MMS- E« MIVEUMTIEBLM) VOOR SMl'k EJ «ISMES. Invoer van melkvee in Belüie. „HEKSENGOÜD." Zaterdag 17 Maart 1900. 55e Jaargang KENNISGEVING. XTo. 92. Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’tTramstation Sneek. in dit blad Officieele Advertentie. Uit de Raadszaal. FEUILLETON. X Bij dit No. behoort een Bijvoegsel. L Wordt vervolgd. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Wilt ge iets koopen of verkoo- pen, huren of verhuren, vraagt ge dienstboden of biedt ge uw diensten aan, plaats dan deze en alle andere ad vertenties 3- De BURGEMEESTER van Sneek, brengt naar, aan leiding eener bij hem ontvangen missive van den Com missaris der Koningin in deze Provincie, dd. 13 dezer 3e Afd. St. no. 213, ter openbare kennis, dat de invoer van Nederlandsen melkvee langs Achel met ingang van 12 dezer is verboden. Sneek, den 15 Maart 1900. De", Burgemeester voornoemd, ALMA. Roman van E. WERNER, Schrijfster van »Aan het Altaar», «Fata Morgana», »De Alpenfee* enz. den en steeds zijn prestige tegenover de kinderen moet hooghouden Spr. acht f 900.salaris dan ook niet te veel. De Voorzitter brengt thans het voorstel van Burg, en Weth. in stemming. De uitslag der stemming is, dat dit wordt aangenomen met 12 tegen 1 stem, die van den heer A. H. Tromp. IV. Aanvraag om met de tolheffing bij de brug in het dorp Tirns te mogen voortgaan. Burg, en Weth. stellen voor, nude verordening, welke bij Kon. besluit is goedgekeurd, tot heffing van tol bij de brug in het dorp Tirns, met 1 Mei a. s. eindigt, opnieuw met die tolheffing voort te gaan en hiervoor weder goedkeuring aan te vragen. Als tol is bepaald 2 cent voor een schip beneden 10 ton en 3 cent voor een schip boven 10 ton, terwijl schepen, waarvoor de brug niet behoeft te worden op gehaald, zijn vrijgesteld. In de memorie van toelichting wordt de wensch uitgesproken dat 't B. en W. wenschelijk voorkomt, voorloopig nog met die tolheffing voort te gaan, tot dekking der kosten voor herstelling van de brug. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt het voorstel van B. en W. aangenomen. 5. Adres van ’t Bestuur van ’t Waterschap »de Groenedijk,* betreffende het aanhangig voorstel voor het onderhoud der vaarten. Bovenstaand adres is van >0 ja! Dat jongenheertje heeft mij indertijd last genoeg bezorgd, toen de catastrophe in ’t huis van zijn vader voorviel. Hij wilde de zaak bepaald »op- gehelderd* hebben, zooals hij ’t noemde als of zij niet duidelijk genoeg was en toen ik van die dwaze beweringen over diefstal van deposito's en der gelijke meer, niets wilde weten, raakten wij ernstig aan elkaar. Hij vergat zich zelfs eenmaal zóóver dat hij mij durfde beleedigen, wat ik hem dan ook nog nooit heb kunnen vergeven Die woorden kwamen er erg opgewonden uit, maar Marlow schudde ernstig het hoofd. »Nu, men mag 't den zoon toch niet kwalijk nemen als hij aan de schuld zijns vaders niet gelooven wil de slag kwam voor hem dan ook heel onverwacht. In elk geval zult gij ’t niet kunnen vermijden, hem thans te ontmoeten.* »Mij wel, als hij de ontmoeting niet vermijdt!* zei Ronald trotsch, maar op dat oogenblik traden de da mes binnen, gevolgd door majoor Hartmut en Max. Dit maakte een einde aan 't gesprek. De begroeting kon natuurlijk nog niet vertrouwelijk zijn, het beslissende woord moest immers nog eerst gesproken wordenmen hield zich dus binnen de per ken van het gewone verkeer. Hartmut roerde met geen enkel woord zijn vroeger verkeer in het huis Rai- mar aan en liet zich als vreemdeling voorstellen, en Ronald wilde zich blijkbaar elke vroegere ontmoeting niet meer herinneren, maar was toch in elk geval be leefd en vriendelijk tegenover den officier. Daaren tegen maakte hij met Max niet de minste complimen ten deze werd eenvoudig met een vluchtig hoofd knikje en een heel nederbuigend»Ha, mijnheer Rai- mar, hoe gaat 't uafgezouten en op 't antwoord werd niet eens gewacht. Ernst scheen wat lang buiten in ’t park te zijn geblevenhet gesprek was al in vollen den volgenden inhoud: Aan den E. A. Raad van de Gemeente Wymbritseradeel. Het bestuur van het waterschap »de Groenedijk* kennis genomen van het voorstel der