MEIIWS- ES SNEMSTBLAI) Zij „HEKSEHGODD." PinSTSRM. Bekendmaking en Uitnoodiging. VOOR XMTk BS OISTRBÏBS. ITo 44. Zaterdag 9 Juni 1900. 55e Jaargang. l Uitgevers; POUWELS FALKENA, tegenover’tTramstation Sneek. Officies Ie Advertentie. 1 FEUILLETON. Lijst van Kiesgerechtigden VOOR «Gij hebt daar een succes behaald, grooter als alle Schrijfster Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f 0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Roman van E. WERNER, van »Aan het Altaar», «Fata Morgana*, »De Alpenfee* enz. vorigen avond door jong en oud uit het bosch gehaald. Met linten en kransen was de van zijn takken ontdane boom versierd; wie maar springen kon deed aan den rondedans er om waren, heen meê. Maar ook werden wel kleine boompjes geplant, die dan eerst door Mei- jongens van huis tot huis gedragen werden. Ook kwam het wel voor dat een Meiroosje, met zulk een boompje in miniatuur, met strikken en linten versierd, rondging, en een vrien dinnetje in een mandje verzamelde, wat men als contrabeleefdheid voor het bezichtigen van zooveel schoons, wilde afstaan. Later is de heidensche Meiboom tot een Christelijk symbool geworden; de kerken van een gedeelte der Christenheid worden nog in de maand Mei met sparregroen versierd. Het Pinksterfeest. Historische studie van J. H. Maronier. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27a cent. Groote letters naar plaatsruimte. die zich met 1 JULI a. s. op dit blad abonneeren, ontvangen de nog vóór dien tijd verschijnende nummers gratis. DE UITGEVERS. krengen en andere viezigheden opzamelden en ze aan den belknop ophingen van wonin gen die in den vroegen morgen nog gesloten Ook zagen we te Utrecht meermalen in de vroegte, liefst pas geschilderde, deuren met het woord «luilak” versierd, met krijt er op geschreven of gekrast. Toch is het, waar men aardige gewoonten had, wel jammer dat zij afgeschaft zijn, en zoo heel onbegrijpelijk is dan ook de verzuch ting van Jacob van Lennep niet: ’k Zie weer de jongens met de star Melchior, Kasper en Balthasar, En hoor hen weer hun liedjes zingen. Waar zijn ze heen? Hun lied is stom. Ach Klisseboer en Pinksterblom Geen hunner zien we ooit weerom. Die jongens liepen met de star op «drie koningen”. Zij waren in lange tabbaarden gehuld en hadden een bordpapieren kroon, met goudpapier beplakt, op, en aan een lange stok een ster ook van dit «metaal”, die ze door middel van een touw ronddraaiden. «Klisseboer” is een jonge man, die geheel en al met groen behangen, op Pinksteren van den een naar den ander liep om voor zijn moeite met een kleinigheid beloond te worden. Te Haarlem vond menden echten «Klisseboer”, een jongen landbouwer, met klissen overdekt. «Pinksterbloemen” werden met Pinksteren voor de huizen gestrooid en dienden om de kerken te versieren. In Rusland is dit nog het gebruik. Daar heet de Pinksterweek «groene of takweek”. Men danst om den op- gerichten Meiboom, de meisjes met bloemen versierd. Den volgenden dag gaan zij naar het water met een krans om het hoofd en laten dien wegspoelen, Naarmate de kransen vroeger of later aan den oever komen, heb ben de meisjes vroeger of later kans op een huwelijk. Het moet echter gezegd, dat de jongens‘wel eens een schotje in 't spelletje steken en een krans uit het water halen. Die overmoedige behoeft dan niet bang te zijn voor een blauwen scheen. Iets dergelijks heeft men in China. Daar laat men soms verlichte lantaarns in den vorm van waterlelies en lotosbloemen, met een wensch voorzien, wegdrijven.*) Vervolgen zij ongestoord haar weg tot ze uit het gezicht ver- makkelijk.* «Kom mij nu in Gods naam niet weer met de Heils- bergerstemming aan!