu lier te vercriegen van U.E. en d’ goede inge- setenen der voors. Uwe Stadt opt gelooff en verders naerdat voors. Dandrado U.E. sal voorstellen. Voor my particulier biddende, dat U.E. gelieve U uytterste beste te doen soo als U zal mogelick wesen, als U voor stellende, dat dgeheele assystentie die U.E. bewijsen aen den Koninck Mijn Meester zal te goede komen tot U eygen welfaren en con servatie, vermidts die saecke van Zijne Maj, zeer gelickformick is met U saecke en, nae ick verneme, zullen U.E. sulcks beeter verstaan dan Ick soude mogen zeggen, en zal dit brieff niet langer maeken. Biddende Godt U te geven Mijne Heeren een lange gesontheyt, een lanek en godtsalich leven. Uyt de Haege, den 6 July 1587. Tot dienste van U. E. onderges(chreven) Diego Botelho. Maar hij deed meer. De Volmachten van de Friesche Steden toch werden op 17 Juli d. a. v. op aanschrij ving van Ged. Staten bin nen Leeuwarden saamgeroepen om een voor stel van den ambassadeur te behandelen om don Antonio eene som gelds voor te schieten ten einde hem beter in staat te stellen een armada tegen Philips II uit te rusten. Zij hadden er wel ooren naar, vooral, daar Elisa beth van Engeland het gaarne zag. Eene som van 10.000 gulden werd door Friesland beschikbaar gesteld. Het is echter slechts eene beleefdheid op papier gebleven. Don An tonio dacht zeker: de aanhouder wint, en vroeg in October 1587 alweder om schepen. Toen men hiervan door den zwaren oorlog met Spanje niets wilde weten, bedacht hij een ander plan. Hij wilde eene loterij in de Neder landen doen houden. Te dien einde zouden in elke stad twee gedelegeerden uit de Re geering huis aan huis gaan en ieder die ’t missen kon trachten te overreden minstens één lot a 20 sts. te nemen. Zoo dacht hij 2 a 3 ton bij elkaar te kunnen krijgen, waar van f 40.000 in baar geld aan prijzen zouden be steed worden en de rest dienen om eenige oorlogsschepen aan te koopen. Don Antonio beloofde hun die niets trokken den inleg bin nen een jaar terug te geven. Verder zou, om bedrog te voorkomen, in elke provinciale hoofdstad een ontvanger zich met het innen der gelden belasten, en alles storten bij den ontvanger-Generaal. En opdat alles geregeld gaan en ook de gevallen prijzen binnen 12 dagen na de trekking te Amsterdam uitbe taald konden worden, stelde don Antonio voor, dat de Staten-Generaal twee commissarissen zouden aanwijzen om met zijne gedelegeerden alles geregeld te doen loopen. Tot zoover was alles heel mooi op papier. De prijzen waren ook aanlokkelijk genoeg, en de trekking zou vol verrassingen zijn. Men oordeele slechts: Er waren zes prijzen van Tweede Hoofdstuk. (Vervolg.) «Hm! Luister dan! Ik lag bij de Puerta Sant’Anna op uitkijk, om er op te passen, of de soldaten, die wij door ons valsch bericht gelukkig naar buiten gelokt hadden, soms ook nog weer terugkwamen en hun posten in namen. Plotseling hoor ik voetstappen en zie een paar soldaten een gevangene binnenbrengen, dien de kor poraal mij als Pedro Ayala aanduidt. Natuurlijk schoot ook mij de schrik door de leden. Bij onze zaken toch kan men nooit weten, wat er gebeuren kan. De zekerste ondernemingen kunnen door een plotse linge verandering van wind, door het struikelen van een lastdier in de bergen, door een omgevallen boom stam, door een niets, mislukken. Ik tast dus naar mijn mes voor alle mogelijke gevallen; maar mijn angst was overbodig geweest.” De golven sloegen gedurig onstuimiger en wilder in het hol en verjoegen de beide oudjes, die op de rondliggende rotsblokken waren gaan zitten, van de eene zitplaats naar de andere. Ook de storm werd erger en erger en huilde om de oude muren alsof hij alles in stukken wilde scheuren. Het draailicht ging uit en moest weer worden aangestoken. «Goddank, de chef was 't dus niet,* zei de oude Na zijn dood bleef zijn naam echter voort leven in zijne kinderen; don Emanuel en don Christoffel. Door Koningin Elisabeth in be scherming genomen en hier te lande aanbe volen, konden zij op eene goede ontvangst rekenen. Emanuel van Portugal, zooals hij zich noem de, kreeg eene betrekking in ons leger en Christoffel werd den Koning van Marokko aanbevolen. De eerste heeft in de geschie denis van ons vorstenhuis een belangrijke rol gespeeld. Door de beste kringen in ’s-Gra- venhage ontvangen, wist hij spoedig aan ’t Hof te komen en door zijn innemende ma nieren en schoone gestalte alle dames voor zich te winnen. Hij deed dan ook weldra een keus en dacht geen betere partij te kufi- nen doen dan