WW8- ES ADVERTENTIEBLAD
VWR SJEES ES «I8TIM.
Parelvisscherij.
VER IN T ZUIDEN.
Nieuwjaarwenschen
Zij
FEUILLETON.
Woensdag 21 December 1898.
53e Jaargang,
No.. 102.
Officiëele Advertentiën.
KENNISGEVING.
INVOER VAN RUNDVEE IN BELGIË.
Gratis.
in dit blad
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’t Tramstation Sneek.
Wilt ge iets koopen of verkoo-
ge
it
goud-
gevaarlijk vak is,
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f 0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
De BURGEMEESTER van Sneek brengt naar aan
leiding eener bij hem ontvangen missive van den
Heer Commissaris der Koningin in Friesland, dd. 16
December 11. 3de Afdeeling Statistiek no. 677, ter
openbare kennis, dat de invoer in België van melk
koeien uit Nederland langs het station Santvliet is
verboden.
Sneek, den 19 December 1898,
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
ch-
hte
In.”
der
der
ok
er-
m-
>n-
er-
fd
il-
rd
te
in
:n
ir
n
die zich thans op dit blad abonneeren, ont
vangen de nog in dit jaar verschijnende Nos.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. By abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Zevende Hoofdstuk.
(Vervolg.)
Nog slechts eene enkele bekoorlijkheid, die juist door
het melancholieke verval gewonnen had, bood het slot
Valverde aan, en dat was: zijn schilderachtig, heerlijk
balkon, dat breed en gemakkelijk als eene gaanderij
aan het zuiderfront, zich onmiddellijk boven de rivier
verhief. Dat was zóó’n heerlijk plekje, dat ’t zelfs in
Spanje en in de spaansche sloten tot de grootste
schoonheden behoorde. Op prachtig gedraaide pilaren
van porfier rustende, verhief zich het rijk versierde
en gebeeldhouwde houtwerk; rechts en links twee
reusachtige hellebaardiers van marmer, aan wier hel
lebaarden de tienda dat wil zeggenhet tegen zon
en regen beschermend dekkleed hing, dat ook nu
uit heldere, elegant rood- en geelgestreepte wollen
stof bestond. Van beneden tot hoog boven die tienda
woekerden allerlei slingerplanten, verbena’s, winden,
wilde wijngaard en zoogenaamde Judasbloemen, die
in het vroege voorjaar uit alle hoeken en kanten met
hun tallooze, het geheele gebouw overdekkende azuur
blauwe bloemen omhoog schoten. Dit balkon met zijn
bonte kleurenpracht en levendige vlugge architectuur,
In de paleizen der vorsten, in de hotels der
geldkoningen, wat treft men er eene weelde
aanDe kostbaarste dingen schijnen er bijna
geen waarde te bezitten. Het is al schittering
van goud, van edelgesteenten, van paarlen. En
die vorsten door geboorte of fortuin denken er
misschien weinig aan, welke moeiten en geva
ren verbonden zijn aan het verkrijgen dier kost
baarheden.
Welke verschrikkelijke nood, welke ramp
zalige toestanden heerschten altijd in een land,
waarheen het pas ontdekte goud of edelge-
steentje de menschen trekt, die door den z.g.
goudkoorts heeten aangetast. Wie herinnert
zich niet, gelezen te hebben van de ruwe toe
standen in Californië, wie las het vorige jaar
niet van de onoverkomelijke hinderpalen, die
de natuur van Klondyke aan de menschen in
den weg stelde.
Maar ook het zoeken van paarlen is een
hoogst moeilijk werk en toch is al sinds eeuwen
het beroep van parelvisscher uitgeoefend.
In de golf van Perzië, bij de Solo-eilanden,
aan de kust van Algiers, aan de kust van
Midden-Amerika en vooral bij Ceylon wordt
een soort van oneetbare mosselen aangetrof
fen, die in het vleesch doffe witte bolletjes af
scheiden, de paarlen, die reeds in de oudheid
een lievelingssieraad der vrouwen waren. In
vroeger tijd was de zucht om met paarlen
te schitteren tot eene ongelooflijke hoogte ge
stegen millioenen werden er aan verspildmen
droeg ze als borduursel op kleederen, schoe
nen, tuigen en wapenen. Men schreef er ge
neeskundige kracht aan toe, en de Oostersche
volken doen dit nog.
