t>
MEOWS- H MIVEIiTEJITIEIIL.il)
VOOR MH ES OÏSMBI
Invoer m vee in BolB
Mrijvii voor do Nationale Militie.
VER IN 'T ZUIDEN.
I
FEUILLETON.
53e Jaargang.
XTo. 105.
Zaterdag 31 December 1898.
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’t Tramstation Sneek.
Officiëele Advertentie».
BEKENDMAKING.
KENNISGEVING.
in dit blad
Een Oudejaarsavond-beschou-
wing.
Bij dit Nummer behoort een Bijvoegsel.
’s morgens 9 tot
Negende Hoofdstuk.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f 0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
man zich beklaagde, dat met Carmen »niet te praten
was. De generaalsvrouw bracht op nieuw haar beden
kingen in tegen het voorgenomen huwelijk van Car
men met graaf Galvan. Senorita Munoz zei nü eens
ja, dan weer neen, al naar zij meende dat ’t van
haar verwacht werd. Overigens bleef de zaak echter
zooals zij was; dat wil zeggen: men bleef bij ’t be
sluit, morgen vroeg met den sneltrein naar Saragossa
te vertrekken.
Op het slot Valverde heerschte een koortsachtige
bedrijvigheid, om de wonderlijk hooge, ouderwetsche
en ongezellige groote vertrekken althans gedeeltelijk
in een bewoonbaren en comfortabelen toestand te bren
gen. Reeds sedert geruimen tijd had graaf Galvan
zich zoo nu en dan een en ander aangeschaft waar
door het mogelijk werd de noodzakelijkste vertrekken
maar op lange niet het geheele slot te meubeleeren.
Slechts vijf of zes kamers waren in behoorlijken toe
stand; de groote rest van het slot gaapte den be
zoeker met zijn versleten en verschoten tapijten, zijn
gescheurde gordijnen en beschadigde schilderijen als
een spook uit den grijzen voortijd aan.
Tot nu waren er nog geen bezoekers geweest, en
de thans verwacht wordende moesten zich natuurlijk
tevreden stellen met ’t geen er was. Pepita deed
al wat zij kon om als meesteres op Valverde eer in
te leggen en van ’t geen er was, te maken, wat er
onder deze omstandigheden maar met mogelijkheid
van te maken was. Men kon ’t haar aanzien, dat
het verwachte bezoek met het heerlijke vooruitzicht op
een vroolijke bruiloft, op voortdurenden omgang van
de bloedverwanten met elkaar, als een lichtstraal in
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Achtste Hoofdstuk.
(Vervolg.)
»Gij zijt een dom schepsel, Carmen,* liet de gene
raalsvrouw zich nu harerzijds ontvallen.
»Wie? Ik?« stoof Carmen driftig op.
»Ja, gij! Ik zal met je ouders praten, opdat je
standpunt je eens behoorlijk duidelijk onder ’t oog
wordt gebracht. Lieve Hemel, die jeugd!*
En verontwaardigd over het gebrek aan respect en
den on verwachten krachtigen tegenstand van Carmen,
keerde zij zich om en verwijderde zich met majestueuse
houding. Carmen trok de schouders op en ontbladerde
een nagekomen roos, die eenzaam en verlaten aan het
takje hing. «Laat ze haar gang gaan,* dacht zij. Haar
vader was toch niet thuis. Die was nog in de stad
bij zijn zaken, en met haar mama was zij ’t ééns;
dat wil zeggen: die bekommerde zich weinig om de
zaak. Diè was alles goed.
Toen de vrouw van den generaal het huis binnen
kwam, vond zij haar schoonzuster liggende in een schom
melstoel, zich met eenreusachtigen waaier frissche lucht
toewaaiende. Van tijd tot tijd staakte zij die bezig
heid, om een slok ijswater te nemen, dat naast haar
op een laag tafeltje stond.
Zij hoorde heel bedaard aan, hoe de zuster van haar
De BURGEMEESTER van Sneek,
brengt naar aanleiding eener missive van den Heer
Commissaris der Koningin in Friesland, dd. 27 Decem
ber 11., 3de Afdeeling Statistiek no. 693, ter openbare
kennis, dat de invoer van melkvee in België langs
het kantoor Watervliet tot nader order is verboden,
en het kantoor Santvliet weder voor dien invoer is
opengesteld.
