ft
SIEIIWS- ES JimTESTIEBLAD
VOOR Sim E.1 OISTRM.
F
„HEKSEHGOÜD."
F
55e Jaargang
Zaterdag 10 Februari 1300.
No. 12.
FRÏÏE1RÏT8S.
Uitgevers POUWELS FALKENA, tegenover ’t Tramstation Sneek.
Uit de Raadszaal.
j
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
nde
ver
zucht,
vakte,
3 ver.
op de
n toe-
iks en
NAN-
A-
NS,
Ge-
Roman van E. WERNER,
Schrijfster van «Aan het Altaar®, «Fata Morgana®,
«De Alpenfee® enz.
ADVERTENTIéN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
der voorname kringen volkomen op de hoogte was.
Dat kon toch geen Heiisberger burger zijnDe jonge
dame voelde een vluchtigen prikkel van nieuwsgierig
heid.
«Ik ben heel toevallig op eene wandeling hier
naartoe gedwaald; u verkeert waarschijnlijk in ’t
zelfde geval,» zeide zij op half v ragenden toon.
«Neen, ik ben op weg naar Steinfeld, maar ik wilde
den rit langs den zonnigen, stoffigen landweg be
korten en heb mijn rijtnig vooruit gestuurd. De
boschweg is zoo mooi, en toen voelde ik mij verlokt,
hier binnen te gaan,« luidde het eenvoudig antwoord.
De nabijheid van Steinfeld verklaarde inderdaad het
bezoek van een vreemdeling in deze streek. De berg
werken aldaar hadden relaties over de heele wereld,
zij stonden in geregelde verbinding met Berlijn, en
de grootsche aanleg werd buitendien als zeer beziens-
waardig geroemd en dan ook vaak genoeg bezichtigd
wellicht was dat ook hier de aanleiding.
Waar Edith nog in twijfel verkeerde omtrent de
persoonlijkheid van haar makker, daar was de hare
geen geheim meer voor hem. Ernst Raimar had al
lang geraden met wie het toeval hem hier samenbracht.
De jonge dame droeg wel is waar op deze wandeling
door het bosch slechts een eenvoudig kleedje en
een even eenvoudigen strooien hoed, maar geheel
haar uiterlijk verried, tot welke levenskringen zij
behoorde. Dergelijke verschijningen waren er niet in
den omtrek van Heilsberg; dat kon slechts de gast
van mevrouw Maiendorf zijn.
Wordt vervolgd.
slagen ook is het werk goed opgeleverd.
De heer Feenstra is hier tegen, want anders behoeft
men ook geene bepalingen daaromtrent in het bestek
op te nemen, anders zal hiervan ook misbruik kunnen
worden gemaakt.
•J)e heer de Boer is het met den laatsten spreker
eens, daar ook het advies van den gemeente-opzichter
aldus luidt; spr. zou de boete willen bepalen op f 25.—
De Voorzitter acht ook, dat geheele kwijtschelding
niet te pas komt, reeds 14 dagen is de termijn voor bij
gekomen werk verlengd, wel is er geen stagnatie in het
onderwijs geweest, doch dit kwam door de bijzonde-
dere belangstelling van den onderwijzer, welke zijn
kamer voor het geven van onderwijs beschikbaar
stelde. Spr. stelt namens Burg, en Weth. voor, adres
sant de helft, dus f 30.van de beloopen boete te laten
betalen.
De heer Gerbrandij stelt thans evenwel voor, de boe
te op f 20.te bepalen, waarop de Voorzitter zijn voor
stel intrekt.
De heer Huistra stelt voor geheele kwijtschelding.
Het voorstel van den heer Huistra, in stemming ge
bracht, wordt verworpen met 8 tegen 3 stemmen (die
van de heeren Hui str% „Visser en Th. Hettinga.)
Hierna wordt het voorstel van den heer Gerbrandy,
om de boete op f 20.te bepalen, aangenomen met
10 tegen 1 stem (die van den heer Feenstra.)
IV. Idem van A. Koldijk te Nijezijl, tot aankoop
van een strookje gemeentegrond.
Bovenstaand adres werd in de vorige vergadering
aangehouden, omdat men meende dat zich meerdere
koopers zouden voordoen, daar men met enkele perso
nen hierover reeds vroeger had onderhandeld.