* knorde de majoor. «Die kun nen we hier in ’t minst niet gebruiken; kom van avond liever een uurtje vroeger bij ons en gij zult getuige kunnen zijn van een echt, waar, menschelijk ge luk. Wij zullen de eer hebben het met onze heel on beduidende persoontjes voor te stellen aan den grooten Cicero, waartoe oom Treumann je geproclameerd heeft dat zal je wel van je grillen afhelpen.* Ernst begon te lachen. «Ik kom bepaald en ik gun je van harte je geluk, Arnold.* «Doe 't mij liever nazei Arnold lachende. «Maar ik moet weg; Wilma verwacht mij aan tafel. Tot ziens Hij ging en ontmoette op weg naar zijn verloofde op nieuw den heer Treumann, die in ’t zelfde hotel logeer de. Maar de oude heer had zijn stralend uitzicht van straks geheel verloren; hij liep met de oogen naar den grond geslagen en een somber gezicht, zoodat hij bijna tegen den majoor was aangeloopen. «Wat is er nu gebeurd?* riep deze. «Gij ziet er waarlijk uit alsof iemand u gekrenkt had!* «Ik ben ook gekrenkt,* antwoordde de notaris. «Zoo pas ben ik Max tegen gekomen; maar hoè? Hij liep met een mensch een mensch «Nu ja, een mensch zal ’t wel geweest zijn,* zei Hartmut. «Dat ’s dan toch ook nog niet zoo’n groot «Met den redacteur van het Neustadter Dagblad liep hijviel Treumann boos uit. «Met dien lüfslaaf van den pacha van Steinfeld, die met zijn heer door dik en dun gaat; die in elk nummer op Heilsberg en op Ernst scheldt, die mij indertijd bespot heeft wegens mijne profetie (Wordt vervolgd). Israëlieten en Christenen, allen vieren in deze maand, nu de natuur weder herleefd Enkele der gebruiken van het Meifeest zijn naar het Pinksterfeest overgebracht, maar vele ook tgelukkig afgeschaft, daar ze tot veel ongebondenheid aanleiding gaven. Zoo kende men en kent men nog hier en daar het «dauwtrappen”. Te Groningen b.v. gaan vele menschen uit den werkmansstand op Hemelvaartsdag heel in de vroegte naar het Sterrenbosch, en er wordt vrij wat geconsu meerd. Te Rotterdam waren, ook deftige menschen gewoon den nacht in hun tuinhuizen door te brengen om ’s morgens in de vroeg te toch vooral die luidruchtige scharen te zien, wat zeker heel stichtelijk zal zijn ge weest In Twenthe schijnt de gewoonte te bestaan, dat ieder, na kerktijd, met een rogge brood onder den arm, naar den molen van Hengelo gaat, waar burgemeester, predikan ten, pastoors, diakenen enz. de brooden wegen. Zij moeten zwaarder dan 22 pond zijn, anders betaalt men voor elk pond minder 30 cent boete. Voor het zwaarste brood, dat wel eens 200 pond weegt, wordt dan een flesch witte wijn gegeven. Samen wegen die brooden soms 5000 pond, en dat is alles voor de armen. Dit is de Muldersche kermis. En dan de «Luilakdag.” Den Zaterdag voor Pinksteren keek men goed toe, wie het laatst op zijn werk kwam of het laatst opstond,' en men plaagde hem den ganschen dag. Zelfs had men de gewoonte om de koe, die het laatst in de weide kwam, voor dien dag te merken met dennentakken of ander groen. Dit waren zeer onschuldige aardigheden. Erger was het, dat kwajongens 39 «Zoudt gij denken Die vraag klonk wel wat neêr- slachtig. »’t Is mij ook al zoo vóórgekomen. Hij wil nooit van zijn broeder en diens succes hoorenonlangs zei hij zelfs erg onbeleefd tegen mij: «Houd nu toch eindelijk eens op met uw Ernst, dat begint bepaald vervelend te worden!