Sneek, 29 December 1898.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
en ge geeft daaraan voor weinig kosten
eene flinke publiciteit.
dezer gemeente kan geschieden van
’s namiddags 1 uur.
Sneek, den 16den December 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
haar eenzaam leven, in haar onafgebroken angstig
heid en bezorgdheid viel. Onvermoeid en achter adem
soms, kloste zij op haar houten pantoffels hinkend
over de hobbelige en gebroken vloersteenen van de
groote hallen, zoodat Galvan meermalen moest tusschen-
beide komen, uit vrees dat zijn zuster met haar ge
brekkigheid zich-zelve nadeel zou kunnen doen.
Galvan was heel kalm en onverschillig, althans naar
’t uiterlijk, en bleef, nadat hij zijn ouden koetsier
Pedro de noodige bevelen gegeven had betrekkelijk
het afhalen zijner gasten van het spoorwegstation te
Saragossa, het grootste gedeelte van den dag ineen
klein, eveneens slechts povertjes gemeubeleerd kamertje,
waar hij nü eens rekenende of schrijvende bij de tafel
zat, en dan weer nadenkend op en neer wandelde.
Zijne ondernemingen waren in den laatsten tijd
opvallend door het geluk en een rijke opbrengst be
gunstigd geworden. Hij berekende, dat hij met zijn
laatste zaken bij zijn bankier te Madrid, na aftrek
van al zijn verplichtingen, nog een tegoed had van
ver over de honderdduizend peseta’s. Zoolang hij
leefde had hij nooit zooveel in zijn bezit gehad, en
als hij gewild had, zou hij het slot Valverde wel wat
hebben kunnen verfraaien; maar dat wilde hij niet.
Hij wilde trouwens niet dat men nü reeds vernemen
zou, hoeveel vermogen hij bezat; om de eenvoudige
reden, dat hij niet bewijzen kon dat hij er op recht
matige en eerlijke wijze was aangekomen. Overal waar
hij zich in gezelschappen vertoonde, fluisterde men
om hem heen: «Waar leeft graaf Valverde toch van?
Hij treedt op als deftige, rijke cavalier; waar haalt
hij de middels daartoe vandaan?*
Hij bemerkte heel goed, hoe niet alleen menschen
van zijn stand, maar ook andere fatsoenlijke menschen
zich wantrouwend van hem terugtrokken, omdat hij
LICHTING 1900.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Sneek,
Gelet op art. 19 der Wet op de Nationale Militie;
Brengen ter openbare kennis, dat bij Hoofdstuk III
dier wet, handelende over de Inschrijving voor de
Militie, onder anderen voorkomt het navolgende:
Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie inge
schreven alle mannelijke ingezetenen, die op den
lsten Januari van het jaar hun 19de jaar waren
ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden:
1. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens
moeder, of, zijn beiden overleden, wiens voogd inge
zeten is volgens de wet van den 28sten Juli 1850
(Staatsblad no. 44);
2. hij, die, geen ouders of voogd hebbende, ge
durende de laatste, aan het in de eerste zinsnede
van dit artikel vermelde tijdstip voorafgaande acht
tien maanden in Nederland verblijf hield;
3. hij, van wiens ouders de langstlevende inge
zeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits
hij binnen het Rijk verbluf houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling,
behoorende tot eenen Staat, waar de Nederlander niet
aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen, of
waar ten aanzien der dienstplichtigheid het beginsel
van wederkeerigheid is aangenomen.
Art. 16. De inschrijving geschiedt:
1. van een ongehuwde in de gemeente, waar de
vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden
overleden, de voogd woont;
2. van een gehuwde en van een weduwnaar in de
gemeente, waar hij woont;
3. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft
of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buitens
lands gevestigd is, in de gemeente waar hij woont;
4. van den buitenslands wonenden zoon van een
Nederlander, die ter zake van ’s lands dienst in een
vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader
of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft.
