NIEUWS- BI AIHERTEST1EBLAV
VOOR SU ES OBSMEJi.
1
„HEKSENGOUD.
H,
Schutterij.
InwBrkinEtreöiBÊ der Kiezerslijst.
Paardenmarkt.
Zij
I
Woensdag 16 Mei 1800.
55e Jaargang.
Een Friesch spreekwoord.
No. 38.
Tdt
Uitgevers: POUWELS FALKEf>IA, tegenover’tTramstation Sneek.
T.
Officieele Ad ver tentien.
FEUILLETON.
KENNISGEVING.
Nationale Militie.
KENNISGEVING.
BEKENDMAKING.
BEKENDMAKING.
t.
ma-
die zich, met 1 JULI a. s. op dit
blad abonneeren. ontvangen de
nog vóór dien tijd verschijnende
nummers gratis.
DE UITGEVERS.
R COURANT,
3
JOO
per
:ek.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden
franco per post f 0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
A. Monsieur,
Monsieur de Vegelyn, deputé
de l’Etat a l’armée.
rooi
i en
eks
ml,
van
of
sen,
r 4
2e
d 4
aaf,
g’s-
llen
mi
ens
(Inspectie.)
30-
:el-
in-
len
er-
ee,
>ot
>et
Roman van E. WERNER,
Schrijfster van «Aan het Altaar«, «Fata Morgana*,
«De Alpenfee* enz.
en
s
d,
ot
in
lo
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Paulus C. Scheltema deelt in zijn «Verza
meling van spreekwoorden, Franeker 1826*
mede, dat er een spreekwoord of gezegde be
stond: «Dêr is ek nin kaei fen, sei Sikke.«
Die woorden moeten volgens hem zijn ge
sproken door den beroemden Sicco van Gos
linga, Gedeputeerde te Velde in den oorlog
«?gen Lodewijk XIV, in een der jaren 1706,
1707, 1708, 1709 of 1711. Na den vrede
van 1713 bezocht Sicco als ambassadeur het
hof te Parijs.
Scheltema verhaalt, dat Goslinga met Sjuck
van Burmania tijdens den oorlog briefwisse
ling hield in de Friesche taal en wel met
Grieksche letters; voorts, dat men de aldus
geschreven onderschepte brieven in Frankrijk
niet kon ontcijferen en dat, toen de hertog de
Richelieu Goslinga daarover sprak en zeide,
dat het hem niet gelukt was, den sleutel van
het schrift uit te vorschen, deze zou hebben
gezegd: «dêr is ek nin kaei fen. Daar be
staat ook geen sleutel van).
Het is echter bekend, dat Scheltema wel
eens ’t een en ander verhaalt, zegt de heer J.
van Loon te Leeuwarden, aan welker histo
rische juistheid met recht getwijfeld wordt, of
zonder bewijs als oud en origineel ten beste
geeft, wat wel degelijk bewijzen van echtheid
zou eischen. Doch, al ware dit niet het ge
val, dan nog zou men grondige redenen heb
ben om aan de volkomene waarheid van bo
venaangehaalde verklaring dezer historische
anecdote te twijfelen.
Immers, onder de van Goslinga afkomstige
en bewaard gebleven brieven, gedurende die
jaren geschreven en waarvan het aantal waar
lijk niet gering is, bevindt zich geen enkele,
die in ’t Friesch geschreven, noch aan ge
noemden Sjuck van Burmaniagericht is,
maar wel een groot aantal aan Ulbe van
Burmania2), aan wien Goslinga verwant en
met wien hij zeer bevriend was.
Ofschoon dus het verhaal van Scheltema
betwijfeld mag worden, sluit dit geenszins uit,
dat gedurende dezen oorlog de Friesche taal
bij de correspondentie te velde door de Frie
zen onderling is gebezigd. Als bewijs hier
van diene een brief, waarvan het origineel
bewaard is gebleven in de Prov. Bibliotheek
en die wij hier met veranderde spelling laten
volgen.
dagen door den Militie-Commissaris kan worden op
gelegd aan den verlofganger:
lo. die, zonder geldige reden, niet bij het onder
zoek verschijnt,
2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige
redenen, niet voorzien is van de hiervoren vermelde
voorwerpen
3o. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij het
onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden
4o. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een
ander toebehoorende, als de zijne vertoont.
