NIEUWS- E5 HIWTENTBLID
ÏWR SAEEk EN WHEN.
Wat de Geschiedenis leert.
Bekendmaking Hinderwet.
„heksengoüd;
Woensdag 7 Maart 1900.
55e Jaargang.
Wo. 19.
1
t,
e
h
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’tTramstation Sneek.
ne
in dit blad
)r-
Officieele Advertentie.
FEUILLETON.
'EN
m
er
el.
8
SK.
!-
ucht,
akte,
ver-
p de
toe-
:s en
AN-
•d ter
1
en ge geeft daaraan voor weinig kosten
eene flinke publiciteit.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
t zwaren in te brengen en deze mondeling of schriftelijk
toe te lichten en dat zoowel de verzoekers als zij, die
bezwaren hebben in te brengen, gedurende drie dagen
voor evengemeld tijdstip ter Secretarie der gemeente,
Roman van E. WERNER,
Schrijfster van »Aan het Altaar*, ♦Fata Morgana*,
»De Alpenfee* enz.
ME** Wilt ge iets koopen of verkoo-
pen, huren of verhuren, vraagt
ge dienstboden of biedt ge uw diensten
aan, plaats dan deze en alle andere ad
vertenties
in de gewone bureau-uren, van de ter zake ingekomen
schrifturen kennis kunnen nemen.
Sneek, den 7 Maart 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. vah der LAAN, Secretaris.
beschouwd, minder machtig dan Filips, met
hetzelfde geloof in zijne onoverwinnelijkheid,
op snoevende wijze geuit, thans tracht een
paar kleine staten te verpletteren. Dr. Peypers
merkt op, dat de geschiedenis voorbeelden in
overvloed oplevert, dat een volk, met doods
verachting strijdende voor vrijheid en onafhan
kelijkheid, een oogenschijnlijk veel sterkeren
vijand op den duur kan doen afdeinzen. De histo
rie zegt het luide: Een volk, dat eensgezind voor
zijne vrijheid kampt, onverzettelijk in zijn wil,
geen slavenjuk te dulden, is sterk, ja onover
winnelijk, zelfs bij ongunstige omstandigheden.
(xeen sterker voorbeeld dan dat van de Ver-
eenigde Staten in hun nu bijna vergeten vrij
heidskamp onder Washington. Deze George
Washington had in 1775 het opperbevel over
het leger der opstandelingen op zich genomen.
Hij verloor met zijn klein leger de eene ver
sterking na de andere en honger, koude, ge
brek, ziekten, desertie en verraad verzwakten
hem zoo, dat hij slechts 2000 man overhield.
Toch hield hij moed. Eindelijk, toen zijn
vriend Franklin te Parijs een bondgenootschap
met Frankrijk wist te bewerken, keerde de
kans. Washington wist Yorktown te omsin
gelen, zoodat 7000 Engelschen zich moesten
overgeven. De Engelschen verloren geen en
kele groote veldslag, maar werden afgemat
door vele kleine, rustelooze aanvallen. En
Amerika werd vrij.
Dr. Peypers vindt, dat in geen der genoemde
oorlogen de kansen voor den aangevallene zoo
goed stonden als bij de Boeren voor een paar
weken. En ook nu nog. Zelfs als Bloem
fontein en Pretoria genomen waren, stond der
Boeren zaak nog niet hopeloos
Of we dit zoo voetstoots durven onderschrij
ven? We wenschen natuurlijk een zoo spoe
dig mogelijk einde van de slachting, den oor
logsgruwel. Duurt de oorlog echter voort,
dan antwoordt onze hoop van ja.
Toch zal zeker menigeen niet gelooven aan
wat de historie volgens dr. P. heet te leeren.
Er zijn volken ten onder gebracht door een
bloedigen strijd. Er zijn volken, die hunne vrij
heid verloren, niet door domheid, maar door
dat ze ontzenuwd waren door te groote weelde.
