MEIWS- M mmWBLlI)
Zij
„HEKSENGOUD.
De Engelsche wreedheden.
VOOR SNEEK EJ ONSTREKEN.
OPKOMST ONDER DE WAPENEN.
woensdag 6 Juni 1900.
55e Jaargang.
Officieel© Advertentie.
f
ITo. -45.
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’tTramstation Sneek.
FEUILLETON.
van
van
van
van
het 3e regiment
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Snoek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f 0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
bij opkomst met spoed.
Sneek, den 12 Mei 1900.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
Roman van E. WERNER,
Schrijfster van «Aan het Altaar», «Fata Morgana»,
«De Alpenfee* enz.
artillerie op 16 Ang. a.s.
f
21 Mei a.s.;
de le batterij
25Juni a.s.;
de le compagnie
25 Juni a.s.;
de 2e compagnie
30 Juli a.s.;
de 2e compagnie van
lerie op 15 Juni a.s.
de 6e compagnie van
lerie op 23 Juli a.s.
de 7e compagnie van
lerie op 2 Juli a.s.
40
»Die u die «fossiele* beleediging naar ’t hoofd ge
worpen heeft?*
«Dezelfde En met zoo iemand loopt mijn neef arm
in arm op de publieke straat. Ik heb er Max na
tuurlijk over onderhouden en wat geeft hij mij
tot antwoord Die mijnheer was hier ook als ver
slaggever. ’t Was een heel nette jongen, en als men
elkaar openlijk bestreed, dan behoefde dit nog niet
te verhinderen dat men privatim gezellig met elkaar
een glaasje dronk. Zij hadden dan ook al aardig ge
dronken en waren beide niet meer nuchter. Toen
heb ik hem dan ook behoorlijk de les gelezen en hij
scheen zijn ongelijk ook in te zien, maar ik vrees
De notaris brak af en staarde somber voor zich.
«Dat hij niettemin zal voortgaan met dien schan
delijken redacteur te drinken,” vulde Hartmut aan.
«Ja dat vrees ik ook, want als Max voor uw flesch
wijn zit, is hij in staat zelfs met een Ronald broe-
derschap te drinken; dat behoort ook tot zijn zelf
respect.”
Zij hadden intusschen het hotel bereikt, en terwijl
zij de trap opliepen begon de oude heer op aarze
lenden toon weder:
«Heer majoor, er zijn bij mij in den laatsten tijd
tuigde tegen zijn heer. Alleen de hoofdbeambten en de
vertegenwoordigers van de pers, die onder zijn invloed
stonden, kwamen voor hem op of wendden althans
onwetendheid voor. Zij konden trouwens niet spreken,
als zij niet wilden bekennen dat hun zwijgen jaren
lang gekocht was. Maar hunne ondergeschikten, wien
men toch niet alle inzicht in den gang van zaken had
kunnen onthouden, begonnen thans te spreken, en nu
kwamen dingen aan ’t licht over de exploitatie der
bergwerken, over de loonen en het uitzuigingssysteem
tegenover de werklieden, dat men zich afvroeg, hoe
zoeiets toch mogelijk geweest was in zulke groote
industrieele plaatsen, die toch voor ieder open stonden.
De macht van het geld, die alles gekneveld had,
toonde zich hier werkelijk op treurige wijze.
Dat Steinfeld, die groote, algemeen bewonderde
schepping van Ronald, voor den ondergang stond, was
reeds een publiek geheim. De meester in ’t specu-
leeren had met die maatschappij van aandeelhouders
weer een meesterlijken zet beproefd, maar ditmaal
had hij daarmee schipbreuk geleden. Wat raakte ’t
hem, wat achter hem ineen stortte! Een waarschu
wend woord op ’t laatste oogenblikhad Raimar zijn
geschrift genoemd; het was inderdaad ter twaalfder-
uur gekomen.
