t>
ÏWIl WEE l.\ OMSTR.EIEI
1899.
HA DE NEDERLAAG.
MEI ftS- ES JHÏEKTEJ'TlEilLW
FKÜïliBKTOK.
I
„SNEEKER COURANT.”
Het offlcieele Nieuws- en Advertentieblad
voor Sneek en Omstreken.
Maandag 1 Januari 1300.
55e Jaargang.
XTo. 1.
f
Uitgevers POUWELS FALKENA, tegenover ’t Tramstation Sneek.
HÈ'
17
mijner
Wordt vervolgd.
‘L
Novelle van R. LINDAÜ.
roemd: zonder zijne toestemming, achter zijn rug eene
relatie met een anderen man te hebben aangeknoopt.
Halffen was niet jaloersch in den gewonen zin van
’t woord; er was hem weinig aan gelegen, Anna’s lief
de verloren te hebben; maar het maakte hem warm,
dat zij, die meer als eenig ander wezen van hem af
hankelijk moest zijn, het waagde tegen hem in op
stand te komen. Zij, zoowel als haar bondgenoot
Ribbeek, zouden daarvoor boeten
Halffen was niet de man. voor een publiek schan
daal terug te schrikken. Sedert veertien dagen hield
men zioh in D. bezig met de vlucht der barones, ’t Was
Halffen juist naar den zin, als de menschen vernamen
hoè de zaak zich had toegedragen. Hij vreesde hoe
genaamd niet zich belachelijk te maken, als ten slotte
mocht blijken dat de barones hem bedrogen had.
Hij begaf zich naar Ri bbeck met de bedoeling, deze
te beleedigen. Het speet hem, dat ’s lands wetten en
de maatschappelijke gebruiken hem noodzaakten nog
zekere consideraties tegenover zijn mededinger in acht
te nemen. Liever zou ’t hem geweest zijn, de zaak op
dezelfde wijze te regelen, zooals hij eene soortgelijke
aangelegenheid in de westelijke staten van Amerika
zou hebben afgemaaktmaar hij begreep heel goed dat
zulks in Europa niet aanging en hij zich-zelf allicht
het meest schaden zou, als hij zich niet onderwerpen
wilde aan de zeden van het land, waarin hij woonde.
’t Was volstrekt niet zeker, dat eene volgens de wet
strafbare verhouding tusschen Ribbeek en zijn vrouw
bestondhij betwijfelde ’t zelfmaar ’t was hem vol
doende, zich zwaar beleedigd te achten, omdat Ribbeek
het gewaagd had, zonder zijne, Halffens, toestemming,
eenige relaties met de barones aan te knoopen. Rib
beek had Anna Jordan bemind; men mocht zelfs aan
nemen dat barones von Halffen hem niet onverschillig
geworden was. Onder die omstandigheden beschouwde
Abonneert U op de
Vijf-en- Vijftigste Jaargang.
Uitgevers POUWELS FALKENA.
Abonnementsprijs 0,40 per kwartaal,
franco per post f 0,50.
Verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
IX.
Den volgenden morgen, reeds vroegtijdig, begaf ba
ron van Halffen zich naar Ribbeek. Hij verkeerde in
gevaarlijke stemming, zóo overspannen en opgewonden,
als met zijn bedaard, koud, overleggend karakter maar
eenigszins mogelijk was. Anna kon er zich op beroe
men, hem eindelijk toch eens geërgerd te hebben.
Zij had gelogen, en hij was niet in staat geweest,
haar daar voor te straffen, en zij had er zich op be-
Ribbeck
«Hij is honderdmaal meer waard als zoo iemand als
gij! Hij is een man van eer; hij is mijn vriend!*
«Dat ’s een heel andere vraag, mijn lief kinddaar
over loopt op ’t oogenblik de discussie niet; ik be
houd mij voor daarop later terug te komen en te on
derzoeken, hoe ’t gekomen is dat barones van Halffen
achter mijn rug en zonder mijn voorkennis relaties met
dien man heeft onderhouden.*
»Die »man« is een man van eer, die nooit een lafheid
begaan, eene vrouw zou kunnen mishandelen. Hij is
mijn vriendIk heb hem gisteren geschrevenhij heeft
mij heden geschreven; ik zal hem morgen schrijven...*
Zij wist niet wat zij zei. Zij voelde enkel behoefte
haar toorn lucht te geven, Halffen boos te maken. Deze
ging nu opstaan, smakte met de lippen, wreef zich
langzaam de handen en zei toen met krenkende be
daardheid
«Zoo?De barones zoekt bij een barer voormalige
minnaars troost en verstrooiing? Dat ’s iets nieuws.