Wij weten nu wel, dat hieryan geen sprake
is en de paarlen uit dezelfde stof bestaan als
de schelp van een oester of het huisje van een
slak, nl. uit eenvoudig weg, koolzure kalk.
Hoe de paarlen ontstaan
Volgens een Indisch verhaal uit regendrop
pen, die door den parelmossel wordt opgevan
gen, om door de verwarmende zonnestralen tot
paarlen gevormd te worden.
Wij weten nu, dat deze bolletjes in het
lichaam van het diertje gevormd worden.
Wanneer kleine voorwerpen, als zandkorrels
of eieren van zeedieren in de schelp komen,
worden ze met een laag koolzure kalk bedekt
Roman van WOLDEMAR URBAN.
21. --
kende, uitkijkende en droomende, toen ontwikkelde
zich allengs in hem de overtuiging, dat al het hoo-
gere in den mensch leugen was, en dat hy die ’t
hoogst staat, juist het meest liegt. Alle menschen
zoo dacht Galvan bij zichzelf beliegen elkaar, als
zij over deugd, over patriotisme, over liefde tot den
naaste enz. praten zooiets bestaat niet. Een gren-
zenlooze verachting voor alles wat zich mensch noemt,
was bij Galvan ’t gevolg van die levensbeschouwing.
Zelf alles ontkennende, wilde hij ook niet van ande
ren gelooven dat zij uit goede beweegredenen handel
den, en waar zulks al niet te ontkennen viel, daar
beschouwde hij als domheid, wat niet tot de rubriek
slechte neigingen te herleiden was. Het eigenlijke le-
vens-element werd voor hem: haat tegen al het be
staande en een onverzoenlijken strijd tegen alles wat
zich tegenover hem plaatste.
Maar mensch blijft mensch, en een menschenhart
verloochent zich nooit, ook niet bij dergelijke afgronden.
Dezelfde man die zoo dacht en de leugen tot zijn le-
vens-devies verhief, door middel waarvan hij lachende en
vleiende, zoetelijk keuvelende en tiranniek heerschende,
zonder verschooning den strijd om ’t bestaan en om 't
bezit voerde, diezelfde Galvan conde de Valverde
beminde zijn zuster, zijn kleine half verlamde Pepita,
bepaald afgodisch. Hoe dikwijls kwam hij alleen naar
Valverde om zijn zuster te zien! Hoe koelbloedig,
met hoeveel ware doodsverachting stelde hjj zich aan
alle gevaren van zijn misdadig bedrijf bloot alleen
uit liefde voor de kleine, ziekelijke, hulpelooze Pepita.
Want hij hield blijkbaar meer van zijn zuster als van
zichzelf, daar hij zich anders niet aan dergelijke ge
varen zou hebben blootgesteld. Hij had Valverde
Evenals het vorig jaar, geven wij ook
thans onzen lezers de gelegenheid in het Nieuw-
jaarsnummer hunne
te plaatsen; wij hebben ook nu weder den
prijs op 25 cent gesteld en verzoeken be-
1 leefd vroegtijdige inzending.
Dit balkon was dan ook gewoonlijk de verblijfplaats
van graaf Galvan, als hij althans op ’t slot Valverde
vertoefde; wat echter tot groot leedwezen zijner zus
ter in de laatste jaren gedurig minder en zeldzamer
het geval was. Hier, waar de blik vrij en ongehinderd
over het uitgestrekte Ebro-dal dwaalde; waar in de
drukkend heete namiddagen het gemurmel der golven
mijmerend omhoog klonk als verwijderd sirenengezang,
hier had Galvan vroeger vaak urenlang gelegen en
over de wereld en zich-zelf nagedacht.
