VOOR SM ES 0I8TIM. NIEIWS- ES JIIVEKTESTIE8L1II Invoer van vee envleesch in België. Sen trotsch Meisje, Zaterdag 11 Augustus 1900. 55e Jaargang. No. 64. S n- Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’tTramstation Sneek. r FEUILLETON. ek Officieeïe Advertentie. KENNISGEVING. Uit de Raadszaal. iril, - rs N Bij dit no. behoort een Bijvoegsel. en i Wordt vervolgd. <i' n iede clt et Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. ■ing De BURGEMEESTER van Sneek brengt naar aan leiding eener bij hem ontvangen missive van den Commissaris der Koningin in deze Provincie, dd. 7 dezer, 3 Afd. Statistiek no. 575, ter openbare ken nis, dat met ingang van heden, douane Esschen (dorp), telkens van 8 tot 9 uren ’s voormiddags, voor melk vee den 1 en 15 van elke maand en voor schapen, paarden, geiten en slachtvleesch iederen Woensdag zal zijn geopend. Sneek, den 8 Augustus 1900. De Burgemeester voornoemd, ALMA. Novelle van EMMA MERK. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent eh van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. zij aan eene wending ten goede bijna niet meer ge- looven kon, niettegenstaande zij het vroolijk stemme tje van haar kind weer hoorde en ofschoon Otto nu weer naast haar zat. •Gij waart dus blij dat ik weg was?» »Ik was den eersten dag eenvoudig «verslagen.» Vrouw en kind weg! Geen afscheidsbrief! Ik wist waarlijk niet dat ik je zóo erg beleedigd had »Maar, Otto Gij hadt toch weder zoo’n booze zin speling gemaakt op mama en Hij zag er weer erg spotlustig uit met de diepe plooi die zich om zijn mond samentrok. Maar zijn oogen keken zoo warm en teeder naar de jonge vrouw, die zoo bewogen, zoo plechtstatig naast hem zat als in de dagen toen hij om haar vrijde. •Ja, in ’t eerst was ik «verslagen.» Maar ik troost te mijzij zal wel spoedig terugkomen Maar toen dagen verliepen, werd ik toornig, woedend. O, wij zullen eens zien, wie ’t langer uithoudt, zij of ik Ik zal niet den eersten stap doen, dat’s zeker Met elke nieuwe week verbaasde ik mij meer over je, werd ik gedurig stijfkoppiger. Toevallig viel mijn verlof wat vroeger in. Nu ga ik extra een mooi reisje maken, geheel alleenzei ik bij mij-zelf. Ik neem dus een reisbiljet en ga naar Hohenschwangau, om het koninklijk slot eens te bekijken, ’t Was wel heel mooi, maar, ik weet niet hoe ’t kwam, ’t beviel mij toch niet recht. Ik verveelde mij alleen en verveel de mij als ik mij bij vreemde menschen aansloot. Met een erg bespraakten Noordduitscher wandelde ik de bergpassen door. Ik wilde verderop naar Tirol,, in de omstreken van Ortler naar een gletscher. Maar reeds te Imst kreeg mij op een mooien zomeravond zoodanig het heimwee te pakken, dat ik luid in mij zelf bromdegij zijt toch een groote dwaas, ’t Kwam van de Prov. Staten, waarbij werd goedgekeurd het voorstel om f 173 te vergoeden aan de gemeente Wym- britseradeel, wegens op verzoek van Ged. Staten, in het belang der scheepvaart meerder aan te brengen verbeteringen bij de ophaalbrug te Tirnsterwijl B. en Wworden verzocht direct na voltooiing van genoemd werk Ged. Staten daarvan bericht te doen, waarna betaling zal volgen; b. Id. van Ged. Staten, geleidende een uittreksel van een Kon. Besluit, waarbij worden goedgekeurd de verordeningen tot heffing en invordering van schüt- stalgelden, leges ter Secretarie, en van bruggelden te Heeg en te Wolsum; de beide eerste verordeningen zijn voor onbepaalden tijd, de beide laatste tot 1 Janu ari 1906 goedgekeurd; c. Id. van hetzelfde