ft
MEOWS- n lllTOfflimi!)
ÏIHIII SUH BN OMSTREKEJi.
Zou er vrede komen?
„HEKSENGOÜD."
I i
VZoensdag 14 Maart IS00.
S5e Jaargang.
Wo. 21.
in dit blad
Officieele Advertentiën.
KENNISGEVING.
KENNISGEVING.
FEUILLETON.
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover ‘t Tramstation Sneek.
Kantongerecht te Sneek.
w
in
ik
Wordt vervolgd.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
an
de
ge
o
c:
sa.
co
^4"
CD
5
11-
ge-
:oe-
en
lN-
cht,
<te,
rer-
de
el-
ch.
en
•kt
her- antwoord kan geven. We willen alleen enkele
De Daily Telefraph wil een militair bestuur
voor de Republieken en na eenige jaren
van rust kunnen dan de Boeren het genot
proeven van zelfbestuur onder Engelsche vlag.
Roman van E. WERNER,
Schrijfster van «Aan het Altaar*, »Fata Morgana»,
«De Alpenfee* enz.
Deze voorstellen zijn in den nacht van Dins
dag op Woensdag gedaan. En Woensdag
kwam het antwoord, dat een onverzoenlijk
karakter had en luidde, dat de eenige voor
waarde, waarop Engeland vrede wil sluiten, is:
onvoorwaardelijke overgave.
Als dit alles waar is, vragen we ons af,
waarom Kruger en Steyn geseind hebben.
Zien ze de vernietiging huns volks tegemoet?
Dit durven we buitensluiten. Willen ze zien,
door hun telegram de vredespartij in Engeland
te versterken? Willen ze interventie van één
of meer andere mogendheden mogelijk maken?
Of, willen ze een beslist antwoord van de En
gelsche regeering, zoodat duidelijk blijkt of
Chamberlain en de jingo-partij de boventoon
voert en de vernietiging der republieken hun
eenig plan is, dat bereikt moet worden, wat
het dan ook aan menschenlevens en geld moge
kosten? Trachten ze door dit besliste Engel
sche antwoord hunne landgenooten te doen
zien, dat ze moeten doorvechten tot het eind
of vernietigd worden Willen ze meteen uit
werken, dat de opstand der Kaapsche en Na-
talsche Afrikaanders algemeen en een voldon
gen feit worde?
Allemaal vragen, waarop niemand onzer een
storen
Hij spoedde zich zoo gruw mogelijk weer weg, en
zij waren weder met hun beiden alleen, maar nu wa
ren zij ontwaakt. De droom, die hen zoo pas nog be
vangen had, verdween voor den schrillen straal der
werkelijkheid, uie er zoo plotseling tusschen schoot.
Ernst had door geen enkel geluid, door geen beweging
oprichtende. Aan u toch zeker wel niet, mijnheer Rai-
mar, wij zijn elkaar immers totaal vreemd.* s
Dat klonk als een scherpe terechtwijzing en herin
nerde hem er nadrukkelijk aan, dat hij zich vergeten
had door die aanduiding. Maar Ernst Raimar verkeer
de thans niet in eene stemming, zoo’n terechtwijzing
over zich heen te laten gaan. Thans richtte ook hij
zich op en gaf blik en toon precies evenzoo terug.
«Zeker, mejuffrouw, en als vreemdeling heb ik
mij toenmaals ook tot eene verklaring laten meeslepen,
die nooit zou zijn uitgesproken, als ik had kunnen ver
moeden dat u in nadere betrekking tot den heer Ro
nald stond. Ik heb mij rondweg voor zijn vijand verklaard
en dat kan en wil ik niet terugnemen, maar ik begrijp
volkomen, dat ik daarmee het recht verbeurd heb u
weder te mogen naderen. Wij zijn nu eenmaal door
het noodlot bestemd, vijandelijk tegenover elkaar te
staan blijven wij daar dus bij
Hij maakte eene diepe buiging en ging heen. Edith
bleef onbeweeglijk staan en keek hem na.
