5? llHlli SNEKK KR «ISMES. Schoolvoeding. „HEKSENGOUD." Schutterij. MBIIWS- BS ADVERTENTIEBLAD ,No. 36. Zaterdag 5 Mei 1900. 56e Jaargang. BEKENDMAKING. r. Uitgevers POUWELS FALKENA, tegenover ’t Tramstation Sneek. Officieele Advertentiën. FEUILLETON. 6. 8. zes «De Alpenfee* enz. laten doen, of dat zij slechts ontsproten uit zijn oogen- blikkelijk hooggestemd gevoel, maar hij galmde ze triomfantelijk uit. Max daarentegen zei geen woord hij begon tot het bewustzijn te komen, dat hij nu afge zet was als familie-genie. Ernst Raimar was inderdaad naar Heilsberg terug gekeerd en had slechts een korte boodschap voor Ar nold achtergelaten. Hij wilde hem niet storen in zijn vrijerij, maar hij kon ’t toch niet best aanzienhet geluk van zijn vriend, dat op ’t zelfde oogenblik ont kiemde waarin hij afscheid nam van ’t zijne. Hij zat thans in zijn werkkamer aan de schrijftafel, het hoofd in de hand geleund. Heden avond zou zijn naam op aller lippen zijnhij trad nu persoonlijk op in den warmen strijd van den dag en braveerde den storm, dien hij zelf had ontketend; maar de heerlijke, opgewekte strijdlust, die uit zijn oogen schitterde toen hij zich aan zijn vriend als den schrijver kenbaar maakte, was verdwenen. De vroegere somberheid lag weer op zijn gelaateerst nü begreep hij ten volle, wat deze strijd hem kostte- Het oogenblik van afscheid had het hem geleerd. Daar trad een zijner klerken binnen met de bood schap «Heer notaris, daar is een heer uit Steinfeld, die u wenscht te spreken. Hij wil zijn naam niet noemen het betreft een particuliere zaak. Hij kwam niet verder met zijn boodschap, want de vreemdeling, die hem gevolgd was. trad reeds uit de zijkamer en zei bevelend Raimar bleef een oogenblik sprakeloos van verras sing zitten toen hij Felix Ronald herkende, maar een oogenblik daarna stond hij met schijnbare kalmte op. «Ja, ik ken mijnheer. Gij kunt gaan Een wenk deed de klerk vertrekken, die den gebie der van Steinfeld niet persoonlijk kende en zich slechts over de korte, gebiedende manier van doen van den vreemdeling verwonderde. Hij gehoorzaamde en verwijderde zich. «Gij hebt zeker niet verwacht, mij hier te zien?« begon Ronald. «Neen!* zei Ernst koud. «Maar gij raadt wellicht, wat mij hier brengt?* «Voorzeker. Mijne verklaring is heden morgen te Berlijn aangekomen, om in de avondbladen te worden opgenomen, en gij hebt het bericht daarvan nu reeds ontvangen; vermoeSelijk zal men’t u wel per telegraaf gemeld hebben. Op uwe persoonlijke komst was ik echter niet voorbereid, maar nu gij hier zijt Hij wees naar een stoel. Ronald maakte eene trotsche afwijzende beweging. «Mij dunkt dat wij de zaak beter staande kunnen bespreken. Ik moet bekennen dat het mij verrast heeft, uw naam als den schrijver van «Heksengoud* te moeten hooren. Soms is de gedachte wel bij mij opgekomen, maar ik wierp die ook weer van mij, want rondweg gezegd ik beschouwde u als te on beduidend voor zulk een in elk opzicht meesterlijk uit- gevoerden aanval. Ik maak er u mijn compliment over.* Hij sprak met koude minachting, en in zijne houding lag al het trotsche meerderheids-gevoel van den man, die volkomen zeker is van zijne overwinningalleen zijn oogen spraken een andere taal, er brandde een onheil- ADVERTENTIéN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 2% cent. Groote letters naar plaatsruimte. 1. Resumtie der Notulen. 2. Mededeeling van ingekomen stukken 3. Rekening van 1899. Les idéés marchentIn den winter van 1897 werd door ons de wensch geuit, dat het volgend jaar ’t een of ander gemeentebestuur een post voor schoolvoeding voor minvermo genden op zijn begrooting mocht zetten om, bij de veranderde zienswijze der Regeering, eens te zien, wat Gedeputeerde Staten zouden doen. Art. 47 der Wet op het Lager On derwijs dat bepaalt, dat het gemeentebestuur zooveel mogelijk het schoolgaan der kinderen van bedeelden, onvermogenden en minvermo genden bevordert, verzette er zich o. i. niet tegen. Het moest echter winter van 18991900 worden, vóór het gemeentebestuur van Scho- terland de koe bij de horens pakte. Hij «Dat ’s toch misschien niet Er Ernst?* De jonge schilder stotterde van opgewondenheid bij die vraag. «Zeker is ’t E Er Ernststotterde de majoor hem na.« «Dat grijpt je toch een beetje aan, Max Ja gij zijt nu niet meer de eenige beroemdheid in de familie Heer notaris, ik zie dat gij mij nog altijd niet gelooft. Welnu dan, ik geef er u mijn woord op: de schrijver van «Heksengoud* heet Ernst Raimar en maakt zich heden als zoodanig openlijk bekend. En nu, mijne heeren, moet gij mij verontschuldigen, ik moet naar mijn verloofde!* Hij verlustigde zich nog een paar minuten in de totale verbluftheid van beiden, maakte daarop rechts om-keert en liet hen alleen. Oom en neef stonden nog altijd als twee zoutpilaren tegenover elkaar; eindelijk vroeg de eerste halfluid met bijna wegstervende stem: «Max! Max, wat zegt ge daarvan?* «Het is niet waar 1 ’t Is weer een van de grappen van den majoor,* beweerde Max, die zich bepaald aan die mogelijkheid scheen vast te klampen. «Hij heeft er zijn woord op gegeven het is waar barstte de oude heer uit, die thans eerst tot volle bewustzijn kwam. «En dat's mijn neef Max, gij moet heden meê naar de stadvan avond is er verga dering van het historisch genootschap en dan zal ik een toespraak houden. Mijneheeren, zal ik zeggen, ik breng u groot nieuws! Wij hebben den schrijver van «Heksen goud* gezocht in Berlijn, in Steinfeld, overaliedereen heeft hem gezocht, en nu is hij er! Hier van uit Heilsberg is het vonnis uitgegaan over die Neustadters en hun pacha; uit óns midden is hij opgestaan, die St. George en ik ben zijn oom!» Roman van E. WERNER, Schrijfster van «Aan het Altaar*, «Fata Morgana*, BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek roepen bij deze op: alle manspersonen, binnen deze gemeente woonachtig, die op den 1 Januari 1900 hun 25ste jaar zullen zijn ingetreden en mitsdien allen, die geboren zijn in het jaar 1875, om zich voorden schut terlijken dienst te doen inschrijven, waartoe ter Secre tarie dezer gemeente zal worden gevaceerd op Woens dag, 16 Mei 1900. Verder wordt ter kennis van belanghebbenden ge bracht dat diegenen, welke vroeger in andere gemeenten in geschreven, sedert de inschrijving van het vorige jaar, binnen deze gemeente zijn komen wonen, zich insgelijks op dien dag zullen moeten laten inschrijven, in het register, loopende over een der jaren 1866 tot en met 1874, waartoe zij volgens hun ouderdom behooren, dat een ieder, hetzij hij al of niet vermeent tot de vrijge stelden of uitgeslotenen te behooren, tot deze inschrij ving verplicht is dat voor ingezetenen worden gehouden alle Neder landers, alhier hun gewoon verblijf houdende, alsmede alle vreemdelingen, binnen deze gemeente woonachtig, welke hun voornemen, om zich binnen het Rijk te ves tigen, zullen hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door het werkelijk overbrengen van den zetel van hun vermogen of de hoofdmiddelen van hun bestaan dat zij, die in meer dan eene gemeente hun gewoon verblijf houden of den zetel van hun vermogen hebben gevestigd, tot de inschrijving verplicht zijn binnen die gemeente, alwaar eene dienstdoende schutterij aanwe zig is; dat de registers ter inschrijving vanaf 15 Mei tot 1 Juni e.k. zijn geopend en dat allen, die bevonden worden, zich alsdan niet te hebben doen inschrijven, volgens art. 9 der wet op de schutterijen, door het Gemeentebestuur ambtshalve zullen worden ingeschre ven en door den Schuttersraad tot eene geldboete ver wezen, terwijl zij bovendien zonder loting bij de schut terij zullen worden ingelijfd, indien het zal blijken, dat er tijdens de verzuimde inschrijving, geene redenen tot uitsluiting of vrijstelling te hunnen aanzien bestonden dat eindelijk een ieder, die binnen deze gemeente niet geboren is, wordt aangemaand zich tijdig van een geboorteakte te voorzien en zich alzoo van zijnen juisten ouderdom te verzekeren, teneinde de inschrijving naar behooren geschiede. Sneek, den 24 April 1900. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van dbr LAAN, Secretaris. de Regeering de gemeenten bevoegd acht, op hare begrooting een post te brengen ten be hoeve van het verstrekken van voedsel aan schoolkinderen. In de Memorie van antwoord lezen wij dien aangaande, dat de wettelijke bevoegdheid der gemeentebesturen in ’t algemeen door de Re geering niet betwist wordt, mits alleen kinde ren van onvermogenden er van zullen genie ten en het strekke om de uitkomsten van het onderwijs te verbeteren. Wel eene verandering van zienswijze bij een zestal jaren geleden, toen de besluiten van de gemeentebesturen van Grootegast, Sneek e.a. om óf schoolvoeding van hunnentwege in te voeren of eene particuliere commissie een sub sidie te verleenen geene sanctie konden ver krijgen. Men herinnert zich de lijdensgeschiedenis te Sneek. Den 16den December 1890 werd door den heer H. Pijttersen Tz., thans Kamerlid, in den Raad voorgesteld om gedurende dien stren gen winter vanwege en voor rekening der ge meente aan alle schoolgaande kinderen die zich daarvoor aanmeldden, warme spijs te verschaf fen, op die dagen, waarop vanwege het arm bestuur geen uitdeeling er van werd gehouden, uitgezonderd des Zondags. Een proef voor één winter om het onderwijs meer vruchtdra gend te doen zijn en zoo zij slaagde door het particulier initiatief te vervolgenMet groote meerderheid hechtte de Raad er zijn zegel aan, werd eene Commisie benoemd en een cre- diet geopend. ’t Rapport, dat in Maart 1891 verscheen maakte met ingenomenheid melding van de zeer gunstige resultaten die bereikt werden, met betrekkelijk geringe uitgaven. Tot zoo ver liep alles goed, maar minder vlotte het met de vereffening der gemaakte kosten, waar voor eene afschrijving op den post «onvoor ziene uitgaven” noodig was. Ged. Staten, om hunne goedkeuring gevraagd, toonden er zich wat geraakt over, dat zij als het ware voor een fait accompli werden gesteld, waar het toch als vaststaande moest worden aangeno men, dat ook over den post voor onvoorziene uitgaven niet mocht worden beschikt tot het doen van uitgaven, dan met hunne toestem ming. Maar bovendienhet verstrekken van warme spijs aan schoolgaande kinderen kon een nïfttig werk der particuliere liefdadigheid zijn, maar behoorde in geen geval tot de bemoeiin- bracht n.l. op de begrooting voor I960 een nieuwen post van f 450,- voor ’t verstrek ken van voeding en schoeisel aan behoeftige schoolkinderen, om daardoor zooveel mogelijk het schoolverzuim te voorkomen. Hoe hielden Ged. Staten zich hieronder Zij konden zich met dezen post niet vereenigen, omdat lo. deze uitbreiding der gemeentelijke be moeiingen niet zonder bedenking is; 2o. er geen gegevens waren verstrekt, waar uit bleek, dat het schoolverzuim in Schoterland een dergelijken maatregel zou wettigen 3o. bij de verspreide bevolking in die ge meente, de toepassing van dien maatregel ern stige financieele gevolgen zou kunnen hebben 4o. het bovendien een zeer betwistbare vraag is, of die maatregel overeenkomt met de onderwijswet 5o. de maatregel, als proef, in elk geval aan den vóóravond der behandeling van ’t wetsontwerp op den Leerplicht ontijdig is 6o. het zich liet aanzien, dat de behande ling van dit onderwerp ruimschoots gelegen heid zou aanbieden om over dit punt meer licht te doen schijnen dan tot dusver mogelijk was, daar reeds het voorafgaand schriftelijk over leg tusschen de