t) mn SNËEK Ki IISTKU I „HEKSENGODD.” Herijk van maten en gewichten. Een oud Schuttersgild. Wo. 32. Officieels Advertentie. 1Z. Zaterdag April 1900. 55e Jaargang. Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’tTramstation Sneek. I FEUILLETON. DAGEN Wordt vervolgd. md< Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. 1—4 1—4 1—4 1-4 1—4 1-4 1—4 1—4 1—4 1-4 1—4 Maandag 2 Woensdag 4 Donderdag 6 Vrijdag 8 Zaterdag 9 10 11 12 14 16 17 18 19 21 ion, UK- 10—12 9—12 9—12 9—12 9—12 9—12 9—12 9—12 9—12 9—12 9—12 EEP- iteeds Verkoopers van maten wichten Wijk 1 en 3 en 5 en 7 en 9 en 10 Maandag 11 en 12 Woensdag 13 en 14 Donderdag 15 en 16 Vrijdag 17 en 18 Zaterdag 19 en 20 Maandag 7 Mei UREN DATUMS voor na middag Roman van E. WERNER, Schrijfster van «Aan het Altaar®, «Fata Morgana*, «De Alpenfee* enz. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek, brengen ter kennis van de belanghebbenden dat in dit jaar voor den herijk der maten en gewichten, in deze gemeente zal worden gevaceerd in het voorma lig Telegraafkantoor, in orde als volgt Voor de In het bekende Friesch Charterboek van thoe Schwartzenberg zijn de statuten en pri vilegiën van het schuttersgild van Franeker van 1462 opgenomen. Het Friesch, waarin zij zijn geschreven, is voor den niet-Fries, den schrijver van dit artikel, niet overal goed te verstaan, en, waar nu die statuten zoo uiterst belangrijk zijn, mocht hij van geluk spreken, dat mr. I. Telting, bij den beoefenaar der Friesche geschiedenis zoo wel bekend, vroe ger, waar noodig, opheldering gaf. Het kan als bekend verondersteld worden, dat men naast de godsdienstige gilden, die in de middeleeuwen ontstonden, zich spoedig hand- werks- en schuttersgilden zag vormende laat ste, omdat het den burger als eerste plicht aangerekend werd, zich in den wapenhandel te oefenen. En, of zij nu den voetboog, of later den handboog en het geweer hanteer den, ’t doel bleef hetzelfde. De statuten en privilegiën, waarvan hier sprake is, zijn gegeven door de edellieden Ja- rich Epama en Douwe Sjaarda, van wie vooral de laatste groot gezag had, want hij kreeg van den keizer de macht, om in de Zeven wouden rechters aan te stellen, en in de 15e eeuw wordt herhaaldelijk van hem gewag ge maakt, zoo in den zoen tusschen Bolsward, Sneek enz. van 20 April 1481. En nog he den ten dage is zijn naam verbonden aan het ook in Sneek niet onbekende Sjaardema-leen. In het eerste artikel van pas genoemde sta tuten wordt bepaald, dat ieder schutter met koker en boog, zwaard en ander tuig moest gewapend zijn en anders in een boete, die ten voordeele van het gild zou strekken, verviel. De koning en de raadslieden, het bestuur van het gild vormende, zouden op een en ander toezien. Koning was hij, die den papegaai (boven op den paal geplaatst) geschoten had, en hij kon het tot keizer brengen, als hem dit drie jaren achtereen gelukt was. In ons Rijks- museum te Amsterdam en het Friesch museum te Leeuwarden is nog menige fraai bewerkte zilveren keten te zien, die den koning werd omgehangen en een jaar zijn eigendom bleef. Maar dat geschiedde pas veel later, in de 17e eeuw. Hier vinden wij er slechts melding van gemaakt, dat als de koning en de raadslieden bepaald hadden, dat op den papegaai geschoten waarom ik je zoo onverwacht kom overvallen,* zeide zij. «Vermoedelijk hebt ge ’t al geraden.* «Ik geloof ja,« antwoordde Wilma min of meer aar zelend. «Ik wou je echter gisteravond bij je aankomst niet dadelijk met vragen lastig vallen. Ronald is im mers te Steinfeld en nu hebt ge hier een samenkomst afgesproken, niet waar?* «Afgesproken neenRonald weet natuurlijk dat ik hier ben. Ik heb hem bericht gezonden, en hij zal wel overkomen zoodra hij zich losmaken kan.