SIEfflS- BS WilliTEUIElILIli
Invoer van Vee in België.
Om Zuifl-Afrika en Oraaie-Ynistaat.
..HEKSEHGOOD
I-
FIÜILLBTOI.
1.
r
55e Jaargang.
Woensdag 28 Februari 1800.
ITo. 17.
Officieele Advertentie.
KENNISGEVING.
in dit blad
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’tTramstation Sneek.
L.
I
9
ik
een mo-
o
d
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
be-
aar
id).
le
en ge geeft daaraan voor weinig kosten
eene flinke publiciteit.
Zaterdagavond werd in de Koningszaal van
Artis* te Amsterdam een door het Koninkl.
Nederl. Aardrijkskundig Genootschap uitge
schreven vergadering gehouden, waarin de heer
D. Aitton, leeraar aan het Grey-College te
Bloemfontein, tijdelijk met verlof hier te lande,
Roman van E. WERNER,
Schrijfster van »Aan het Altaar®, «Fata Morgana®,
«De Alpenfee* enz.
bosch leidde, waar zij haar rijtuig gelaten hadden, en
de beide heeren keerden langs den eigenlijken burcht-
weg naar de nabij gelegen stad terug.
«Dat was dus de jeugdige bezitster van een millioen,*
zei Treumann, hoogst voldaan over de ontmoeting.
»Die Marlow bezit namelijk ook een millioen, maar
die staat op solider grondslagen als de heksenmeester
Ronald. Een oud bankiershuis, reeds door den groot
vader opgerichtMax is precies op de hoogte van
de omstandigheden. Hoe vindt gij mejuffrouw Marlow?
Eene schoonheid, niet waar?
«Zeker, een mooi meisje!* stemde de majoor tamelijk
koel toe. »Maar volgens mijn smaak een beetje te grootsch
en zelfbewust. Mevrouw van Maiendorf kan zich wat
haar uiterlijke verschijning aangaat; zeker niet met
haar nicht meten, maar zij is veel aanvalliger.«
«Ja zeker, een lief, zacht vrouwtjebevestigde
Treumann, «en de kleine Liesbeth is allerliefst. Maar
met dien Ernst is totaal niets te beginnen. Gij moest
hem toch eens onder handen nemen.«
«Ik? Waarom dat?« vroeg Hartmut, die zich die
gedachtensprong niet verklaren kon.
De notaris had zich al lang voorgenomen, zijn hart
eens uit te storten voor den vriend van zijn neef, en
greep nu gretig deze gelegenheid aan. Hij begon
op eenigszins gevoeligen toon
«Ik heb indertijd toch zeker al het mogelijke gedaan,
toen ik het notariaat met de geheele praktijk aan
Ernst afstond, maar hij is er mij nooit dankbaar voor
geweest. Dat was hem alles veel te onbeduidend en
te min. O, ik heb ’t wel gemerkt, al sprak ik er
dan ook nooit over. Ja, als advokaat pleidooien hou
den, waarvan vervolgens iedereen spreekt; zich als
beroemdheid in den Rijksdag laten kiezen, en dan ten
slotte zoo mogelijk een ministerzetel dat heeft hem
in ’t hoofd gemaaid! Er zijn wel meer, die dat zouden
willen, maar niet ieder heeft er de vermogens voor.*
«Ernst had ze!< zei de majoor kort en scherp.
»’t Was een ongeluk dat hij toenmaals uit zijn loopbaan
gerukt werd, om hier* heerendiensten te verrichten,
wilde hij zeggen, maar hij onderdrukte 't met het oog
op den ouden heer, die toch uit zijn goed hart zoo
gehandeld had. Deze meende dat hij slechts het
bankroet bedoelde van het huis Raimar en stemde
zulks toe.
«Ja, dat was zeker een ongeluk, maar daar was nu
eenmaal toch niets aan te doen. Het notariaat, dat
Ernst overnam, was toch het eenige reddingsanker
voor de familie, ’t Staat hem tegen, dat weet ik al
lang; welnu hij kan zich er immers van losmaken en
den grooten heer spelen, als hij wil. Het geluk ligt
hem immers vlak voor den neus, hij behoeft slechts
toe te pakken.*
»Ha, zoou bedoelt zei Hartmut, die nu be
gon te begrijpen.
«Natuurlijk bedoel ikZiet gij dat hooge dak daar
ginds, tusschen de boomen Dat is GernsbachEen
mooi, productief landgoed, een deftig oud heerenhuis
met prachtig park. Ernst is rechtsgeleerd raads
man van de jonge weduwe, is geheel op de hoogte
van de omstandigheden en wordt, geloof ik, lang
niet ongaarne gezien. Een ander zou dus al lang een
aanzoek gewaagd hebben, maar bij hem komt dat na
tuurlijk niet op. Ik heb mij er tegen hem over uitgela
ten, maar toen kwam ik mooi weg. «Ik ben niet van plan
mij te verkoopen, oomIk wil niet leven van het geld
mijner rijke vrouw. Dat’s den man onwaardig. Punc
tum. En toen wij de laatste maal samen te Gerns
bach waren, gedroeg hij zich als de steenen gast en
deed nauwelijks den mond open.*
«Daar had hij gelijk aan!* verklaarde de majoor.
Treumann keek hem verrast aan.
«Wat? Zoudt gij ’t uw vrouw wellicht tot een ver
wijt maken, als zij rijk was?*
«Tot een verwijt neen! Want eerstens is rijk
dom iets, waar de mensch niet vóór kan, en ten tweede
is ’t eigenlijk ook geen ongeluk. Maar om er zijn be
roep voor op te offeren; om zich door eene rijke vrouw
den kost te laten geven én een ondergeschikt per
soon in ’t huwelijk te zijn, dat ’s erbarmelijk en daar
onder zou noch Ernst noch ik, misschien slechts zoo
iemand als Max zich willen neergeven.*
«O horiep de notaris, beleedigd over die minach
ting van zijn lieveling. «Max is een talent, een groot
talent! Die brengt zijn toekomstige vrouw het genie
als huwelijksgeschenk mèe, zijn kunstenaars-roem,
die hij zich verwerven zal; dat ’s wat anders! Hij
verkeert overigens veel ten huize der Marlows en
heeft mij reeds toevertrouwd, dat de jonge erfdochter
van den millionair hem lang niet ongenegen is
die drommelsche jongenDaar zullen we nog wat van
beleven Max is een verduiveld knappe jongen en heeft
fabelachtig succès bij de vrouwen.*
«Wel mogelijk,* zei Hartmut droog, «maar de mil-
lioenen-juffrouw krijgt hij niet.*
«Zoo! En waarom dat niet?*
«Omdat hij voor haar te dom is.«
«Maar, heer majoor
«Veel te dom!* bekrachtigde de majoor, zonder acht
te slaan op dien uitroep van verontwaardiging. «Die
verlangt meer van haar man als dat hij een paar schil
derijen maakt en in de kunstenaarsverëeniging tentoon
stelt daar ziet ze er althans geheel naar uit, en met
een wissel op de toekomst zal zij zich bezwaarlijk te
vreden stellen. Wat overigens dat toekomstige genie,
De BURGEMEESTER van Sneek brengt ter open
bare kennis: dat volgens een op heden bij hem ont
vangen bericht van den Commissaris der Koningin in
deze provincie, met ingang van 21 dezer de invoer
van rundvee met rechtstreeksche bestemming naar de
slachthuizen te Antwerpen, Brussel, Cureghem-Ander-
lecht, Gent en Luik, van paarden, schapen en geiten,
langs het grenskantoor Hamont (Station), des Woens
dags bij het doorrijden van den eersten trein v. m. is
toegestaan, terwijl die van paarden, schapen, geiten
en vleesch via Hamont (dorp) des Vrijdags van 8 tot
9 uren zal zijn geoorloofd
dat bovendien eiken werkdag paarden langs beide
kantoren en vleesch langs het grenskantoor Looxen
kunnen worden ingevoerd, mits daaarvan 24 uren te
voren kennis worde gegeven aan den Veearts te Peer.
Sneek den 26 Februari 1900.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
12
Majoor Hartmut prefereerde ;t, de jonge vrouw ge
zelschap te houden, die de schrik nog in de leden
zat en buiten op de steenen bank achtergebleven was.
Daarbij vermaakte hij zich met Liesbeth, die haar val
en haar schram reeds vergeten had en vroolijk rond
dartelde. Beiden waren reeds de beste vrienden toen
Edith met haar geleider terug kwam. De dames maak
ten nu aanstalten, naar huis terug te keerenna het
voorgevallene sprak het eigenlijk van zelf, dat de
majoor eene uitnoodiging ontving om op Gernsbach
een bezoek te brengen en mijnheer notaris Treumann
werd als oude huisvriend ook verzocht meê te komen.
«Maar kom dan vooral heel spoedig,* zei de kleine
Liesbeth, haar redder vertrouwelijk de handjes toe
stekende. »’t Is heel mooi bij ons!*
«Tot uwe orders, juffrouw antwoordde Hartmut met
militairen groet. «Ik zal niet in gebreke blijven te in-
formeeren naar uwe hoogwelgeborene’s welstand na
het onvrijwillige tochtje bij den berg neer.*
De kleine begon hartelijk te lachen bij die scherts,
en liep naar haar moeder toe, die haar ditmaal stevig
bij de hand pakte. Daarop nam men afscheid, de
dames sloegen een voetpad in, dat beneden naar het
eene door fraaie lichtbeelden verduidelijkte voor
dracht hield over de Kaapkolonie en den Vrij
staat.
Spr. gaf eerst' eene korte aardrijkskundige
schets; gaf aan dat de Westkust zandig is en
te minder van belang, omdat het achterliggen
de land bijna onbewoond is. Aan de Zuid- en
Oostkust liggen goede havens. Na de vesti
ging der Hollanders onder van Riebeek in
1652 verhaald te hebben, wees spreker er op,
dat men zich over ’t algemeen van het Kaap
land eene verkeerde voorstelling maakt. Het
is een menschenarm steppenland. Zelfs in de
centra wonen slechts eenige tienduizenden blan
ken. Gaat men van Kaapland per spoor het
land in, dan komt men na drie uren sporens
al in de dorre vlakte. Is men daar gedurende
36 uren doorgespoord, dan komt men in iets
beter bevolkt land. Toch is b. v. de Oranje-
Vrijstaat nog 40 keer zoo schaars bevolkt als
Drente, de dunst bevolkte provincie van Ne
derland. Volgens de laatste telling wonen in
den Vrijstaat 77,000 blanken en 207.000 zwar
ten. De steden, weinig in getal, hebben ook
betrekkelijk weinig inwoners. Johannesburg,
dat wij ons wel voorstellen als een wereldstad
telt nauwelijks 100.000 zielen, waaronder om
streeks 60.000 blanken. Kimberley, Port-Eli-
sabeth en Durban hebben slechts ongeveer
25.000 inwoners, waaronder 10.000 blanken.
Pretoria, wijd uiteengebouwd, is een plaatsje
als Assen, heeft dus ongeveer 10 000 inwo
ners en Bloemfontein, de Vrijstaatsche hoofd
stad telt slechts 2000 a 3000 blanken.
Vijf havensteden zijn door spoorwegen met
het binnenland en de republieken verbonden.
Alleen de goud- en diamantvelden hebben dit
mogelijk gemaakt. Die vijf havens zijn: Kaap
stad, East-London, Port-Elisabeth, Durban en
Lorenzo-Marquez.
Spr. gaf door lichtbeelden een idee van
Kaapstad en den Tafelberg, van Paarl en den
Franschen Hoek, 2 uren sporens van Kaapstad,
waar zich de eerste Fransche Hugenoten ves
tigden. Hij vestigde de aandacht op den sub-
tropischen plantengroei van het Zuiden der
Kaapkolonie, op de groote verscheidenheid van
wilde bloemen van den Tafelberg en op den
grooten rijkdom aan druiven en ander fruit in
deze streek. Perziken en abrikozen komen in
zóó groote hoeveelheid voor, dat men er de
varkens mee voedert. De Kaapsche boeren
kennen nog niet het geheim van de verpak-
struisvogelpaar wordt tot 200 pond sterling
f 24.00), voor een kuiken van een week
oud, 10 pond betaald. ^Om de voordeelen der
cultuur te behouden, heeft de Engelsche re-
geering bepaald, dat van een struisvogelei een
uitvoerrecht van 5 pond sterling en van een
struisvogel een recht van 100 pond sterling
betaald moet worden. Toch wordt de cultuur
bedreigd door die van Argentinië (Z.-Amerika.)
Na de pauze gaf spr. eenige bijzonderheden
over den Oranje-Vrijstaat. Deze republiek is
4 maal zoo» groot als Nederland, heeft thans
een spoorwegnet van 829 K.M. en het voor
nemen bestaat, om nog minstens even zoo
veel kilometers aan te leggen.
Uit eigen ervaring weet spr., dat de Boeren
goed zijn voor de Kaffers; de Boerenvrouwen
verplegen de Kaffervrouwen ingeval van ziekte
met groote zorg. De Boer eischt alleen, dat
de Kaffer werkt. Hij heeft er niets tegen, dat
de kleurling tot mensch, tot christen wordt op
geleid, maar arbeid acht hij voor die opleiding
noodzakelijk. De arbeid vormt het groote ver
schil tusschen de Kaffers, die als bijbewoners
op de hoeven der Boeren wonen en de Kaffers
in Natal: deze laatsten beschouwen zich als de
heeren en werken niet.
In de dorpen van den Vrijstaat mag een
Kafferknecht of meid des avonds na 9 uur niet
meer uit,, tenzij voorzien van een pas. Heeft
de Kaffer die niet, dan wordt hij door den kon
stabel opgebracht. De kleurlingen worden
overigens in den Vrijstaat opgeleid tot aller
hande ambtenniet weinigen zijn dominé’s.
Ten slotte gaf spr. eenige sprekende staaltjes
vaü de groote gastvrijheid der Boeren en van
hunne groote verdraagzaamheid op godsdienstig
gebied. Te Bloemfontein, waar slechts 2000
a 3000 blanken wonen, is een Hollandsche kerk
met 2 dominé’s, een Engelsche kerk met een
bisschop en een gansche staf van geestelijken,
een Presbyteriaansche kerk, een Duitsche, een
Luthersche, een Doopsgezinde en een R.K. Kerk.
En tusschen de verschilende gezindten bestaat
de beste harmonie. De Volksraad van den
Oranje-Vrijstaat geeft b. v. subsidie aan de
R.K. kerk.
Daarna liet de heer Aitton nog eenig e voor
name gebouwen te Bloemfontein in lichtbeel
den zien: de Hollandsche kerk, de jonge-da-
messchool, een nevenschool van het Grey-colle-
ge en het huis, vroeger bewoond door presi
dent Brandt.
king van vruchten; in de laatste jaren vinden
echter reeds duizenden en duizenden kistjes
druiven hun weg naar Engeland.
De industrie in ’t Kaapland beteekent nog
zoo goed als niets. De eenige industrie is het
maken van wagens, die van eene binnenland-
sche houtsoort vervaardigd worden. Ontzag
lijk veel teakhout wordt uit Indië aangevoerd.
De regeering van den Oranje-Vrijstaat tracht
zooveel mogelijk landbouw en nijverheid aan
te moedigenreeds heeft zij een reizend leer
aar voor zuivelbereiding en hoenderfokkerij
aangesteld en gelden toegestaan voor
delhoeve en een landbouwschool.
Tot de Kaapkolonie terugkeerend, vertoonde
spr. een beeld van een dorp uit de binnenlan
den van Graaf Reynet, gesticht door den Hol-
landschen gouverneur van de Kaapkolonie V.
d Graaf en naar dezen en diens vrouw Reynet
genoemd. Dit dorp, in een woestenij gelegen,
wordt thans de parel der prairie genoemd.
Vele bijzonderheden deelde spr. mede, over
de Karroo-vlakte, over de daar groeiende gras
sen, die hard worden, als het in langen tijd niet
regent; tengevolge waarvan vele daar weiden
de schapen sterven. De Kaapsche boeren be
zitten duizenden schapen. In een officieel ver
slag wordt een boer genoemd, die er 35,000
bezat.
Het gouvernement bevordert de irrigatie
bevloeiing). Er worden vijvers (z. g. dam
men) aangelegd, waarin het regenwater verza
meld wordt. In de Kaap is zulk een vijver,
die het regenwater uit een gebied als de pro
vincie Utrecht opneemt. Bij elk dorp zijn
zulke dammen en een goede boer heeft er
vaak verscheidene op zijne gronden.
Men mag veronderstellen, dat slechts wei
nige van de toehoorders geweten zullen heb
ben van hoeveel beteekenis de struisvogel in
Zuid-Afrika is. De struisvogels komen thans
getemd niet alleen als huisdieren voor, maar
worden ook in grooten getale aangefokt. In
de Kaapkolonie zijn tegenwoordig een groot
aantal struisvogelboeren. Eén zoo’n boer ver
kocht in 6 jaar tijds voor omstreeks f 140 000
aan kuikens en jonge vogels en daarbij nog
voor f 24.000 aan struisveeren. Van zooveel
beteekenis is thans de eerst in 1864 op kleine
schaal begonnen struisvogel-cultuur. In den
Vrijstaat zijn maar weinig struisvogelboerde-
rijenof die cultuur in Transvaal van belang
is, kon spreker niet zeggen. Voor een goed
Wilt £e iets ko°Pen of verkoo-
pen, huren of verhuren, vraagt
ge dienstboden of biedt ge uw diensten
aan, plaats dan deze en alle andere ad
vertenties
AJDVERTENTIéN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1OOO regels 2x/3 cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
I
i
O
E
O.
v>
CD
a
P)
P>
“3
Z3
CD
DJ
er
□Z
D)
~3
CD
s
sn