Regeering en de Tweede Ka mer het bewijs had geleverd, dat inderdaad dit punt aan de aandacht niet zou ontsnap pen, en 7o. het naar ’t oordeel van Ged. Staten wenschelijk was, het nemen der door den ge meenteraad gewenschte proef alsnog althans tot een volgende begrooting te verdagen, in afwachting van hetgeen bij de behandeling van het wetsontwerp op den Leerplicht zou blijken. Burg, en Weth. werden dus uitgenoodigd den Raad voor te stellen om den post van de begrooting te schrappen. Zooals wij konden lezen, heeft de Raad, echter, en o.i. terecht, met 8 tegen 4 stemmen besloten, den post te handhaven, en is daarop de begrooting door Ged. Staten niet goedgekeurd. De gronden van Ged. Staten zijn wèl an ders dan een tiental jaren geleden, toen onze gemeenteraad voor een dergelijk geval kwam te staan en aan den wensch van Gedeputeerde Staten voldeed. Maar acht jaren later trad een nieuwe toe stand in. Volgens het afdeelingsverslag der 2e Kamer over de Staatsbegrooting voor 1898 werd door enkele leden de vraag gedaan, of 31 «Telegrammen uit Berlijn?* herhaalde Treumann verbaasd. «Maar wat heeft Ernst dan toch met Berlijn uit te staan?* «Dat zult gij wel vernemen. De berlijner avond bladen zullen zeker morgen vroeg wel te Heilsberg aankomen en dan zal de geschiedenis u bij ’t ontbijt worden opgedischt. Maar eigenlijk kan Ernst het niet verantwoorden, dat gij, zijn vleeschelijke oom, het eerst later en uit de krant zoudt vernemen.* Nu begon Max ook opmerkzaam te worden; de notaris echter schudde het hoofd. «Ik begrijp u niet, heer majoor,* bekende hij. «Wat is er dan toch met Ernst?* «Dat diendet gij toch te weten,* zei Arnold spottend. «Gij zijt immers zelf met Max naar den «Gouden Leeuw* gegaan om een glas op hem te drinken. Dat hadt gij echter wel wat dichterbij kunnen doen, want hij stond vlak voor u in den tuiu. Maar gij snauwdet hem af en verklaardet, dat aan hem alle moeite ver spild was, en onmiddellijk daarop bracht gij, on logisch genoeg, een hoezeeuit op den ridder St. enz. het Old Burger-Weeshuis over 4. Rekening van de Armvoogdij over 1899. Adres departement Sneek der Mij. tot Nut v/h Algemeen inzake titel van eigendom. Adres Sneeker Scherpschuttersvereeniging inza ke tijdsbepaling voor te houden oefeningen. 7. Adres J. Veen Co., tot tijdelijk in gebruik ne men van lokalen der voormalige meisjesschool. Adres P. Brandsma ter bekoming in huur van een strook grond a/h Aschland gelegen. 9. Adres van W. H. de Klerk betreffende restitutie betaalde schoolgelden. 10. Adres van J. A. Faber van gelijke strekking. 11. Adres van Tj. Hommes idem. 12. Adres van H. Smeding idem. 13. Voorstel tot opzegging van het gebruik van bleekjes aan het Balthusstreekje gelegen. 14. Adres firma Jobs. Halbertsma de Bouwveror dening betreffende. 15. Vaststelling eener Verordening op de heffing en invordering van schoolgelden op de openbare lagere scholen. 16. Alsvoren op het tijdelijk in gebruik nemen van openbaren weg of openbaren gemeentegrond. 17. Alsvoren der belasting voor het bedienen der bruggen tot doorlating van Vaartuigen of Schepen. 18. Alsvoren voor marktgeld voor staanplaatsen. 19. Voorstel inzake het baggeren of uitdiepen van vaarten. 20. Vaststelling Kohier van den Hoofdelijken Omslag, dienst 1900. 21. Idem Staten oninbare posten Hoofd. Omslag en belasting op de Honden, dienst 1899. n e Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post fO,5O. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. a r. s Wordt vervolgd. mijnheer de notaris kennen elkaar*. ste woorden als sloteffect zijner toespraak dienst wilde van «Heksengoud.* 5. 1 VERGADERING van den Gemeenteraad van Sneek, op Zaterdag, den 5 Mei 1900, des namiddags ten 6'/, uur. Rukten van behandeling: i i'

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1900 | | pagina 1