Hier was ’t ook geweest, dat de verpletterende tijding
van het overlijden van zijn vader en van ’t ineenstor
ten van zijne maatschappelijke positie hem bereikt had
waar de schare schuldeischers van zijn vader hem ver
rast had; van Hem, die toen nog weinig meer als een
knaap was, betaling verlangende, en toen hij daaraan
natuurlijk niet voldoen kon, in verwenschingen en be-
leedigingen losbarstende, die nu nog menigmaal in de
borst van den trotschen, heerschzuchtigen Galvan na
klonken. Zijn handen balden zich ook nu nog, als
hij er aan dacht, hoe leelijk men toenmaals hem en
zijn zuster, het arme hulpelooze kind, had beet gehad;
hoe de bezittingen, die tot Valverde behoorden, ver
kocht en vervreemd, hoe men het meubelair en alles
wat niet spijkervast in ’t slot was, weggesleept had.
Hier was ’t ook geweest, dat een woekeraar uit Bar
celona, toen Galvan hem voornaam uit de hoogte had
te woord gestaan, hem een domme jongen genoemd
en hem geslagen had. Nooit had Galvan dat ver
geten. Hij was toenmaals achttien jaar. De man was
allang dood, maar de vlek op Galvan’s wang, die zijn
hand er geslagen had, brandde er nu nog, als hij
daaraan dacht.
De duiker vult, voor hij te water gaat, ooren
en neusgaten met katoen of was, haalt de
longen vol lucht, neemt een spons met olie in
den mond en daalt snel naar beneden. Ge
woonlijk zinkt hij 30 a 35 Meter, eer hij de
parelbank heeft bereikt. Hier gekomen, ver
zamelt hij zoo snel mogelijk de mosselen, die
in zijne nabijheid zijn. Na enkele minuten kan
hij het in de diepte niet langer uithouden en
trekt aan het touw, op welk sein de mannen
in het schuitje hem snel naar boven trekken.
Na de eerste vijf duikers begeven zich vijf
andere in zee; vervolgens komt de derde en
eindelijk de vierde ploeg; en zoo wisselen de
mannen elkaar geregeld af. Tegen vier uur
des middags keert de geheele vloot naar het
strand terug en heerscht er een levendig ge
woel, een echte Indische markt met veel ge
schreeuw en waarbij ieder moet toezien niet
bedrogen te worden. Kleine paarlen is door
gaans het betaalmiddel.
De grootte der paarlen is zeer verschillend.
De prachtstukken bereiken de afmeting van
een kers en worden duur betaaldde kleinste
zijn niet veel grooter dan een papaverzaadje.
De hoofdkleur is het eigenaardige matte withet
paarlwit met een zilverachtigen weerschijn.
De paarlen uit de Perzische golf hebben min
der glans en eene geelachtige kleur. Verder
vindt men paarlen in alle kleuren: blauw,
roodgrijsbruinzelfs koolzwart en
kleurig.
De duiker moet natuurlijk haastig werken
en heeft geen tijd te onderzoeken, wat hij
bijeen verzamelt. Vele mosselen bevatten
geene paarlen, maar hebben toch nog waarde
ze leveren het paarlmoer.
Dat het parelvisschen een
zal ieder wel begrijpenzoo’n ontmoeting met
een grooten haai is nooit amicaal. Het werk
verkort echter ook nog het leven. Wanneer
een parelvisscher, na vier minuten in het wa
ter geweest te zijn, weer boven komt, loopt
hem vaak het bloed uit den neus en vaak
zelfs uit de ooren.
Geen wonder dan ook, dat deze mannen
zelden ouder dan een goede dertig jaar wor
den.
ken van een spaansche grandetrotsch, ongenaakbaar
en verachting aan den dag leggende voor alles wat
hem omringde, moest eensklaps van zijn maatschap
pelijke hoogte afdalen en naar middels omzien om voor
zijne zuster en zich-zelf een bestaan te vinden; hij moest
afdalen tot die groote lage klasse van menschen, die
moeten werken, om te eten. Ja, als hij een gewoon
mensch geweest was, dan zou hij ook als zoo iemand
hebben kunnen leven. Maar nu, met den titel van
een graaf de Valverde, met de opvoeding van een
grande, in ’t bezit van een slot men had hem
het naakte slot moeten laten houden, omdat het ’t
laatste overblijfsel was van het eenmaal zoo reusachtige
majoraat was zulks onmogelijk.
Slot en titel drukten op hem, die niet wist wat hij
morgen eten zou, als eene bespotting, als een vloek.
En hij moest dien dragen. Hij, de achttienjarige, moest
de erfenis aanvaarden die duizendmaal verschrikkelij
ker was als die van een daglooner, die sterft zonder
een cent na te laten. Hij had de verplichtingen van
zijn stand zonder er aan te kunnen voldoen. Wel
licht, als de gelegenheid zich daartoe had aangeboden,
zou Galvan getracht hebben door handenarbeid te ver
werven, wat hij en Pepita noodig hadden maar
deze bood zich niet aan. Hij zou wellicht zijn eigen
land met zijn handen bebouwd, met zijn zweet be
mest hebben maar dat ging niet, want hij had
geen land; hij had slechts een vervallen, half afge
brokkeld adellijk slot met een mooi balkon.
Hier, op dit balkon was ’t, dat in Galvan voor ’t
eerst de menschenbeschouwing ontkiemde, die hem
ten slotte tot de meening bracht, dat niet de waar
heid, maar de leugen de grootste steun was voor onze
en ge geeft daaraan voor weinig kosten
eene flinke publiciteit.
en er ontstaat daaruit, na verloop van jaren,
uiterst langzaam een parel. De parelvisschers
weten, dat een gewone parel eerst na 20 jaren
gevormd is.
Doch welk gevaarlijk bedrijf is het parel
visschen. De parelmosselen worden aange
troffen op banken, die enkele mijlen van de
kust afliggen. Jaarlijks, van Juni tot Septem
ber, komen aan de kusten van Ceylon een
groot aantal, soms wel 150.000 menschen
bijeenpachters, schippers, duikers, kooplieden
enz. Nadat de pachtcontracten gesloten zijn
en aan ieder de plaats is aangewezen, waar hij
met een bepaald aantal schepen en duikers
visschen mag, worden aan den oever hutten
van bamboe opgeslagen, tot tijdelijk verblijf
der duikers. Bij het aanbreken van den dag
wordt door een kanonschot het teeken tot het
begin der visscherij aangegeven. De booten
haasten zich om op hunne plaats te komen. In
elk vaartuig zijn 20 visschers. Vijf er van
laten zich tegelijkertijd met een touw naar be
neden zakken met een zwaren steen tusschen
de voeten. Zij zijn bijna geheel ontkleed;
aan den gordel hangt een mand voor de mos
sels en de hand is gewapend met een scherp
mes, om ze van de rotsen los te maken, alsook
ter verdediging tegen de vraatzuchtige haaien,
die hen voortdurend bedreigen.
In Amerika komt een zeer groote haai
voor, de menschenhaai of tintorera, die meer
dan 5 Meter lang is. De duikers daar hebben
als wapen een stacato in hun gordel hangen,
een stevig stuk hout met een ferme punt aan
ieder eind. Zoo lang de haai onder hen
is, hebben de duikers weinig gevaar, want
de mondopening der haai is lang niet voor
aan den kop. De haai zou zich dus eerst
moeten omwentelen en in dien tijd kan de dui
ker wel ontkomen. Is de haai echter boven
den duiker en opent hij zijn grooten bek met
5 rijen tanden, dan neemt de duiker de stacato
stevig in de hand en brengt hem, zoo ver hij
reiken kan, in den muil van het vraatzuchtige
dier. De haai, zijn prooi half in zijn bek zien
de, slaat de kaken naar elkaar toe, om met
één slag den man door midden te bijten. Daar
door wordt echter de eene punt der stacato in
den boven-, de andere in den onderkaak ge
dreven. De haai is dan weerlpos, kan zijn bek
niet open of dicht doen, en de duiker gaat zoo
spoedig mogelijk naar boven.
pen, huren of verhuren, vraagt
dienstboden of biedt ge uw diensten
aan, plaats dan deze en alle andere ad
vertenties
arragonsche zonnige dagen op het balkon lag, naden
pen voor haar. Pepita behoefde slechts een wensch
Galvan, opgevoed volgens de gewoonten en aanspra-
als men ’t misschien nergens vindt.
OURANT.
N