* De jonge vrouw keek haar ontsteld aan. Geen af spraak? En Ronald werd zelfs niet bepaald verwacht? Maar wat voerde haar nicht dan hier naartoe Deze liet haar echter niet veel tijd daarover na te denken, maar ging haastig voort «Voorloopig betreft het iets anders. Mijnheer Rai- mar komt heden voormiddag te Gernsbach. Gij vindt het toch goed dat ik hem alleen ontvang?* »0nze notaris Wilma viel van de eene verbazing in de andere. «Hij wilde mij wel is waar het nieuwe huurcontract zelf komen brengen, maar. «Zijn bezoek van heden geldt mij,* viel Edith haar in de rede. «Ik heb hem er om verzocht; ik bid je, zorg er toch voor dat ik hem ongestoord spreken kan.* «Gij wilt zijp raad inwinnen, over die die pijn lijke aangelegenheden?* vroeg de jonge vrouw, die geen andere verklaring wist te geven aan deze zon derlinge uitnoodiging. »Raimar is wel is waar jurist en tamelijk bekend in Steinfeld, maar gij zelf kent hem immers nauwelijks.* »Ik bid je, laat dat maar aan mij over,* zei Edith, blijkbaar gepijnigd door die vragen. «Ik wensch slechts eene opheldering, die mijnheer Raimar mij het best geven kan en ook wel geven zal; ons gesprek zal niet lang duren.* ADVERTENTIèN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. 27 De jonge vrouw kwam dit wel is waar onverwacht, maar zij vond ’t verklaarbaar. Ronald was haastig naar Steinfeld vertrokken, waarschijnlijk om daar zijne maatregelen tegen dien aanval te nemen, en Steinfeld lag slechts op een paar uur afstand. Daarom wilden de verloofden elkaar natuurlijk hier ontmoeten; zij hadden elkaar immers sedert maanden niet gezien. De beide dames zaten nu weder op het terras van het heerenhuis, maar niet zoo rustig, in gezellig ge sprek, als toen in ’t voorjaar. Wel is waar vertoonde Edith’s uiterlijk haar gewone zelfbeheerschingzij vroeg naar allerlei onbeteekenende dingen en vertelde van haar reis, maar ’t was niet meer de koele, def tige dame van de wereld, die voor een bezoek op het land was en de menschen hier zoo ongeloofelijk kleinburgerlijk en onbeduidend vond. Zij zag er bleek en vermoeid uit, als lag een slapelooze nacht achter haar, en hoe druk zij ook redeneerde, men kon ’t haar aanzien dat zij met hare gedachten elders was. De jonge vrouw zat verlegen en bedrukt naast haar. Zij had het doel van haar bezoek nog met geen enkel woord aangeroerd, maar nu bracht Edith zelf het ter sprake. «Gij hebt mij in ’t geheel nog niet gevraagd, Wilma, - wel, dan moest hij het bestuur zijn fraai wam - buis overdragen (zijn uniform inleveren) en een pond was geven. Voorts blijkt uit verschillende bepalingen, dat aan de raadslieden van het schuttersgild was opgedragen: lo. de brandpolitie, 2o. het toezicht op bruggen, wallen en straten, 3o. de berechting op de aanklacht van valsche maat. Wat het eerste betreft, moesten zij drie of viermaal per jaar rondgaan om schoorsteenen, ovens en bergplaatsen van asch na te zien. Zij hadden hier belang bij, omdat de schutte rij, in geval van brand, dadelijk op moest ko men. Dergelijke bepaling komt ook o. a. voor in het stadboek van Sneek. Een goede po litie maatregel lijkt het, dat verboden was vóór vijf uur ’s ochtends of na acht uur ’s avonds te bakken of te brouwen, ook al weer een bepaling in ons stadboek voorkomende, want daar heet het, dat niemand mocht bakken, graan drogen, vlas schoonmaken, leer smeren, of schuiten teeren, des zomers vóór 4 uur en des winters vóór 6 uur in den ochtend of ’s avonds. Voorts hadden de raadslieden er op toe te zien, dat niemand, tenzij in geval van brand, ladders enz. weghaalde. En als er brand kwam, dan moest men alarm maken en kon maar niet op eigen gelegenheid den brand blusschen. Ook