De verlofgangers worden herinnerd, dat de straf
bepalingen van art. 144 der aangehaalde wet ten
strengste zullen worden toegepast op degenen, die
zonder geldige redenen niet verschijnen.
Sneek, den 15 Mei 1900.
Burgmeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek
brengen ter openbare kennis, dat de Commissie tot
onderzoek der redenen van vrijstelling, van hen, die
ten vorigen jare voorwaardelijk van den Schutterij-
dienst zijn vrijgesteld, hare zitting zal houden ten
gemeentehuize op Woensdag den 30 A/et 1900, des
voormiddags 11 uur.
Voorts wordt herinnerd, dat indien zij niet voor de
Commissie verschijnen, zij gehouden worden geene
redenen van vrijstelling te hebben.
Ter bekoming van inlichtingen omtrent de ten deze
gevorderde bewijsstukken zullen belanghebbenden
vanaf heden zich ter Secretarie kunnen aanmelden.
Sneek, den 15 Mei 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
De BURGEMEESTER der Gemeente Sneek;
Gelet op art. 34 der Ki’eswet;
Brengt bij deze ter algemeene kennis dat de in ge
noemd artikel der Kieswet bedoelde Kiezerslijst, zooals
die thans nader voor deze Gemeente is vastgesteld,
behoudens de bepalingen der wet, van kracht blijft
van heden af tot den 15den Mei van het volgende
jaar en gedurende dien tijd op de Secretarie der Ge
meente voor een ieder ter inzage is nedergelegd en
in afschrift of afdruk, tegen betaling der kosten, ver
krijgbaar is.
En zal deze op de gebruikelijke wijze ter openbare
kennis worden gebracht.
Sneek, den 15 Mei 1900.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
Monsieur,
Ik haw lilts to foaren flaudde stêd is
oer. Hja hawwe joun to alf ure mei eltsjoar
spritsen. Hwet se betinge hawwe wit ik net.
As jimme se to moarn of oermoarn net op ’e
holle bükje, scil ’t for us in sljucht ütein jaen.
It is yette tiid as jimme hwette dwaen wolle,
ear dat se by eltsjoar binne. It hüs fen Lo-
dewyk is hjoed by dat gea, dat hiet as us
frysce greatste stêd. Moarnier scille se by
disse wêze.
Adieu mon cher ami.
Rouchain, le 8 a 8 heures du soir.
Frits,
Disse man mat je foaral hwette jaen.
De brief is denkelijk van het jaar 1711, tij
dens het beleg van Rouchain en wellicht van
den 8 September, hoewel het officieel verhaal
meldt, dat eerst den 12 September de chama-
de werd geslagen en de onderhandelingen den
13en werden voortgezet. Immers den 8 Augus
tus was het beleg pas begonnen en voor den
6en Aug. lag het leger eenige dagmarschen
westelijk van die plaats.
De uitdrukking «as jimme se to moarn of
oermoarn net op ‘e holle bükje* geeft reden
om te veronderstellen, dat reeds 8 Sept, on
derhandelingen waren aangeknoopt, toen de
belegeraars een paar batterijen klaar hadden
gekregen, waarmee ze den 9en (dus moarn)
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Sneek maken bekend, dat de
Voorjaars-Paardenmarkt
alhier zal gehouden worden op WOENSDAG, den
3Osten MEI e.k.
Sneek, den 15 Mei 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
34
Ronald stond daar somber met saamgetrokken wenk
brauwen die vermaning uit den mond zijner verloofde
scheen hem te krenken, maar zijn antwoord klonk
vreeselijk gedecideerd.