Intusschen is nogmaals een adres van Koldijk
bcvangenoemd ingekomen, daarbij berichtende, dat hij
genegen is, bedoeld strookje gemeentegrond ter grootte
van 9 A. 10 cA., en waarvan een goed deel onder
water zit, wat dus opgehoogd zal moeten worden, in
koop aan te nemen voor f 70.
Burg, en Weth. waren aanvankelijk niet tegen dien
verkoop, doch meenen nu te moeten adviseeren, niet
tot verkoop over te gaan, daar door het verkoopen
van één perceeltje, de gemeente-eigendommen aldaar
verbroken zouden worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform besloten.
V. Idem van eenige ingezetenen van Uitwellingerga
tot plaatsing van lantaarns aldaar.
In het adres, voorzien van 43 handteekeningen,
wordt er op gewezen dat de passage ten noorden van
de Westerbrugsloot bepaald gevaarlijk is, en dat ’t
een wonder geacht kan worden dat tengevolge van
de duisternis geen ernstige ongelukken zijn voorgeko
men.
Adressanten verzoeken door ’t plaatsen van 4 lan
taarns verbetering in dien toestand te brengen, waar
mede in een dringende behoefte zou worden voorzien.
Burg, en Weth. zeggen in hun advies, dat het
spreekwoord hier ook weder van toepassing is: »Als
er een schaap over den dam is, volgen er spoedig
meer”, dat T hun college echter niet wenschelijk
voorkomt thans aan ’t verzoek te voldoen, met ’t oog
op den tijd; de dagen worden weder langer, en op de
adressenmanie, betreffende lantaarns, waarvoor alsdan
de uitgetrokken gelden, niet toereikende zouden zijn.
Daar eindigde de weg plotseling bij een lagen, half
afgebrokkelden muur, waarachter zich iets als een
groene wildernis scheen uit te strekken. De jonge
dame bleef verwonderd staan zij zag noch eenig
huis noch eenige andere woonplaats, en toch was de
plek ommuurd en zelfs met een ijzeren hek afgeslo
ten. De toegang was echter gemakkelijk genoeg, het
verroeste hek hing slechts los in zijn hengels en week
bij een lichten druk. Edith liep nog eenige stappen
voort en stond toen midden op een klein kerkhof, dat
eenzaam, geheel verwilderd en dicht begroeid, diep
in ’t bosch lag.
Het moest zeker afkomstig zijn uit den ouden tijd
toen hier nog boschboeren waren, die in hunne afge
legene, wijd verstrooide hoeven woonden en hier ge
meenschappelijk hun kerk en begraafplaats hadden.
De levenden waren reeds voorlang weggetrokken uit
het donkere bosch naar de dorpen; het kerkje was
vervallen, maar uit piëteit eerbiedigde men de rust
plaats der dooden, die hier vergeten sluimerden. Reus
achtige donkere denneboomen verhieven zich in de
lucht, en daartusschen was een heel boschage van vlier
en vlierbessen gegroeid. Rietgras woekerde op den
grond en op de ingevallen grafheuvels. De eenvou
dige houten kruisen waren al lang omgevallen en ver
molmd, de ijzeren kruisen door roest ingevreten, alleen
de grafsteenen trotseerden den tijd en de vergankelijk
heid. Zij verhieven zich groen en verweerd uit het
mos en de wilde, weelderig voortwoekerende slinger
planten, die er zich omheen sponnen en hier en daar
waren nog eenige woorden der inscripties te onder
scheiden.
Ginds onder de denneboomen was een heel oud
stuk muur zichtbaar, de overblijfsels van de vroegere
boschkerk. Daarheen richtte Edith hare schreden, toen
Krol, te Woudsend, waarbij zij hunne herbenoeming,
respectievelijk tot armvoogd en boekhouder aldaar, aan
nemen
g. Id. van de heeren J. C. de Puy te Oosthem en
R. Abma te Folsgare, dat zij hunne herbenoeming,
resp. tot boekhouder en armvoogd bij de arm voogdij
te Oosthem en Abbega, aannemen
h. Id. van den heer S. H. Reitsma te Ysbrechtum,
dat hij zijne herbenoeming tot boekhouder bij de arm-
voogdij voor de dorpen Ysbrechtum, Tirns en Tjalhui-
zum, aanneemt;
i. ld. van den heer J. G. Theunissen te Gaastmeer,
dat hij zijne herbenoeming tot boekhouder bij de arm-
voogdij voor Gaastmeer en Nijhuizum, aanneemt
j. Id. van den heer Jelle Jeltema te Tirns, dat hij
voor zijne benoeming als armvoogd bij de armvoogdij
voor de dorpen Ysbrechtum, Tirns en Tjalhuizum,
bedankt
k. Id. van den heer Joh. L. Boonekamp, dat hij
zijne herbenoeming tot armvoogd bij de armvoogdij al
daar, niet aanneemt
l. Proces-verbaal van opneming der kas van den
Gemeente-ontvanger van 6 Jan. jl.