een verbintenis met de 28-jarige Emilia van Nassau, zuster van Prins Maurits. Maar vond hij haar een schitterende partij, Maurits wilde van Emanuel niets hooren. Want vooreerst was hij een zwerver, die niets ter wereld bezat, en hoewel met een schoe nen titel pronkend, kon hij eigenlijk zelfs zijn naam niet noemen, want men had dien zijner moeder nooit gehoord. En hoewel Emilia al het mogelijke deed om haar broeder met het idee van hare verloving te verzoenen, niets hielp. Ten einde raad besloot het paar op 7 f 4000f 600, en «de voor en na immediate uitkomende* zouden ieder van f 200f 50 hebben, al naar de prijzen grooter of kleiner waren. Dan kreeg hij, wiens nommer ’t eerst uitkwam f300 en 't laatst f 170. Vervolgens zou de inlegger van ’t meeste geld, bij beslo ten brief, f 200 beuren en de daarop volgende Maar behalve deze hoofdprijzen wer den nog 700 andere tot een bedrag van f24700 uitgeloofd. Summa summarum: f40.000. Hoe aanlokkelijk ook voorgesteld, de men- schen waren met deze loterij niet te vangen, en don Antonio gaf ten langen leste zijn pogingen op. Hij heeft Philips II niet uit Portugal kun nen verjagen, en is op 24 Augustus 1595 te Parijs als. balling overleden. Bor, onze be kende geschiedschrijver, maakte op hem dit jaardicht, eene liefhebberij van dien tijd: Anthonlo die Coning van PortVgael Was geCroont] Maar Is tot Parlls in VranCkrIICk Van de dood niet VersChoont.] «Maar Manuela? Zij moet hem natuurlijk herken nen en zij moet zeggen wie hij is.« «Stil, hoort gij niets?* viel Jeronimo haar in de rede. Er volgde een lange pauze. Zij luisterden. «Ik hoor niets als het rollen van de golven,* zei Isabel eindelijk. «Als zjj ons van nacht maar met rust laten, en dat zullen zij zeker wel. Ik heb gezien dat de deur van het gemeentehuis stevig gesloten werden een spaan sche beambte als onze don Furolla, offert zijn nacht rust niet zoo gemakkelijk op. En dan is morgen alles in veiligheid en is er intusschen gelegenheid genoeg, goeden raad te schaffen. Als gij inmiddels Manuela r kende, dat zou in elk geval goed zijn? «Ónmogelijk «Niets is onmogelijk. Wij kunnen haar allerlei din gen vertellen, om haar te bewijzen dat de naam José Padia in deze zaak niet genoemd mag worden, als zij als hare verklaringen ’t kunnen doen, en danmogen zij trouwen gaan. Maar zij moet doen wat wij zeggen. Zeg haar maar dat zij gauw met hem trouwen zal, als zij gehoorzaamt. Zij zou toch geen spaansche, of lie ver geen meisje moeten zijn, als zij dan niet gehoor zaamde.* Een schril, heesch geschreeuw weerklonk, heel kort, maar ondanks het bruischen van zee en stormwind duidelijk hoorbaar en veel gelijkende op het gekras van een zeemeeuw. Jeronimo schrikte en ging haastig opstaan. «Dat ’s de chef,* zei hij haastig en opgewonden en trad naar de opening om de zee in te zien. Wordt vervolgd. Roman van WOLDEMAR URBAN. 4. - nen en zij moet zeggen wie hij is.« Er volgde een lange pauze. Zij luisterden. «Ik hoor niets als Isabel eindelijk. zullen zij zeker wel. Ik heb gezien dat de deur sche beambte als onze don Furolla, offert zijn nacht- in veiligheid ën is er intusschen gelegenheid" genoeg, kunt overreden zich zóó te houden alsof zij hem niet ■Ónmogelijk gen vertellen, om haar te bewijzen dat de naam José veel van hem houdt. Wij zullen hem verlossen, gauwer zij trouwen gaan. Maar zij moet doen wat wij zeggen. ;een spaansche, oflie- iemand bestaat die alles zou kunnen ophelderen geering voor haar ellendige drie realen trouwens duidelijk. Maar om voort te gaan, een wrat op, beneden bij het rechteroor wrat beneden bij ’t rechteroor? Met donkere haartjes, «Ja, ja,«~ antwoordde Jeronimo met een veelbetee- vrouw geraden, «hij was ’t.« ■Natuurlijk. In ’teerst meende ik mij vergist te Toen ik echter van naderbij toekeek, was geen vergissing meer mogelijk, ’t Was don José «En gij hebt de soldaten niet dadelijk op hunne ver gissing opmerkzaam gemaakt?* «Ik zal er wel op passen mij in dergelijke zaken te mengen. Wat ging mij dat aan? Ik was immers blij In de spaansche volkskringen gaan de moeder vlekken, die zich, wratten gelijkende, in ’t gezicht vertoonen en meestal met haartjes begroeid zijn, niet voor leelijk, maar beduiden voor degenen, die ze heeft, veeleer geluk en worden dan ook zorgvuldig verpleegd. Vooral worden de haartjes, die er op groeien, nooit afgeknipt, maar integendeel met zekere ijdelheid ge dragen. NEE OU RANT. i aiEUWs- is imwfflmin Ing.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1898 | | pagina 1