Hij raadde of vermoedde ongetwijfeld de beteekenis
van dit bezoek, dat zij gedurende het laatste half uur
vergeten had. Ja, zij had ’t inderdaad vergeten,
dat de man, wien zij door haar vader haar hand reeds
had toegezegd, op weg naar Gernsbach was. Hij
kwam nu ook van haar het jawoord vragen, en zij dacht
er ook niet aan dit te weigeren maar waarom moest
hij nu juist op dit uur komen 1
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente Sneek, noodigen, naar aanleiding van een van
den heer Commissaris der Koningin in Friesland
ontvangen besluit, alle houders van pretentiën, ten
laste van het Rijk, den dienst van 1899 betreffende,
uit, hunne declaratién zoo spoedig mogelijk in te zen
den, 'en het uiterste tijdstip van indiening, zijnde den
laatsten der maand Juni e. k., niet af te wachten, ver
mits die pretentiën, na dat tijdstip ingediend zijnde,
volgens de wet van 8 November 1815 (Staatsblad no.
51), worden gehouden voor verjaard en vernietigd.
Sneek, den 13 Maart 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. VAN DER LAAN, Secretaris.
Het zwijgen had al eenige minuten geduurdnu
sloeg Edith langzaam de oogen op, maar de uitdruk
king, die er in lag, was het trotsche koude meisje
tot nu toe even vreemd geweest als het weeke tril
lende geluid, dat thans over hare lippen kwam.
«Ik heb u toenmaals zeer gedaan, mijnheer Raimar.
Ik voel ’t nu, maar ik vermoedde toen niet, wie
mijne woorden golden en wélke wonden ze aanroer
den. Wij zijn op dien dag zoo scherp en vijande
lijk van elkaar gegaan. Willen wij dat vergeten
Beide vergeten? Ik ik verzoek er nu om
Zij stak hem de hand toe. Daar flikkerden weder
de oogen van den man, maar ditmaal niet van toorn
en verontwaardiging. Een warme, hartstochtelijke
straal van geluk schoot er uit en een zonnig lachje
verhelderde zijn somber gelaat. Hij sloot de hem
toegestoken hand zoo vast in de zijne, als zou hij ze
nooit weer loslaten, en lucht gevende aan zijn on
stuimig opbruisend gevoel, klonk ’t:
«Ik dank u, Edith
Edithdat zei een man dien zij voor de tweede
maal in haar leven sprak maar zij gaf geen bewijs
van boos worden of van protest. Zij was totaal on
der den invloed van een nooit gekend, nooit vermoed
gevoel, dat haar half zoet, half beangstigend door de
leden ging en dat zij nog niet eens begreep.
Daar lieten zich voetstappen hooren. Raimar schrik
te op en trad haastig achteruit, en op ’t zelfde oogen-
blik draaide Marlow ook reeds den hoek om van ’t
kreupelhout.
«Ik zocht je, Edith,* zei hij haastig. «Mijnheer Ro
nald is zoo pas aangekomen. Ik zal hem intusschen
ontvangengij zult dan met Wilma wel nakomen.
Neem mij niet kwalijk, mijnheer Raimar, een vriend,
dien wij heden verwachten. Neen, laat ik u niet
16
Zij zwegen beide. De anderen moesten zeker ver
vooruit zijn, want men kon hun stemmen zelfs niet
meer hooren. ’t Was stil, doodstil in het groote
park, dat met het zachte Meigroen prijkte. Ook hier
heerschte alom het lentelevenrondom in het kreupel
hout fluisteren, gonzen en tjilpen, en door de lucht
zweefde een zacht met geuren bezwangerd koeltje,
dat beiden liefkozend streelde, als wilde ’t hen ver
manen, de schaduw en het leed van het menschen-
leven toch niet over te brengen in deze zonnige
lentepracht.
Wel is waar wist het mooie meisje, dat in den
vollen zonneschijn des levens stond, nog niets van de
schaduwen, die zoo zwaar en somber rustten op het
voorhoofd van dien man daar, maar zij wist nu
toch wat hem drukte. De zoon van een bedrieger!
Dat dus had hem voortgedreven uit de wereldals
een doodelijk gewond stuk wild was hij naar dit afgele
gen, donker hoekje gevlucht, zich schuw verbergende
voor vreemde oogen. Ja, hij had gelijk, er bestaan
noodlottige omstandigheden, die den mensch weerloos
maken, waar hij niet tegen strijden kan en hij
stond onder zulk een noodlot!
De oorlog heeft nu 5 maanden geduurd.