College, geleidende een uit treksel van een Kon. Besluit, waarbij de verordeningen tot heffing en invordening van schoolgelden op de openbaar lagere scholen in deze gemeente voor onbe paalden tijd worden goedgekeurd; d. proces-verbaal van de opneming der boeken kas van den gemeente-ontvanger op 7 Juli 1.1. Op voorstel van den Voorzitter worden alle bovenge noemde ingekomen stukken voor kennisgeving aange nomen. III. Opmaking dubbeltallen ter benoeming van leden in het zetterscollege. De Voorzitter deelt mede, dat overeenkomstig de wet een voordracht van zes personen aan den Com missaris der Koningin moet worden aangeboden, ter benoeming van drie leden van het college van Zetters voor ’s Rijks Directe-belastingen, ter voorziening in de met 1 Jan. e.k. ontstaande vacatures, wegens periodieke aftreding van de heeren S. J. Gerbrandy te Goënga, P. J. Greijdanus te Abbega en S. S. Mimiema te West- hem, welke evenwel herkiesbaar zijn. Burg, en Weth. stellen voor de aftredende leden tot le candidaten te herbenoemen en tot 2e candidaten te benoemen de heeren A. F. de Boer te Nijland, Joh. Reijenga te Heeg en H. Oppedijk te Hommerts. Daar niemand der leden stemming wenscht zullen genoemde zes candidaten ter benoeming van drie leden van het college van zetters aan den Commissaris der Koningin worden voorgedragen. De heeren Ages en Joh. Reijenga komen ter verga dering, zoodat thans 12 leden tegenwoordig zijn. IV. Rapport over de gemeenterekening, dienst 1899. De heer Joh. Reijenga deelt als voorzitter der Com missie tot het nazien van bovengenoemde rekening mede, dat hij wegens ongesteldheid, zijn taak niet heeft kunnen volbrengen, de beide andere rapporteurs heeft hij hiermede in kennis gesteld. De heer A. H. Tromp brengt thans rapport uit over ovengenoemde rekening, en deelt mede, dat wegens ongesteldheid van den heer Rejjenga, de vergadering der commissie al eenigen tijd was uitgesteld, doch dat de rekening met behulp van den Ambtenaar ter Secre tarie Elzer, den 28 Juli werd onderzochtde verschil lende uitgaven werden alle door kwitanties gestaafd en de rekening werd volkomen in orde bevonden, de ontvangsten bedroegen f 112,420.92 en de uitgaven f 105.973.99, de commissie stelt dan ook voor de ge meenterekening over 1899 goed te keuren met een batig saldo van f 6.446.93. De commissie meent in het rapport openlijk blijk te moeten geven van het nauwkeurig beheer door Bur gemeester en Wethouders gevoerd en bijzonder aan het nauwgezette werk van den gemeente-ontvanger, welke, naar zij wenscht, nog vele jaren voor het belang der gemeente mag werkzaam zijn. De Voorzitter stelt voor conform de conclusie van het rapport te besluiten en de rekening aan HH. Ged. Staten ter goedkeuring toe te zenden. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform besloten. De vergadering wordt hierna eenigen tijd geschorst, wijl B. en W. de herbesteding van het uitdiepen van de opvaart van IJsbrechtum tot de Kranekervaart op hedenmorgen 11 uur hebben bepaald. Na wederopening wordt aan de orde gesteld V. Vaststelling van het kohier van schoolgeld over het 2e kwartaal 1900. Burg, en Weth. stellen voor bovengenoemd kohier, hetwelk is opgemaakt tot een bedrag van f 231,50, na vaststelling door den Raad, ter goedkeuring aan Ged. Staten in te zenden en het daarna ter invordering aan den Gemeente-Ontvanger ter hand te stellen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform besloten. VI. Aanbieding van de Armvoogdij-begrootingen voor 1901. De Voorzitter