t) n MMS- Ea lUmfflTIEBLlD l'MR Slim EJ OBSTKMi. voor en Zondagsrust. [JN „HEKSENGOÜD." Magazijn voor JCeeren^ffofigehoeren- en JCinderkleeding, GEBROEDERS LAMPE, SNEEK. Grootste keuze m. de fijnste Engelsche en Fransche Nouveauté’s. Saterdag 24 Februari 1900. 55e Jaargang- No. 16. bevattende FÏÜILLETOH. Trots de belangrijke stijging der wolprijzen, kunnen wij, dank vroegtijdige contracten, aan onze BEKENDE LAGE PRIJZEN blijven verkoopen. Beleefd aanbevelend. Voor de afdeeling HEERENKLEEDING NAAR MAAT, ontvingen wij een enormen voorraad Zwarte en Gekleurde Stoffen, JM Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’tTramstation Sneek, o. Wordt vervolgd. seks eal Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. L> /ton. r (200 der ■komst Roman van E. WERNER, Schrijfster van »Aan het Altaar«, »Fata Morgana», «De Alpenfee» enz. ten doel heeft «op het voetspoor onzer gods dienstige voorvaderen, die daarop steeds den hoogsten prijs stelden, de plichtmatige viering van den dag des Ileeren en andere dagen, den openbaren Christelijken godsdienst toe gewijd, door eenparige en voor de geheele uitgestrektheid der vereenigde Nederlanden algemeen werkende maatregelen te verzekeren,» aangezien bij de bekrachtiging geen enkel voorbehoud is gemaakt, noch eenige latere wettelijke bepaling de uitvoering heeft kun nen terughouden, moest deze wet haar kracht doen gelden. Dat was niet alleen noodig, werd niet gevorderd door heerschende ge- i toe ts en JAN- ADVERTENTIéN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. zucht, zakte, ver- )p de makker weer te voorschijn met een klein kind in de armen, dat hij naar de ruïne droeg en toen op den grond zette. «Dat had erger kunnen afloopenzeide hij. «Zeg eens, kleine gems, wie zei je dan, daar bij op te klaute ren? Heb je je ook bezeerd De kleine was nog bleek van schrik, doch zij schreeuwde en schreide niet, maar keek slechts naar haar armpje, waarop een groote donkerroode schram zichtbaar was. »’t Doet heelemaal geen pijn meer,< zeide zij dap per, terwijl zij den majoor aankeek. «Braaf meisje!» klonk diens lofspraak. »Dat huilt niet achterna, als ’t in veiligheid is. Laat eens kij ken! Dat ’s niets als een schram, de moeite niet waard.» Hij haalde zijn zakdoek voor den dag en wischte een paar bloeddroppels af, die zich op den kleinen arm vertoonden. Nu kwam Treumann er ook bij. «Dat ’s immers de kleine Liesbeth van Gernsbach riep hij verrast uit. «Liesbeth, wat hebt ge gedaan?» «Ik ben daar bij opgeklommen,» zei de kleine op de steile helling wijzende. »En toen vielen de steenen en viel ik ook.« »Ja, en daar hing ze aan den tak van een vlierboom, dien ze gelukkig nog te pakken gekregen had,» vulde Hartmut aan, »maar die begon al te breken, en als zij losliet of ik een paar minuten later gekomen was, dan zou ze beneden in de steengroeve liggen en was ’t gedaan geweest!» Hij hield zich nog met het kind bezig, toen ’t hem ontsnapte en met den uitroep: «mama! mama!» eene dame tegemoet vloog, die thans achter adem op de hoogte verscheen. Haar knieën knikten, toen zij de armen uitstrekte naar de kleine en deze aan haar borst drukte. bruiken, doch dat eischte de Grondwet. Toen nu voor enkele jaren de burgemees ter van Haarlem een poging deed om deze wet uit te voeren, werd hem door de regee- ring verzocht, zich daarvan te onthouden. Niemand zal na deze voorafgaande toelich ting weerhouden kunnen worden, zich over een dergelijken gang van zaken ten hoogste te verbazen. Zijn de wettelijke bepalingen als het ware ontgroeid aan de tegenwoordige toestanden, welnu, dat men dan de wet intrekke, maar men late toch niet langer een toestand voortduren, die met iedere wettelijke bepaling in strijd is. Bovendien zou men zich willen afvragen, of de Zondagsrust-beweging dan zoo weinig resultaten kan aanwijzen, dat van overheids wege als het ware openlijk den spot wordt gedreven met dit uitstekend beginsel. Waarin den aanvang om gelachen werd, wat oorspron kelijk tot de onmogelijkheden werd gerekend, wint langzamerhand aan voorstanders, die meer en meer gaan inzien, dat Zondagsrust niet alleen mogelijk is, maar een eisch des tijds is geworden. Concurrentie van de zijde van den handel, Met de motie, door het Tweede Kamer-lid der Staten-Generaal in een zitting van ’t vorig jaar voorgesteld, is de belangstelling voor de Zondagsrust weder geprikkeld en wordt aan de Zondagsrust-propaganda een steun geschonken, gewenscht en gevorderd om weer met een flinken stap te kunnen naderen tot het doel. Wat de Zondagsrust aangaat blijft in ons goede Holland nog steeds een toestand ge handhaafd, welke op zijn zachtst gesproken bevreemdend moet worden genoemd. Want, wellicht is het door de omstandigheden me nigeen nog onbekend, wij hebben een Zon dagswet. Dat staat onloochenbaar vast. Het is een wetsvoorstel geweest, dat de gewone weg gevolgd heeft om na koninklijke be krachtiging tot wet te worden verheven. Sinds 1815 heeft Nederland dus inderdaad een Zondagswet, die volgens de toelichting, waarvan