Art. 17. Voor de Militie wordt niet ingeschreven
1. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van
een ingezeten, die geen Nederlander is;
2. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouder
looze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd
ingezeten
3. de zoon van den Nederlander, die ter zake van
’s lands dienst in ’s Rijks overzeesche bezittingen of
koloniën woont.
Art. 18. Elk, die volgens art. 15 behoort te wor
den ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij Bur
gemeester en Wethouders aan te geven tusschen den
lsten en den 31sten Januari.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is
zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of,
zijn beiden overleden, zijn voogd, tot het doen van
die aangifte verplicht.
Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de
jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste, inge
zeten wordt, is verplicht, zich, zoodra dit plaats heeft,
ter inschrijving aan te geven bij Burgemeester en
Wethouders der Gemeente, waar de inschrijving, vol
gens art. 16, moet geschieden.
Daarbij gelden de bepalingen der 2de en 3de zin
sneden van art. 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het register van het
jaar, waartoe hij volgens zijnen leeftijd behoort.
Naar aanleiding van bovenstaande bepalingen maken
Burgemeester en Wethouders verder bekend, dat op
Woensdag den £den Januari 1899 ten Gemeentehuize
alhier eene bijzondere zitting zal worden gehouden
tot inschrijving der mannelijke ingezetenen, die op den
lsten Januari 1899 hun 19de jaar waren ingetreden,
en die alzoo geboren zijn in 1880.
Terwijl overigens de inschrijving ter Secretarie
Roman van WOLDEMAR URBAN.
24.
Wilt ge iets koopen of verkoo-
pen, huren of verhuren, vraagt
ge dienstboden of biedt ge uw diensten
aan, plaats dan deze en alle andere ad
vertenties
In het nieuwjaarsnummer dezer courant, dat
juist voor een jaar onder andere uitgevers ver
scheen, vonden dezen het niet ongepast, den
lezers uiteen te zetten, op welk standpunt zij
zich wenschten te plaatsen. Zij vingen hun
leading-artikel aan met deze woorden«Bij den
aanvang van het nieuwe jaar, dat zooveel ver
wachtingen opwekt en misschien ook vol te
leurstellingen zal zijn voor publiek en uitgevers
beide maar zij zouden, gaven zij ook nu een
artikel met de veelzeggende woorden aan het
hoofd: den lezer in 1899 heil! van hun kant
de verzekering kunnen geven, dat voor hen
het jaar in menigerlei opzicht niet teleurstellend,
niet ontmoedigend is geweest. Mochten zij
door velen gesteund zijn gewordeneerst
schoorvoetend, later meer openlijk, dan is het
zeker voor een deel daaraan te danken, dat
zij hun belofte hielden van op velerlei
gebied zaken behandeld te hebben, welke nu
den een, dan weer den ander belang konden
inboezemen. Waar zij echter meermalen on
derwerpen bespraken, die de inwoners van
Sneek ter harte gingen, zooals verplaatsing of
vernieuwing van de veemarkt, en waar sommi
gen toonden te begrijpen, dat ter verduidelijking
van een beschrijving, een plattegrond van zoo
veel nut kan zijn, daar is het minst genomen
vreemd, dat b.v. op de oproeping van de uitge
vers, om ook andere plannen dan dat van de
heeren Risselada c. s., in hun blad te bespreken,
tot nog toe het stilzwijgen bewaard werd. Het
plan-van der Steele; dat van Openbare Werken
en ook het vierde zijn nog met een geheimzin
nig waas omhuld. Dat werkt teleurstellend
en ontmoedigend, want alles kan niet van
één kant komen.
Maar overigens hadden zij stof tot dank, dat
aan hun blad ook nu weder, evenals reeds 53
jaren, de plaatsing der officieele bekendma
kingen gegund werd, al mocht nog niet, zooals
toch feitelijk het geval zou moeten zijn, het
En toen
niet kon aantoonen, een met zijn stand overeenkomend
inkomen te bezitten. Dat zijn vader met schulden
beladen gestorven was, was algemeen bekend, even
zeer als dat hij-zelf dientengevolge ook arm was. Daar
hij niettemin op grooten voet leefde, zoo lag de ge
volgtrekking van een duister bestaan, een niet onbe
rispelijke bron van inkomsten, voor de hand. Aan dat
gebabbel, dat hem hoogst pijnlijk was, wilde hij niet
op nieuw voedsel geven door het slot Valverde te
restaureeren en nieuw te meubeleeren.
