MOTS- KI AhVERTESTIBBLAI»
VOOR SMIÏk El MS1WL
Zij
De apostel der Duitschers.
„HEKSENGOÜD."
Vaststelling der Kiezerslijst.
55e Jaargang-
No. 24.
)r-
en
in dit blad
Officieele Advertentiën.
Zaterdag 24 Maart 1900.
GS
1e-
BEK ENDMAKING.
id.)
FEUILLETON.
J
Kantongerecht te Sneek.
oor
*ief.
;.5O
bij
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’tTramstation Sneek.
JR.
Karei
11.
12.
14.
d.
le
ie
Zitting van 21 Maart 1900.
Bij de heden gehouden zitting van het Kantonge-
>n,
K-
Toen Radboud in 715 Utrecht zegevierend
binnentrok, ontmoette hij daar Bonifacius, eigen
lijk Winfried geheeten, die in 680 te Kirton
in Engeland geboren, van daar overgekomen
was om in Friesland het evangelie te prediken.
Hij kon echter daartoe geen verlof krijgen en
zag ook overigens wel in, dat het nu, waar de
Christelijke kerken vernield en de priesters ver
jaagd waren, niet de tijd was om door te zetten.
Hij ging daarop naar Engeland terug.
Na den dood van Radboud echter werd het
anders. Bonifacius, die den winter van 718 te
Rome had doorgebracht, spoedde zich naar
Friesland en bekeerde er velen. Toch blijkt
uit den eerenaam apostel der Duitschers, dien
en ge geeft daaraan voor weinig kosten
eene flinke publiciteit.
Roman van E. WERNER,
Schrijfster van »Aan het Altaar*, «Fata Morgana*,
»De Alpenfee* enz.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
19
Edith stond daar bleek en met trillende lippen. Zij
had gehoor gegeven aan eene onwillekeurige, half onbe
wuste aandoening, zonder te weten wat zij daarmeê
verried. Ronald keek haar nog altijd onafgebroken aan
en een zonderlinge blik schoot uit zijne oogen.
«Is dat uw antwoord op de eerste omhelzing van uw
verloofde? Mij dunkt toch dat ik daartoe thans het
recht heb. Maar dat geleek veel op op tegenzin!»
«Gij hebt mij doen schrikken met uwe onstuimige
uitbarsting,* zei Edith zacht.
«Doen schrikken Gij zijt toch anders niet zoo schrik
achtig! Welke ceremoniën verwachttet gij dan bij
onze verloving? Moest ik u volgens de regels der
etiquette de hand kussen en bedanken voor de wel-
willende toestemming? Mag ik mijn verloofde dan
niet in de armen sluiten?*
Hij had recht tot dit verwijt, Edith voelde ’t en
deed eene poging, den indruk weg te nemen.
«Gij zelf zijt de schuld van mijne verrassing,* ant
woordde zij. «Ik dacht niet dat gij zoo hartstochtelijk
kondt zijn. Tot nu toe vertoondet gij u altijd van eene
geheel andere zijde.*
«Tot nu toeToen ontmoetten wij elkaar slechts in
het salon, in ’t bijzijn van vreemde menschen en dan
vertoont men zijn waar gezicht niet. De wereld be
schouwt mij inderdaad voor een soort rekenmachine,
die niets kent als cijfers, hebt gij dat ook gedaan
Er klonk bittere spot uit zijne woorden en toch
trilden zij van onderdrukten hartstocht toen hij
voortging: «Dan hebt gij u toch vergist. Uw vader,
Edith, dat ’s de beredeneerd verstandige, koele man
van zaken, die slechts rekent en overweegt. Ik ben
’t niet, ben ’t nooit geweest, eu daarmeê verovert
men ook geen loopbaan als de mijnehet succes van
een geheel menschenleven verkregen binnen eenige
jaren! Gij kent trouwens dien sterken, daemonischen
aandrang niet, die in zoo menige natuur schuilt en deze
rusteloos voortdrijft ondanks eiken tegenstand en hin
dernis. Ik heb dien daemon reeds gekend toen ik nog
arm en nog onbekend was, en hij alleen heeft mij omhoog
gebracht. Ik wilde hem niet volgen, maar ik moest.
Uw vader heeft mij vaak gezegd«gij rekent veel te
mooiDat zijn geen berekeningen, maar vraagstukken
Maar zij gelukken altijd, als men maar de moed
heeft zich geheel en al er voor te spannen, en
daarbij de energie, ze tot het einde toe door te voeren.