Hoe lang zal hij nog duren? Want uit is de
oorlog niet. Zooals in een drama, opgevoerd
in een schouwburg, verschillende bedrijven zijn,
verdeeld in meerdere acten, zoo heeft ook het
bloedig, menschonteerend drama, dat nu in
Zuid-Afrika wordt afgespeeld, verschillende be
drijven. Het eerste bedrijf, de terugdrijving
en omsingeling der Britten, op hun eigen ge
bied, door de Boeren, is in de vorige maand
geëindigd. Het tweede bedrijf is aangevangen.
Nu hébben de Britten een heel ander idee
van den loop van ’t stuk dan wij en de Boe
ren. Het eerste bedrijf, de omsingeling, stond
niet in hun boekje. Nu ’t toch afgespeeld werd,
moesten ze het er in opnemen, als een soort
voorspel. Maar wat er verder gebeuren zal,
staat hun duidelijk voor den geest. Hun eer
ste bedrijf, nu is het natuurlijk het tweede
geworden, is de opmarsch tot Pretoria.
Hun tweede, nu dus het derde, is de in
name der stad en hun derde het vierde
derhalve de onderwerping der ovérgeble-
ven Boeren, de inlijving van hun land en een
voor altijd onmogelijk maken van eene
nieuwing van dezen strijd.
De Boeren hebben natuurlijk beslist andere
gedachten. De Afrikaander medehelpers mo
gen snorkerig zinspelen op een in zee drijven
der Rooibaadjes, zij, wier hulp nog zoo weinig
uitwerkte en toch zoo veel kon uitwerken
de eigenlijke aanvoerders der republikeinen zul
len wel vooruit de zwaarte van den strijd
hebben overwogen, alle mogelijke kansen heb
ben berekend. Zij zullen geweten hebben, dat
ze een ontzettenden worstelstrijd aangingen
tegen een wereldmacht, die geld en mannen in
overvloed bezit, aan overwinnen gewoon is
en aan zijne positie als wereldmacht verschul
digd is, alles te doen, om geen echec te lijden;
een echec, dat bittere gevolgen zou hebben.
Maar wat is nu gebeurd? Is het waar, wat
de Petit Bleu, een Brusselsch blad, weet te
zeggen. Het blad ontving Zondag jl. een tele
gram uit Londen, waarin op volstrekt zekere
wijze het gerucht wordt bevestigd, dat de
presidenten Kruger en Steyn aan het Britsche
kabinet hebben getelegrafeerd, om op den grond
slag van instandhouding der onafhankelijkheid
van de republieken tot den vrede te geraken.
ADVERTENTIéN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 2 7, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
zijne verrassing verraden, maar hij was bleek geworden I
en ’t scheen alsof een ijskoude adem over zijn gelaat
gegaan was, zoo strak en koud waren zijne trekken
toen hij thans T woord nam.
»U verwachtte mijnheer Ronald hier te Gerns
bach
«Ja, hij wilde ons hier opzoeken. Hij heeft mijn
nicht bij ons aan huis leeren kennen en beloofde haar
toen reeds een bezoek, als hij te Steinfeld kwam.*
Edith wist zelf niet waarom zij haar best deed, dit
bezoek, dat immers heel toevallig kon zijn, zoo uitvoe
rig op te helderen of liever te bemantelen, maar zij
zag dat Ernst zich daardoor niet misleiden liet, of
schoon hij beleefd toestemmend met het hoofd knikte.
«Dan zullen wij niet langer storen. Wij wilden bui
tendien spoedig weer vertrekken. U zult mij wel
willen toestaan, mejuffrouw, thans afscheid van u te
nemen, ik zou het rijtuig graag willen bestellen.*
«Gij gaat bepaald nog niet weg*, zei Edith, verstoord
over die plotselinge verandering in zijn houding.
«Het bezoek van den heer Ronald geldt u vulde
hij met scherpen nadruk aan. «Mevrouw van Maien-
dorf heeft mij vroeger reeds gezegd dat haar bekend
heid met dien heer eene zeer vluchtige was, en mijn
heer uw vader komt immers zoo pas van Steinfeld
er is dus waarlijk geen verdere opheldering noodig.*
»Ik zou ook werkelijk niet weten, aan wien ik die
zou moeten geven,* zei de jonge dame, zich trotsch
en ge geeft daaraan voor weinig kosten
eene flinke publiciteit.
