HUMS- EJ ADVEIITESTIEBLAM
WIR SUB ES «'ISllilklA
Schutterij.
„HEKSENGOÜD.”
Herijk van maten en gewichten.
r.|
Woensdag 35 April 1900.
55e Jaargang.
BEKENDMAKING.
No. 33.
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’tTramstation Sneek.
Officieele Advertentiën.
FEUILLETON.
Hoe men de Engelschen kan hel
pen ot tegenwerken.
de Engel-
DAGEN
i,
i
Wordt vervolgd-
j
n
e
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
van
ge-
Maandag
2 Woensdag
4 Donderdag
6 Vrijdag
8 Zaterdag
10 Maandag
12 Woensdag
14 Donderdag
16 Vrijdag
18 Zaterdag
20 Maandag
9
10
11
12
14
16
17
18
19
21
1—4
1—4
1-4
1-4
1-4
1-4
1-4
1—4
1—4
1-4
1—4
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post fO,5O.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
10-12
9—12
9-12
9—12
9—12
9—12
9—12
9-12
9—12
9-12
9—12
E,
,S
k.
DATUMS
UREN
voor na
middag
7 Mei
ADVERTENTIéN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Roman van E. WERNER,
Schrijfster van «Aan het Altaar», »Fata Morgana»,
«De Alpenfee* enz.
«Ja
Edith vloog opzoo’n onverbloemde bekentenis had
zij toch niet verwacht.
«Welnu, ik ken hem ook! Terwijl ik het geschrift
las, raadde ik ook dadelijk den schrijver hij heet
Ernst Raimar!«
«Volkomen juist,* antwoordde Raimar koud. «Ik be
ken ’tmaar nu moet gij mij ook een vraag toestaan.
Mijn geschrift is tegen den heer Ronald gericht en tegen
hem alleen, en gij roept mij daarover ter verantwoor
ding?»
Edith aarzelde, ook slechts een seconde, want ’t
scheen alsof zij geen adem meer halen kon, maar
toen klonk het antwoord op vasten, duidelijken toon
van hare lippen:
4k ben de verloofde van Felix Ronald.»
Ernst gaf geen teeken van verrassing; hij had dit
immers al lang geraden, geraden op het oogenblik toen
Ronald hier te Gernsbach verscheen. Toch werd hij
wel wat bleeker, toen hij de bevestiging hoorde.
»Dan ben ik dus ook in uwe oogen veroordeeld,»
zeide hij met volle zelfbeheersching. »Ik heb ’t u im
mers al gezegd, juffrouw, dat wij nu eenmaal door het
noodlot bestemd zijn, vijandeljjk tegenover elkaar te
staan, en mét die overtuiging zou ik ’t zeker niet ge
waagd hebben, u opnieuw te naderen. Gij waart ’t
echter, die mij hier heen riep.»
»Ik wilde zekerheid,» verklaarde Edith, die nu ook
opstond. «Bij mij bestonAeehter bijna geen twijfel meer.
Gij hebt woord gehouden, mijnheer Raimar. Gij wist
den man te treffen, als wiens vijand gij u tegenover
mij bekend maaktet, en gij weet uwe wapens meester
lijk te voeren.»
»In den strijd heeft men wapens noodig,« antwoordde
Ernst, zonder acht te willen slaan op den verachtelijken
Hij ging, althans wilde heengaan, maar daar ont
moetten hunne oogen elkaar, en als geboeid door dien
blik bleef hij staan. De ijskoude toon was uit zijn stem
verdwenen zij had weder de vroegere doffe klank,
toen hij zeide
.Mejuffrouw nog een enkel woordMet eene
afwerende beweging trad Edith achteruit.
«Ik geloof, mijnheer Raimar, dat wij elkaar niets
meer te zeggen hebben.»
»Toch wel, ik heb u nog eene waarschuwing te doen
Gij hebt den man niet gekend, met wien gij u ver-
loofdet. Hij heeft u verblind door zijn enorm succes,
zooals hij uw vader en iedereen verblindde. Let op
het beeld dat ik van hem geteekend heb, ’t is het
ware. Zoudt gij dien man werkelijk uw toekomst, uw
geluk willen toevertrouwen
«Gij zijt zijn vijand!» verklaarde Edith scherp en
bitter. «Gij hebt alles op ’t ergste geschilderd, ’t Kan
zijn, dat hij zich hier of daarin heeft te buiten
gegaan, dat hij zich over veel dingen wat losjes heeft
heengezet maar hij is en blijft Felix Ronald Dien
mag men niet met de gewone maat meten die kan
eischen, dat men hem en zijne scheppingen volgens
andere wetten beoordeelt. Gij ziet in hem niet anders
als den speculant
»Dat doe ik niet!« viel Ernst met vollen nadruk
in. »lk heb mijn tegenstander niet trachten te ver
kleinen; ik heb zonder terughouding openlijk den
grooten, genialen trek gewaardeerd, die in den man
zoowel als in zijne ondernemingen ligt, maar er schuilt
ook een daemon in hem, die anderen en misschien
hem-zelf eenmaal ten verderve voert. Neein er u voor
in acht.«
28
Zij zag heel goed, dat hij een andere geworden was
gedurende de laatste maanden. Wat zich bij de aan
komst van Hartmut nog slechts flauw verried, dat kwam
thans scherp en sprekend uit het vrij worden eener
lang geketende natuur. Thans waren die ketenen af
geworpen. Ernst wist trouwens, dat hij ook hier een
strijd tegemoet ging en had zich gewapend. Hij ver
keerde hoegenaamd niet in twijfel over 't geen bij de
ze zonderlinge uitnoodiging ter sprake zou komen.