De Voorzitter stelt voor alle bovengenoemde inge
komen stukken voor kennisgeving aan te nemen, waar
toe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten.
III. Adres van G. Dijkstra te Scharnegoutum, hou
dende verzoek om kwijtschelding van boete.
Adressant, welke aannemer was der verbouwing van
de school te Scharnegoutum, is volgens het bestek,
wegens te late oplevering, boete schuldig. Adr. ver
zoekt kwijtschelding dezer boete, daar de te late opleve
ring van het werk, mede oorzaak was, van bijkomen
de werkzaamheden, terwijl het niet hinderlijk is ge
weest voor ’t onderwijs aan de kinderen, en ’t werk
ten genoege van ’t Dagel. Best, is opgeleverd.
't Advies van den Gemeente-opzichter luidt, dat deze
bij de gehouden aanwijzing met nadruk op den tijd
van oplevering heeft gewezen, (waarbij Dijkstra even
wel niet tegenwoordig was); dat het werk niet met
dien spoed is doorgezet en voortgegaan, als wensche
lijk wasdat adressant wel opgeeft, dat de te late op
levering mede zijn oorzaak vindt in bijkomende werk
zaamheden, doch dat hiermede ook rekening is gehou
den, door den vastgestelden termijn met 14 dagen te
verlengen; dat gewoonlijk wel kwijtschelding wordt
verleend, en niet op korting wordt gerekend, doch dat
geheele kwij tschelding der boete hem hier minder ge-
wenscht voorkomt.
Burg, en Weth. adviseeren, waar adressant een boete
van f60.is opgelegd, wegens te late oplevering
van de verbouwing der school te Scharnegoutum, dat
wel bijkomende werken zijn uitgevoerd, doch dat de
oplevering met 14 dagen is verlengd, in gewone om
standigheden niet op korting wordt gerekend, dat het
werk tot genoegen is opgeleverd en geen stagnatie in
het onderwijs heeft plaats gehad, dat adressant geen
beroepsaannemer is, doch voor zich zelf en anderen
voor een geruimen tijd werk dacht te hebben, de boete
gedeeltelijk kwijt te schelden en een bedrag te bepa
len als door den Raad wordt goedgevonden.
De heer Huistra is er voor, geheele kwijtschelding
te verleenenadressant toch heeft pogingen aangewend,
meer werkvolk te krijgen, maar is daarin niet mogen
zij tot hare verrassing bespeurde dat zij hier niet alleen
was. Voor den muur stond de rijzige gestalte van
een man, die zeer belangstellend een oud monument
scheen te bekijken, maar zich bij het naderen van voet
stappen omkeerde. Ook hij scheen verrast, nam ech
ter, toen hij een dame zag, groetend den hoed af en
ging een beetje op zijde om haar voorbij te laten.
Edith bedankte vluchtig en wilde voorbij gaan, raakte
daarbij echter in een braambeziestruik verward, wiens
voortwoekerende ranken haar den weg versperden, en
bij eene ongeduldigde poging, zich er van te bevrijden,
raakte zij er noch meer in verward. De vreemdeling
kwam haar vriendelijk te hulp, maar de eigenzinnige
ranken, die zich aan haar kleeren hadden vastgehecht,
wilden niet loslaten. Het duurde eenige oogenblik-
ken alvorens ’t hem gelukte ze te verwijderen.
»Ik dank u,® zei de jonge dame op haar koele, ne-
derbuigende manier, maar zij scheen ’t nu toch noodig te
vinden, nog eenige woorden te spreken en zoo maakte
zij de opmerking:
«Een zonderlinge plaats, dit eenzame kerkhof midden
in het dichte bosch.