zij vergezeld ging bij hare indiening, 11 «Dat kan ik mij voorstellenwierp Hartmut er droog tusschen. «Reeds bij ’t begin viel hij mij in de rede en ver klaarde kort en bondig, dat hij met den tegenwoordigen tijd te maken had, niet met het stof en puin uit het verledenhij had noch tijd noch geld voor dergelijke zotheden over. Nu werd ik natuurlijk ook kwaad, en dat nam de pacha kwalijk, want hij werd grof en zei mij de onbeschaamdste dingen in ’t gezicht. De eerste de beste veengrond was hem liever dan de geheele his torische bodem van Heilsberg. Ik moest maar eens zien, wat hij van Neustadt gemaakt had. Neustadt zou binnen tien jaren een groote industriëele plaats zijn en Heilsberg zou een ellendig klein nest blijven, waar ’t gras in de straten groeide. Ja dat dat heeft hij mij woordelijk gezegd Hier kon de oude heer van opgewondenheid de woor den er niet meer uitkrijgen; hij slikte een paar maal heftig en keek den majoor aan, die met moeite het lachen bedwong. Hij stelde zich de allerkomiekste scène voor: hoe de practische nabob zijn «historischen* bezoeker de deur wees; maar hij deed dezen het plei- zier, door een paar krachtige woorden met zijne ver ontwaardiging in te stemmen. «En die man was voor tien jaar nog procuratiehouder van mijn zwager Raimar en werd Zondags aan tafel genoodigdriep Treumann, nog altijd buiten zich-zelf. «Dat weet gij immers?» «Ja, dat weet ik,« zei Hartmut nadenkende. «Ik heb hem daar leeren kennen, maar hem sedert dien tijd niet wedergezien. Mijnheer Raimar gaf hoog op van het koopmans-talent van zijn toenmaligen procuratie houder, maar dat deze zóó’n carrière zou maken heeft hij zeker nooit gedacht.» «Een zwendel-carrièreverklaarde de notaris ver achtelijk, die zijn gewone goedhartigheid geheel kwijt raakte zoodra van Neustadt of van den «nabob» sprake was. «Niets als zwendelarijLangs eerlijken, solie- I den weg kan men de millioenen toch zoo maar niet uit den grond stampen en binnen een paar jaren-een do- I zijn ondernemingen oprichten, waarvan elk op zich- zelve een menschenleeftijd vereischt om te slagen. Als gij maar eens wist, wat men er zoo al van flui stert; luide durft niemand iets zeggen; alles is im mers omgekocht, gekneveld, mondje-dicht gemaakt. Wachten wij maar eerst eens af, hoe de geschiedenis aflooptDat heb ik Ernst al zoo vaak gezegd, maar die trekt de schouders op en zwijgt; diè bekommert er zich hoegenaamd niet om. Ernst stelt nergens meer belang in.« «Ja, dat ’s God geklaagdbromde de majoor, maar sprong plotseling op en boog zich over de steenen borstwering, waar zij bij stonden. Daar klonk de kreet van een kinderstem en onmiddellijk daarop een luide angstkreet van beneden. In ’t zelfde oogenblik echter was Hartmut ook reeds met een sprong over den la gen muur, brak door het kreupelhout heen, dat de helling bedekte, en daarop hoorde men zijn komman- deerende stem «Vasthouden! Niet loslaten! Ik kom al De oude heer boven wist hoegenaamd niet wat ge beurd was en liep angstig heen en weer, terwijl hij te vergeefs beproefde door het kreupelhout te zien, maar reeds na verloop van eenige minuten kwam zijn toon bij «Bedaar nu toch, Wilma. Wij hebben immers be neden gezien, hoe Liesbeth opgevangen en naar boven gedragen werd door dezen mijnheer «Majoor Hartmut,» stelde Treumann voor.« Hij was gelukkig in de nabijheid toen de kleine viel.» De jonge vrouw was nog doodsbleek en niet in staat iets te zeggen. Zij kon den redder van haar kind slechts de hand toesteken, terwijl de tranen haar langs de wangen liepen. «Komaan, mevrouw, ’t is de moeite niet waard er over te spreken,* weerde Hartmut die zwijgende dank betuiging af. «Wij soldaten zijn gewoon, snel door te tasten en het allerbest heeft de dappere kleine meid zelf gedaan. Ieder ander had, toen de tak begon te breken, luid jammerend losgelaten, zij liet geen kik hooren en hield zich op mijn geroep stevig vast, tot ik bij haar was.» Liesbeth was blijkbaar niet weinig trotsch op die lofspraak en mevrouw van Maiendorf herstelde zich dan ook in zoo verre, dat zij in staat was aan de beide heeren voor te stellen haar nicht, mejuffrouw Edith Marlow, wie zij den burgtberg had willen laten zien. De majoor zette groote ooren op bij ’t hooren van dien naam en ook Treumann scheen zekere uitdrukkingen van zijn neef te hebben opge vangen, want hij maakte eene zeer eerbiedige buiging en jvas overgelukkig toen zij den wensch te kennen gaf, iets naders te hooren over den ouden grafelijken burgt. Hij verdiepte zich dadelijk weder in de mid deleeuwen, en toen Edith, die zich werkelijk voor dergelijke dingen interesseerde, zijn geleide door de j ruïne aannam, was de voorzitter van de historische i vereeniging in zijn volle kracht. «Stel u gerust, mevrouw, alles is goed afgeloopen,« troostte de notarisen eene andere dame, die onmid- dellijk volgde, voegde er halfluid op vermanenden i OURANT, GEBRs. BERVOETS. EEK. ir Zwarte Costumes D 3 D, 3 r j DEMI SAISONS.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1900 | | pagina 1