kwam dergelijke bepaling in het Sneeker stadboek voor, waar een boete van acht pond stond op ’t verwekken van brand en een van twintig pond op ’t verzwij gen van brand of ’t ontdekken er van vóór men om hulp riep. Brandde het huis, of meer woningen af, dan verloor men zijn burgerrecht voor jaar en dag, tenzij Schepenen en Raad het teruggaven. De berechting op de aanklacht van valsche maat was te Sneek aan den magistraat over gelaten. De overtreding der politie-bepalingen werd met geldboeten gestraft, die ten voordeele van ’t schuttersgild kwamen. Dit had bovendien de opbrengst van de verpachting der visscherij, van den accijns op wijn en bier, ja, ook kwam wel de bepaling voor, b.v. in Leeuwarden, dat het schutter gilde een gedeeltelijken vrijdom van den accijns van bier en wijn had, of bij zekere gelegenheden wijn mocht tappen, waar van geen accijns betaald behoefde te worden, en men verpachtte dan meestal het recht. Art. 10 bepaalt, dat de raadslieden buren- geld mochten invorderen van 2 pond, een met vast opeengeknepen lippen en sombere oogen het rijtuig tegemoet, als verwachtte zij een vijand. «Majoor Hartmut?* herhaalde zij. »’t Doet er niet toe, er zal wel ’t een of ander voorwendsel te vinden zijn om Raimar alleen te spreken.* Toen de beide heeren eenige oogenblikken later het salon binnentraden, vonden zij daar de beide dames. De begroeting tusschen Edith en Raimar strookte met hun ne korte kennismaking: zij was terughoudend en eenig- zins stijf. Hartmut verwonderde zich wel is waar toen hij juffrouw Marlow zag, maar de opheldering, dat zij op haar terugreis uit Zwitserland haar nicht een bezoek bracht, klonk heel waarschijnlijkhij twijfelde er dan ook niet aan. Die reis en zijn eigen aankomst gaven voldoende stof voor een kort gesprek, waarmeê men rekening hield met den uiterlijken vorm; vervolgens noodigde mevrouw van Maiendorf den majoor uit, de nieuwe koetspaarden, die zij onlangs gekocht had, eens te bezichtigen; zij wou het oordeel van een kenner daar wel eens over hooren. Vol ambitie gaf hij daaraan gehoor en bemerkte niet eens dat zjjn vriend achterbleef. De goede Arnold hield zich op ’t ooger.blik veelte veel met zijn eigene zaken bezig, om een scherpe opmerker te zijn. Edith en Raimar waren alleen. Hij had de beide anderen tot aan de deur begeleid en keerde nu terug zonder echter zijn plaats weer in te nemen. Hij bleef staan tegenover de jonge dame, wier oogen als met een sombere vraag op zijn gelaat gevestigd waren. dat alle maten en gewichten aan den herijk zijn on derworpen dat de voorwerpen behoorlijk schoon en droog moe ten worden aangeboden dat de onjuiste gewichten kunnen worden gejusteerd tegen dadelijke betaling, volgens bij Koninklijk besluit van 16 October 1869 (Staatsblad no. 160), vastgesteld tarief dat de verificatie van gewichten beneden het gram uitsluitend aan het ijkkantoor te Leeuwarden plaats heeft dat belanghebbenden behooren toe te zien, dat hunne maten en gewichten na den herijk van de vereischte merken voorzien zijn en dat blijven tot aan den eerst- volgenden herijk, en dat het ijkkantoor te Leeuwarden, aan de Oosterkade, voor het publiek geopend is eiken Dinsdag en Vrijdag van negen tot één uur. Sneek, den 17 April 1900. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van der LAAN, Secretaris. en ge- Zij ging ópstaan, trad naar de steenen borstwering en begon aan de roode en gele bladen der wilde win- gert, die er omheen slingerde, te plukken. Er lag een zenuwachtige gejaagdheid in die beweging, een met moeite onderdrukte maar koortsachtige onrust in haar geheele wezen. Wilma was haar gevolgd en waagde het eindelijk, het hoofdpunt aan te roeren. «Gij hebt natuurlijk het vlugschrift, het «Heksengoud* gelezen «Ja, mijn vader zond het mij gij kent het ook «Ik kreeg het door bemiddeling van notaris Treu- mann. Maar, mijn God, Edith, dat zijn vreese- lijke dingen, die Ronald daar voor de voeten worden geworpen. Wat zal hij doen?