«Gij hebt mij ontboden, mejuffrouw», begon hij. »Ik
ontving uw brief en haast mij aan uw verlangen te vol
doen.»
«Ik z<Ju u wel een vraag willen doen,« zei Edith, die
elke inleiding als overbodig scheen te beschouwen.
.Wellicht zoudt gij mij het antwoord kunnen geven, wel
licht ook niet. In elk geval verzoek ik een rondja
of neen!«
Hij boog zwijgend.
«Gij kent vermoedelijk het vlugschrift, dat een dag
of acht geleden verschenen is en nu het gesprek van
den dag uitmaakt «Heksengoud?»
«Ja, juffrouw.»
«En gij kent ook den schrijver?»
Met welk recht de onzijdige staten aan __o
schen dit oorlogswerktuig leveren, is echter niet uit
gemaakt.
Zonder twijfel zullen de regeeringen, deswege onder
vraagd, antwoorden, dat zij de vrijheid van handel
niet kunnen bemoeilijken. Maar dit is klaarblijkelijk een
uitvlucht. Dezelfde regeeringen zouden noch kanonnen,
noch geweren voor de oorlogvoerenden uit laten voeren.
Zij zouden die aan de grenzen aanhouden. Nog meer
reden hebben zij om de paarden, zonder welke in dezen
oorlog kanonnen en geweren, om zoo te zeggen, van
geen nut zijn, niet te leveren.
Het geval zou echter niet zonder voorbeeld zijn. Ver
schillende Europeesche staten hebben herhaaldelijk,
enkel bij geruchten van oorlogden uitvoer van
paarden verboden. Thans, nu de strijd in vollen gang
is, is deze maatregel noodzakelijk, wil men, dat de neu
traliteit iets anders zij dan een ijdele klanktenminste
zoo de bedoelde landen niet besloten hebben, de onzij
digheid op huichelachtige wijze te schenden, gelijk Por
tugal het openlijk doet in de Beira-quaestie, iets dat
haar, in geval de Boeren de eindoverwinning behalen,
duur kan te staan komen.
Wat den onzijdigen staten aangaat, die verlangen
ernstig hun verplichtingen na te komen, hun taak is
juist omschreven: de neutraliteit verbiedt hun heel
eenvoudig om gedurende den oorlog den uitvoer van
paarden toe te laten. Wat den vrienden van vrede en
gerechtigheid betreft, en de regeeringen, die gaarne
een einde zouden zien aan een monsterachtig conflict,
ontstaan tengevolge van misdadige intriges, die thans
bij een elk bekend zijn, zij zouden in dezen eenvoudigen
douane-maatregel het middel vinden om hun liefde voor
het algemeen welzijn en de rechtvaardigheid te bevre
digen.
Men herinnert zich, dat de Transvaal uitgesloten was
van de vredes-conferentie te ’s-Gravenhage door het
veto van Engeland, dat toen reeds bedacht was op het
geen het later heeft uitgevoerd.
Men heeft nog niet vergeten, met welke onverzette
lijkheid de Engelsche staatslieden verklaard hebben,
dat zij noch tusschenkomst, noch bemiddeling toestaan
en dat zij de Zuid-Afrikaansche Republieken wilden
en zouden annexeeren.
Welnu, dezen Britschen trots kunnen de onzijdige
staten knakkenzonder een geweerschot te lossenzon
der de diplomatie te laten optreden, kunnen zij Enge
land noodzaken om den oorlog, dien het heeft gewild
te beëindigen en den vrede te aanvaarden, dien het
heeft geweigerd.
Zonder paarden zijn de Engelschen absoluut verlamd
in den Oranje-Vrijstaat. Hun reusachtige numerieke
meerderheid, de uitgebreidheid van hun hulpmiddelen,
ditalles zal van nul en geener waarde worden; van nul en
geener waarde ook het diplomatieke verraad van Beira.