Doet je dat schrikken, Edith? Ik dacht, dat gij ’t
zoudt begrijpen!»
«Ja, ik begrijp ’t,* zei Edith, wier oogen thans aan
zijne lippen hingen. Dat was inderdaad een taal die
zij begreep, die haar geheel inpaktede taal van het
trotsche zelfbewustzijn, van den roekeloozen moed
tot wagen.
Ronald zag 't, en zijn beleedigde trots hield geen
stand meerde hartstocht voor het mooie meisje be
haalde de overwinning. Langzaam kwam hjj weer
naar haar toe, en zijn stem daalde thans tot harts
tochtelijk fluisteren.
die zich met 1 APRIL a. s. op
dit blad abonneer en, ontvangen
de nog vóór dien tijd verschij
nende nummers gratis.
DE UITGEVERS.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 2'/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
hij gekregen heeft, dat hij zijn prediking niet
tot Friesland beperkt heeft, maar ver over zijn
grenzen uitbreidde.
Er was echter een groote partij, die den aan
was van ’t Christendom met leede oogen zag,
natuurlijk in de eerste plaats de heidensche
priesters, die wisten te bewerken, dat èn den
Christenen èn hun predikers overlast werd aan
gedaan.
Een welkome gelegenheid voor
Martel, die door Radboud verslagen was om
te trachten, Friesland weder aan de Franken
te brengen. In 7 34 rustte hij een groote vloot
uit en kwam de Friezen onverhoeds op ’t lijf
vallen. Zij moesten het onderspit delven. Karei
Martel trok met buit beladen af en kon er
roem op dragen voorgoed Friesland, althans het
Westelijke deel, onderworpen te hebben; het
Oostelijk deel volgde eerst 50 jaar later.
Natuurlijk stond Friesland nu weer open voor
de Christelijke predikers, de tempels van de af
goden waren vernietigd.
In 737 stierf de Friesche Koning Aldgillis.
Hij liet twee zonenGondebald en Radboud
II na, van wie de oudste hem opvolgde. Hij
was den Christelijken godsdienst wel genegen
en nam vele edelen, die daartoe behoorden,
onder zijn gevolg op. Maar ook nu weer zaten
Jê heidensche priesters niet stil en hitsten het
volk op, terwijl zij beweerden, dat met het
Christendom ook steeds de Franken in ’t land
waren gekomen. En toen Gondebald in 749
was overleden en door Radboud II opgevolgd,
werd de tegenstand nog grooter, daar hij, aan
het Deensche hof opgevoed, ook de oude góden
getrouw was gebleven. De Christen-edellieden
werden van ’t hof verwijderd en zoo moesten
de Botnia’s, de Forteman’s en anderen Fries
land verlaten. De Christelijke kapellen werden
verwoest, en heidensche tempels opgericht.
Pepyn de korte, opvolger van Karei Mar
tel, die in 751 door Bonifacius, met toestem
ming van den Paus, tot Koning was gezalfd,
maakte spoedig een eind aan de macht van
Radboud, daar hij zijn eigen districts-hoofden
aanstelde.
Nu had Bonifacius gereede aanleiding om
weer eens naar Friesland te komen, dat hij
wel met zijn lichaam, maar niet met zijn geest
had verlaten. In geen dertig jaar was hij er
geweest. Hij kwam met vele volgelingen en
gewapende bedienden in Friesland en had ter
stond groote toeloop. Al noordelijker trekkende,
Het GEMEENTEBESTUUR van Sneek,
Gelet op artt. 28, 29 en 31 der Kieswet
Brengt bij deze ter algemeens kennis, dat op heden
den 22sten Maart is vastgesteld de Lijst, aan wijzende
de Personen, die in deze gemeente bevoegd zullen
zijn tot het kiezen van Leden van dejTweede, Kamer
der Staten-Generaal, de Provinciale Staten en den
Gemeenteraad
dat de thans vastgestelde Kiezerslijst met de Lijsten
daarbij behoorende van den 23sten Maart tot en met
den 21sten April a. s. ter Secretarie dezer Gemeente voor
een ieder ter inzage zijn nedergelegd en, tegen beta
ling der kosten, in afschrift of afdruk verkrijgbaar ge
steld.
Tot en met den 15den April a. s. is een ieder be
voegd bij het Gemeentebestuur verbetering van deze
Kiezerslijst te vragen, op grond dat hij zelf of een ander,
in strijd met de wet, daarop voorkomt, niet voorkomt
of niet behoorlijk voorkomt.