* «Wat hij doen zal?* De oogen van het mooie meisje begonnen dreigend te flikkeren. »Den strijd aanvaarden. Dat spreekt immers van zelf. Hij zal het antwoord daarop niet schuldig blijven.* «Hij heeft immers reeds geantwoord, maar hij ver klaart, zich met zulk een tegenstander niet te willen inlaten.* «Met den ongenoemde!* Er klonk bittere hoon uit die woorden. «Nu, wellicht dwingt men hem toch nog, zich te noemen. Ha, daar komt een rijtuig aan Heer notaris Raimar schijnt stipt te zijn.* Zij wees naar de laan die to t het heerenhuis be hoorde en thans door een open rijtuig werd ingeslagen. Ook Wilma keek thans dien kant uit. «Ja, hij is ’t,« bevestigde zij. «Maar ik geloofik geloof dat majoor Hartmut naast hem zit.* De jonge vrouw had een erge kleur gekregen en keerde zich om, om hare verandering te verbergen, maar Edith merkte er niets van. Zij had zich in haar volle lengte opgericht en keek zou worden, de schutters een nieuwe, rijk ver sierde muts op, en een bont wambuis van ver schillende kleuren aan moesten hebben. Dik wijls werden prijzen gegeven voor de fraaiste kleeding. Nu moet wel onderscheid gemaakt worden tusschen deze, éénmaal in ’t jaar voorkomende feestelijkheid, (meestal in de week na Pinkste- ren) waaraan dikwijls een wedstrijd tusschen verschillende schuttersgilden verbonden werd, en aanzienlijke personen deelnamen, en de ge wone schietoefeningen, die wekelijks of maan delijks plaats hadden (zooals de schutterij, die wij kennen, ook nog houdt) en waarbij ieder schutter met zijn boog of geweer tegenwoor dig moest zijn, op poene van een pond was, die tot kaarsen voor het altaar van het gild omgesmolten werd. Te Leeuwarden werd b.v. eiken Zondagmiddag, behalve op de hooge ker kelijke feestdagen, naar het doel geschoten. Een bijzondere bepaling was, dat als een gildebroeder uittrok, zijn collega’s hem een gedeelte der onkosten vergoeden moestendat vloeide zoo voort uit de overwegingen, die tot het instellen der gilden geleid hadden, om el kaar hulp te verleenen. Maar vooral bij den dood van den schutter bleek eerst, hoe nauw men verbonden was. De urste rouwdragende, dus naaste familiebetrek king, moest den koning van den dood ken nis geven en deze het den overigen gildebroe- ders doen aanzeggen. Want zij waren ver plicht den doode de laatste eer te bewijzen. Maar aan den anderen kant werden zij ook op een begrafenismaal onthaald en gaven dan een bijdrage voor het bier, dat ruim geschon ken werd, en voor de zielmissen. En richtten de naastbestaanden geen maaltijd aan, dan moesten de gildebroeders toch offeren voor de zielmissen alleen. Het vechten aan deze maal tijden werd streng gestraft, een bewijs, dat men wel eens boven zijn bier was. Het kwam ook wel voor, dat men na ’t eindigen van den maaltijd zijn mes aan den sergeant moest overgeven. Onderlinge twisten werden door den koning en de raadslieden berechthet mes trekken met twee pond was, het slaan met de vuist met één pond was beboet. Wilde iemand uit het gild gaan, dan kon hij, mits hij geen bijzondere redenen had, met een afscheidsmaal en voor ieder gildebroeder een ton bier en een pond was er af; had hij die NEEKERCOURANT ifflws- h HimTwimw m Mm .11 ir.llll.li ■hit.r- i t - ri.-—mi—im i rn.MMii.mimi wr-mw-.-. U..IV5 mcMnmMrwii i ■ntuirn IIWM—I -nj. ’lil m ■■O.n.—iri—«kmmmmmsMa1— n MM—p»MM #500 BELANGHEBBEN DEN UIT

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1900 | | pagina 1