Bij elke gelegenheid die zich aanbood, liet hij
zich dan ook zinspelingen ontvallen, dat hij te Pau
bij de wedrennen of te Monte Carlo aan de speel
tafel met geluk gespeeld of gewed had; dat te Parijs
nog een bemiddelde tak van de familie van zijn groot
moeder woonde, met wie hij op goeden voet stond
en van wie hij eenmaal ook nog eens flink erven
kon; en dergelijke meer. Hij bereikte daarmee
werkelijk, dat hij in zekere kringen voor een hazard-
speler gehouden werden al was dat dan ook al geen
benijdenswaardige naam, zoo werden daardoor toch
nog onaangenamer onderstellingen en nasporingen
voorkomen.
Dat nu zou met één slag anders worden. Met een
enkelen stouten, vastberaden coup wilde hij ’t ver
bleekte adellijk wapen opnieuw vergulden, door in
plaats van zijn verloren goeden naam weer een
bestaan te kunnen aanwjjzen, dat iedereen zich be
grijpen kon. En dat wilde hij bereiken door zijn
huweljjk met Carmen Munoz.
Wordt ve/rvolgd.
kleine en toch zoo veelzeggend woordje «of
ficieel” vóór: «nieuws- en advertentieblad voor
Sneek en omstreken,” prijken.
Maar niet slechts was het de Veemarkt, die
de gemoederen van vele Sneekers heel warm
maakte, getuige de openbare vergadering en
ingezonden stukken, het had heel wat voeten
in de aard, vóór de eerste spade in den grond
kon gestoken worden in het Volks- of liever
het Wilhelminapark. Ook daarover kwamen
vele pennen in beweging en het regende in
gezonden stukken in de plaatselijke bladen,
het een al idyllischer dan het ander,
dan beslist was, dat het park er komen zou
en men na welvolbrachten arbeid tot het voor
jaar kan wachten om te zien of de boomen
aanslaan willen en het gras groeien, toen kwamen
de Floralia-ups-and-downs, eene quaestie, die
in het komende jaar schijnt uitgemaakt te
zullen worden. Het is ons voorloopig vol
doende, dat het park er is après nous le
déluge: zoowel van de onkosten, rekening van
latere jaren, als van de getimmerten van steen
en ijzer in het park, volgens sommigen meer
stevig dan sierlijk.
Veemarkt, Park en Convent Ee, ziedaar drie
spoken voor velen. En wat dit laatste betreft,
het proces is nu reeds jaren bij elke begrooting
een struikelblok, evenals de gasfabriek. Wan
neer zal toch de Theseus opstaan, die Andro
meda, in casu de gemeente, van hare ketenen,
van haar proces zegevierend af helpt?
En dan kwam in een van de laatste raads
vergaderingen van dit jaar een zaak ter sprake,
vroeger reeds meermalen besproken, of het
niet tijd is, dat de gemeente aan zich trekt
de exploitatie der Bank van Leening. Het is
zeker gemakkelijk die door anderen te doen
plaats hebben, wat de gemeente een voordeeltje
van f 50 oplevert, maar het is de vraag, of
dat op goeden rechtsgrond geschiedt, iets,
waarop wij ons voorstellen later terug te
komen.
Werden door ons veemarkt, park en proces-
Convent Ee brandende quaesties genoemd in
ons kalm Sneeker leven, in de laatste maan
den is daar de quaestie: ’t oud-archief boven,
onder of uit de secretarie nog bijgekomen. Het
is wel vreemd, dat, waar van onzen kant reeds
een maand of 10 geleden met klem van rede
nen getracht werd te betoogen, dat een betere
bewaarplaats voor een gedeelte van het oud-
R COURANT,
N
t x.