VOOR SJiEEK ES MST11M. Friesland door een Duitser tal Groote keuze, Elegante Modellen, Lage prijzen, Soliede afwerking, in „HEKSENGOUD. Bervoets. 3IELWS- H lllïBOTTimiD Gebr Exquise collectie STOFFES ^deeding naar Jfiaat. MenWeBlijke steefls onzemoflGllEii, prijzen ei afwerking;. 55e Jaargang Zaterdag 7 April 1900. JTo. 28. Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’tTramstation Sneek. I Officieels Advertentie. OPENING van het seizoen met onze bekende k. FEUILLETON. J I 1st Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Ie le Is j, ij Roman van E. WERNER, Schrijfster van «Aan het Altaar®, «Fata Morgana», «De Alpenfee» enz. »Ja, ik heb ’t, ik heb ’triep de oude heer, terwijl hij triomfantelijk een tamelijk uitgebreiden gedrukten bundel uit zijn zak haalde en er meê zwaaide. »Het »Heksengoud« heb ik I Nu gaat ’t de Neustadters en hun pacha naar de keel; die man, die fatsoenlijke menschen de deur uitsmijt en het gras wil laten groeien in de straten van Heilsberg. Thans zal ’t in zijn Steinfeld groeien, een voet lang, en in Neustadt ook, want Neustadt is totaal niets zonder de Stein- felder bergwerken!” Hartmut keek eerst den oom en vervolgens den neef aan, die even opgewonden was, en schudde het hoofd. «Waarde heer notaris, er zijn, voor zoover ik weet, toch geen tarantella’s in Heilsberg,» zeide hij. »Gij springt totaal uit den band en Max eveneens. Wilt gij ons nu eindelijk eens zeggen, wat er eigenlijk gebeurd is?» Treumann ging vlak voor hem staan en hield hem een brochure voor den neus. «Kunt gij lezen, heer majoor?* »Ja, wel een beetje,» antwoordde deze terwijl hij de brochure aannam. «HeksengoudEen waarschuwend woord op het laatste oogenblik!» Zooveel kan ik nog bij elkaar spellen, maar ik wil niet beweren dat de zaak mij duidelijker geworden is.» »Het betreft Ronaldhaastte Max zich op te helde ren. »In die brochure worden hem de ongehoordste din gen voor de voeten geworpen, de geheele zwendelarij in Steinfeld wordt aan de kaak gesteld dat gaat als een hagelslag «Neen als een zwavelregenzei de notaris plechtig. »Ik heb ’t itnmers in den «Burgtwacht* voorspeld, en dat ellendige «Dagblad* wilde 't uitschateren van lachen en noemde mij een fossiel uit den vóórhis- torischen tijd. Maar nu zal het lachen je wel vergaan, heeren Neustadtersnu komt het vonnis de klomp. En'"als hij soms mocht willen kla gen, dan brak ’s nachts een ware storm boven zijn arm hoofd los. Zijn mede-lotgenooten trok ken dekens en kussens weg, staken hem met spelden en wisten het wel zoo aan te leggen, dat de klager ongelijk en bovendien nog straf kreeg. Men verdroeg dus maar en stelde zijn In 1823 werd hier te lande veel gesproken over een pastor Fliedner, die uit Duitschland overgekomen, rondging om een inzameling voor zijn kerkelijke gemeente te houden. Hij was op 21 Jan. 1800 in de dorpspastorie te Eppstein in het Taunusgebergte geboren, en sinds Januari 1822 predikant bij de evange lische gemeente te Kaiserswerth bij Dus seldorf, een gemeente, welke slechts 200 zielen telde en met ondergang bedreigd werd. Wat toch was het geval Vóór 44 jaren was daar een fluweelfabriek opgericht door twee koop lieden uit Crefeld Preijer en Petersen, die hun protestantsche werklieden mede gebracht had den. Deze vormden de kern der gemeente. Maar plotseling moest de firma hare betalin gen staken, en de arme werklieden waren zon der brood. Niet te verwonderen was het, dat nu de inkomsten van de kerkelijke gemeente tot een minimum gereduceerd werden, vooral daar de beide fabrikanten, die tot nog toe een groote jaarlijksche bijdrage hadden gegeven, dit niet konden voortzetten. Pastor Fliedner, die terstond elders beroepen werd, meende daaraan geen gehoor te mogen geven, maar te moeten trachten zijn gemeente in stand te houden. Daartoe ging hij hier en daar in Duitschland geld vragen, maar meende ook in ’t rijke Holland en Engeland te mogen aankloppen. Hij maakte zich daarom in 1823 reisvaardig en betrad bij Berg en Dal den Ne- derlandschen bodem. Zijn eerste indruk van Holland was aange naam, omdat de douanen de koffers niet door zochten op de verzekering, dat er slechts klee- ren in waren. Toen ging Fliedner naar Nijme- 23 «Gij denkt aan trouwen?» vroeg Raimar verbaasd. «Maar