ft a VOOR ES OMSTREKE». Tirannen. Nieuwjaarwenschen fél VER IN 'T ZUIDEN. HiriiïM mr ile Nationale Militie, LICHTING 1900. 1111IVS- D AMEllTliJTIBLAll No. 104. Woensdag 28 December 1888. 53e Jaargang. Officiëele Advertentie. BEKENDMAKING. FEUILLETON. in dit blad Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover ’t Tramstation Sneek. 11. 23. Wordt vervolgd. Evenals het vorig jaar, geven wij ook thans onzen lezers de gelegenheid in het Nieuw- jaarsnummer hunne te plaatsen; wij hebben ook nu weder den prijs op 25 cent gesteld en verzoeken be leefd vroegtijdige inzending. Roman van WOLDEMAR URBAN. Bij dezen deelen we onze geachte lezers mede, dat het nummer der «Sneeker Courant,” in plaats van Vrijdag avond, wegens de daarin voorkomende Nieuw jaars wenschen, Zaterdagavond zal verschijnen. DE UITGEVERS. 2. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouder- looze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten 3. de zoon van den Nederlander, die ter zake van ’s lands dienst in ’s Rijks overzeesche bezittingen of koloniën woont. Art. 18. Elk, die volgens art. 15 behoort te wor den ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij Bur gemeester en Wethouders aan te geven tusschen den lsten en den 31sten Januari. Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden, zijn voogd, tot het doen van die aangifte verplicht. Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste, inge zeten wordt, is verplicht, zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij Burgemeester en Wethouders der Gemeente, waar de inschrijving, vol gens art. 16, moet geschieden. Daarbij gelden de bepalingen der 2de en 3de zin sneden van art. 18. Zijne inschrijving geschiedt in bet register van het jaar, waartoe hij volgens zijnen leeftijd behoort. Naar aanleiding van bovenstaande bepalingen maken Burgemeester en Wethouders verder bekend, dat op Woensdag den \.den Januari 1899 ten Gemeentehuize alhier eene bijzondere zitting zal worden gehouden tot inschrijving der mannelijke ingezetenen, die op den lsten Januari 1899 hun 19de jaar waren ingetreden, en die alzoo geboren zijn in 1880. Terwijl overigens de inschrijving ter Secretarie dezer gemeente kan geschieden van ’s morgens 9 tot ’S namiddags 1 uur. Smeek, den 16den December 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van der LAAN, Secretaris. «Gedaan! Mij? Vraag liever wat hij iedereen ge daan heeft. Hij is een verschrikkelijk mensch, een valsche man, voor wien ieder christenmensch zich in acht moet nemeneen ongeluk aanbrenger, een «Ei, la, la, la! En wat nog meer?* viel Carmen haar snibbig in de rede. «Ik raad je ten goede, zoo waar ik je vaders zuster ben.* »Ik weet al, waar u op doelt.» «Neen, dat weet gij niet. Ik wensch mij volstrekt niet te mengen in je besluiten, en als gij, jong als ge zijt, een oprecht en trouw hart nog niet weet te waardeeren, doe ’t dan niet om mijnentwil. Maar ik kan daarom toch niet bedaard aanzien dat gij uw ongeluk tegemoet gaat.« »Wat gaat u dat aan «Carmen!* riep haar tante haar toe, verontwaardigd over die afwijzende, onbetamelijk uitdrukking. «Mijn ongeluk is ’t mijne en niet ’t uwe. Maak u daarover dus maar niet ongerust, tante,* antwoordde Carmen dapper, maar toch een beetje verlegen over het gezicht harer tante. Zij wist ’t niet, maar zij moest toch zeker schrikkelijk onbeschaamd geweest zijn. Aan den anderen kant echter had zij in ver halen en romans weer zooveel gelezen van allerlei vreeselijke hinderpalen welke men den geliefden in den weg lei, en van de trouw en de liefde, die on danks alles eindelijk de overwinning moest behalen, dat zij nu geloofde, ook tegenover haar tante krachtig te moeten optreden. Als geen mensch een woord over de zaak gesproken had, dan zou Carmen er al heel spoedig onverschillig voor geworden zijn, maar door de aanvechting welke haar heimelijk avontuur met graaf Galvan ondervond, kreeg dit juist bij Carmen een steeds grootere beteekenis. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, Gelet op art. 19 der Wet op de Nationale Militie; Brengen ter openbare kennis, dat bij Hoofdstuk III dier wet, handelende over de Inschrijving voor de Militie, onder anderen voorkomt het navolgende: Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie inge schreven alle mannelijke ingezetenen, die op den lsten Januari van het jaar hun 19de jaar waren ingetreden. Voor ingezeten wordt gehouden: 1. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of, zijn beiden overleden, wiens voogd inge zeten is volgens de wet van den 28sten Juli 1850 (Staatsblad no. 44); 2. hij, die, geen ouders of voogd hebbende, ge durende de laatste, aan het in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde tijdstip voorafgaande acht tien maanden in Nederland verblijf hield; 3. hij, van wiens ouders de langstlevende inge zeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het Rijk verblijf houdt. Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, behoorende tot eenen Staat, waar de Nederlander niet aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen. Art. 16. De inschrijving geschiedt: 1. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd woont; 2. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente, waar hij woont; 3. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buitens lands gevestigd is, in de gemeente waar hij woont; 4. van den buitenslands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake van ’s lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. Art. 17. Voor de Militie wordt niet ingeschreven 1. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is; Hij begon triest te lachen. «Ja zeker, moeder, zal alles nog terechtkomen. Carmen zal met graaf Galvan trouwen en mij zullen ze wegdragen naar het Campo santo. Dan zal alles goed en rustig zijn.* >Maar, mijn hemel, Francisco, welke gedachten Zoo bedoelde ik ’t niet. Graaf Galvan zal nooit de toestemming harer bloedverwanten krijgen. Hebt gij dan niet gehoord wat de vrouw van den generaal zeide «Laat dat maar rusten, moeder. Gij kent den graaf niet. Wat hij wil, dat doet hij en dat kan hij. Hij behoort tot die karakters, die voor niets terugdeinzen. En ik ik lig hier en kan mij niet bewegen.* «Gij zult weer gezond worden, Francisco. De dokter heeft ’t mij zoo gedecideerd mogelijk verzekerd.* «Als ik gezond was, dan Hij voltooide den zin niet. Hij drukte de lippen op elkaar en zijn oogen namen eene woeste uitdruk king aan, als wilde hij dadelijk weer naar de wapens grijpen om zich op zijn vijand te werpen. Maar toen viel hij machteloos achterover en zuchtte zwaar. Nadat zij haar bezoek bij mevrouw Josefa had af gelegd, reed mevrouw Vereno dadelijk naar de Paseo de la Castellana. Zij voelde zich gedrongen, nog eens met haar schoonzuster en inzonderheid met Carmen zelve te spreken, alvorens zij die vervloekte reis naar Saragossa ondernamen. Men had ook haar uitgenoodigd, mee te gaan naar Valverde. Met zekere verontwaar diging had zij die uitnoodiging afgeslagen als ware ’t voor haar eene beleediging geweest. Toen haar tante in het park trad, stond Carmen juist onder het balkon van haar kamer, het zelfde balkon vanwaar zij Galvan dien bewusten avond door de rozenstruiken haar hand ten kus had toegestoken. Hoe had hij ’t toch aangelegd dat hij haar had weten te bereiken 't Was toch erg hoog. Hij moest zich Wie kent ze niet, de droeve gezinnen, waar vader door allen gevreesd wordt, dien allen naar de oogen zien, dien ieder op zijn wenken bedient uit angst? Er is als hij thuis komt siddering in het hart der kinderen. Vader beveelt, dreigt! Zijn spreken is kortaf hij moet ontzien worden. Aanschouwt gij niet in dien jongen den toe- komstigen dwingeland Hoe weet hij zijn wil door te drijven en over anderen den baas te spelen! Zóó is het veelal op staatkundig, op maatschappelijk gebied. Hoe handig weet één enkele een gansche partij voor zijn woord te doen buigen, haar te doen gaan op den door Achtste Hoofdstuk. (Vervolg.) «Hij is over ’t geheel tevreden met den toestand van den zieke, maar zegt dat wij geduld moeten hebben.* «Ei, mijn waarde, geduld en altijd weder geduld. Ons levenslot heet geduld. Nu, het beste Adios, ik moet weg.* «Tot ziens, mevrouw.* «En kus uw zoon van mij. Vergeet het niet. Ik ■wensch hem alle goeds. Hij is toch ons beste Fransje. Adios.* Nauwelijks was de generaalsvrouw vertrokken, of mevrouw Josefa deed zachtjes de deur van de zieken kamer open en keek naar binnen. De gewonde sliep niet meer, maar had het hoofd een beetje opgebeurd, het met de hand steunende. Zijn oogen waren strak op den grond gevestigd, vermoedelijk zonder dat hij iets zag, want hij gaf den indruk als was hij in diep nadenken verzonken. Haastig liep mevrouw Josefa naar hem toe. «Fran cisco!* zeide zij zacht. Toen zij naderbij kwam begon hij pijnlijk te zuch ten en viel weer met het hoofd in de kussens neer. «Hebt gij ons gehoord, mijn zoon vroeg zijn moeder. Hij knikte zwijgend. «Je moet je niet bedroefd maken, alles zal nog terecht komen.* en ge geeft daaraan voor weinig kosten eene flinke publiciteit. Wilt ge iets koopen of verkco- pen, huren of verhuren, vraagt ge dienstboden of biedt ge uw diensten aan, plaats dan deze en alle andere ad vertenties hem aangewezen weg; niet weinigen weten een groote schare aan hun leiband te doen loopen! Tirannen ontmoet men telkens, ’t zij in ge zellige bijeenkomsten, waar allen zwijgen, als zij spreken, ’t zij in vergaderingen of in werkplaat sen ja waar niet Hun raadgeving volgt men op, al is het ook met wrevel, en hen tegenspre ken, van hen openlijk in meening verschillen wie zou het wagen Tirannen, de zoodanige derhalve, die niet heerschen door zedelijke meerderheid, maken misbruik van hun naam, van hun betrekking, van de plaats, welke zij innemen, van hun geld en van anderer zwakheid. »’t Zijn sterke beenen, die de weelde dragen.” Zij worden erger dwingelanden, naarmate zij hoo- ger klimmen op de ladder der fortuin, naar mate meerderen hen vleien en het zal goed voor dezulken wezen, als zij menschen ont moeten, die genoeg karakter en moed bezit ten, om hen te wederstaan. Elke heerschappij over medemenschen, welke niet berust op geestelijke en zedelijke eigen schappen, is ongewettigd en verraadt zwakheid. Naast de persoonlijke staan de onpersoonlijke tirannen. Daar hebt ge b,v. den dwingeland geld zucht. Zijn beeld staat alom en op het ge roep: «knielt voor mij, ik ben de heilaanbren gende” buigen duizenden het hoofd. Ter wille van steeds grooter bezit werkt men boven zijn krachten of geeft men anderen niet het hun toekomende, ziet men niet op tegen gewaagde ondernemingen, neemt men zijn toevlucht tot spel en loterij, geeft men zich over aan on eerlijke praktijken en pleegt men bedrog, dit tooiend met den naam van wakkerheid en ge vatheid. En er prijkt een ander beeld, welks op schrift luidt: genotzucht. «Buigt u neder” zoo roept deze dwingeland ik schenk u vreugdeik doe u uw leed en al wat u kwelt vergeten.” En velen luisteren naar die stem. Ontspanning is onmisbaar, doch erkend wor de, dat de demon der genotzucht, waardoor uitspanning vaak ontaardt in uitspatting, een zeer booze geest is, en dat niet weinigen, om hem te dienen, lichtzinnig hun geld verkwis ten, met tijd, gezondheid, met de vervulling van plichten spelen, in hun jacht naar genieten VERGADERING van den Gemeenteraad van Sneek, op Donderdag, den 29 Decem ber 1898, des avonds te 61/, uur. Punten van behandeling: 1. Resumtie der Notulen. 2. Mededeeling van ingekomen stukken enz. 3. Benoeming van een Wees voogd. 4. Alsvoren van een Curator van het Gymnasium. 5. Alsvoren van een lid der Commissie van toezicht op het Lager onderwijs. 6. Adres om eervol ontslag, van Dr. J. L. Andreae. 7. Alsvoren van J. Visser en M. SimonsWed. G. A. Visser, om kwijtschelding van pachtpen- ningen. 8. Adressen van N. J. Lankhorst Zonen e. a. en R. Paehlig e. a. om verlaging van gasprijzen. 9. Alsvoren van R. van der Ploeg, Wed. P. Bangma te Witmarsum, om afstand van grond. 10. Alsvoren van H. v. d. Berg en den Kerkeraad der Doopsgezinde gemeente, om afstand van grond. Vaststelling van het 2e Suppletoir Kohier van den Hoofdelijken Omslag, dienst 1898. bij de pilaren omhoog getrokken hebben, of op de kleine vooruitstekende lijst geklommen zijn, die langs het huis liep. Dat wonderlijke avontuur waarover zij zorgvuldig den sluier des geheims geworpen had, had haar sedert onafgebroken bezig gehouden, en zij beschouwde zich-zelve als buitengewoon slim, dat ’t haar gelukt was de ware toedracht der zaak voor iedereen te verbergen. «Wat zoekt gij daar toch, Carmen?* vroeg haar tante, •Hmzeide zij overleggende, «ik heb de kwast van mijn waaier verloren, tante; waarschijnlijk is hij bij ’t balkon neergevallen. Hij moet hier ergens liggen.* Zij kon een klein triomfeerend lachje over haar antwoord niet onderdrukken en keerde daarom al zoe kende het gezicht naar het groen. «Laat die kwast maar liggen,* antwoordde haar tante min of meer boos«wat bekommert gij u over een kwast van een halve reaal, terwijl er zulke ge wichtige zaken hangende zijn. Kom, ik heb met je te praten.* Carmen hield zich heel onnoozel en naïf, alsof ze van de wereld geen kwaad wist. «Gewichtige zaken herhaalde zij. «Welke zaken, tante?* «Gij weet wel,* zei tante streng, «waarover ik met je spreken wil, Carmen. Dat rampzalige huwelijk «Ha zoo, het oude liedje!* riep Carmen er tusschen, de schouders ophalende. «En al zou ik ’t dan ook van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat en ’t heele jaar door van Januari tot December moeten zingen, Carmen, ik zou niet moe worden je te waarschuwen.* »’t Is niet goed van u, tante, altijd achter den rug van Galvan kwaad van hem te spreken. Als ik tot nu goedwillig genoeg was, zulks aan te hooren, dan wil dat niet zeggen dat ik het eeuwig en altijd doen moet. Wat heeft hij u gedaan dat gij hem zoo slecht kunt uitstaan?* Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f 0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. COURANT.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1898 | | pagina 1