De dag van heden bracht de slot-zitting, waarin
de beslissing vallen zou, bracht de groote verdedi
gingsrede van Raimar. Hij sprak al langer als een
uur, en in ademlooze spanning hing het geheele au
ditorium aan zijne lippen. Iets dergelijks had men
dan ook nog nooit gehoord voor de balie, waar men
anders slechts min of meer geestige pleidooien, koele
bewijsgronden vernam.
Wordt vervolgd.
die zich met 1 JULI a. s. op dit
blad abonneeren, ontvangen de
5 nog vóór dien tijd verschijnende
nummers gratis.
DE UITGEVERS.
straft in zijn grafrust. Geheel terneer gedrukt ging
hij verder, maar richtte zich plotseling met een for-
meelen ruk op.
«Maar ik ben immers nog volstrekt niet doodzei
hij luid. «Voorloopig hebt gij nog niets te verbrassen,
Max, voorloopig ben ik nog in leven en dat wel
goed ookEn met die troostvolle zekerheid liep hij
verder de trap op--
De terechtzittingen waren begonnen en de koorts
achtige belangstelling, die men niet alleen in de
hoofdstad maar in het geheele land betoonde, was het
beste bewijs voor de vele belangen die hier op ’t spel
stonden. Wel is waar heette ’t hier slechts de behan
deling van een aanklacht wegens laster en beleedi
ging, maar in werkelijkheid betrof ’t een strijd tus-
schen de macht van het geld en het publieke rechts
gevoel, dat zich ook jarenlang had laten blinddoeken
en ingedut was, tot een man opstond die het wakker
schudde door zijn waarschuwende woorden.
De meesten hadden gedaan als bankier Marlowzij
hadden niet willen zien, totdat hun werd aangetoond
dat de gedroomde winst bedrog was en in verlies ver
anderde, en nu waren zij de eersten die zich tegen
den man keerden, dien zij vroeger vergood hadden.
Teen Ernst Raimar zijn geschrift de wereld inzond
stond hij alleen en wist hij niet, of er ook maar een
enkele was, die hem volgen zou, thans stond hij
te midden eener steeds aangroeiende partij, die slechts
op den leider scheen gewacht te hebben. Thans werd
hij gevierd als de moedige, die alleen had durven
spreken, toen alles zweeg.
Reeds twee dagen hadden de terechtzittingen ge
duurd, en steeds dreigender trok het onweder samen
boven het hoofd van den man, die hier als beschul
diger optrad en beschuldigde werd, want Steinfeld ge-
Een der van Simonstown ontvluchte ge
vangenen is Frits Karel Kannemeijer, die ruim
een week geleden te Parijs aankwam, later
naar Holland reisde en het plan heeft zich
naar het Driemanschap, dat nog in Amerika
is, te begeven. Toen men den jongen man,
vrij klein van gestalte en een klein snorretje
op het verbruind gezicht, te Rotterdam het
telegram van de bezetting van Germiston
(Elandsfontein) door Roberts toonde, trof dit
hem. Toch was hij vast overtuigd, dat de
Boeren het niet opgeven. Ook hem bevreemdde
dat gedurig terugtrekken, maar, zeide hij,
misschien bedoelen de aanvoerders om de En-
gelschen ergens diep in ’t land te krijgen,
waar de Boer zijn slag kan slaan. In elk
geval, zei Kannemeijer, is het Afrikaansche
volk nog eendrachtig in het verlangen, om,
zoo het kan, de Engelschen er uit te gooien.
We willen nu niet breedvoerig vertellen,
hoe K. ontsnapt is door met een kappersschaar
het ijzerdraad om het kamp stuk te knippen,
zoodat er een opening ontstond, groot genoeg
om hem en anderen door te latenhoe hij
een groot eind op zijn buik voortkroop, ter
wijl de medegevangenen de beide schildwach
ten op een afstand aan den praat hielden;
hoe hij Kaapstad bereikte en Port-Elizabeth,
vanwaar een Fransche boot hem naar Havre
bracht.
Genoeg daarvan, K. nam den trein van
Havre naar Parijs en vond daar den Con-
sul-generaal der Transvaal, den heer Joh.
Pierson. Den 26 Mei heeft K. voor genoem
den consul-generaal een beëedigde verklaring
afgelegd en onderteekend, waarvan wij het
voornaamste overnemen.
Ik, Frits Karei Kannemeijer, van district
Potchefstroom, werd krijgsgevangene te Elands-
laagte, ontvluchtte 6 April van Simonstown
en trok 27 April via Kaapstad naar Frankrijk.
Toen ik te Elandslaagte mijne patronen ver
schoten had, waren de Eng. lanciers nog 25
het 2e regiment Vesting-artil-
het2e regiment Vesting-artil-
het 2e regiment Vesting-artil-
uc up a u uii a.o. j
de 10e compagnie van het 2e regiment Vesting-artil-
lerie op 13 Aug. a.s.
de 6e, 7e, 9e en 10e compagnie van het 3e regiment
Vesting-artillerie op 18 Juni a.s.;
de 8e compagnie van het 3e regiment Vesting-artil
lerie op28Juni a.s.;
de le, 2e, 3e, 4e en 5e compagnie van het 3e regiment
Vesting-artillerie op 20 Aug.a.s.;
de 2e, 3e, 4e, 6e en 7e compagnie van het 4e regiment
Vesting-artillerie op 25 Juni a.s.
de le, 5e, 8e, 9e en 10e compagnie van het 4e regiment
Vesting-artillerie op 25 Juli a.s.
de 3e compagnie van het korps Pantserfort-artillerie
op 25 Mei a.s.
de 2e e* 4e compagnie van het korps Pantserfort-
artillerie op 2 Juli a.s.
de le compagnie van het korps Pantserfort-artillerie
op 26 Juni a.s.;
de le, 2e, 3e, 4e, 5e, 6e, 7e en 8e compagnie van het
korps Genietroepen op 18 Aug. a.s.;
Van de 9e compagnie van het korps Genietroepen
a. de miliciens, geen vestingtelegrafist, of adspirant-
vestingtelegrafist zijnde op 9 Aug. a.s.;
b. de miliciens-vestingtelegrafisten die niet hebben
voldaan aan het bepaalde in den eersten volzin van art.
6 van het Koninklijk Besluit van 29 Febr. 1884, no. 13
en de miliciens-adspirant-vestingtelegrafisten op 9 Aug.
a.s.
e. de miliciens-vestingtelegrafisten die hebben vol
daan aan het bepaalde in den eersten volzin van art. 6
van het Koninklijk Besluit van 29 Februari 1884, no. 13
op 20 Aug. a.s.
Voorts worden de betrokken verlofgangers herinnerd
aan hunne verplichting, om bij de opkomst onder de
wapenen
a. voorzien te zijn van al de voorwerpen van
kleeding en uitrusting, door hen bij vertrek met groot
verlof medegenomen;
b. hun verlofpas vóór het vertrek naar het korps
te doen afteekenen, en
c. zich een of twee dagen vóór den dag, waarop
zij bij hun korps moeten zijn, ter Secretarie der Ge
meente te vervoegen tot het bekomen van daggeld en
vervoerbewijzen, voor zoover daartoe termen bestaan.
Zij die wegens ziekte niet aan deze oproeping op
den bepaalden tijd kunnen voldoen, zullen van hunne
opkomst in werkelijken dienst niet voor diligent wor
den gehouden, maar zijn verplicht om:
1. van hunne verhindering tijdig ter Secretarie der
Gemeente te doen blijken, door inlevering van een ge
neeskundige verklaring, en
2. om zich terstond na het herstel naar hun korps
te begeven.
Tevens brengt de Burgemeester nog in herinnering,
dat voor deze opkomst geen gebruik mag worden ge
maakt, van de vervoerbewijzen voorkomende in de
zakboekjes, zijnde deze bestemd om te worden gebruikt
De verlofgangers der lichting 1897, behooren-
het regiment
het le regiment Veld-
de 2e, 3e en 6e Batterij van het 2e regiment Veld-
toch bedenkingen gerezen over mijn testament, dat
ik reeds voor jaren gemaakt heb. Max is namelijk
mijn eenige erfgenaam. Ernst krijgt slechts een klein
legaat. Hij was trouwens voldoende verzorgd door
zijne betrekking en ook geheel ingenomen met mij
ne beschikking, want Max had hoegenaamd niets en
zou zijn kunstenaars-loopbaan pas beginnen. Maar als
hij met zulke menschen omgaat! Dat ’s de weg tot
zijn verderf.”
«Ja, en dan verbrast hij de geheele erfenis met den
Neustadter redacteur,” zei de majoor. «Dan loopen
zij van ’t eene koffiehuis in ’t andere en brengen er
alles door.*
«Ik zou mij in het graf omkeeren!» riep Treümann
heftig uit. Daar werd op de eerste verdieping een
deur opengedaan de kleine Liesbeth kwam er uitkij
ken en achter haar werd het blozende, gelukkige ge
zicht van Wilma zichtbaar.
«Daar is papa!* riep de kleine jubelend.
«Natuurlijk is hij daarbevestigde Arnold en ver
dween op eens van de zijde van zijn geleider. Deze
zag alleen nog hoe hij zijn verloofde omhelsde en
Liesbeth aan hem hing, en toen ging de deur dicht.
Den ouden vrijgezel werd ’t weemoedig om ’t hart.
Hij gunde de jonge vrouw haar geluk, zij had er in
haar eerste huwelijk niet te veel van gehad. Ditmaal
had zij het beter getroffen; majoor Hartmut was een
pracht van een man, en Ernst was een groot man
maar die Max, die Max
Het verblijf te Berlijn had oom de oogen geopend
over veel waarvan hij tot nu toe niets had vermoed.
En nu wilde het sombere beeld dat Hartmut had te
voorschijn geroepen, niet weder verdwijnen. Hij zag
Max als zijn erfgenaam, hoe hij, arm in arm met zijn
doodsvijand, den Neustadter redacteur, de geheele
erfenis verbraste en zag zich-zelf gevoelig daarvoor ge-
a.s.
het 2e regiment Veld-
de le, 3e en 5e batterij van het 3e regiment Veld-
Vp J. U U!ll 0.0. J
de 2e, 4e en 6e batterij van het 3e regiment Veld-
de 2e batterij van het korps Rijdende Artillerie op
het korps Rijdende Artillerie op
van het korps Pontonniers op
het korps Pontonniers op
het le peloton van de le Compagnie (plaats van op
komst Fort de Ruyter), het 2e peloton van de le com
pagnie (plaats van opkomst Hellevoetsluis), het le
peloton van de 2e compagnie (plaats van opkomst Fort
aan den Hoek van Holland) en het 2e peloton van de
2e compagnie (plaats van opkomst Den Helder) van het
korps Torpedisten op 24 Juli a.s.;
de le, 2e, 3e. 4e, 5e, 6e, 7e en 8e compagnie van het
korps Genietroepen op 13 Juni a.s.;
Van de 9e compagnie van het korps Genietroepen:
a. de miliciens, geen vestingtelegrafist of adspirant-
vestingtelegrafist zijnde, op 9 Aug. a.s.
b. de miliciens-vestingtelegrafisten, die niet heb
ben voldaan aan het bepaalde in den eersten volzin van
art. 6 van het Koninklijk Besluit van 29 Februari 1884,
no. 13, en de miliciens-adspirant-vestingtelegrafisten
op 9 Aug. a.s.
C. De verlofgangers der lichting 1898, beboeren
de tot:
de 9e compagnie van het le regiment Vesting-Artil-
lerie op 14 Juni a.s.;
de le, 2e, 3e en 4e compagnie van het le regiment
Vesting-artillerie op 6 Aug. a.s.
de 10e compagnie van het le regiment Vesting-artil
lerie op 9 Aug. a.s.
de 5e, 6e, 7e en 8e compagnie van het le regiment
Vesting-artillerie en de 4e compagnie van het 2e regi
ment Vesting-artillerieop 3 Sept, a.s.;
de le, 3e, 5e, 8e en 9e compagnie van het 2e regiment
Vesting-artillerie op 17 Sept a.s.;
taljon van het 6e regiment Infanterie op 17 Aug. a.s.
het 5e bataljon van het 4e regiment Infanterie op
16 Aug. a.s.;
het 5e bataljon van het 7e regiment Infanterie op
3 Sept. a.s.
de le, 2e en 3e compagnie 5e batterij van het 8e
regiment Infanterie op 24 Aug. a.s.
de 4e compagnie 5e batterij van het 8e regiment
Infanterie op 2 Juli a.s.;
de le, 2e en 3e compagnie Hospitaalsoldaten op
24 Aug. a.s.
het le en 2e regiment Huzaren op 23 Aug.
het 3e regiment Huzaren op 6 Aug. a.s.;
de 2e, 4e en 6e batterij van het le regiment Veld
artillerie op 29 Juni a.s.;
de le,»3e en 5e batterij
artillerie op 20 Aug. a.s.
artillerie op 19 Juli a.s.
de le, 4e en 5e batterij
artillerie op 3 September a.s.;
artillerie op 1 Juni a.s.;
De Burgemeester van Sneek,
Gezien de missive van den Heer Commissaris der
Koningin in Friesland, van den 4 Mei 1900, le afdee-
ling MS no. 749 (prov. blad no. 46) betreffende op
komst in werkelijken dienst van verlofgangers der
Nationale Militie, van de lichtingen 1896,1897 en 1898.
Roept bij deze op de in deze gemeente geves
tigde verlofgangers van de Militie te land, behoo-
rende tot de hieronder vermelde lichtingen en Korpsen,
om zich dit jaar op de hierna aangegeven tijdstippen,
uiterlijk ’s namiddags ten 4 ure en de vestingtelegrafis-
ten vroegtijdig (vóór 1 uur namiddags,) bij hun korps
in werkelijken dienst te begeven, te weten
A. De verlofgangers der lichtingen 1896 en 1897,
behoorende tot
het le, 2e, 4e en 5e bataljon van het reg. Grenadiers
en Jagers op 20 Aug. a.s.;
het le, 2e, 3e en 4e bataljon van het le regiment
Infanterie, het le, 2e, 3e en 4e bataljon van het
5e regiment Infanterie en het le, 2e, 3e en 4e bataljon
van 8e regiment Infanterie op 23 Aug. a.s.
het le, 2e, 3e en 4e bataljon van het 2e regiment
infanterie en het le, 2e, 3e en 4e bataljon van het
6e regiment Infanterie op 13 Aug. a.s.
het le, 2e, 3e en 4e bataljon van 1
Infanterie op 20 Aug. a.s.
het le, 2e, 3e en 4e bataljon van het 4e regiment
Infanterie op 3 Sept. a.s.
het le, 2e, 3e en 4e bataljon van het 7e regiment
Infanterie op 27 Aug. a.s.
B.
de tot
het der 4e compagnie 3e bataljon van
Grenadiers en Jagers op 14 Mei a.s;
het der 4e compagnie 3e bataljon van het regiment
Grenadiers en Jagers op 2 Juli a.s.
de le, 2e en 3e Compagnie 3e bataljon van het regi
ment Grenadiers en Jagers op 20 Aug. a.s.
het 5e bataljon van het le regiment Infanterie en het
5e bataljon van het 5e regiment Infanterie op 24 Aug.
a.s. j
het 5e bataljon van het 2e regiment Infanterie, het
5e bataljon van het 3e regiment Infanterie en het 5e ba-
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
i
X
H.S.