«Houd je bedaard! Ik zal ze vernietigen en mijn
vijand met henMaar ik zie dat je hier geheel onder
den invloed van je vader verkeert, die het belang der
zaak verre overschat. Je hebt, naar het schijnt, ook
reeds schriftelijk van gedachten gewisseld, en dan zal
hij je ook wel hebben meêgedeeld dat ik ’t met zijn
voorstel geheel eens ben.«
«Met welk voorstel?* vroeg Edith verwonderd. «Wat
bedoelt ge daarmee?*
«Wel, ten opzichte van onze verloving. Deze zou im
mers eerstdaags publiek worden en je vader wenscht
dat natuurlijk thans niet, hij verlangt integendeel dat
ze strikt geheim blijve. Hij is altijd en overal de ver
standige, voorzichtige man van zaken en zal ’t ook jou wel
voldoende duidelijk gemaakt hebben, dat men nu eerst
moest afwachten.*
«Je vergist je, Felix,* viel Edith hem in de rede,
maar zonder daarop acht te slaan, ging hij voort
i»Ik vind het werkelijk heel natuurlijk, maar ’t zou
tot het éene niet waarop ik wachtte sedert wij alleen
zijnop een enkel warm en innig woord uit je mond
Als je mij gezegd hadtmijn vader heeft gelijk, laat
ons zwijgen tot de storm voorbij is, maar ik blijf
de uwe, Felix, ik heb je lief! Dan zou ik je ge
dankt hebben, gedankt als een smachtende, dien men
een verfrisschenden dronk toereikt. En nu staat ge
voor mij, zoo vreemd, zoo ijskoud, als lag een onover
komelijke kloof tusschen ons en biedt ge mij een koel
offer van plicht, dat ik niet begeer! Ik neem geen
aalmoes van grootmoedigheid aan, die mij op deze wijze
wordt aangeboden!*
Edith stond daar gekrenkt, half beschaamd, terwijl
hij zich heftig omkeerde en naar het venster trad.
Hij had gelijk met zijne verwijten, er lag geen zweem
van liefde of ook maar van warmte in hare verklaring
dat eene woord, dat hij eischte, wilde niet over hare
lippen, zij kon ’t niet uitspreken, ’t Was of een ijs-
spleet lag tusschen haar en den man, wien toch haar
geheele leven toebehoorde.
«Gij doet mij onrecht,* zeide zij eindelijk zacht.
«Het was mijn doel niet, je te krenken, maar ik
-«Gij kunt niet anders vulde Ronald aan, zich
weer langzaam omkeerende. «Gij hebt immers gelijk,
ik diende ’t nu eindelijk ook te weten! Maar ik had
gemeend, dat ik ’t door mijn hartstocht zou kunnen
afdwingen; ik heb ’t altijd weder beproefd, en altijd
weder ontmoeten ijs en vuur elkaar. Gij kunt nu een
maal niet beminnen, niet vurig en vol gevoelen't Is
niet jou schuld, maar ’t is mijn noodlot, dat ik jou, juist
jou beminnen moet!*
Er klonk bijna wrevel en haat uit die woorden, en
toch was de man geheel onder de betoovering van den
zoo laat ontwaakten hartstocht, die thans zijn geheele
zijn en wezen beheerschte. Zelfs de storm, die zoo
kiescher geweest zijn, als gij aan mij hadt overgelaten
dat voorstel te doenje hadt je daarin waarlijk wel
op mijn takt kunnen verlaten.*
Hij sprak schijnbaar heel bedaard, maar om zijne
lippen lag eene onbegrijpelijke bitterheid. Edith begon
nü eerst te begrijpen, waarover ’t eigenlijk liep. Met
eene haastige beweging ging zij opstaan en zei op
vasten, beslisten toon:
«Mijn vader heeft mij niets van dien aard geschreven
en ik zou daarin ook niet hebben toegestemd. Ik zie
geen reden, verandering te brengen in onze oorspron
kelijke afspraak, en mij dunkt dat wij ons daaraan
moeten houden. Zoodra gij te Berlijn terug zijt, maken
wjj onze verloving publiek en verzenden de kennis
gevingen.*
Felix sprong opeen straal van warm, wild geluk
schoot uit zijne oogen en met onstuimig losbarstenden
hartstocht riep hij uit:
«Edith, dat zoudt gij willen? Juist nul*
«Hebt gij daaraan getwijfeld?* vroeg zij trotsch en
kalm. «Mijn plaats is thans aan jou zijde, ik ken mijn
plicht.*
Ronald had eene beweging gemaakt als wilde hij zijn
verloofde in zijne armen sluitenthans echter liet hij
ze neer zakken, en de straal in zijne oogen ver
doofde even spoedig als hij ontvlamd was.