heeren P. Ages, R. F. Hettinga en H. Oppedijk, dd. 24 October 1899 neemt bij deze de vrijheid het volgende onder uwe aandacht te brengen dat door een, eenigen tijd geleden onderzoek ten gemeentehuize, aan genoemd bestuur is gebleken dat er in ’t geheel 95 liggers van vaarten aanwezig zijn, waarvan er 19 op de zoogenaamde staat van waterstaats werken zijn geplaatst, en het getal niet vermelde vaar ten in de gemeente vermoedelijk niet minder groot is; dat al deze stukken blijkbaar zijn opgemaakt in den tijd toen men de vaarten nog volgens de vroegere wij ze van uitvoering meer en minder goed wist te onder houden; dat later bij rechterlijke uitspraken is gebleken, dat het onderhoud der vaarten, volgens die vroegere wijze van uitvoering, niet meer mogelijk was; dat evenwel daarmede de onderhoudsplicht niet is opgeheven of vervallen maar onveranderd op de plaat selijke belanghebbenden bleef rusten dat er bij bedoelden staat en liggers geen enkel be wijs te vinden is, dat de gemeente Wymbritseradeel onderhoudplichtig is; dat de gemeente evenmin rechten of verplichtingen heeft bij de vaarten binnen den kring der waterschap pen Greonterp, de Groenedijk, de Sens- en Atzebuur- stermeerpolders, het Potschar en de Scherwolder en Morra Hemmen; dat voor het brengen op de voor gestelde wijdten en diepte der 32 door de commissie genoemde vaarten zou blijken, dat de globaal geraamde kosten a f 25.000, tig jaar, en kon niet eens voor een statig man door gaan, want zijne gestalte bereikte nauwelijks de mid delmaat. Desniettemin was zijn uiterlijke verschij ning interessant, ja uitkomend; want de energie, wel ke de drukte scherp grijze, ADVERTENTIéN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. 17 Felix Ronald was intusschen door zijn toekomstigen schoonvader ontvangen en naar het salon geleid, waar de dames hen verwachtten. Marlow had hem reeds medegedeeld, dat er bezoek uit Heilsberg was, 't welk men had moeten ontvangenhier op Gernsbach kon men helaas niet zoo gemakkelijk belet geven. «Waarom dan niet?* vroeg Ronald, die de aanwe zigheid van vreemdelingen heel onpleizierig scheen te vinden. »Wie zou er dan aan denken, complimen ten te maken met die Heilsberger kleinstedelingen, als zij hinderen, zooals thans! Men stuurt ze een voudig weg!» «Mijn nicht heeft echter veel relaties in de stad,* zei de bankier. En dan dient men toch wel eenige consideratie te gebruiken. Overigens denken de heeren over een uur te vertrekken en dan zijn we geheel onder ons.» Die geruststelling had niet veel uitwerking en werd slechts ontvangen met een ongeduldig ophalen van de schouders. De nieuwe gast was blijkbaar niet ge woon tegenover anderen consideraties te gebruiken, terwijl hij die voor zich zelf in de hoogste mate eischte. Felix Ronald was niet jong meer, omstreeks veer- geheele loopbaan van dezen man kenmerkte, daarop onmiskenbaar haar stempel. Een gesneden gezicht met hoog voorhoofd, staal- doordringende oogen, die alles zagen, alles omvatteneene houding vol trotsch zelfbewustzijn en toch niets van den opgeblazen aard van den ge wonen parvenu. Dat deze Ronald geen gewoon man was, zag men reeds op ’t eerste gezicht; maar er lag een trekje van zenuwachtige overspanning in heel zijn wezen. Het verraadde de koortsachtige ruste loosheid van iemand die eigenlijk niet weet wat rust is, wiens geest onophoudelijk bezig is met nieuwe plannen en ontwerpen. »Edith en mijn nicht zullen zoo dadelijk hier zijn,* begon Marlow opnieuw. »Wat overigens het bezoek uit Heilsberg betreft, zoo is u dat niet geheel vreemd. Gij hebt immers den jongen schilder Max Raimar wel eens in mijne salons gezien?* Ronald was naar de glazendeur gegaan en keek verstrooid naar het terras. »Dat geloof ik wel,* antwoordde hij*onverschillig. Een knappe, onbeduidende jongen, voor zoover ik mij herinner. Een soort beschermeling van mejuffrouw Edith, die immers de kunst protegeert.* »Ja juist; maar ook Ernst Raimar is hier.* »Wie?« »De oudere broer, die thans als notaris in Heils berg woont. Dien hebt gij toch ook welgekend?* Ronald had zich eensklaps omgekeerd toen die naam genoemd werd, en eene onaangename gewaar wording teekende zich duidelijk af op zijn gelaat, toen hij antwoordde: gang, toen hij eindelijk binnenkwam. Edith’s oogen vestigden zich vol inspanning op de beide mannen, wier ontmoeting voor haar een raadsel moest oplossen, en het werd gedeeltelijk ook opgelost, want reeds een oogenblik later wist zij dat die vijand schap wederkeerig was. Wilma stelde den heer notaris Raimar voor, en Ro nald, die diens binnenkomen nauwelijks scheen gemerkt te hebben, moest nu, door den nood gedwongen, wel notitie van hem nemen. Hij keerde zich met een zeer nonchalante beweging om, blijkbaar van plan den oude ren broeder met dezelfde beleedigende minachting te behandelen, als zoo pas den jongere, maar hier leed die poging totaal schipbreuk. Ernst Raimar stond tegenover hem met zoo’n ijskoude houding, met zoo’n ongenaakbaren trots, dat hij zich althans gedwongen zag aan den uiterlijken vorm der beleefdheid te voldoen. Hij groette koel en afgemeten, en die groet werd even vormelijk beantwoord, maar daarbij ontmoetten de blikken dier beide mannen el kaar met eene uitdrukking, welke Edith onwillekeurig aan een paar zich kruisende klingen deed denken. Gloeiende haat aan den éénen kant, dreigende vuur stralen aan den anderenDat was geen partijschap, neen, als twee doodsvijanden stonden deze beiden te genover elkaar, zich met de oogen metende, sprakeloos, maar als gold ’t een strijd op leven en dóód. Dat duurde wel is waar slechts seconden, en tot woorden kwam :t daarbij niet, want Raimar wendde zich dadelijk tot de vrouw des huizes: «Wij zouden nu wel afscheid willen nemen, mevrouw, wij moeten vertrekken. Arnold, het rijtuig staat al ingespannen.» De Voorzitter deelt mede, dat aan den Heer L. H. Coppelman Dassen, onderwijzer te Tirns, wegens te vervullen dienstplicht te Assen, een tijdelijk verlof is verleend, en in overleg met den arrondissements-school- opziener tijdelijk als onderwijzeres is aangesteld mej. Chr. Wouda te Sneek. Nog wordt door den Voorzitter medegedeeld, dat te Balk eene vergadering is gehouden, door verschillende hoofden van gemeenten, onder voorzitterschap van den burgemeester van Gaasterland, den heer Jhr. van Swinderen, naar aanleiding van de concessie-aanvraag door de heeren Beversen en v. Heurn, om een tram te mogen aanleggen. De zaak is wel iets gevorderd, doch men had nog niet voldoende gegevens, zoodat nog geen definitief besluit is genomen. Spr. stelt dan ook voor de nadere behandeling van dit adres uit te stellen tot dat vol doende gegevens zijn ontvangen, waaruit dan tevens zal kunnen blijken, of de weg hier en daar verbreed of wijziging in de richting zou gebracht moeten worden. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform besloten. III. Voorstel tot nadere regeling der jaarwedde van ’t te benoemen Hoofd der school te Woudsend. Burg, en Weth. stellen voor, tengevolge van ’t ver leend eervol ontslag, met ingang van 1 Januari 1900, aan den heer Vierkant, als hoofd der school te Woud send, het salaris van den nieuwen titularis opnieuw te regelen en vast te stellen, met in achtneming van andere standplaatsen en ’t getal leerlingen, op f 800.en f 150.vergoeding wegens gemis van vrije woning en op deze voorwaarden eene oproeping te doen, in plaats van zooals het nu was op f 900.salaris en f 150.vergoeding wegens gemis van vrije woning. De heer A. H. Tromp zag liever het salaris bepaald zooals het was, daar dit voor Woudsend, waar de school toch goed wordt bezocht, niet te hoog kan wor den geacht. De Voorzitter zegt, dat, indien het voorstel van den heer A. H. Tromp wordt ondersteund, dit in stemming kan worden gebracht, doch B. en W. meenden het salaris in overeenstemming met andere plaatsen in deze gemeente te moeten brengen. De heer Joh. Reijenga verwacht dat B. en W. zeker wel met goed overleg dit voorstel doen, ook hij meent, dat, indien het salaris op f 900.— en nog f 150. vergoeding voor woninghuur wordt bepaald, men in moeielijkheid met andere hoofden van scholen in deze gemeente zou komen. Spr. kan zich dan ook wel met het voorstel van B. en W. vereenigen. De Voorzitter licht toe dat f 150.voor woning huur wordt vergoed, omdat te Woudsend geen geschikte woning bij de school is, terwijl op andere plaatsen in deze gemeente wel voor een woning wordt gezorgd hij twijfelt er echter aan of voor deze som te Woud send een geschikte woning is te vinden. De heer D. Tromp kan zich ook wel met het voor stel van B. en W. vereenigen, daar, naar hij meent destijds het salaris is verhoogd wegens meerdere dienst uren thans acht hij het weder alleszins billijk het sa laris iets te verlagen. De heer A. H. Tromp meent dat f 900.salaris niet te veel is; de betrekking van hoofdonderwijzer is toch van dien aard, dat deze een stand moet ophou- VERGADERING van den Gemeenteraad van Wymbritseradeel^ op Zaterdag, den 10 Maart 1900, des voormiddags 10*/, uur. Tegenwoordig zijn 12 leden, later 13. Afwezig de heer U. F. Huistra, terwijl de heer van der Gaast is overleden. Voorzitter de heer M. H. Tromp, Burgemeester. Secretaris de heer J. Poppinga. Bij ’t openen der vergadering herdenkt de Voor zitter de groote verdiensten van den overleden Wet houder, den heer van der Gaast en wijst op ’t vele goede waartoe de heer van der Gaast, in ’t belang der Gemeente, gedurende vele jaren, heeft medege werkt. Ook wenscht de Voorzitter den heer Joh. Reijenga geluk met zijne herstelling, na eene ernstige ziekte. en ge geeft daaraan voor weinig kosten eene flinke publiciteit. Punten van behandeling: I. Resumtie der notulen der vergadering van 3 Febr. j.l. De notulen van evengenoemde vergadering wor den, na lezing door den Secretaris, onveranderd goed- gekeuid. II. Mededeeling van ingekomen stukken enz. a. een schrijven van de heeren van der Veer, van der Meulen en Vonk, klerken ter Secretarie, daarbij hun welgemeenden dank betuigende voor de hun ver leende gratificatie, wegens meerder verrichte werk zaamheden gedurende de vacature van den Secretaris van 1 Aug. tot en met 31 Dec. 1899 b. id. van de heeren Wiersma te Woudsend, Pasma te Hommerts, Dam te Oudega, ter Horst en Dijkstra beiden te Sneek, rijksveldwachters, dank betuigende voor de hun verleende gratificatiën; c. besluit van Ged. Staten, houdende goedkeuring van het kohier van schoolgeld over het 4e kwartaal 1899 d. id. van hetzelfde College, houdende goedkeuring van het primitief kohier van hoofdelijken omslag, dienst 1900; e. missive van Ged. Staten, houdende goedkeuring der raadsbesluiten tot af- en overschrijving van posten op de begrooting, dienst 1899, en tot betaling uit den post voor onvoorziene uitgaven f. resolutie van Ged. Staten, geleidende een extract uit het Koninklijk Besluit, waarbij worden goedgekeurd de bij Raadsbesluit van 11 November 1899 vastge stelde verordeningen tot heffing en invordering van schoolgeld; Deze verordeningen zijn geldig tot 1 Januari 1901. g. ld. van hetzelfde College, geleidende een uit treksel uit het Koninklijk besluit, waarbij worden goedgekeurd de bij raadsbesluit van 7 Oct. 1899 vast gestelde verordeningen tot heffing en invordering van belasting op honden Deze verordeningen zijn voor onbepaalden tijd goed gekeurd. h. Missive vm de Commissie van beheer over den Mac-Adamweg vin Sneek naar Bolsward, geleidende een exemplaar van de door Gedeputeerde Staten goed gekeurde rekening en verantwoording van dien weg over 1899; i. Een schrijven van den heer H. Haagsma, brug wachter te Oudega, dat hij als zoodanig bedankt met 12 Mei a.s. j. Id. van H. Korenstra te Koudum namens de erfgenamen van W. Geisen te Woudsend verzoekende van den verderen huurtijd van het door dezen, voor 5 jaren, met ingang van 1 Jan. 1899 gehuurde gemeente- land, te mogen worden ontslagen met 12 Mei a.s. De ingekomen stukken worden alle voor kennisge ving aangenomen, behalve de uitgebreide rekening van den Mac-Adamweg, welke op de Secretarie voor de leden van den Raad ter inzage zal worden neer gelegd, terwijl de Voorzitter nog voorstelt omtrent het adres sub j. de erfgenamen van dien huur te ont slaan, en de landerijen opnieuw te verhuren tegelijk met de jaarlijksche grasverpachting. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform beslo ten. OURANT. f 1. ij 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1900 | | pagina 1