zegt dat bovengenoemde begroetingen gewoonlijk door eene vaste Commissie worden nagezien; deze Commissie, bestaande uit drie leden, is op ’t pogen- blik echter zeer zwak, daar één lid, de heer Hettinga is overleden, en één lid, de heer Nauta, wegens onge steldheid wel verhinderd zal zijn vooreerst zijne werk zaamheden te hervatten, alzoo blijft alleen over de heer Feenstra. Spreker stelt dan ook voor thans 2 leden aan die ■•n missie toe te voegen, opdat, met ’t oog op de ge- meentehegrooting zoo spoedig mogelijk rapport kan worden uitgebracht. Na vier stemmingen werd als 2e lid dezer commissie benoemd de heer Huistra met 8 stemmen, terwijl op den heer D. Tromp 4 stemmen waren uitgebracht. Als 3e lid werd na 2 stemmingen benoemd de heer D. L. Tromp met 7 stemmen, verder verkregen de h.h. Ages 3, A. H. Tromp 1 en de Boer 1 stem. Der commissie, bestaande dus uit de heeren Feen stra, Huistra en D. L. Tromp, wordt door den Voor zitter verzocht binnen 14 dagen rapport over de ver schillende armvoogdij-begrootingen uit te brengen. VIL Schrijven van den districts-schoolopziener over de vervulling vacature hoofd der school te Nijland, met een adres om de school aldaar tijdelijk te sluiten. Door den Secretaris wordt eerst gelezen een schrij den van den districts-schoolopziener, den heer Renesse te Heerenveen, daarbij mededeeleude dat hij onder de 8 sollicitanten voor de betrekking van hoofd der school te Nijland, geen 3 personen kent, welke op de voor dracht zouden kunnen worden geplaatst, weshalve hij voorstelt op Vrijdag, 10 Augustus e.k.. onder de 8 sol licitanten een vergelijkend examen te houden te Woud eend en daarvoor dien dag de school aldaar beschikbaar te stellen. De 8 sollicitanten zijn de heeren L. de Vries te Eestrum, Joh. Oosterkamp te Warga, Jan Venema te Hemrik, J. v. d. Tol te Kortezwaag, K. Epema te Dronrijp, L. de Vries te Lippenhuizen, L. de Jong te Bolsward en G. Terpstra te Joure. mij voor als keekt gij mij aan met smeekende, ver wijtende blikken. En terwijl ik zoo de ondergaande zon nakeek en verdrietig op mijn sigaar kauwde, voelde ik zoo recht duidelijk, welk een lief vrouwtje gij toch zijt en hoe je je door mij onder den pantoffel hebt laten nemen tot ’t je op eens begon te vervelen. Ik zag ’t nu duidelijk in, dat ik een boosaardig mensch geweest was, die er schik in gevonden had je te pla gen, eigenlijk alleen uit overmoed, omdat je zoo’n goed, verliefd vrouwtje bent en omdat ik je zoo graag eens tot tegenstand wilde prikkelen. Ik kan ’t niet verdragen als men zoo toegeeflijk en zacht tegen mij isDat alles bekende ik mij zelf vol berouw onder mijn eenzaam verlangen en, ziet ge, daarom was ’t heel verstandig van je, dat je op eens boos geworden en weggeloopen zijt. Ik zeg je dat niet, opdat je na elke kleine oneenigheid je koffer zoudt pakken en naar mama reizen Zij keek hem overgelukkig aan en betuigde, druk het hoofd schuddende -Neen, neenGij moet ook niet meenen dat ’t voor mij zoo erg prettig wasEn ’t is heel lief van je, dat je mij dit zegt, opdat ik toch gelooven kan dat ik iets voor je ben. Opdat niet gedurig weer die vreeselijke gedachte bij mij zou moeten opkomen, dat je mij alleen daarom genomen hadt, omdat mama je ’t vuur zoo na aan de schenen lei, omdat ze je vangen wilde.* •Maar komaan, schatIk zou mij immers niet heb ben laten vangen, als ik niet gewild had Ik ben er immers de man niet naar, mij door een schoonmoe der te laten inpakken, als ik zelf er geen lust in had VERGADERING van den Gemeenteraad van Wgmbritseradeel, op Zaterdag, den 4 Aug. 1900, des voormiddags 101/, uur. Tegenwoordig zijn 10 leden, later 12, één vacature. Afwezig de heeren A. P. Nauta en H. Oppedijk. Voorzitter de heer M. H. Tromp, Burgemeester. Secretaris de heer J. Poppinga. Punten van behandeling'. I. Resumtie der notulen van de vergadering van den 7 Juli 1900. De notulen van evengenoemde vergadering worden, na lezing door den Secretaris, onveranderd vastgesteld. II. Mededeeling van ingekomen stukken. De Voorzitter deelt mede, dat van de heeren Nauta, en Oppedijk bericht is ingekomen, dat zij verhinderd zijn, (de eerste wegens ongesteldheid) deze vergade ring bij te wonen. Verder worden de volgende ingekomen stukken door den Secretaris medegedeeld: a. Resolutie van H.H. Ged. Staten, d.d. 11 Juli jl., geleidende een extract uit de notulen der vergadering den, dan zou ik Eda bij u gelaten hebben. De kleine drukte zich tegen tante aan en vertelde met komische gewichtigheid, wat zij ondervonden had dat zij in ’t hooi geslapen had. En in den stal waren twee koeien geweest en een klein kalf, dat zij had mogen voederen. De echtgenooten liepen zwijgend naast elkaar den oever van 't meer langs en sloegen den eenzamen boschweg in. Julie had de moed niet, haar man, die met moeite naast haar voortstrompelde, den arm aan te bieden. •Wilt ge niet liever wat gaan zitten vroeg zij bij de eerste bank, die door de takken van een jongen beuk verborgen werd. •Zeker. Het loopen gaat niet al te best,* zeide hij terwijl hij zitten ging. Min of meer bedeesd nam zij naast hem plaats. Hij keek haar geruimen tijd aan. •Ziet ge, Julie,begon hij vervolgens. »Ik had ’t niet van je gedachtMaar eigenlijk was ’t heel ver standig Hij had scherp gesneden gelaatstrekken en dieplig gende bruine oogen, die een vasten, doordringenden blik hadden. Een litteeken, herinnering uit een joligen studententijd dat van de rechterwang tot aan den hoek van den mond liep, gaf aan zijn gezicht een min of meer spotachtige uitdrukking, zoodat elke pla gerij, die bij een ander heel onschuldig zou hebben geklonken, bij hem wegens het vreemde lachen een eenigszins boosaardigen indruk maakte. En toch kon hij het plagen en narren niet goed laten. »Heel verstandig?* herhaalde Julie met trillende lippen. Zij had zich zoozeer vereenzelvigd met het denkbeeld, dat zij eene verlatene, ongelukkige vrouw was, van wie haar man niets meer weten wilde, dat 9 Met angstige, verschrikte oogen keek Julie haar echtgenoot aan, die nu naast haar stond. Om haar heen wemelde ’t van touristen, die de bergen op wil den van deftige vreemdelingen, die volgens hun reis boek een kwartiertje tijd over hadden voor de Baden- see en nu met een lorgnet voor de oogen het »beziens- waardige* opnamen. ’t Was geen erg geschikte plaats voor een ernstig wederzien, waarbij nog zoo veel te zeggen overbleef. En zoo begroetten zij elkaar dan ook erg bedeesd en stonden bjjna verlegen tegen over elkaar. Olga was nu echter ook bij hen gekomen en riep haar zwager toe: •Hoor eens, Otto! Als ik heden grijze haren had, 'dan zou ’t uw schuld zijnOmdat gij mij gisteren zoo’n schrik hebt aangejaagd door uw kinderroof!* •De straf volgde op den voet, waarde schoonzuster. Bij den eersten bliksemstraal namelijk ging ons paard met den wagen er van door. Ik kon elk oogenblik verwachten tegen den een of anderen rotsachtigen hoek van den weg geslingerd te worden. Er bleef niets anders over als het kind op den arm te nemen en er uit te springen. Daarbij heb ik den voet ver stuikt. Ik kon niet verder en heb in een boerenwo ning den nacht moeten doorbrengen, ’t Was alles be halve pleizierig. Als ik zooiets had kunnen vermoe- Hierna wordt gelezen een adres van den heer H. Pollema, Hoofd der Christel. School te Nijland, daarbij mededeelende dat sedert eene oproeping voor Hoofd der openbaar lagere school aldaar is gedaan, het getal leerlingen aan deze school weer is verminderd, daar weder 2 gezinnen hunne kinderen van die school heb ben afgenomen welke thans de bijzondere school be zoeken hiermede is het getal huisgezinnen, wier kinderen de o. 1. school aldaar bezoeken gedaald tot 3 van wie een even dicht bij Tirns woont en welker kinderen alzoo de school aldaar evengoed kunnen bezoekendat het besluit tot opheffing der o. 1. school te Nijland wel door Ged. Staten is afgewezen doch, dat deze vermindering van het getal leerlingen (er blijven nu slechts 5 over) opnieuw een bewijs is dat er weinig belangstelling voor die school bestaatadres sant stelt dan ook aan den Raad voor geen benoeming voor hoofd der openb. lagere school te Nijland te doen, maar de school tijdelijk te sluiten, totdat meer belang stelling in die school blijkt. Nog wordt gelezen een adres van K. Veenstra en eenige andere inwoners van Nijland, adhaesie met het voorstel van den heer Pollema betuigende. Het tijdelijk hoofd der school te Nijland, de heer M. Reitsma, heeft op verzoek van Burg, en Weth. eene mededeeling ingezonden, waaruit blijkt dat van af 1 Juli 1.1. het getal leerlingen aan die school gemiddeld 5 bedroeg, van wie 2 evengoed de school te Tirns zouden kunnen bezoeken. Burg, en Weth. hebben, nadat bovenstaande adressen waren ingekomen, den districts-schoolopziener bericht, dat na ingewonnen bericht van het tijdelijk Hoofd der o. 1. school te Nijland, sedert 1 Juli slechts gemiddeld 5 leerlingen die school bezochten; dat reeds een adres tot tijdelijke sluiting dier school was ingekomen enz., zoodat zij bezwaar maken aan het verzoek te voldoen om een vergelijkend examen onder de sollicitanten te houden, doch eerst hierover den Raad wenschen te hooren. Hierop was een antwoord van den districts-school opziener ingexomen, daarbij meldende dat aan de wet moet worden voldaan en tevens zoo spoedig mogelijk bericht verzoekende of het vergelijkend examen, nader bij zijn vorig schreven aangeduid, op gemelden datum kan plaats hebben. Burg, en Weth. hebben hierop bericht, dat de adres sen in de vergadering van heden zouden worden be handeld, waarna zij van het besluit onmiddellijk aan den adressant zouden kennis geven. De heer de Boer zegt, dat destijds door een der leden van dezen Raad is gezegd, dat de o. 1. school te Nijland misschien wel van zelf zou uitsterven, dan kon deze dus worden opgeheven, doch thans ge lijkt het daar al veel op, nu die school nog maar door slechts vijf leerlingen wordt bezocht; destijds was het echter nog al een groot bezwaar dat er een hoofd was, welke bij opheffing aan den dijk moest worden gezet. Thans echter staat de Raad voor de keuze om ten be hoeve van die vijf kinderen groote uitgaven te doen of de school tijdelijk te sluiten. Spr. acht het on verantwoordelijk om zulke groote kosten te maken, ’t is niet alleen f750,salaris voor traktement aan het hoofd der school, maar ook nog f 50,salaris voor eene onderwijzeres in de handwerken; ongerekend dus de rente van oprichtingskosten der school en on- W s

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1900 | | pagina 1