«Jou plicht?* herhaalde hij, op geheel veranderden
toon. «Ja zoo
«Mijn vader zal er zich misschien tegen verzetten,*
ging Edith voort, zonder dien toon te willen opmerken,
«maar hij moet toegeven, want hier hebben slechts wij
beiden te beschikken. Ik ga overmorgen naar Berlijn;
zal ik er reeds dadelijk over spreken, of zullen wij
wachten tot je overkomst? Ik ben tot alles bereid.*
«Dat zie ikzei Ronald scherp. j«Tot alles, slechts
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Sneek brengen ter openbare kennis, dat ter Secretarie
dezer gemeente, voor den prijs van 25 cents per stuk
afdrukken verkrijgbaar zijn van het aan den Gemeen
teraad aangeboden Verslag van den toestand der ge
meente over 1899.
Sneek, den 15 Mei 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. vak der LAAN, Secretaris.
dreigend tegen hem opstak, bleef machteloos tegenover
deze betoovering. De jonge verloofde voelde een lichte
rilling door de leden gaan. «Gij kunt niet beminnen!*
Zij wist beter, en wellicht was ’t een innerlijk
bewustzijn van schuld dat haar stem dien weeken
klank gaf, toen zij antwoordde:
«Laten we toch niet over woorden twisten! Ik
bewijs je immers dat ik de uwe ben en blijven wil.
Waartoe dan die bitterheid en deze verwijten? je
doet me daarmeê zeer.*
Die toon, zoo nieuw en ongewoon in den mond zijner
verloofde miste zijne uitwerking niet op Ronald. Zijn
gezicht hèlderde op en hjj trad weer naar haar toe
en drukte, zonder een woord te zeggen, als een
warme, stille bede om vergiffenis zijne lippen op haar
hand. Ditmaal liet hij ook toe, dat zij hem naast haar
nedertrok, terwijl zij voortging
«Je bent vreeselijk prikkelbaar, Felix, en ik kan mij
zulks maar al te goed begrijpen. Er is hier toch geen
sprake van een offer. Wij hebben immers steeds het
begin van October voor het publiek maken onzer ver
loving bestemd.*
«Neen, wij hadden het tijdstip van mijne stands-
verhooging daartoe bestemd,* zei Ronald somber.
«Dat’s inmiddels uitgesteld geworden! Stellen wij dat
publiek maken dus ook uit.*
«Men houdt dus geen woord tegenover je?« vroeg
Edith ontsteld. «Gij beschouwdet de zaak toch als
volkomen zeker.*
«Zij was besloten en goedgekeurd en zou dezer
dagen een voldongen feit worden, dat weet ik zeer
beslist. Daar kwam die aanval en toen kwam plot
seling een geheel leger van Uitvluchten en voor
wendsels uit den grond oprijzen. Nu was mij juist
alles gelegen aan dat bewijs van vertrouwen van
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Sneek,
Gelet op het besluit van den Commissaris der
Koningin in deze Provincie van den 4 Mei 11. le Afd.
M. en S. no. 748 (Prov. Blad no. 47) brengen ter
openbare kennis, dat het onderzoek van de verlofgan
gers der militie te land in deze Gemeente zal plaats
hebben op Vrijdag, den 15 Juni e. k., des voormid
dags ten 10 ure
dat aan dat onderzoek zullen behooren deel te nemen
alle binnen deze Gemeente gevestigde Miliciens-Ver
lofgangers voor zoover zij vóór den lsten April j.l.
in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld, om
het even tot welke lichting zij behooren;
dat de verlofgangers behoorende tot de lichting van
1893, voor zooverre niet gepasporteerd, ook verplicht
zijn, zich aan het onderzoek te onderwerpen
dat de verlofganger bij het onderzoek moet ver
schijnen in uniform gekleed, en voorzien van de klee
ding- en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met
verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn
verlofpas
dat, behoudens het bepaalde in art. 130 der wet
op de Nationale Militie een arrest van twee tot zes
spi