gij hebt immers altijd gezegd, dat het leven van den vrijgezel slechts het eenig mensehwaardig bestaan was«. «Heb jij dan nooit in je leven een domheid gezegd?» riep Hartmut verdrietig uit. «Ik ben pas voor mijn veertigste jaar verstandig geworden. Kort en goed: die kleine blonde vrouw met haar blauwe kinderoogen heeft het mij aangedaan. Ik heb ’t mij den geheelen zomer niet uit het hoofd kunnen zetten en nu kon ik ’t bepaald niet langer uithouden. Toen de manoeuvres afgeloo- pen waren, pakte ik op en ging hier naar toe om mjjn geluk te beproeven. Nu weet je ’t Ernst begon te lachen en stak hem hartelijk de hand toe. «Veel succes, ArnoldHet heet, dat de jonge vrouw reeds eenige aanzoeken heeft afgeslagen ter wille van haar kind, maar als gij komt aanrukken gij zijt zoo’n knappe vrijer «Vindt ge?« vroeg Hartmut eenigszins bedenkelijk. »Nu, die uitgebrande kraterziel, die Max, zal ik nog wel uit het veld kunnen slaan, want dat de jongen daar weer onrust stichten wil, staat vast. Bij zijn millioenen-da- ADVERTENTIéN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27a cent. Groote letters naar plaatsruimte. BÜRGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek herinneren, naar aanleiding van artikel 18 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad no. 134,) de ingeze tenen dat steeds aan degenen, die zich daarvoor aanmelden ter Secretarie der gemeente, gelegenheid wordt gege ven tot kostelooze inenting en herinenting. Sneek, den 6 April 1900. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van der LAAN, Secretaris. het wel belangrijk hier even te vermelden hoe de gevangenen het in Ryn-Pruissen en West- phalen hadden, waar zij des nachts en des Zon dags niet geïsoleerd werden. Des Zondags werd’op de gemeenschappelijke zaal kaart ge speeld en brandewijn gedronken, gemeene lied jes gezongen en boevestukjes verteld. Die het langst gezeten had en het slechtst was, voer de den boventoon. En, als soms iemand na de prediking van Zondagmorgen eens tot zich zelf wilde inkeeren, dan werd hij uitgelachen en men stal zijn eten weg en sloeg hem met me schijnt hij geheel uit de gunst te zijn nu zoekt hij ’t langs wat bescheidener wegen wil als bezitter van een riddergoed den strijd om ’t bestaan verder voortzetten». «Je zoudt wel gelijk kunnen hebben», zei Raimar nadenkend. «Ik heb daar tot nu toe niet aan gedacht, maar zooiets is Max wel toe vertrouwd. Voor hem is het huwelijk trouwens slechts spe culatie». «Er is dus geen tijd te verliezen,» vulde de majoor aan. «Wij gaan morgen naar Gernsbachdaar verken ik voorloopig het terrein, en als je familie-genie zich werkelijk vermeet daar «bedoelingen* te hebben, dan zal ik ze hem wel afleeren. Afgedaan!» Daar werd de huisdeur opengedaan, en het «familie- genie*, van wien zoo juist sprake was, verscheen in eigen persoon met oom Treumanndoch zij traden niet met de gewone begroetingen binnen maar stoven be paald den tuin in. «Weet ge ’t al, Ernst?* riep de notaris reeds van verre. «Hebt ge ’tal gehoord? Neen, hij weet bepaald nog niets, anders zou hij daar niet zoo bedaard zitten. Ha, heer majoor Hartmut; gij in Heilsberg? Komt gij van Berlijn Dan weet gij ’t natuurlijk al; heel Berlijn is er vol van!* «Wat is er dan gebeurd?» vroeg de majoor verrast, terwijl Raimar ook niet het geringste bewijs van nieuwsgierigheid of belangstelling verried. «De duivel is los!* verklaarde Max, die blijkbaar in hoogst prettige stemming verkeerde en daardoor zijn ergernis vergat over het zoo plotseling opdagen van zijn eeuwigen tegenstander. «Ginds in Steinfeld na melijk Ik wist ook nog van niets, maar toen ik straks van Gernsbach kwam en oom een bezoek bracht, toen vernam ik de geschiedenis.