* Men kon merken dat Max blijkbaar geen alleenheer- scher meer was bij zijn oom, maar voor ’t oogenblik maakte het binnenkomen van Ernst Raimar een einde aan ’t gesprek. De oude heer vloog hem tegemoet. «Zijt gij daar eindelijk, ErnstIk zit hier al een uur op je te wachten heb ontzaglijk veel te doen, maar ik moet je nogmaals feliciteeren met je redevoering van gisteren. Ik heb dat wel is waar al gedaan «Ja, oom, al tweemaal,* viel Ernst hem met eene afwerende beweging in de rede, maar dat hielp hem niets. De geestdriftige oom feliciteerde ten derden male, trok een vleiende parallel tusschen zijn neef en Cicero en vertelde vervolgens uitvoerig van het «interview.* Dat verloste de beide heeren dan ook van zijne tegenwoor digheid, want hij wilde het zoo spoedig mogelijk op papier brengen voor de «Burgwacht,* en stralend van geluk verliet hij hen. aanvoeren, om den vasten grond, waarop je staat, onder je voeten weg te graven.* Ernst zweeghij scheen niet genegen op dat thema in te gaan, maar de majoor liet het niet los. «Die Ronald toch deinst voor geen enkel middel te rug,* ging hij voort. «Die kent geen consideraties, en hier, waar hij je wonden kan, zwijgt hij totaal, ’t Schijnt wel, als had hij het wachtwoord gegevendat punt niet aan te roeren.* «Dat heeft hij ook gedaan,* zei Raimar koud. «Ik waarschuwde hem indertijd gedurende ons onderhoud te Heilsberg, dien stekel niet te steken, als hij mij niet tot het uiterste wilde drijven, en hij heeft zich dat voor gezegd gehouden. Ronald weet wat hij doet «Hebt gij werkelijk de macht, hem te dwingen vroeg de majoor ontsteld. «Op één punt ja!« Hartmut schudde het hoofd en keek zijn vriend door dringend aan. «Ernst, er is nog iets wat je voor mij verzwijgt.* «Wat ik verzwijgen moét! Vraag er niet naar, Arnold, het betreft hier geen feiten, maar slechts gis singen, en dit blijft mijn geheim.* «Mij wel, als ’t je maar helpt, het verleden eindelijk te boven te komenGij zijt altijd zoo bang geweest voor dat oude spookbeeld. Gij ziet nu zelf wel dat het verdwijnt zoodra gij ’t maar flink en vast in de oogen kijkt. De enkele stemmen die zich aanvanke- I lijk roerden, zijn totaal gesmoord in de golf die je schelmstuk.' omhoog droeg.* «Zoolang de strijd duurtzei Raimar met een zweem van zijn vroegere zwaarmoedigheid. «Wat gebeuren zal? ’t Doet er niet toe! Ik weet immers dat ik niet rechts of links kijken mag, dat ik slechts rechtuit op het doel zien moet; maar dat valt mij niet altijd ge- LEDEN VAN DE KAMER VAN KOOP HANDEL EN FABRIEKEN. De BURGEMEESTER der gemeente Sneek, Gelet op het Koninklijk besluit van den 4 Mei 1896 (Staatsblad no. 76), tot vaststelling van een Algemeen Reglement voor de Kamers van Koophandel en Fa brieken, waarbij tevens is ingetrokken het Koninklijk besluit van 9 November 1851 (Staatsblad no. 142) met de daarin aangebrachte wijzigingen; Noodigt hen in deze Gemeente uit, die niet op de laatst vastgestelde Kiezerslijst voor leden der Kamer van Koophandel en Fabrieken in deze Gemeente voor komen, maar aan spraak kunnen maken om op de Kiezers lijst te worden geplaatst, daarvan vóór 1 Juli a. s. ter Secretarie dezer Gemeente aangifte te doen, volgens het daarvoor vastgesteld, ter Secretarie kosteloos ver krijgbaar model. N.B. Artikel 6 van bovengenoemd Koninklijk be sluit van 4 Mei 1896 (Staatsblad no. 76) luidt: Om kiezer van leden eener Kamer te zijn, moet men A. kiezer zijn van leden van den Raad der Gemeente, waar de Kamer is gevestigd B. aldaar bestuurder of medebestuurder zijn en gedurende ten minste twaalf achtereenvolgende maan den zijn geweest, van een bedrijf van handel of nij verheid. Sneek, den 1 Juni 1900. De Burgemeester voornoemd, ALMA. is, Pinksteren, het lentefeest, dat de harten van oud en jong sneller doet kloppenzeven volle weken na Pascha viert de Israëliet dit, als eene herinnering aan een der gewichtigste gebeurtenissen na den uittocht uit Egypte, de wetgeving op Sinaï. Werd