Verder bespreken de Engelsche bladen de
verdeeldheid tusschen de Republikeinsche re-
geeringspersonen en generaals en het onder
water zetten der dure Johannesburger goud
mijnen, waarin nu de kostbare machines ver
roesten.
Volgens de Parijsche Temps loopt te Lon
den het gerucht, dat Cecil Rhodes, die nu op
reis is naar Engeland, overtuigd is van de
noodzakelijkheid, dat de beide republieken haar
onafhankelijkheid blijven behouden, op voor
waarde, dat zij zich aansluiten bij een Zuid-
Afrikaansche Statenbond. Tegen dien prijs
zal hij zijn invloed gebruiken om den vrede te
verkrijgen.
Heel veel waarde heeft dit gerucht niet, al
is met Rhodes alles mogelijk. Het zou de
eerste maal niet zijn, dat hij een statenbond in
Zuid-Afrika trachtte tot stand te brengen met
zijne hooge persoonlijkheid als protector.
Nog onwaarschijnlijker klinkt een 7z'w<?s-be-
richt uit Delagoa-Baai, van den leugenaar Mo-
nypenny, die weet te vertellen, dat Kruger,
in een te Glencoe tot de Boeren gehouden rede
voering, gezegd heeft, dat het niet zeker was,
of interventie of scheidsgerecht een einde zou
maken aan den oorlog. Doch binnen één maand
was de afloop te verwachten van Rusland zou
de interventie komen.
Toen dit reeds was af gedrukt, werd uit den
Haag het volgende geseind«Wij kunnen met
zekerheid mededeelen, dat president Kruger
door bemiddeling van de te Pretoria geves
tigde consuls van buitenlandsche regeeringen
tot de groote mogendheden en de Vereenigde
Staten van Amerika, zoomede tot de regeerin
gen van België, Nederland en Zwitserland het
verzoek heeft gericht om bemiddelend op te
treden.*
Dit bericht laat geen twijfel over. Wat
de gevolgen zullen zijn? We hopen gunsti
ge voor de Boeren.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente Sneek brengen onder de aandacht van dege
nen, die gedurende het jaar 1899 iets voor de ge
meente hebben verricht of aan haar geleverd, dat hunne
pretentiën, voor zoover ze niet vóór of op 30 Juni
e. k. zijn ingeleverd, moeten worden gehouden voor
vergaard en vernietigd, volgens art. 228 der gemeente
wet, in verband met de wet van 8 November 1815
(Staatsblad no. 51).
Sneek den 13 Maart 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. VAN DER LAAN, Secretaris.
Wilt ge iets koopen of verkoo-
pen, huren of verhuren, vraagt
ge dienstboden of biedt ge uw diensten
aan, plaats dan deze en alle andere ad
vertenties
berichten aanhalen.
De Daily Mail zegt: «De Boeren ontken
nen in hun telegram een samenzwering onder
de Afrikaanders van Zuid-Afrika; betoogen,
dat de bezetting van Engelsch gebied alleen
geschiedde uit strategische redenen; dat ge
bleken is, dat de Kaaplanders en Natallers
loyal bleken; en betoogen, dat, wil Engeland
bepaald een veroveringsoorlog voeren, de Boe
ren zullen doorvechten tot het einde. Een
duidelijke verklaring van Engeland kan een
grondslag voor onderhandelingen opleveren.*
De Daily Mail, het echte opstokersblad, is
kokend van jingoïsme.
De Standard denkt, dat eene pertinente ver
klaring van Engeland duidelijk zal maken dat
een voortbestaan van de Republieken, de
oorzaak van den oorlog, nooit het gevolg
der vredesonderhandelingen kan zijn.
Vindt de lezer het niet mooi gezegd. Als
die Republieken er niet waren, konden ze niet
oorlog voeren. Zoo duidelijk mogelijkeen
waarheid ongeveer als de volgende: Als Cham
berlain er niet was, zou men hem onmogelijk
den bijnaam van Judas hebben kunnen geven.
Zitting van 7 Maart 1900.
Bij de heden gehouden zitting van het Kantonge
recht, gepresideerd door den kantonrechter, den heer
Mr. K. Klein, Ambtenaar van het Openbaar Ministerie
COURANT,
o
L.
O
T=
su
su
j»
ps
ps
cr
xr
pj
s
i
- - - ..7--—----