Ora den vrede te herstellen en de rechtvaardigheid te
laten zegepralen, hebben de onzijdige staten niets anders
te doen dan gedurende eenige maanden alleen den uit
voer van paarden te verbieden. En enkel de ernst kan
de kalmte hergeven aan Zuid-Afrika.
Dit zou werkelijk een uitstekend middel zijn,
om Engeland gedeeltelijk vleugellam te maken
in Zuid-Afrika. Toch gelooven we niet, dat
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek,
brengen ter kennis van de belanghebbenden dat in
dit jaar voor den herijk der maten en gewichten, in
deze gemeente zal worden gevaceerd in het voorma
lig Telegraafkantoor, in orde als volgt
Voor de
In de Indépendance beige, het bekende Bel
gische blad, dat onze en der Boeren sympathie
verworven heeft door zijn kloek partijtrekken
voor de zaak der Boeren, d. i. voor de over
winning van het recht, komt een artikel voor,
dat we hier overnemen. Onder het opschrift:
*De remonte der Engelsche ruiter ij en de
plichten der onzijdige mogendheden? schrijft
het blad
Eenige maanden geleden hield de Engelsche marine
verschillende vreemde schepen aan in de Delagoa-Baai,
en onderwierp deze aan een streng onderzoek, teneinde
zich van de oorlogs-contrabande, die aan boord zou kun
nen zijn, meester te maken.
Men herinnert zich dat Engeland de benaming van
oorlogs-contrabande zoo ver mogelijk uitstrekte.
Op een gegeven oogenblik was er sprake in de En-
gelsehe bladen van het nemen van de levensmiddelen,
die, met bestemming naar Delagoa-Baai, uit België
zouden kunnen worden vervoerd naar de Boeren
republieken.
Om nog grondiger reden beschouwde men paarden
als oorlogs-contrabande, de onzijdigen mochten deze
dus niet leveren aan de oorlogvoerenden. Zoo morgen
te Lorenpo Marques een Russisch schip zou aankomen
met paarden aan boord, voor de Transvaal bestemd, zou
Engeland niet in gebreke blijven, deze zoo bij uitstek
militaire koopwaar in beslag te nemen.
In dezen oorlog is het paard dan ook meer dan ooit als
oorlogs-contrabande te beschouwen. Over de groote
uitgestrektheid van het operatieterrein is het paard het
werktuig bij uitnemendheid der strategische bewegin
gen, waar de spoor niet voldoende is en deze een Britsch
leger, alleen uit infanterie bestaande, niet kan ver
voeren. Het ingevoerde paard zelfs kan de ondervin
ding heeft het aangetoond zijn taak niet dan geduren
de korten tijd verrichten. Een geforceerde marsch heeft
het dier geheel «op« gemaakt en ongeschikt om verder
gebruikt te worden, indien het al niet terstond daarna
bezwijkt. De waarheid hiervan is o ver vloediglijk bewezen
door de expeditie van Lord Roberts naar Kimberley en
Bloemfontein. De Engelsche ruiterij bestaat niet meer.
De generalissimus is door het gebrek aan paarden ge
noodzaakt werkeloos te Bloemfontein te blijven waar
hij kans loopt door zijn verovering zelf veroverd te
worden.
Onder deze omstandigheden heeft Engeland, dat
binnen zijn eigen grenzen niet de noodige middelen heeft
om zijn ruiterij te remonteeren, zich gewend tot het
buitenland, dat is tot de onzijdige staten, om dezen te
verzoeken, hem het paard te verschaffen, het meest
onmisbare oorlogswerktuig in den Zuid-Afrikaanschen
krijg. Het heeft aan OostenrijkHongarije circa 30,000
paarden gevraagd, die het heeft, verkregen. Het heeft
er in Amerika 40,000 opgekocht. Op deze wijze zal het
binnen een paar maanden de leemten hebben aange
vuld en Lord Roberts zal een nieuwen opmarsch
kunnen ondernemen in Augustus.
toon, welke zij in elk woord legde. «En mijnheer
Ronald zal den strijd wel aanvaarden.»
«Tegen wien?« riep Edith met vlammende blikken.
«Tegen een ongenoemden vijand, die zich laf in het
duister verschuilt en van daaruit zijne aanvallen, zijn
beschimpingen slingert tegen een man, die daar zicht
baar staat voor iedereen. Zóo strijdt geen eerlijke
tegenstanderRonald heeft gelijk: de aanval is door
zichzelf veroordeeld!»
Zij schenen de rollen verwisseld te hebben; heden
was zij ’t, die zich door hare opgewondenheid liet
meeslepen, terwijl hij totaal onbeweeglijk tegenover
haar stond; zelfs de beleediging gleed af bij deze
ijskoude kalmte.
