MOTS- i lllVERTESTlEELiD IMS 8SEEE ES OISTRW. „HEKSEKGOUD.” De Kaapsche Afrikaanders. ij Woensdag 11 Juli 1900. 55e Jaargang. SSTo. 55. Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’tTramstation Sneek. FEUILLETON. s per n i- eg van en of J kui- ikens reeks tneal, icht, ikte, ver- de cgraaf, Egg’s- zullen ft Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f 0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. toe- 3 en AN- - VERGADERING van den Gemeenteraad van Wymbritseradeel, op Zaterdag, den 7 Juli 1900, des voormiddags 101/, uur. Tegenwoordig zijn 12 leden, één vacature. 8 S B. School kip en IN, 2e leid 4 Roman van E. WERNER, Schrijfster van »Aan het Altaar*, »Fata Morgana*, «De Alpenfee* enz. kleine .bedevaart* in den omtrek hadden te doen. Zij waren alleen uitgegaan en stonden nu weder op de plek, waar zij elkaar vier jaren geleden voor de eerste maal gezien hadden; eene ontmoeting die over hun leven besliste. Het kleine kerkhof lag even eenzaam en vergeten in de stilte van het bosch, als toen. Wat daarbuiten ook voorbij geruischt was aan strijd en stormen, aan geluk en smart, hier was ’t stil gebleven. De dooden hadden even rustig gesluimerd onder de vallende herfstbladen en de sneeuw van den winter, als zij thans sluimerden onder het frissche voorjaarsgroen. Weer lag de zon neschijn op de ingevallen grafheuvels, de verweerde grafsteenen, en al de bloesems en geuren, die hij rondom gewekt had, slingerden en zweefden thans omen bo ven de rustplaatsen der dooden. Tusschen de inge vallen muren van het boschkerkje, in de vlierbosch- jes, klonk de slag van de meerlehet oude jubelende Meilied; ’t was alles nog als toén. Alleen voor de beiden, die thans langzaam door het weelderig woekerende rietgras stapten, was ’t anders geworden. Zij hadden zich echter eerst door moeie- lijken strijd moeten heenworstelen tot hun levensge luk, en die éene, die toen dreigend tusschen hen stond, rustte thans uit van schuld en leed in zijn een zaam graf. Zij hadden over hem gesproken; dat kon men zien aan den diepen ernst die op hunne gelaats trekken lag, en aan de wimpers der jonge vrouw hingen nog een paar tranen, toen zij met gesmoorde stem zeide »Je kunt je niet voorstellen, Ernst, welk een vreese- lijken indruk die laatste groet op mij gemaakt heeft! ’t Waren maar twee woorden: .Vaarwel! Felix.* Geen opheldering, geen bedeIk had hem immers met dat vreeselijke woord van mij gejaagd. En in zijn ster vensuur gaf hij jou het eigenlijke leven terug door zijne ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. »Ja, men wil hem een mandaat aanbieden,* zei Edith, wier oogen glinsterden van vrooljjken trots. «Ernst heeft zich dan ook al lang in het politieke leven be wogen en ik hoop dat hij daarin nog eenmaal een rol zal spelen.* »En wij wachten intusschen heel bescheiden op den kolonelsrang,* verklaarde Wilma lachende. »Jou heer gemaal wil hooger opdie reserveert ongetwijfeld voor zich den minister-zetel als slot van zijn loopbaan. Maar kom nu meê, Edith, wij mogen de heeren niet langer laten wachten.* De heeren waren intusschen op het terras achter gebleven en vingen daar een nieuwtje op, dat Ernst meebracht en nog al eenige verrassing veroorzaakte. »Ik heb eergisteren een brief van Max ontvangen,* zeide hij. »Hij deelt mij daarin zijne verloving mede. De kennisgevingen worden dezer dagen verzonden.* «Heeft hij eindelijk een gesnapt Goddankriep de majoor uit. «Zij zal natuurlijk rijk zijn, want voor minder deed Max ’t nietnu, dan zijt gij althans van hem af met zijn eeuwig vragen om geld «Verloofd of niet, ik neem geen notitie meer van hem,* verklaarde Treumann. «Weet ge iets naders, Ernst?* «Niets anders, als wat Max zelf er over schrijft. Hij heeft zijn verloofde in Karlsbad leeren kennen; jong schijnt zjj niet meer te zijn, ook niet bijzonder mooi, zooals enkele zinspelingen verraden. Maar rijk is zij zeker, zooals hij mij met groote voldoening meldt. Wellicht kent gij de dame, Arnold. Zjj woont in Han nover en daar waart gij immers voor vier jaar nog in garnizoen, ’t Is eene mevrouw Aitsinger.* «Altsinger God sta mij bij!* riep Hartmut vol ontzetting uit. «Heeft dié Max te pakken Dan zij God hem genadig, dan zal hij voor al zijn zonden moe de Hollandsch-sprekende Afrikaanders hier in de Kolonie) onder den naam van die vlag heb ben moeten doormaken en nog moeten onder gaan, dan kom ik tot de gevolgtrekking dat de politiek, gevolgd door H. M. ministers met betrekking tot de zaken in Zuid-Afrika, diep te betreuren is en noodwendig haar sporen achterlaten zal. Doch om u niet langer op te houden: Wat is onze zonde vragen wij nogmaals, waarom moeten wij worden uitgeroeid? Mijns inziens, eenvoudig, omdat wij niet nedervallen en Ne- bukadnezar’s gouden beeld aanbidden, en onze vertegenwoordigers in het parlement, de Ko lonie eerst, en Rhodesia en de De Beerscom- pagnie tweede te beschouwen en daarnaar han delen. Geld gespandeerd bij electies wilde niet helpen, en geforceerde redistributie hielp nog minder, en nu de toevlucht genomen tot con- stitutioneele middelen, n.l. tot gevangenis, oor log, enz. En nu vrienden, wat gaan wij doen Wraak nemen? Past op daarvoor. Het is een der slechtste middelen waartoe wij immer onzen toe vlucht nemen kunnen. Onze gemoederen lucht te geven en zekere resoluties te bespreken en te passeeren Dit is geoorloofd, doch laten wij zelfs in ons spreken, handelen als mannen, wier hoofden boven hunne harten zijn geplaatst, en nimmer vergeten, dat al zijn wij Afrikaan ders, wij nochtans Britsche onderdanen zijn, en laten wij zelfs in onze kritiek van zaken, hoe scherp die ook zijn mag, de gezonde regels van te kritiseeren nimmer uit het oog verliezen en ons schuldig maken aan de laagheid van persoonlijkheid ónder den naam kritiek. Daar toe geve de Heere ieder lid dezer vergadering Zijne genade en leiding. We hebben dit gedeelte overgenomen uit «Ons Land*, om den geest, die in Kaapland heerscht onder de Hollanders, te doen kennen. Afwezig de heer J. A. Visser. Voorzitter de heer M. H. Tromp, Burgemeester. Secretaris de heer J. Poppinga. Punten van behandeling: I. Installatie van het nieuw benoemde raadslid, den heer Sipke S. Kooistra. De Voorzitter verzoekt den Secretaris het nieuw benoemd lid binnen te leiden en zegt daarna tot den heer Kooistra, dat uit diens aanwezigheid blijkt, dat hij bereid is aan de roepstem der kiezers gehoor te geyen en dat ook de Raad geen bezwaar heeft ge maakt hem in hun midden op te nemen, nadat de vereischte eeden zijn afgelegd. De heer Kooistra legt hierna in handen van den Voorzitter de voorgeschreven eeden af. De Voorzitter feliciteert hierna den heer Kooistra met zijne benoeming tot lid van dezen Raad en hoopt dat hij naar beste weten ook zal medewerken de belan gen der gemeente te behartigen, en bij de behan deling der verschillende zaken, steeds op zijnen steun mag rekenen. De heer Kooistra neemt hierna zitting, zoodat thans 13 leden tegenwoordig zijn. II. Resumtie der notulen van de vergadering van 28 Juni 1.1. De notulen van ovengenoemde vergadering worden, na lezing door den Secretaris, onveranderd vastgesteld. III. Mededeeling van ingekomen stukken. Slechts een stuk is ingekomen, n.l. van Heeren Kerk voogden der Ned. Herv. Kerk te IJsbrechtum enJ. A. Schaper, aannemer te Workum, daarbij mededeelende dat zij genoegen nemen met het besluit dezer ver gadering d.d. 28 Juni 11., om de opvaart van IJsbrech tum naar de Franekervaart uit te diepen op 1.30 M. beneden Friesch Zomerpeil en dat zij onder deze voor waarde hunne voorstellen betreffende tegemoetkoming blijven gestand doen. De Voorzitter stelt voor dit ingekomen stuk voor kennisgeving aan te nemen en deelt verder mee dat de opzichter reeds met een en ander in kennis is gesteld, zoodat gerekend kan worden, dat zoo spoedig mogelijk een begin met uitdieping zal worden gemaakt. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform besloten. IV. Rapport van het onderzoek der arm voogdij - rekeningen 1899. De Comm. voor het Armwezen zegt in haar rapport, dat dat zij zich 2 Juli j.l. heeft beziggehouden met het onderzoek der arm voogdij-rekeningen over 1899; dat deze rekeningen alle in orde waren en dat de uitgaven alle door kwitanties worden gestaafd; evenwel zijn er nog een paar opmerkingen. Bij de armvoogdij-Gaastmeer was eene door den Voorzitter geteekende kwitantie ad f 25.voor jaarwedde en administratiekosten; voor ’t vervolg wenscht zij hieromtrent eene nauwkeuriger omschrijving, daar daarvoor geen kosten op de begrooting zijn uitgetrokken. Bij de armvoogdij-Heeg werd de begrooting over troffen de commissie wenscht, om deze onregelmatig heid te voorkomen, eene post van f 233.10, voor ge neesmiddelen etc. op de rekening te schrappen en aan te brengen op de begrooting voor 1901. Overigens stelt de commissie voor de rekeningen der verschillende armvoogdijen als volgt goed te keuren. Moeilijk kan men zich een lastiger positie denken dan die, waarin zich de Afrikaanders in de Kaapkolonie en Natal bevonden en nog bevinden en zeer waarschijnlijk nog lang zul len bevinden. Hun hart, hunne sympathie is bij en voor de verbonden Republieken, waar menschen wonen van denzelfden stam, waar zoovelen nog uitgebreide familierelaties hebben; de Republieken, die door hunne onafhanke lijkheid een bolwerk vormen tegen het ver- engelschen der Kaapsche en Natalsche Hol landers. Daarbij komt nog de buitengewoon lastige positie der Kaapsche districten, die aan de Republieken grenzen. Daar juist wonen meerendeels Hollandsche Afrikaanders, daar is de gemeenschapsband met de Republikeinen het sterkst; daar traden deze handelend op en moesten zij zich wel met elkaar vereeni- gen tegen Engeland. Maar nu, als Engeland overwint, hoe komt ’t dan Met veel moeite hebben de Afrikaanders in de Kaapsche Regeering de meerderheid be haald, ondanks intriges en klinkende verlei dingsmiddelen van Rhodes en zijne Engelsche partij. Engeland wil Zuid-Afrika Engelsch maken en moet daarvoor 1. de regeerings- meerderheid in Kaapland omzetten en 2. de beide Republieken inpalmen. Dit is het jarenlange streven van Chamber- lain en zijne handlangers geweest. Hoe zal dat punt 1 klaargespeeld worden? Verdeeldheid zaaien in het Hollandsche kamp; ’t is een heele toer, die niet spoedig gelukt. De Oorlog biedt nu echter eene prachtige gelegenheid aan. Chamberlain heeft den 11 Mei te Birmingham gezegd, «dat Groot-Brit- tannië besloten had, dat verdraagzaamheid jegens de rebellen vereenigbaar moet zijn met rechtvaardigheid jegens de loyalisten.* Dat beteekent dus in goed Hollandsch, dat de Engelsche Kapenaars, nu in de minderheid, beloond zullen worden in verband met het be straffen der rebellen, waartoe men liefst alle Hollandsche Kapenaars wou rekenen. Dit kan b.v., door die rebellen ook het kiesrecht te ontnemen. Als men deze straf slechts zóó dikwijls toepast, dat de Engelschen de meer derheid hebben, is de zaak gered. Schreiner, die aan Chamberlain voorstelde om amnestie aan allen te verleenen, moest met zijn minis- ten boeten.* «Gij kent haar dus ’t Is de weduwe van een vroe- geren landeigenaar.* «Volkomen juist; zij zijn door speculaties in lande rijen rijk geworden en trokken toen naar de stad, maar men sloeg drie kruizen toen zij daar aankwamen. Dat wil zeggen, hij, de brave Altsinger, was eigenlijk on schadelijk, hij boog slechts voor mevrouw zijne ge malin. Zij voerde het kommando en plaagde den ar men man dag en nacht, tot zij hem gelukkig onder den grond gebracht had. In ’t voorbijgaan gezegd is zij een twintig jaar ouder als Max. Houd je die schoon zuster van ’t lijf, Ernst’t is de vleeschelijke satan »Ik denk er volstrekt niet aan, met Max weer relaties aan te knoopen,* zei Ernst bedaard. «Wij zijn elkaar geheel vreemd ge worden in de laatste jaren hij kwam en schreef trouwens ook slechts dan nog, als hij geld noodig had, en dat kwam bepaald nog al vaak voor.* «Ja, hij had altijd geld noodig*, viel de notaris in, «en je liet je altijd inpakken. Ik, dat weet je, heb dat mensch nooit kunnen vergeven dat hij mijn huis aan een Neustadter wilde verkwanselen, en dat hij op mijn spoedigen dood geklonken heeft.* «Schenk hem vergiffenis, oom Treumann!* zei de ma joor plechtig. «Thans kunt ge ’t doen, want wie die Altsinger tot echtgenoote heeft, die is voorgoed bezorgd en onder dakDie zal Max er ook wel onder krijgen, want hij is veel te dom om zich te verweren, en ’t verweren helpt in dit geval ook nietslaten wij hem aan zijn noodlot over hij ruste in vrede De volgende morgen, donker en nevelachtig, klaarde spoedig op tot een heerlijke zonnige dag. Het bezoek te Heilsberg was tot den namiddag uitgesteld geworden, omdat Ernst en Edith verklaarden, dat zij nog een Uit de Raadszaal. 50 Vervolg en Slot. «Ja, maar waarom dan toch eigenlijk?* vroeg de majoorsvrouw. «Wij hadden al lang gemerkt hoe ’t tusschen je beiden stond, en ik geloof dat gij sa men ’t ook al lang eens zijt geweest. De uiterlijke omstandigheden waren voor jelui toch geen beletsel, je bent immers rijk genoeg.» De jonge vrouw, die juist het haar voor den spiegel in orde gebracht had, keerde zich lachende om. «Dan kent ge mijn Ernst met zijn trotschheid niet Hij zou in geen geval hebben kunnen verdragen, af hankelijk te zijn van mijn vader, ook zelfs niet voor- loopig. Hij eischte van mij de belofte, zoolang te zul len wachten, tot hij zich in Berlijn eene positie zou verworven hebben en zelf in staat zou zijn, mij iets aan te bieden. Dat gebeurde echter veel gauwer als wij dachten. Ik weet het best, hoezeer hij in beslag genomen wordt.* «Dat ’s immers geheel naar je smaak,* zei Wilma plagend. «Jou man moest immers beslist meer wezen als alle anderenhij moest jou en zich-zelf omhoog voeren tot de hoogten des levens; nu, jou Ernst neemt daartoe al een aardigen aanloop. Zij willen hem thans zelfs in den Rijksdag kiezen.* terie aftreden en plaats maken voor een En- gelschgezind ministerie. Gelukkig blijven de Afrikaanders eensgezind, wat bleek uit het te Paarl gehouden Bonds4 congres. Den 15en Juni kwam het lang uitgestelde congres van den Afrikaander Bond eindelijk te Paarl bijeen. Er waren een 75 afgevaar digden; verscheiden takken, in het noorden vooral, hadden4 geen afgevaardigde kunnen zenden. Een talrijk publiek woonde de werk zaamheden bij. Aan de bestuurstafel zaten bij de opening de heeren T. P. Theron, L. W. V., J. J. Michau, N. F. de Waal, L. W. V., en D. J. A. van Zijl, L. W. V. Theron hield als voorzitter de openingsrede. Hij had zich tot taak gesteld uit de geschie denis van den Bond aan te toonen, dat de be wering, als zou de Bond naar een Zuid-Afrika onder eigen vlag gestreefd hebben, onwaar was. Hij eindigde zijn betoog aldus: Met vrijmoedigheid durf ik te zeggen dat er geen organisatie is, die met de weinige mid delen ter onzer beschikking en met het mate riaal waarmede wij te werken hadden, meer had kunnen doen onze gehechtheid en loyaliteit aan hare majesteits persoon en troon (niet met cham pagne en whisky in de bars, en met hoera schreeuwen langs de straten, en met al dat vlagwaaien en toortslichten-processies) maar door waara'chtige gehoorzaamheid aan hare wetten en bevelen te bewijzen, dan onze orga nisatie. En wat is vandaag ons loon daarvoor? Ver nietiging, uitroeiing, onverhoord in tronken gestopt, en als rebellen door onze tegenpartij en haar gekleurde vrienden en vriendinnen, langs de straten, in de bars en kantienen uit gekreten. Betaling uitgeloofd aan zwart en wit, om, al was het zooals in de vroegere dagen met gehuurde en betaalde valsche getuigen, eenig Afrikaander, op wien men een oog en wrok heeft, al was het maar voor een tijd, in den tronk te stoppen en te vernederen. Mijne vrienden, als ik mijn oog ophef en zie de oude Union Jack, de vlag van hare majesteit, waaronder ik geboren ben, en nog leef, dan moet ik eerbied hebben in mijn hart voor hare majesteit mijn koningin en hare vlag, onder welke wij onze vrijheid en bescherming al ons leven door genoten hadden. Maar als ik terug denk aan de laatste acht maanden, en wat wij als Britsche onderdanen (ik meen •Hij deelt mij daarin zijne verloving mede. «Heeft hij eindelijk een gesnapt s majoor uit. «Zij zal natuurlijk rijk minder deed Max ’t nietnu, dan zijt gij althans van ielnia-l 200 NEEK. Q S X o sx 3 I I COURANT.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1900 | | pagina 1