W 811 ES OMSTOKEN. mms- i inniuii 1 Volkscrediet. Sen trotseh Meisje, I. Zaterdag 14 Juli£1900. 65e Jaargang. T, ar- BEKENDMAKING. KENNISGEVING. XTo. 56. UitgeversPOUWELS FALKENA, tegenover ’t Tramstation Sneek. Officieels Advertentie. FEUILLETON. te- ïe- in. val 20 - ’t Algemeen geen le Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. zijn de 00, 00, 00, ag.| EB IA- in :rd en rs- m- nd 'ter in de )0, iet ng cal het moeielijk worden een oordeel de credietwaardigheid der aan- hts ran sse )dat tal feu die it- ne ten ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar plaatsruimte. 1 Het allerliefste ontbjjtplekje op de warande van het kleine hotel aan Badensee was nog onbezet. De zon stond al hoog aan den hemelde reusachtige rots blokken en bergkruinen verhieven zich in hun verblin dend wit ver boven de toppen der dennen. Over het meer zweefden nog dunne nevels als een luchtige mor- gensluier. Een onbeduidend klein watervlak, maar zoo kristalhelder en doorzichtig, zoo heerlijk blauw, dat het bij de zachtgroene bosch-omlijsting, bij de diepe stilte bepaald een sprookjesachtige uitwerking maakte, als moesten waternimfen uit de diepte oprijzen en zich op een' der met mos begroeide rotsblokken neervleien, of boschgeesten door het fijne struikgewas aan den oever en de overhangende boomtakken loeren. De gestalte die zich in de eerste plaats vertoonde, verstoorde echter die sprookjes-stemmingeen stede ling in een heel licht zomercostuum met een groen jachthoedje, dat niet recht bij de opgepronkte verschij ning paste, met gele schoenen en vuurroode handschoe nen. Op eenigen afstand, zooals hij, vroolijk en opge wekt met den stok door de lucht zwaaiende, naderbij kwam en vervolgens begon te gekscheren met het dienstmeisje dat hem de koffie bracht, zag hij er nog vrjj jeugdig uit. Maar toen hij den hoed afnam, zag men "met hoeveel kunst het donkere haar bij elkaar ge kamd was om het hoofd te bedekken. Van nabij her innerde zijn gezicht met de ontelbare rimpeltjes om oogen en mond, aan appels, die, door de vorst over vallen, schrompelig worden, en het gitzwarte van den knevel scheen niet geheel en al echt. Voor een kringetje van pleizierreizigers, die zich goed wilden amuseeren, bestond er geen voortreffelij ker reisgenoot als Albert Koppel. Met vurigen ijver zorgde hij voor afwisseling, voor genoegens ook bij regenachtig weer en voor het ten volle profiteeren van eiken zomerschen dag. Hij behoefde niet uit te rusten als andere door arbeid vermoeide menschen. Hij leefde van zijn aanzienlijk inkomen en had zich niets anders tot taak gesteld, als zich ’t geheele jaar door op ’t beste te amuseeren; geld- en beroepszorgen waren hem vreemd, en met ernstige gedachten was hij niet gewoon zich ’t hoofd te breken. «Wat zegt gjj vaneene wandeling naar ’tEibmeer?< riep hij de beide heeren toe, die er thans aankwamen. Twee zeer verschillende verschijningen. De eene, de eerste luitenant Detzer, had in zijn grijs wambuis, met zijn rond, grof gezicht, dat zoo bruin verbrand was dat de baard er nauwelijks bij afstak, heel goed voor een wakkeren landbouwer kunnen doorgaan. De ingenieur Gehringer, die hem vergezelde, was daaren tegen erg opzichtelijk uitgedost met een roode sjerp over zijn lichtgestreepte matrozenblouse en een coquet wit mutsje op ’t krullend haar. »Als de dames lust hebben, dan houden we een picknick op een der eilanden. Wij sturen een wagen vooruit met fourage. Wij gaan te voet en laten ons vervolgens roeien. »Ja wel, Koppel, dat zou alles heel aardig zij opant woordde de luitenant, die ijverig aan zijn ontbijt bezig was en zijn boterhammen dik met honig besmeerde, BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeen te Sneek, brengen ter openbare kennis, de volgende Do COMMISSARIS der KONINGIN in de-provin- cie Friesland, Gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857 (Staats blad no 87); Brengt ter kennis van de belanghebbenden dat, ingevolge besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie, van den 5 Juli 1900, no. 72, le afdeeling J lo. de jacht in de provincie Friesland zal worden GEOPEND op Zaterdag den 11 Augustus a. s., voor zoover betreft: a. het schieten van eenden en het vangen van eend vogels in eene eendenkooi of in een daarmede gelijk staand toestel, een half uur vóór zonsopgang b. het schieten van ander waterwild, als duikers, waterhoenders, watersnippen, schrieken, kemphanen, strandloopers, wulpen en plevieren, op alle wateren en hunne oevers, zoomede langs de kusten, moerassen, petten, plassen en slooten, met zonsopgang 2o. de onder a en b vermelde jacht, uitgezonderd, het vangen van eenden in eene eendenkooi of in een daarmede gelijkstaand toestel zal worden GESLOTEN op Zaterdag den 8 September a. s., wat betreft het schieten van eenden, een halfuur na zonsondergang, en van ander waterwild, met zonsondergang En zal deze op de gebruikelijke wijze worden afge- kondigd en aangeplakt. Leeuwarden, den 9 Juli 1900. (get.) Van HARINXMA thok SLOOTEN. Sneek, den 13 Juli 1900. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. VAN DER LAAN, Secretaris. tig om ook voor de eischen van den laatsten tijd nuttig werkzaam te kunnen zijn, is ook het volkscrediet ter sprake gekomen. In de openingsrede werd er op gewezen, dat deze maatschappij reeds in 1891 de oprichting van volkscredietbanken had aanbevolen en besloten de stichting daarvan ook financieel te bevor deren. >Zulks in overweging,” zei de Voorzit ter, «van de bestaande behoefte voor kleine industrieelen en neringdoenden, dat zij, crediet behoevende, zooals dikwerf het geval is, niet gedwongen zijn daartoe hunne toevlucht te nemen tot de zoodanigen, die misbruik ma kende van hun nood, dit tegen woekerrente verleenen, maar hun daarvoor de gelegenheid zij verschaft door inrichtingen, op hunne kleine omstandigheden berekend. Wel is waar, be stonden reeds in verschillende departementen hulpbanken, waarbij de werklieden en ambachts lieden tijdelijk eenig geld tegen matige rente konden opnemen, maar deze instellingen, als alleen bestemd voor de geheel-onbemiddelden, waren ten eenenmale onvoldoende voor den nijveren burgerstand, die maar al te dikwijls, door gemis aan het noodige fonds, tot achter uitgang was veroordeeld.” Verder wijzende op de bemoeiingen der maatschappij in deze richting, werd er op gewezen, hoe gunstig de resultaten waren door verschillende coöpera tieve crediet-instellingen, o. a. te Amsterdam, verkregen. Doch ook buiten de hoofdstad werken reeds eenige hulpbanken met zoozeer gelukkige uitkomsten, dat zij voor meerdere departemen ten dezer maatschappij een aansporing mogen worden, eveneens tot stichting eenei coöpera tieve voorschotbank over te gaan. Tot zoover de openingsrede dezer vergade ring volgende, willen wij hier eene korte be schouwing omtrent het volkscrediet even vol gen, zoowel om het belang der zaak, niet het minst in onzen tijd van malaise, als wel om melding te kunnen maken van hetgeen over onze grenzen in het belang van een in gezon de richting werkend volkscrediet, werd tot stand gebracht. Wij zeggen hier met nadruk: in gezonde richting werkend. Want in onze dagen van hoog opgevoerde levenseischen, nu wij de volksklasse niet zelden een terrein zien betreden, uitsluitend om ruimer aan luxe en opschik te kunnen voldoen, dient meer dan ooit door den voorschotgever de noodige voor zorg in acht te worden genomen. Want zoo- Op de jaarlijksche vergadering der aloude Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, eene instelling, die ondanks den ouderdom, in haar streven en werken steeds jong blijft en krach- niet. En van een officier weet men vooruit dat hij een huwelijksgift noodig heeft. Ik daarentegen zou een vrouw een leven kunnen aanbieden als geen ander zoo gemakkelijk doen kan. En juist