* pijnigers met een klein geschenk tevreden. In den beginne in schijn, trok men spoedig in werkelijkheid een lijn met de raddraaiers. (Van daar, dat o. i. terecht in latere tijden het cel- systeem ingevoerd is om depravatie te voor komen). In de gevangenissen, waar mannen en vrou wen zaten was nog een gansch andere toestand. In de gevangenis te Werden b. v. werden duizenden minnebriefjes opgevangen, en hoe men ook toekeek, men kon ’t schriftelijk ver keer niet uitroeien. Van Nijmegen trok Fliedner naar Amsterdam, waar hij een diakones der Doopsgezinde ge meente ontmoette. Door haar kwam hij op de gedachte het Apostolisch Diaconessen-ambt te herstellen, en stichtte te Kaiserswerth het moe derhuis, dat den eersten stoot gaf aan den uit gebreiden diaconessen-arbeid der gansche Pro testantsche Christenheid, die thans 80 zelfstan dige diaconessen-huizen en 13000 diaconessen telt. Daarna bezocht hij de andere groote steden van Holland. En ’t is bewonderenswaard welk een goeden blik deze vreemdeling blijkt te hebben op onze Hollandsche toestanden over de ver schillende godsdienstige sekten weet hij goed mede te praten, over onze ontelbare hofjes, pro veniershuizen vertelt hij veel wetcnswaardigs, het typische onzer Hollandsche steden merkt hij goed op, het merkwaardigste er van bekijkt hij en zegt zijn meening er over. Maar ook Friesland bezocht hij. Waarover wij ’t een en ander willen mededeelen. Op een mooien Augustus-avond van 1823 ging hij te Amsterdam scheep naar Harlingen. Spoedig kwam de majestueuse koopstad achter hem te liggen en dobberde hij ’t onstuimige Y uit en de Zuiderzee in. Links lagen Monniken dam en Edam, vele schepen zeilden snel voor bij, de meeuwen vlogen geruischloos langs boeg en kiel, bruinvisschen speelden in ’t water, hel verlicht door de stralen der ondergaande zon, totdat de duisternis alles met haren sluier bedek te. Maar een gloeiend oog doorboorde het donker de vuurtoren van Enkhuizen, heel op de punt van een landtong gebouwd. Doch het lichtte spoedig weer en de Friesche kust met zijn ontelbare torenspitsen kwam na der. Om 11 uur was Harlingen bereikt, dat een vriendelijken indruk maakte. En dan ging het per schuit naar Franeker, beroemd door zijn planetarium. De anders zoo goedhartige oude heer zag er zoo boos uit, als wilde hij in eigen persoon het vonnis voltrekken. Hartmut echter was ernstig geworden. «Is dit vlugschrift tegen Ronald gericht?* vroeg hij. «Neen, daar wist ik hoegenaamd niets vanik kom direct uit mijn garnizoen. En gij, Ernst?* «Ik ook niet men zal er wel iets naders van hooren,* antwoordde Raimar, onverschillig de schouders ophalende, terwijl hij naar het rozenperk midden in den tuin liep, waar hij de anderen den rug toe keerde. Zijn oom werd er bepaald verontwaardigd van. «Aan jou is alle moeite verspild!» riep hij uit. »Zóó’n gebeurtenis! Dat gaat niet alleen ons en de Neustadsters, dat gaat de heele wereld aan; dat redt de moraal en gij staat daar als een blok en zegtmen zal er wel iets naders van hoorenErnst, gij zult nog geheel en al uitdrogen!* Ernst antwoordde geen sylabe, terwijl Hartmut in de brochure bladerde en nogmaals naar den titel keek. «Anoniem verschenen alleen onderteekend «Veri tas* wie mag daar achter schuilen?» »Dat zal men wel vernemen!* riep Treumann, weer een en al geestdrift. »’t Is een moedig man, een Sint George, die den draak dapper te lijf gaat. Gelijk heeft hij, waar hij zegtAlles ligt voor dit afgodsbeeld van den mam mon op de knieën De majoor ontstelde bij die woorden en wierp een snellen, fonkelenden blik op zijn vriend, die bezig was verwelkte bladeren uit het rozenperk te verwijderen, terwijl de oude heer voortging: »Ja, welk een taal, welk een vlucht, wat een gloed zit in dit geschrift! Ik heb Max de mooiste gedeelten voorgelezen en hij was er totaal door ingepakt nu, Max?* Wordt vervolgd. gen, waar men hem in ’t hotel spoedig vroeg (heel typisch in ’t oog van onzen Duitscher) As Uive belieft eene pijp te roeken en de gouwenaar werd hem aangeboden. ’t Ligt niet in onze bedoeling dezen predi kant op zijn reis door Nederland te volgen, maar toch willen wij hier en daar een greep doen uit het boek, dat hij na zijn reis schreef, en getiteld ÉisCollektenreise nach Holland und England nebst eine ausfürlichen Dar- stellung des Kirchen-, Schul-, Armen-, und Gefangnisswesens beider Lander mit verg lei- chender Ihnweisung auf Deutschland, vorzüg- lich Preussen. En wel, omdat wij hier een juist inzicht krij gen in de inrichting der gevangenissen, der Maatschappij van Weldadigheid, het armenwe zen en zoo heel veel meer, nu 7 5 jaren geleden. Om later op een en ander terug te komen, is i 5 ir HBEH-JONGEHEEBEN-sbMERKLEEDINL i. iEEKER COURANT.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1900 | | pagina 1