Maar er zijn er ook, die slechts zijn ten onder
gegaan, nadat de laatste, de uiterste pogingen
beproefd waren. Toen Carthago, nu ruim 2000
jaren geleden, door de Romeinen vernietigd
ADVERTENTIéN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 2’/2 cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
14
♦Uw broeder schijnt u inderdaad al heel slecht te
kennen,* merkte zij op. »Wellicht beoordeel ik u juis-
f ter, mijnheer Raimar, en in elk geval bewonder ik
uw warm gevoel voor uw geboortestad, dat u aan
I zoo’n idyllische plaats als Heilsberg bindt.*
♦Heilsberg is niet mijn geboorteplaats. Ik heb u
immers reeds gezegd dat ik uit Berlijn afkomstig ben.*
»Des te meer! Er behoort een zeer bespie-
I gelend karakter toe, zulk eene verblijfplaats voor zijn
leven te kiezen, want uwe positie hier zal zeker wel
eene blijvende zijn?*
Het lachje verdween op ’t gelaat van Raimar en
de oude somberheid legerde zich er weder op, toen
I hij met opborrelende bitterheid vroeg:
♦Meent u dat men vrijwillig in ballingschap gaat?
i Maar ik vrees, mejuffrouw, dat wij daardoor weder
I op het verschilpunt zuUen komen, dat ons reeds één
maal verdeeld heeft. Mij dunkt, wij zullen dat maar
laten rusten.*
I Hij brak af, tot groot misnoegen van Edith, voor
Hvie het gesprek thans weder iets van die zeldzame
I aantrekkelijkheid begon te krijgen, welke haar toen-
i maals in het bosch zoo geboeid had, al wilde zij 't
een pas ontdekt en gebrandschat werelddeel
vloeiden het toe. Zijne legers telden de meest
ervaren krijgers en legerhoofden. Het leek on
mogelijk, dat de zeven kleine Nederlandsche
provinciën vrij konden komen. De trotsche
Hidalgo moest wel glimlachen over zoo’n on-
gelijken strijd, En de kleine provinciën
groeiden gedurende den strijd in kracht, rijkdom
en landbezit. Het toen nog nederige Engeland
hielp ook mede, om den kleine tegen den reus
te helpen. Geen nood Filips II was mach
tig genoeg. Hij rustte de »onoverwinnelijke«
vloot, de Armada uit, die de Nederlandsche
opstand den kop zou in drukken en meteen En
geland dacht te veroveren. De vloot, die hij
uitrustte, was buitengewoon sterk; 130 groote
en 30 kleinere oorlogsschepen, bijna 20,000 ma
rinesoldaten, 8460 matrozen, ruim 2000 slaven
en 2630 kanonnen verlieten de Spaansche ha
vens. Deze geduchte macht zou zich te Nieuw-
poort en Duinkerken vereenigen met het le
ger van den bekwamen hertog van Parma, die
op daartoe ingerichte schepen 31000 man en
4000 paarden gereed had voor de verovering
van Engeland. De overwinning scheen zeker.
En de gevolgen zijn ieder schoolkind be
kend.
Het was dezelfde zegesbewustheid, maar dan
een zoetere, goedkoopere bluf, die, naar men
meldde, sir Redvers Buller een biograaf voor
de Transvaal deed meenemen en hem Kerst
geschenken van uit Pretoria naar Engeland had
willen laten zenden.
Niemand zal zeker in Spanje aan het slagen
van Filips’ groote poging getwijfeld hebben.
Engeland en onze Republiek konden immers
nog geen 80 kleine schepen tegenover de
Spaansche zeekasteelen stellen. En hoe kwam
de vluchtende »onoverwinnelijke« terug? De
helft der schepen, een derde deel der man
schappen, waren verloren en Filips kon zich
troosten met de gedachte, dat hij machtig ge
noeg was, om nog een tweede Armada te kun
nen uitrusten.
De tocht der »Onoverwinnelijke« vloot werd
het keerpunt in de Spaansche geschiedenis.
Tot dan toe duurde de immer grooter wor
dende Spaansche macht, van toen af begon
het teringsproces, waaraan Spanje nog altijd
lijdt.
En thans is het Engeland, dat zijne arma
da’s uitrust en dat, schoon, betrekkelijker wijze
dan ook niet erkennen. Nu zij zijn naam en zijn
levenspositie kende, kwam de man haar bijna nog
raadselachtiger voor als vroeger.
Daar verscheen Marlow, die zich naar de tuin zaal
bij ’t gezelschap wilde voegen, op het terras. Hij
bleef staan bij ’t zien van een heer, die daar in gesprek
was met zijne dochter en kwam toen langzaam nader.
Ernst Raimar had zich omgedraaid. Hij moest toch
ongetwijfeld wel weten, dat hij den oom van mevrouw
van Maiendorf ditmaal te Gernsbach zou aantreffen
niettemin scheen deze ontmoeting hem pijnlijk te zijn.
Marlow nam hem met een langen, verbaasden blik
op en scheen niet geheel zeker van zijn zaak, want
er lag een vraag in den toon waarop hij hem aan
sprak:
♦Als ik mij niet vergis heer notaris Raimar?*
Deze boog toestemmend. De bankier scheen een
oogenblik te aarzelen, toen stak hij hem de hand toe.
♦Ik wist reeds van uw broeder dat u zich te
Heilsberg gevestigd hadt. Wij hebben elkaar in lang
niet gezien. U komt zeker nooit te Berlijn.*
Raimar kreeg op eens een erge kleur, die ook even
snel weder verdween, en hij sloeg de oogen neêr toen
hij antwoordde:
♦Mijne betrekking laat mij weinig tijd over; ik moet
mij het reizen grootendeels ontzeggen.*
♦Kent gij mijnheer Raimar, papa vroeg Edith, ten
hoogste verwonderd.
♦Zeker, mijn kind, maar onze kennismaking is al
van ouden datum. hebt een zeer begaafde broeder,
mijnheer Raimar hij zal u nog vreugde bereiden met
zijn talent. De jonge man komt dan ook vaak bij ons
aan huis,* en daarmêe ging de bankier geheel op
Max over en sprak zoo uitvoerig over hem en zijn
talent, als hij nog nooit gedaan had.
Edith luisterde met toenemende bevreemding. Zjj
voelde duidelijk, dat haar vader, die anders weinig notitie
van den jongen schilder nam, met deze loftuiting iets
anders trachtte te vermijden, en zij bemerkte ook de
eigenaardige weifeling van Raimar. Waar was de
overheerschende houding gebleven, waarmeê hjj nog
voor eenige oogenblikken tegenover haar stond? Hij
scheen heel wat ruimer adem te halen toen daar de
kleine Liesbeth kwam aanloopen, om de achterblijvers
te halen.
Binnen aan de theetafel ontspon zich een zeer le
vendig en onderhoudend gesprek, waarbij majoor
Hartmut de hoofdrol speelde. Max getrouw aan
zijn programma deed wel is waar eenige kramp
achtige pogingen ♦zich op den voorgrond te plaat
sen,* maar de majoor drong hem geheel naar den
achtergrond. Hartmut was altijd in groote garnizoens
plaatsen geweest en had, daar hij de oorlogen van
den laatsten tijd meègemaakt en ook anders veel ge
zien en beleefd had, heel wat te vertellen. Hij wist
heel levendig en aanschouwelijk te schilderen, en
ofschoon hij zich bij voorkeur tot mevrouw Maiendorf
wendde, wist hij toch het geheele gezelschap met
zijne verhalen te boeien. Ook Marlow luisterde met
veel belangstelling en had blijkbaar veel pleizier in
de nieuwe kennismaking.
Toen men eindelijk opstond, stelde Wilma een
wandeling voor door het park. Zij ging echter eerst
nog met de heeren naar de oranjerie, om hen een
bijzonder mooie orchidee te laten zien, waarover zoo
pas gesproken was, terwijl Marlow en zijne dochter,
die het pracht-exemplaar reeds kenden, langzaam
vooruit liepen.
♦Het bezoek zal ons niet verder hinderen,* zei de
bankier, die in zeer aangename stemming was. ♦Zjj
Verschillende bladen haalden feiten aan uit
de historie om te bewijzen, dat volgens deze,
de Boeren moeten winnen. We noemen en
kele voorbeelden.
Xerxes, koning van Perzië, rustte in +480
v. Chr. een leger van ruim 1% millioen men-
schen en een vloot van 1200 schepen uit,
waarmede hij Griekenland dacht te annexeeren.
Geen verstandig mensch had kunnen denken,
dat een volkje als het Grieksche aan een zóó
groot en aan overwinningen gewend leger als
het Perzische, zou kunnen weerstand bieden.
Maar de Grieken waren eensgezind. Ze wil
den liever sterven, dan zich overgeven. Leo
nidas met zijne 300 dapperen leerde den ko
ning reeds bij Thermopylae, wat hij te ver
wachten had. Leger en vloot werden versla
gen en de trotsche Xerxes, die zoo’n afloop
allerminst verwacht had, moest zich naar zijn
land terugtrekken, morrend en in zijn energie
geknakt, De aanvalsoorlog, door de Perzen
tegen Griekenland begonnen, werd door Alexan
der den Grooten later schitterend gewroken.
De grootheid van Perzië verdween van het
wereldtooneel.
Dan de Zwitsers. Wie kon aan ernstigen
weerstand van dit kleine, arme, eenvoudige,
ongedisciplineerde bergvolk, tegen het machti
ge huis van Habsburg denkenToch werd
de poging gewaagd en met schitterend
succes.
Later kwam Karei de Stoute, de machtige
rijke hertog van Bourgondië en heer van bijna
al de Nederlanden, met 60,000 man om ’t kleine
bergland te veroveren. Geen Generaal van die
dagen had den Zwitsers eenige kans durven
toekennen. En de slagen van Grandson en
Murten vernietigden de macht van den trot-
schen Bourgondiër, van hem, die machtiger
was dan den Franschen koning.
Het Spanje van de 16e eeuw was het eerste
wereldrijk, waarin de zon niet onderging. Zijn
vloten bedekten alle zeeën, de schatten van
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek;
Gelet op de desbetreffende bepalingen der HIN
DERWET
Brengen ter openbare kennis, dat ter Secretarie
dier Gemeente ter visie liggen twee bij hun college ont
vangen verzoekschriften met bijlagen van
lo. JOHANNES WIARDUS MEIJER, fabrikant,
wonende te Sneek
2o. JACOB FORTUIN, koopman, mede te Sneek
wonende, strekkende tot het erlangen van vergunning
tot het oprichten van
Sub. lo. eene inrichting tot bereiding van kool
zuurhoudende waters, gedreven door een Gasmotor,
op het terrein gelegen achter het perceel, kadastraal
bekend gemeente Sneek, Sectie B. no. 1008, staande
op Leeuwenburg, wijk 10 no. 6
Sub. 2o. eene bewaarplaats van vluchtige producteni
met name terpentijn, brandspiritus en eau de cologne,
in het gebouw, kadastraal bekend gemeente Sneek,
Sectie B. 3070 staande aan het Kleinxand, wijk 2
no. 30.
Dat op Woensdag, den 21 Maart e. k., des middags
te 12 uur, ten gemeentehuize aldaar gelegenheid
zal worden gegeven om tegen de gedane verzoeken be
denken reeds om zes uur te vertrekken, en zoo gauw
kan Ronald moeielijk hier zijn. Een schrandere,
interessante man, die majoor Hartmut? Dat heeft
men in het kleinsteedsche Heilsberg ook begrepen en
daar beleeft men nu een paar recht gezellige namiddag-
uurtjes.*
«Papa wat is dat toch met dien Raimar?* vroeg
Edith zoo maar op eens, zonder op zijn woorden te
letten.
♦Wien bedoelt gij? De oudste broeder, de notaris?*
♦Ja, er bestaat iets tusschen u en hem, dat zag ik
dadelijk. Hoe kent gij hem? Heeft hij vroeger te
Berlijn gewoond?*
♦Zeker, tot voor omstreeks tien jaren, maar ik zou
hem bijna niet herkend hebben. Wat is er van den man
geworden, die toen tintelde van leven en opgewekt
heid ’t Is waar, zoo’n catastrophe maar daar
weet zij niets van, gij waart toen nog een kind, en ’t
kan je ook niet interesseeren.*
♦Ja toch, het interesseert mij,* zei de jonge dame
haastig. Gij spreekt van een catastrophe. Daar hebt
gij toch met geen enkel woord van gesproken toen
de jonge Raimar bij ons geïntroduceerd werd.*
♦Neen, want ik wilde eene oude, sedert lang afge
dane geschiedenis niet weder ophalen en den jongen
man zijn positie in de maatschappij niet onnoodig be-
moeieljjken. De zaak is in onze kringen nog niet ver
geten, en dientengevolge zou menige deur voor hem
gesloten geweest zijn. Ik vind dat onbillijk men mag
de kinders niet laten boeten voor de schuld des vaders,
waaraan zij geen deel hebben. Den oudsten zoon heeft
het buitendien zijn carrière gekost. Hij kon toch bij
de rechtbank niet als verdediger van het recht optre
den, terwijl zijn vader openlijk als een bedrieger be
kend stond.*
OURAN