daarom mag ik geen verwachtingen opwekken.» Detzer en Gehringen lachten nog altijd. «Wij eischen het bewijs dat juffrouw Olga vriende lijker tegen u is, als tegen ons, als gij er moeite voor doet! Waarom hebt gij zoo gebluft,» zei de ingenieur. «Ja, wij willen ons overtuigen, welke macht gij op jonge dames uitoefent!» zei de luitenant spottend. «En ’t hindert volstrekt niet als gij hangen blijft. Onze hospita te Grainau zei immers onlangs zeer te recht «Voor mijnheer Koppel wordt het nu hoog tijd om te trouwen. Beter wordt hij er toch niet meer op «Houd je nu stilgebood Koppel, en hij sprong op om de familie Werholzer te begroeten. ’t Eerst kwam mama, een deftige dame die bepaald heel mooi moest geweest zijn, die de drie heeren met voorkomende lieftalligheid de hand gaf en onuitputtelijk was in dankbetuigingen toen men een stoel voor haar aanschoof en haar een voetbankje bracht. Haar oudste dochter, mevrouw Weidner, die pas voor een paar da gen was aangekomen, hield haar driejarig dochtertje aan de hand. Zij lachte vriendelijk en gelastte haar kind ook te groeten en de heeren een handje te geven. Alleen de slanke, trotsche Olga groette met een nauw merkbaar onverschillig hoofdknikje. Zij was opvallend knap, vooral als zij de gitzwarte oogen opsloeg, die als donkere vlammen in het bleeke gezicht schitterden. Van terzijde gaven haar gelaatstrekken met de dikke haarlokken over ’t voorhoofd en de trotsche uitdruk king om den mond, een afstootend kouden indruk. Wordt vervolgd. «als we hier maar een jong meisje hadden met wie we gezellig konden praten. Maar die juffrouw Olga «Nu, hoor eens, zij is toch een allerliefste, pikante verschijning.» «Maar een onuitstaanbaar ding!« voegde nu ook Gehringer er bij. «De overige familie, mevrouw Wer holzer en de getrouwde dochter ook, zijn lieve, char mante menschen. Maar ik zie volstrekt niet in, waarom ik mjj van eene jonge dame zoo’n hoogmoedige, spottende behandeling zou moeten laten welgevallen?» «Neen! Wij zijn aan eene geheel andere behandeling van den kant van knappe jonge dames gewoon!» be vestigde de officier. «Gij hebt er geen slag van, met dat meisje om te gaan,» beweerde Koppel. «Wel, komaan! komaan!» «Gij ergert u dadelijk, als zij een aardigheid zegt of een boos, snippig antwoord geeft. Ik vind dat stijf kopje heel aardig. Ik zou wel een weddingschap dur ven aangaan, dat ik haar wel spoedig tam zou krijgen als ik mjj maar een beetje moeite getroosten wilde «Probeer ’t dan «Als gij zoo zeker zijt van uw zaak, laat ons dan eens zien, hoè men met dat verwende prinsesje moet omgaan Er lag onmiskenbare spot in die uitroepen der beide heeren, die elkaar wederkeerig toelachten. Zij vonden ’t erg grappig, dat hun vriend hen, de jongeren, de loef wilde afsteken. Koppel haalde met een heel ernstig gezicht de schouders op. «Ik heb mij tot nu met opzet achteruit gehouden. Ik moet, in mijne positie, voorzichtiger zijn als gij. Mijn hemel, als gij aan eene dame het hof maakt, dan heeft dat niet veel te beduiden. Gehringer wordt misschien nog wel eens een goede partyhij is ’t nog Novelle van EMMA MERK. schitterend resultaat gehad op hare bemoeiin gen, in zake de oprichting van crcdietinstellin- gen in de landbouw-centra. Beter ging het den Nederlandschen Boerenbond, die werkelijk zeer veel voor de verbetering van het land- bouwcrediet heeft gedaan, waardoor o. a. Lim burg 6, Gelderland 7 en Noord-Holland 10 landbouwbanken bezit. Deze landbouwbanken werken coöperatief, zoodat ieder lid hoofdelijk aansprakelijk is met zijn geheele vermogen. Tevens zij vermeld dat deze banken op ver schillende grondslagen werken. Die van Raif feisen vormen hun grondkapitaal door spaar penningen of gedeponeerde gelden, waarvoor een vaste rente moet worden uitgekeerd. Het stelsel-Schulze-Delitsch vestigt een kapitaal door stortingen. Het laat zich begrijpen dat het stelsel-Schulze zich in het bijzonder tot dit doel leent door de mogelijkheid van langeren cre- diet-termijn. Deposito’s kunnen ieder oogen- blik worden opgevraagd, dus kunnen de ban ken deze gelden niet te lang uitgeven. En dat voor de credietnemers juist de lange ter mijn dikwijls het groote voordeel oplevert, staat te begrijpen. Met België en Duitschland, als welsprekende voorbeelden, mag de wensch niet onuitgespro ken blijven dat ook hier te lande eens ernstige stappen zullen worden gedaan, om het volks crediet te verbeteren. En dan zullen wij het niet bij enquêtes en conclusies moeten laten, omdat het meest-zaakkundige rapport en de welsprekendste conclusie geen practisch voor deel opleveren voor die groote massa, die er op wacht. Iedere provincie zou voor zich zelf moeten beginnen, om zich ten slotte in een vereenigingspunt op te lossen. Men wachte dan ook niet tot die wetswijziging zal zijn verkregen, waarbij de fondsen der rijks- postspaarbank vruchtdragend zouden kunnen worden voor dit groote doel. Het particulier initiatief spanne er zich voor. En wij twijfe len niet of na eenige jaren zal de wetgever, verlokt door dat voorbeeld, niet kunnen weg blijven met een voorstel, waarbij de gelden onzer staatsspaarbank ten dienste zullen staan voor die credietwaardige menigte, voor wien bij de Nederlandsche Bank geen plaats is. Hier worden de grooten geholpen, dat men ook aandacht schenke aan die vele en velerlei belangen der «kleine luiden”, die met «een voorschotje” hunne zaken tot bloei, hunne positie tot verbetering zouden kunnen brengen. als ’t wel met meer dingen in de wereld gaat, zoo is ook het crediet den een ten zegen, den ander een kwaad. Een matig, een goed aan wenden van credietmiddelen, kan niet zelden de grondslag vormen voor steeds grooteren bloei. Hij, die ’t bedrijfskapitaal mist om eene belangrijke uitbreiding zijner handelsonderne- rningen aan te vatten, moet aan kapitaal of crediet worden geholpen. De groothandel be schikt over het crediet, door per wissel te betalen. De wissel van een credietwaardig koopman zal door de Nederlandsche bank met geld worden ingeruild. Maar naast den groot handel is nog een breede massa, wellicht in aantal veel sterker, die tot de Nederlandsche bank niet kan naderen en toch met crediet tot hoogeren welvaart zou kunnen geraken. De kleine nijverheid moet aan wat bedrijfs kapitaal geholpen worden, om zich te kunnen ontwikkelen en om de gevreesde concurrentie der financieel-meer-bevoorrechten te kunnen weerstaan. Burgerstand en volksklasse zal met eenig kapitaal het ideaal eener eigen wo ning kunnen verwezenlijken. Zou men in dit alles door een centraal-volkscrediet willen voor zien, dan zouden vermoedelijk vele eigenaar dige bezwaren een gezonde werking van een zoodanig credietlichaam tegenhouden. Voor een centrale credietinstelling zou natuurlijk zeer te bepalen over aanvragers. Velen zouden wellicht worden afgewezen, 'wien in geval van meerdere be kendheid met persoonlijke omstandigheden of persoonlijke toestanden, de gewenschte steun zou zijn geschonken. Die bekendheid, dat juiste oordeel zou dan alleen kunnen worden verkregen, wanneer het centraal-lichaam over het geheele land plaatselijk vertegenwoordigd zou worden. Deze afdeelingen zouden zich met het onderzoek en de controle belasten, terwijl het hoofdbestuur het kapitaal zou verschaffen. In deze richting wordt thans ook in België voor de gelden der Rijks-spaarbank eene goede belegging gevonden, vooral waar men kapitaal kon verschaffen voor den bouw van arbeiders woningen. Minder gunstig waren aanvanke lijk de uitkomsten als landbouw-crediet, doch werden ook beter sinds men, geleerd hebbende door de omstandigheden, ook hier de beper kende bepalingen door een gezonder organis me deed vervangen. Hier te lande heeft de Maatschappij tot Nut van OU RANT. t I 7 N ir

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1900 | | pagina 1