Onder die omstandigheden zijt gij inderdaad beter
thuis bij uwe ouders als bij mij.«
Hij knikte met een boosaardig lachje, maakte eene
kleine buiging voor mijnheer en mevrouw Jordan, die
als versteend stonden, en verwijderde zich met afge
meten stappen.
Nu weder een jaarkring zich heeft gesloten
en, niettegenstaande de veelzeggende voorspel
ling van een prof. Falb, de wereld niet te
gronde is gegaan, heeft het o. i. wel reden
eens achter ons te zien en op de weegschaal
te leggen, wat ons gunstigs en ongunstigs in
den loop van het jaar 1899 werd beschoren.
Het zal zeker den lezer niet bevreemden,
dat wij ons hier op speciaal Sneeksch stand
punt wenschen te plaatsen en niet willen na
gaan, wat land en volk voor lief en leed ten
deel viel, immers daar zullen de leidende pers
organen voor zorgen. En ook willen wij ons
niet verdiepen in de quaestie of nu werkelijk
op dezen Isten Januari 1900 werkelijk een
nieuwe eeuw begint de Duitsche Keizer
heeft ook weer hier den toon aangegeven en
zijn «suprema lex, suprema voluntas* moest
voor Duitschland de schaal doen overslaan
naar den kant van hen, die wel degelijk heden
een nieuwe eeuw begonnen waren.
Voor Sneek is 1899 een goed jaar geweest,
dat zullen zeker Burgemeester en Wethouders
bij hun gemeentelijke oudejaarsavond-beschou-
wing hebben kunnen vaststellen. Er zit ener
gie in dit kleine Sneek, de tweede stad van
Friesland. En ’t wordt ook buiten Friesland
gewaardeerd, wat blijken kan uit het van Re-
geeringswege gedaan aanbod om bij de inter
communale telephoon-leiding aangesloten te
worden. En nu moge men te Sneek zelf nog
niet ’t groote nut hiervan inzien, binnen
Halffen ’t als strafbaar, dat Ribbeek zijn vrouw gena
derd was. Hij zou daarvoor voldoening geven, ’t Was
bespottelijk, absurd, dat Halffen zijn leven op ’t spel
moest zetten om zich die voldoening te verschaffen,
maar de kleinburgerlijke zeden van het land verlang
den ’t nu eenmaal zoo. Halffen zou er zich aan onder
werpen. Vrees kende hij niet. Hij was beleedigd ge
worden; hij moest straffen, al zou ’t hem ook ’t leven
kosten. Hij had een testament gemaakt, waarin hij,
voor zoover de wet het toeliet, zijné vrouw onterfde.
Deze zou althans geen groot voordeel van zijn dood heb
ben, voor ’t geval dit duel ongelukkig voor hem afliep.
Maar hij was heel kalm; hij was gedurende zijn leven
wel aan grootere gevaren ongedeerd ontkomen, als
’t hem nu wachtende. Hij vertrouwde op zijn vroeger
geluk.
De manier en de wijze waarop Halffen zich aan zijn
tegenstander voorstelde; geheel zijn optreden in diens
woning, was zóo uitdagend, dat Ribbeek, die niet heel
geduldig van aard was en wiens zenuwen door den
ingespannen arbeid der laatste dagen overspannen wa
ren, reeds na de eerste woorden die Halffen tot hem
richtte, zijn kalmte verloor. De samenkomst der beide
mannen eindigde, zooals Halffen vooruit gezien en
gewenscht had: een duel was onvermijdelijk geworden.
Elden was een jolig student geweest en had al menig
duel meegemaakt. En ’t was nog niet zoovele jaren
geleden sedert hij de universiteit verlaten had, om er zich
erg over te verwonderen dat een zijner vrienden ging
duelleeren. Ribbeek vond in hem een opmerkzamen,
bedaarden toehoorder, toen hij vertelde, dat hij door
den baron beleedigd was geworden en nu aan Elden
verzocht, hem behulpzaam te zijn om satisfactie te
krijgen.
lijk aanleiding moest geven om de zaak nog eens
flink onder de oogen te zien en betere tijden
af te wachten. Wij zijn zoo heel bang, dat,
waar men nu weer gekomen is op het stand
punt van vóór 30 Jan. 11., de Raad dus onder
de pressie van de adressen van vele nering
doenden zal kunnen te niet doen, wat hij vóór
een jaar ongeveer besloot, de verplaatsing van
de baan zal worden geschoven.
Wat ook wel kan tegenvallen, is het vin
den van goed drinkbaar water. Wat een ge
tob toch des zomers, bij langdurige droogte!
De f 1500 voor boringen toegestaan, zullen
zeker tienvoudig rente opbrengen, als de bron
ader, een goudader voor Sneek en misschien
ook voor omliggende plaatsen, gevonden zal
zijn.
Nu Leeuwarden met zijn kaasmarkt, die de
Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken daar
vestigde, niet gelukkig is geweest, zou het
misschien overweging verdienen, nog eens te
oepróeven, of Sneek nu niet gelukkiger kon
zijn, en binnen haar grenzen zoo’n markt krij
gen, waar o. i juist Sneek daarvoor als aan
gewezen schijnt. Men heeft het in de laatste
jaren meermalen kunnen opmerken, dat aan
de hoofdstad der provincie niet gelukte, wat
kleinere plaatsen met succes wisten door te
drijven, wie weet, wie weet, of ook hierin niet
een bron van inkomsten kon gelegen zijn.
Werd in de Raadsvergadering van 18 April
1.1. besloten tot de inrichting van een betere
bewaarplaats voor het archief, iets wat niet
dan toegejuicht kan worden zoo zal zeker
nu voor het oud-archief een gulden eeuw aan
breken, en meer dan tot dusver mogelijk was,
door deskundigen een onderzoek ingesteld wor
den naar de toestanden van voorheen in Sneek,
want men is hier zoo goed als op onontgon
nen terrein.
Het is nu reeds eenige jaren gewoonte, dat
een lans in den Raad geveld wordt voor ge
meentelijke exploitatie van de Bank van Lee-
ning. Het is zoo jammer, dat, waar verleden
jaar nog door een der Raadsleden een onder
zoek naar de uitkomsten van Gemeentelijke
exploitatie in uitzicht werd gesteld, de zaak in
een geheel jaar niets gevorderd is, ja, het zelfs
schijnt, naar wat in de Raadszitting van 21
Oct. jl. gesproken werd, of van dit onderzoek
niets komen zal. Wij willen hier de gegevens
voor een onderzoek aan de hand doen.
ADVEBTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1OOO regels 2j, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
niet al te lang tijdsverloop, zal o. i. zeker op
dit aanbod wel gereageerd worden.
Van energie getuigt o. i. ook het streven
van het bestuur der zeilvereeniging «Sneek*,
om de aantrekkelijkheid van het jaarlijksch
zeilfeest grooter te makende «Sneeker Cup*
zal, hopen wij, het volgend jaar onder groote
belangstelling verhardzeild kunnen worden,
wat voor de neringdoenden niet dan voordee-
lig kan zijn, het motief zeker van hen, die
meenen, dat ook uit een gemeentekas, waar
men debet en credit slechts met financieel
talent tegen elkaar kan doen opwegen, een
bijdrage gemotiveerd is.
Sneek breidt zich uit: de tienjarige volks
telling zal dat zeker bewijzen, maar ook de
bebouwing van de stationstraat. En nu ware
het o. i., ook ter voorkoming van verwarring
met den stationsweg, zoo eigenaardig geweest,
aan een dezer, lanen, zou men ze bijkans willen
noemen, de herinnering aan een of ander groot
Sneeker te verbinden, want zeer zeker zal hier
mettertijd een kwartier verrijzen, dat wel dege
lijk de nagedachtenis van die mannen, bekend
in Friesland en verre daarbuiten eer aan doet.
Voor Sneek zal ook de ontworpen tram naar
’t Gaasterland, de aanvrage Beversen-van Heurn,
niet dan voordeel aanbrengen, mits men wèl
toezie op den vorm en den inhoud van ’t con
tract, dat tusschen beide partijen, de gemeente
en de concessionaris wordt gesloten. Men
heeft het kunnen ondervinden, dat dit er zoo
heel veel toe doet en zelfs een politie-veror-
dening zoo ruimschoots gelegenheid geeft om
overtreden te worden!
Wat ons en zeker ook velen anderen tegen
gevallen is, is de lijdensgeschiedenis met de
veemarkt. Den 30 Januari 11. hoorde men van
een nieuw plan van de Commissie van Open
bare werken om de veemarkt te verplaatsen,
met een raming van I 63000. In ons ar
tikel van 1 Maart d. a. v. juichten wij van
harte dit plan toe, omdat het ons de eenig
mogelijke kans leek om de eertijds zoo bloei
ende veemarkt uit haar betrekkelijk verval op
te heffen. En den 24 Juni kwam een plan tot
den Raad, dat naar een financieelen basis van
t 63000 zou uitgewerkt worden, wat toen met
algemeene stemmen werd aangenomen. Wij
wachtten tot Dinsdag 19 December om toen
te vernemen, dat die geraamde som liefst met
f16000 zou worden overschreden, wat natuur-
Mr. L. Zegers Veeckens, lid van den ge
meenteraad te Amsterdam, heeft in ’t licht
gegeven »eenige mededeelingen over het be
drijf der banken van leening”, als complement
van zijn «statistieken der bank van leening te
Amsterdam”. Het bleek ons, dat, terwijl er in
1853 nog 97 banken van leening waren, waar
van 33 beheerd door of van wege het open
baar gezag en 64 door en voor rekening van
particulieren, in 1885 dat aantal resp. 34 van
de eerste en 44 van de laatste soort was; nu
heeft men nog slechts 17 banken van leening,
door de gemeenten beheerd. Er zijn tien ban
ken van leening, onder toezicht van ’t open
baar gezag, door particulieren gedreven: te
Hilversum, Enkhuizen, Texel, Meppel, Assen,
Drachten, Harlingen, Bolsward, Venlo en Sneek.
En zeker mag men wel eens naar Leeuwar
den, met gemeentelijke exploitatie, zien, waar
het verslag over 1897 te lezen geeft: «Ook
thans moeten wij wijzen op een nadeelige uit
komst der exploitatie over dit jaar, voortsprui
tende uit waardevermindering van bijna alle
ter beleening aangeboden voorwerpen, afge
nomen bezit van kostbaarheden, het ontstaan
van vereenigingen, die geld op voorschot tegen
borgstelling verstrekken, enz.”
Van harte kunnen wij ons verheugen over
het succes, dat het bestuur van ’t onderling
ziekenfonds »De Voorzorg* had met het bij
eenroepen van de vergadering van verschil
lende corporaties om tot een betere zieken
verpleging te Sneek te komen. Dank zij die
samenwerking zal Sneek over niet te lan
gen tijd een ziekenhuis rijk zijn, waar zooveel
leed zal kunnen worden verzacht.
Waar het ons gebleken is, dat samenwer
king in een kleine plaats zooveel eer tot stand
te brengen is dan in een groote, dan is het
misschien hier de plaats om nogmaals te wijzen
op een samenwerking, die ook in ander op
zicht, maar toch samenhangend met ziekenzorg,
zou kunnen plaats hebben. Ziekenzorg en ar
menzorg gaan in vele opzichten hand aan
hand. Waarom nu ook geen gereglemen
teerde armenzorg, waardoor de arme, die het
verdient, zijn deel krijgt en over-bedeeling,
dubbel en driedubbele bedeeling vermeden
wordt Wie spant zich hier eens voor Onze
wakkere Armvoogden?
VIII.
Vervolg.)
»’t Geeft niets, op dit oogenblik met uwe dochter te
willen redeneeren,* zei Halffen, zich beurtelings tot
haar vader en hare moeder wendende. «Gij ziet zelf,
dat zij in een toestand verkeert, die men nauwelijks
nog als toerekenbaar zou kunnen beschouwen. Ik weet
niet, wat zij u zooal verteld heeft, maar ik verzeker
u dat zij overdrijft, of liever, zoo maar iets uitvindt.
Zij zegt, dat ik haar geslagen en getrapt heb. Zij is
niet bij haar zinnen, ’t Is niet bij mij opgekomen, de
hand aan haar te slaan. Uwe dochter is, zooals ik reeds
zeide, gevallen en heeft zich daarbij bezeerd
»Ik heb getuigenviel Anna hem op nieuw in de
rede.
«Getuigen? Maak je nu niet bespottelijk, mijn kind!*
«Ja, getuigen, wier verklaringen meer geloof verdie
nen en vinden zullen als uwe woorden.*
Halffen keek zijn vrouw ongeloovig vragend aan:
»Van wien spreekt ge?«
Zij vergenoegde er zich mee, hem dreigend aan te
kijken.
Halffen dacht een oogenblik natoen began hij spot
achtig te lachen en zeide: «Hebt ge wellicht
bedienden omgekocht, of bedoelt gij den heer Elden,
die dien avond bij ons at, of misschien uw versmaden
minnaar en dienstvaardigen briefbezorger, de heer
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
R COURANT.
I