«En een mooie plaats Hier dringt geen teeken van
leven door; hier stoort niets de ernstige, heilige rust
van den dood.«
Edith keek verrast opzij had op hare onverschil
lige opmerking eene soortgelijke verwacht. De woor
den deden haar even eigenaardig aan als de half doffe
klank dier stem. Eerst thans verwaardigde zij zich,
den vreemdeling wat nader op te nemen. Jt Was een
man van middelbaren leeftijd; een slanke, bepaald def
tige verschijning met donkere oogen, waarin een ern
stige, zelfs sombere uitdrukking lag. De wijze waarop
hij sprak, waarop hij zich boog en haar dien kleinen
dienst bewezen had, verried, dat hij met de vormen
VERGADERING van den Gemeenteraad
van Wymbritseradeel, op Zaterdag, den 3 Fe
bruari 1900, des voormiddags 101/, uur.
Tegenwoordig zijn 9 leden, later 11.
Afwezig de heeren v. d. Gaast, A. H. Tromp, Joh.
Reijenga en Oppedijk.
Voorzitter de heer M. H. Tromp, Burgemeester.
Secretaris de heer J. Poppenga.
Punten van behandeling
I. Resumtie der notulen der vergadering van 23
Dec. j.l.
De notulen van evengenoemde vergadering wor
den, na lezing door den Secretaris, onveranderd goed-
gekeuid.
II. Mededeeling van ingekomen stukken enz.
De Voorzitter deelt mede dat is ingekomen een be
richt van den heer Oppedijk, dat hij tot zijn leedwezen
verhinderd is, deze vergadering bij te wonen een
schrijven van den heer A. H. Tromp, die daarbij ken
baar maakt, dat wegens andere drukke bezigheden hij
verhinderd is, bij deze vergadering tegenwoordig te zijn;
.terwijl bij monde van den heer de Boer hem is mede
gedeeld dat de heer v. d. Gaast wegens ongesteldheid
en door den heer Ages dat ook de heer Joh. Reijenga
wegens ziekte verhinderd is, tegenwoordig te zijn.
Verder zijn ingekomen
a. Resolutie van hh. Ged. Staten, houdende goed
keuring der gemeente-begrooting voor 1900.
De Voorzitter deelt mede, dat nu bovenstaande goed
keuring is ontvangen, thans ook de armvoogden-be-
grooting definitief vastgesteld kan worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dienovereenkom
stig besloten.
Nog zijn ingekomen:
b. Missive van den Commissaris der Koningin, dat
met de belastingen, waarvoor nog geen goedkeuring
is ontvangen of opnieuw vastgesteld moeten worden,
op den bestaanden voet kan worden voortgegaan
c. Resolutie van hh. Ged. Staten, houdende goed
keuring van de gewijzigde verordeningen tot jieffing
en invordering van leges wegens huwelijk, van brug
gelden te Wolsum, van id. te Heeg en van schutstal-
gelden
Deze verordeningen zijn geldig tot 1 Januari 1901.
d. Id. van hetzelfde college, houdende goedkeuring
der verordeningen tot heffing en invordering van be
grafenisrechten.
Deze verordening is geldig voor onbepaalden tijd.
e. Id. van hetzelfde college, waarbij toestemming
wordt verleend aan den heer J. Poppenga, Secretaris
der gemeente Wymbritseradeel, om in Sneek te wo
nen, zoolang het gemeentehuis en de Secretarie, aldaar
gevestigd zijn.
f. Een schrijven van de heeren S. Haga en J. G.
7
De omgeving van Heilsberg bood geen schilderach
tige bekoorlijkheden aan, slechts bosch en weiland en
ver aan den horizont een wazig blauwe bergrug,
maar het bosch was hier zeldzaam mooi. De prachtige
oude bosschen, die als staatseigendom zorgvuldig ont
zien en beschermd werden, strekten zich uren ver uit;
men kon verdwalen in deze diepe, stille boschgronden.