op het Paaschfeest de uitredding herdacht, waarbij Jehova als de bevrijder uit de slavernij verschenen was, hier trad hij op als de wetgever. Maar evenals in het Paaschfeest, zoo straalde ook hier het blijde natuurfeest, het oogstfeest door, waarop Jehovah offers werden gebracht, de eerstelingen van den oogst. En de Christenen? Men kent het fraaie lied: O, du fröhliche, O, du selige, Gnadenbringende Pfingstenzeit, Christ unser Meister Heiligt die Geister; Freue dich, freue dich, o Christenheit. Gelijk de zon in de natuur nieuw leven brengt, zoo is Christus, als zon der gerech tigheid, de bewerker der nieuwe schepping op het gebied van den geest. Het Paasch feest is het begin der lente, het is het op- standingsfeest zoowel voor de nienschheid als voor de natuur. Even als uit de zaadkorrel, wanneer haar hulsel vergaan is, een nieuwe jonge kiem tot het zonlicht ópschiet, zoo zal ook de mensch, wanneer zijn stoffelijk om hulsel weggevallen is, tot het hooger licht van een nieuw, geestelijk leven doordringen. Op Pinksteren is het nieuwe leven der natuur in volle kracht. Nu ontwikkelen zich bladen en bloemen, die de vruchten van den herfst voort zullen brengen; de woorden door den apostel Petrus op het Pinksterfeest gesproken, moesten de geestelijke kiemen leggen voor een grooten, allen omvattenden oogst. Nauw met het Pinksterfeest verbonden was in vorige eeuwen het Meifeest, een natuurfeest. Het was uit de heidenwereld afkomstig, maar nog zeer lang werden de sporen er van bij de Christenen waargenomen. Er waren tal- looze gebruiken, die uit dien tijd dagteeken- den, hoewel onze voorouders, had men er hen op attent kunnen maken, zeker ongeloo- vig het hoofd zouden geschud hebben. En nog niet zoo heel lang geleden waren ze hier en daar in ons land en over een groot gedeelte van Europa nog in zwang. Op den eersten Mei was overal de Meiboom opgericht, den andere,* zei de majoor lachend, toen zij alleen waren. «Oom Treumann is geheel uit den band gesprongen. Ik ben overigens slechts voor een half uurtje thuis gekomen, om te vragen, of je je voor van avond vrij zoudt kunnen maken Wilma zou je natuurlijk graag eens bij haar willen zien. Kunnen we op je rekenen?* «Voor een paar uurtjes, zeker!* antwoordde Ernst. «Ik zal echter slechts laat kunnen komengij weet zelf wel, hoe ik in beslag genomen word.* «Ja, je gunt je nauwelijks den tijd om adem te halen iedereen tracht immers beslag op je te leggenIntus- schen bekomt het je uitstekend’t schijnt, dat wor stelen en strijden eene behoefte voor je is om tot volle ontwikkeling te komen. Hoe erger Jt daarbij toegaat, des te meer groeien je krachten.* Hartmut had gelijk met zijne opmerking. De man die daar met fier opgericht hoofd en vurig flikkereude oogen voor hem stond, was een geheel andere als de vroegere Ernst Raimar. Hij haalde even de schouders op. «Hier blijft mij geen keus over, ik moet strijden. Ronald heeft zijn geheele legermacht opontboden; zijn pers, heel zijn aanhang razen en tieren tegen mij. Denkt ge dat ik er toe zou zijn overgegaan reeds vóór de terechtzittingen het woord te voeren, als ik niet gedwongen was mij te verweren?* «Dat hebt ge echter uitstekend gedaan! Het ging er gisteren als met donderslagen op los! Je hebt ge lijk, ze maken je ’t leven lastig genoeg. En dan moet men behoorlijk van zich afslaan. Eén ding echter, waarover ik ’t meest bang voor je was, omdat je dat het moeielijkst kunt verdragen, is totaal achterwege gebleven. Ik vreesde, dat men die oude ongelukkige herinneringen bij den val van je vader tegen je zou I. i K

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1900 | | pagina 1