»Gij verkeert in dwaling, mejuffrouw*, antwoordde
hij. «Ik heb mijn naam reeds genoemd. Ik had over
wegende redenen, het geschrift zonder mijn naam uit
te geven, maar ’t is nooit mijne bedoeling geweest
anoniem te blijven. Ik wilde slechts het openlijk ant
woord afwachten. Dit is gisteren gevolgd, en de ber-
lijner avondbladen bevatten heden mijne verklaring,
waarbij ik erken de schrijver te zijn. Mijnheer Ronald
heeft immers zijn eigen bronnen en verneemt het dus
in elk geval eerder als het publiek. Hij weet vermoe
delijk op dit oogenblik reeds, wie zijn tegenstander is«.
De aanval was afgeslagen. Edith stond sprakeloos
maar zij haalde diep en ruimer adem toen hij zich van
het verwijt van lafheid zuiverde, als was haar daarmee
een drukkende last van de borst genomen.
»Dat kon ik inderdaad niet vermoeden», antwoordde
zij eindelijk. »Dan was dit onderhoud werkelijk over
bodighet spijt mij u moeite veroorzaakt te hebben.»
Raimar boog slechts even met het hoofd. «Wellicht
laat gij mij nu persoonlijk recht wedervaren en meer
mag ik niet eischen vaarwel
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Snee/c
roepen bij deze op: alle manspersonen, binnen deze
gemeente woonachtig, die op den 1 Januari 1900 hun
25ste jaar zullen zijn ingetreden en mitsdien allen, die
geboren zijn in het jaar 1875, om zich voorden schut
terlijken dienst te doen inschrijven, waartoe ter Secre
tarie dezer gemeente zal worden gevaceerd op Woens
dag, 16 Mei 1900.
Verder wordt ter kennis van belanghebbenden ge
bracht
dat diegenen, welke vroeger in andere gemeenten in
geschreven, sedert de inschrijving van het vorige jaar,
binnen deze gemeente zijn komen wonen, zich insgelijks
op dien dag zullen moeten laten inschrijven, in het
register, loopende over een der jaren 1866 tot en met
1874, waartoe zij volgens hun ouderdom behooren, dat
een ieder, hetzij hij al of niet vermeent tot de vrijge
stelden of uitgeslotenen te behooren, tot deze inschrij
ving verplicht is;
dat voor ingezetenen worden gehouden alle Neder
landers, alhier hun gewoon verblijf houdende, alsmede
alle vreemdelingen, binnen deze gemeente woonachtig,
welke hun voornemen, om zich binnen het Rijk te ves
tigen, zullen hebben aan den dag gelegd, hetzij door
eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door het werkelijk
overbrengen van den zetel van hun vermogen of de
hoofdmiddelen van hun bestaan
dat zij, die in meer dan eene gemeente hun gewoon
verblijf houden of den zetel van hun vermogen hebben
gevestigd, tot de inschrijving verplicht zijn binnen die
gemeente, alwaar eene dienstdoende schutterij aanwe
zig is;
dat de registers ter inschrijving vanaf 15 Mei tot
1 Juni e.k. zijn geopend en dat allen, die bevonden
worden, zich alsdan niet te hebben doen inschrijven,
volgens art. 9 der wet op de schutterijen, door het
Gemeentebestuur ambtshalve zullen worden ingeschre
ven en door den Schuttersraad tot eene geldboete ver
wezen, terwijl zij bovendien zonder loting bij de schut
terij zullen worden ingelijfd, indien het zal blijken, dat
er tijdens de verzuimde inschrijving, geene redenen tot
uitsluiting of vrijstelling te hunnen aanzien bestonden
dat eindelijk een ieder, die binnen deze gemeente
niet geboren is, wordt aangemaand zich tijdig van een
geboorteakte te voorzien en zich alzoo van zijnen juisten
ouderdom te verzekeren, teneinde de inschrijving naar
behooren geschiede.
Sneek, den 24 April 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
dat alle maten en gewichten aan den herijk zijn on
derworpen
dat de voorwerpen behoorlijk schoon en droog moe
ten worden aangeboden
dat de onjuiste gewichten kunnen worden gejusteerd
tegen dadelijke betaling, volgens bij Koninklijk besluit
van 16 October 1869 (Staatsblad no. 160), vastgesteld
tarief
dat de verificatie van gewichten beneden het gram
uitsluitend aan het ijkkantoor te Leeuwarden plaats
heeft
dat belanghebbenden behooren toe te zien, dat hunne
maten en gewichten na den herijk van de vereischte
merken voorzien zijn en dat blijven tot aan den eerst-
volgenden herijk, en
dat het ijkkantoor te Leeuwarden, aan de Oosterkade,
voor het publiek geopend is eiken Dinsdag en Vrijdag
van negen tot één uur.
Sneek, den 17 April 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
Verkoopers
maten en
wichten
Wijk 1
3
5
7
9
11
13
15
17
19
■R COURANT.
I
3e
BELANGHEBBEN-
DEN UIT
I