Mogelijke verzoeken om verbetering van deze Kie
zerslijst worden, met de bijgevoegde bewijsstukken
dadelijk tot en met den 21sten April a.s. voor een
ieder op de Secretarie dezer Gemeente ter inzage ne
dergelegd en in afschrift, tegen betaling der kosten,
verkrijgbaar gesteld. Een ieder is tot tegenspraak
bevoegd. De tegenspraak moet schriftelijk en uiterlijk
den 23sten April a.s. aan het Gemeentebestuur zijn in
gediend.
En zal deze op de gebruikelijke wijze ter openbare
kennis worden gebracht.
Sneek, den 22sten Maart 1900.
Het Gemeentebestuur voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van deh LAAN, Secretaris.
«De wereld noemt dat ongehoord geluk. Ik ben
er niet gelukkig onder geweest en heb er ook niet
veel naar gevraagd, want bij mij gold slechts voort
durend het wachtwoord: vooruit! Naar hooger! Ver
volgens leerde ik jou kennen, Edith, en toen werd bet
anders. Gij wilt nu de mijne worden, maar ik verlang
meer als dat koele, vormelijke ja, waarmeê ge u zoo pas
tot mijn verloofde verklaardet, veel meer. Gedurende de
rustelooze drijfjacht in mijn leven heb ik nooit tijd
gehad voor het geluk, maar nu vordert het met geweld,
onweerstaanbaar zijn recht. Wilt gij ’t mij geven?
Gij kunt ’t, gij alleen
Dat was de volle, echte toon van den hartstocht, en
Edith had geen vrouw moeten zijn, als zij daar onver
schillig onder gebleven was. Zij was verblind, meêge-
sleept, en al de waarschuwende, tegenstrijdige ge
waarwordingen, waarmeê zij straks gestreden had,
gingen daarin ten onder. Met een diepen ademtocht
richtte zij zich op.
«Ik heb je tot nu nog niet gekend, Ronald
«Felix!* viel hij haar in de rede. «Laat mij toch ein
delijk mijn naam eens van je lippen hooren
«Felix,* herhaalde zij zacht. «Wij moeten elkaar
immers eerst leeren begrijpen!*
Hij sloot haar in zijne armen, niet zoo woest en on
stuimig als zoo pas, daar hij blijkbaar bang was, haar
weder te kwetsen. Maar ditmaal onttrok Edith zich
niet aan zijne omhelzing.
Marlow was intusschen buiten op het terras alleen
gebleven. Wilma had zich met hare huishoudelijke
plichten verontschuldigd. Zij wilde nog eenige schik
kingen maken voor den avond en nam haar dochtertje
meê. De bankier wandelde langzaam op en neer en
scheen zich geheel over te geven aan het aangename
genot van een fijne sigaar. Maar zijn blik viel in ’t
voorbijgaan meermalen op de open gebleven glazen
deur; en thans scheen hij bemerkt te hebben dat
daar binnen alles naar wensch in orde was. Hij smeet
de sigaar weg en trad het salon binnen.
Ronald voerde hem zijn verloofde tegemoet, en nu
volgden de gebruikelijke omhelzingen, de gelukwen-
schen en het eerste vertrouwelijk samenzijn met den
aanstaanden schoonzoon. Maar hier ontbrak het eer
ste zoet gefluister van een verloofd paar met de
nu openlijk voor den dag komende teederheid van den
man en de nog half schuwe toewijding van het meisje.
Ronald kon wel hartstochtelijk maar niet feeder zijn en
Edith had hoegenaamd geen aard voor stille toewijding.
Ook Marlow bewaarde zijn koele bedaardheid, die
hem tot een tweede natuur geworden was, ofschoon
hij met deze verloving zijn hoogste wensch vervuld
zag. Na verloop van eenige minuten sprak het drietal
reeds weer over heel reëele zaken.
«Neem mij niet kwalijk, dat ik zoo laat kwam,* zei
Felix. «Ik wilde natuurlijk met je vader komen, maar
werd op ’t laatste oogenblik nog opgehouden.*
«Edith weet de reden al,« wierp de bankier er tus-
schen. «Ik sprak haar reeds over de depêche van den
minister, waarop dadelijk moest geantwoord worden.*
«Ja, en een zeer uitvoerig antwoord,* bevestigde Ro
nald. «Ik heb eerst brieven moeten dicteeren en aan
vullen, en dat heeft een paar uren geduurd. Maar gij
zult mijn late komst wel verontschuldigen, Edith, want
die vertraging ging gedeeltelijk ook jou aan.«
«Mjj?« vroeg Edith, die nog altijd met zekere aar
zeling zijn familiaren toon beantwoordde. Ik begrijp
je niet.