Buiten straalde het heldere zonlicht van den Meidag,
maar hier in het donker der dennen was ’t schaduw
rijk koel en op den met mos bedekten bodem lag nog
de morgendauw, toen Edith Marlow op het smalle,
halfbegroeide voetpad voortstapte. Zij was niet van
plan geweest haar wandeling zoover uit te strekken,
maar ’t was iets geheel nieuws voor haar, alléén het
eenzame bosch te doorkruisen. Zij kende als zomer
verblijf immers slechts de groote zeebaden en genees
kundige badinrichtingen, waar men altijd door een
zwerm menschen omringd, waar men bij eiken voet
stap bekenden ontmoette en het begrip eenzaamheid
dan ook geheel buitengesloten was. Deze stilte van
het bosch had voor haar dus al de bekoorlijkheid van
het vreemde, het ongewone en lokte haar al verder en
verder.
Burg, en Weth. adviseeren het adres voorloopig ter
zijde te leggen en er bij de behandeling der begroeting
voor 1901 op terug te komen.
De heer Th. Hettinga zegt dat er 2 lantaarns nood
zakelijk zijn, hier bestaat levensgevaar; de andere 2
zijn voor ’t gemak van de burgers en voor hen, die den
weg bij avond en nacht passeeren. Spreker is er wel
voor het verzoek toe te staan.
De Voorzitter licht thans toe, dat het adres nu niet
bepaald wordt afgewezenmen zal er later op terug
komen er zijn nu geen gelden voor uitgetrokken.
Conform ’t voorstel van Burg, en Weth. wordt thans
met algemeene stemmen besloten.
VI. Idem van B. T. de Jong te Osingahuizen, tot
plaatsing van een lantaarn bij de aanlegplaats der
stoombooten aldaar.
Adressant deelt mede dat hij met toestemming van
H. H. Ged. Staten aan den oostkant van zijn huis
een aanlegplaats voor stoombooten heeft laten maken,
terwijl hij zijn huis tot bier- en koffiehuis, mede tot
wachtkamer heeft ingericht, ten gerieve van hen,
welke thans op stoombooten moeten wachten. Adres
sant zegt dat de weg naar die aanlegplaats geheel
in ’t duister ligt, zoodat hij ’t wenschelijk acht, dat van
gemeentewege aldaar een lantaarn wordt geplaatst, ’t
geen zeer ten gerieve zou zijn van ’t reizend publiek.
Adressant zou zich wel willen belasten met het aan
steken, vullen, schoonhouden enz.
Burg, en Weth. adviseeren het verzoek niet in te
willigen; waar adressant van zijn woonhuis tevens
een bier- en koffiehuis heeft gemaakt, acht hun college
’t meer van particulier dan van algemeen belang.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform ’t
voorstel van Burg, en Weth. besloten.
VIT. Idem van-het Bestuur van het Waterschap
«de Groenedijk®, betreffende het aanhangige voorstel
over het onderhoud van vaarten.
't Bestuur van het Waterschap «de Groenedijk®,
deelt in aansluiting met het in de vergadering van
11 Nov. 1899 uitgebracht rapport van de Raadscom
missie, bestaande uit de heeren Oppedijk, Ages enR.
Hettinga, inzake verbetering van vaarwaters in de ge
meente, mede, dat er op de Secretarie in ’t geheel
berusten 95 liggers van vaarten, waarvan 19 op
waterstaatswerken voorkomen. De vaarten zijn over
’t geheel alle blijkbaar meer of minder goed onder
houden, waarom evengenoemde commissie voorstelde
een bedrag van f 25000.uit te trekken tot verbete
ring dier vaarwaters.
Adressant merkt evenwel op dat ’t nergens uit blijkt
waarom de onderhoudplichtigheid van de naastlegers
enz., heeft opgehouden; integendeel rust de onderhoud-
pliehtigheid nog op dezenhij acht dan ook een zoo
groote uitgaaf, wat de schuldenlast van de gemeente
zeer zou verzwaren, geheel onverplicht en geeft dan
ook in overweging geen geld voor onderhoud uit te
trekken, wat de onderhoudplicht zou belem meren, ter
wijl bovendien het kapitaal der gemeente, door aan
besteding van verbetering, hoogstwaarschijnlijk voor
een groot deel naar elders zou gaan.
Adressant zegt, dat om de onderhoudplicht weder
te verzekeren, ’t noodzakelijk is, boezemwaterschappen
op te richten, waarom hij voorstelt, dat de Raad Burg,
en Weth. machtige, zoo spoedig mogelijk hiervoor de
COURANT.