Wordt vervolgd.
Wilt ge iets koopen of verkoo-
pen, huren of verhuren, vraagt
ge dienstboden of biedt ge uw diensten
aan, plaats dan deze en alle andere ad
vertenties
kwam hij in den omtrek van Dokkum en be
keerde er velen. Toen stelde hij een dag vast,
waarop de wijding zou plaats hebben. Aan den
morgen van dien dag echter liep het volk te hoop
en viel op de kleine troep aan. De bedienden wil
den zich verweren, maar Bonifacius meende, dat,
als hij ongewapend de menigte toesprak, het
oproer bezworen zou worden. Maar te vergeefs.
Men stormde op hem aan, en hij met 53 zijner
volgelingen vond in 755 den dood. Daarop
werden de kostbare kelken geroofd en de mis
boeken verbrand en een waar drinkgelag aange
legd. Maar, het werd spoedig bekend, dat
Bonifacius den marteldood gestorven was en zijn
aanhangers schoten toe, om de aanvallers ge
voelig te straffen.
Zijn lijk is eerst naar Utrecht en toen naar
Mainz, naar zijn aartsbisdom gebracht, om ver
volgens in zijn abdij te Fulda begraven te
worden.
De Friezen hebben zich zijner niet ondank
baar getoond. Zij deden rijke schenkingen aan
landerijen en giften aan zijn abdij. Meer dan
vijftig van de eerste soort en een vijf en twin
tigtal jaarlijksche bijdragen uit dorpen van
Ooster- en Westergo, worden in de daarvan
nog bestaande registers vermeld. Meestal wordt
daarin de grootte der geschonken weilanden
aangeduid door ’t aantal koeien, dat er op kon
grazen, en voor zoover die zijn opgegeven,
omvatten omstreeks een dertigtal dier weide
gronden te zamen eene uitgestrektheid van
ongeveer 350 runderen, volgens Mr. van Blom
in zijn Geschiedenis van Oud-Friesland.
Dokkum werd de plaats, waar van uit het evan
gelie in Oostelijk Friesland zou verkondigd wor
den. Daar het echter dijkwijls zeer van hoog-vloe-
den te lijden had, werd door een overgroote
menschenmenigte een terp opgeworpen, waarop
de Christenen veilig waren. Maar nu ontbrak
voor hen nog goed drinkwater. En, volgens de
overlevering, werd dit gevonden, toen een
paard in den weeken grond zakte, en er uit
getrokken was. Want voortdurend borrelde
toen goed drinkwater uit den grond op, de
bron werd Bonifaciusput geheeten.
Op de terp werd de Dokkingkerk gebouwd.
M. C. N.
VERGADERING van den Gemeenteraad
van Sneek, op Dinsdag, den 27 Maart 1900,
des namiddags te 61/, uur.
1. Resumtie der Notulen.
2. Mededeeling van ingekomen stukken enz.
3. Af- en overschrijving Armvoogdij-begrooting,
dienst 1899.
4. Rekening der Vereenigjng «Floralia,” dienst 1899.
5. Verlenging concessie heffing bruggeldDille.
6. Voorstel tot verhooging van den gasprijs.
7. Wijzigingen begrooting, dienst 1900.
8. Af- en overschrijving op de gemeente-begrooting,
dienst 1899.
9. Adres firma Joh. Halbertsma, betreffende terrein
aan de Geeuw gelegen.
10. Alsvoren inzake art. 15 der Bouwverordening.
Adres van Herrius Halbertsma met betrekking
art. 6 alinea 1 Bouwverordening.
Benoeming Vader en Moeder in het Old-Bur-
ger-Weeshuis wegens expiratie van diensttijd.
13. Schrijven Commandant le Regiment Infanterie
betreffende de gemeentelijke schietbaan.
Adres van G. v. d. Zijl inzake bewoning der
voormalige meisjesschool.
15. Reclame tegen het 2de Suppletoir Kohier van
den Hoofdelijken Omslag, dienst 1899.
16. Primitief Kohier v/d Hoofdelijken Omslag, dienst
1900.
R COURANT.
f
it
Moiorj.Mnnne»k.
ir
Punten van behandeling: