t)
L
I
lo trotsch Meisje,
VOOR SU ES OISMES.
Amerikaansche zeden
NIEUWS- ES .UIÏEllTESTIElILlh
I.
55e Jaargang.
Zaterdag 1 September 1900.
KENNISGEVING.
No. 70.
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’tTramstation Sneek
Officieele Advertentie.
FEUILLETON.
I.
L
ÈK.
bleef
ir.
15
crd.
O
O
oor
t,
lal-
3de
IA-
bij
Novelle van EMMA MERK.
Dan laatsten dag, toen Olga afscheid nam van haar
kantoor, van haar tot nu doorleefden werkkring en van
haar patroon, lei over haar gezicht de doffe, pijnlijke
uitdrukking die een schreiend doorgebrachten nacht
op ’t gezicht en in de oogen achterlaat.
Ook Römer zag erg bleek, toen hij haar de hand gaf.
’t Lag hem op de lippen, te zeggen
•Blijf! Blijf
Een hartelijk woord, een geluid, een blik, en zij
zou niet in staat geweest zijn de tranen te bedwingen,
die haar telkens in de oogen wilden komen.
Maar zij waren beide zoo sterk zij wisten zich beide
zoo zeer te beheerschen
En zoo bleef onuitgesproken, wat tussehen hen smach
tend naar uiting verlangde. Zoo gingen ze van
elkaar
Of ze elkaar nog eens zullen weder vinden?
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Sneak brengen ter openbare kennis, dat ter Secretarie
dezer gemeente, gedurende 14 dagen, vanaf heden,
voor een ieder ter lezing is nedergelegd en in afschrift
tegen betaling der kosten algemeen verkrijgbaar
wordt gesteld, de aan den Raad aangeboden begroeting
der inkomsten en uitgaven der gemeente Sneek, voor
hetjaar 1901.
Sneek, den 31 Aug. 1900.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
K1NGMA, L. Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
zoo vreeselijk beangst, dat haar moeder bij haar thuis
komst hen zien, tegemoet komen en alsdan een harer
verschrikkelijke opmerkingen maken zou, als zij haar
arm in den zijne zag. En daarom volgde een koel
•Dank wel zeer, mijnheer Römer.»
Hij was gekrenktzij zag 't wel.
Mevrouw Werholzer voerde hare bedreiging uit. Zij
was nu vrij van hare plichten als grootmoeder en kon
zich dus weer aan haar tweede dochter wijden. Op
een Zaterdagavond kwam zij in ’t kantoor, praatte een
poosje met Römer, maakte hem allerlei vriendelijke
complimentjes en noodigde hem voor den volgenden
dag aan tafel.
Hoe zou Olga er zich in hebben kunnen verheugen,
dat hij die uitnoodiging aannam, terwijl zij meende,
dat de eigenlijke bedoeling harer moeder zoo duidelijk
op haar gezicht geschreven stond, dat ieder ze er wel
zou kunnen aflezen
Kort daarna werd er op ’t kantoor over gesproken, dat
men in een stad in Noord-Duitschland, waar de firma
Römer een soort filiaal had, graag eene dame zou wil
len hebben, die thuis was in ’t boekhouden en vooral
op de hoogte van vreemde talen.
Olga had met bleeke, vast op elkaar gedrukte lip
pen toegeluisterd, innerlijk worstelend een besluit te
nemen.
•Zou u mij die betrekking willen toevertrouwen, mijn
heer Römer
•Wil u dan weg?«
Die vraag kwam er ontsteld uit en hij keek haar
doordringend aan. Zij moest al haar wilskracht te
hulp roepen, verbergen hoe moeielijk haar deze schei
ding viel, om den moed te vinden tot het onverschil
lig antwoord
•Waarom niet? Ik heb nog zoo weinig van de wereld
gezien, ’t Zou eene afwisseling zijn.*
•Als u daarnaar verlangt, juffrouw Werholzer, dan
zijn wij in staat aan uw verlangen te voldoen,* ant
woordde hij bitter.
Het deed hem pijn dat zij weg wilde. Het trof hem
als eene smartelijke teleurstelling. Maar ook hij was te
De kranten hebben ons vele bijzonderheden
gebracht van de totale zonsverduistering, waar
voor de geleerden vooral in Amerika en Spanje
samengestroomd waren. Men had eerst ver
wacht, dat de Engelschen wel naar Amerika
gestevend zouden zijn, maar de beslist anti-
Engelsche strooming daar deed hen vol af keer
den rug wenden. In beide landen van waar
neming is het op 28 Mei jl. helder weer ge
weest en men stond vol eerbied het eenig
verschijnsel aan te staren. Te Argama filla de
Alba in Spanje werd o. a. ook een waarneming
gedaan. Wij lazen, dat toen de maan onge
veer de helft van de zon had bedekt, deze haar
glans verloor. De natuur veranderde ook. De
vogels zochten angstig fladderend hun nesten
op, andere dieren gingen zich verschuilende
paarden werden onrustig voor den wagen.
Slechts een troep ezels, verstandig als zij zijn,
bleef rustig doorgrazen. Een koude windvlaag
stak op en het landschap werd vaal. De men-
schen verbleekten. Maar bij de totale verduis
tering was de aanblik nog grootscher. Om de
maanschijf, die toen de zon volkomen bedekte,
dansten vurige tongen. Een menigte sterren
doken op. Maar heel spoedig schoot weder
de eerste verblindende zonnestraal over de aarde
en werd met luid gejubel begroet. Honden be
gonnen te blaffen, paarden te hinneken, de hanen
zoet, die met zout eetbaar werden gemaakt
groenten in microskopische kleine hoeveelheid.
Maar o, die manoeuvre voor men aan tafel
gaat. Men komt de eetzaal binnen, en ziet
de staroogen van den head-waiter op zich ge
vestigd, die u met deftig, onnavolgbaar hand
gebaar een plaats aan tafel aanwijst, of u op
dezelfde wijze aan een kellner overdraagt, die
hetzelfde manuaal maakt. En, niemand ont
komt aan deze manoeuvre. Onze reizigers za
gen twee millionnairs binnen komen, die de
staroogen afwachtten, en toen pas, door het
zelfde majestueuse handgebaar tot zitten werden
genoodigd. Een bijzonderheid in deze hotels
is zeker ook, dat men met z’n tweeën op één
kamer logeerend, slechts één glas, één waterkan
enz. krijgt. De binnen geroepen kellner scheen
niet te begrijpen, dat voor twee monden twee
glazen behoorden te zijn.
En dan dat reizen met den trein. De hoofd
conducteur is daar een mijnheer, die het zijn
plicht acht de menschen op hun gemak te
zetten. Hij gaat heel fideel met en naast de
dames zitten praten en neemt een hoogst be
schermend air aan. Het is voorgekomen, dat
onze reizigers door tijdsgebrek geen kaartje
hadden kunnen nemen en zóó maar in den
waggon waren gestapt. Met onnavolgbaar
vertrouwelijk schoudergeklop zei de »mijnheer*
•o good fellows, have you money?» En, toen,
ja, geknikt werd, was de man heel tevreden.
En zoo zijn wij gekomen in Georgië, meest
door negers, veel oud-slaven bewoond. Bij fees
telijke gelegenheden loopen zij als echte dan-
dys op z’n Europeesch, met hemelhooge boor
den en manchetten. En de dames houden, o
zoo schitterend, haar sleepje op. Daar is het ook
verboden des Zondags bier of sterken drank te
gebruiken, en men wordt voor half-gaar aange
zien, als men op dien dag naar zooiets vraagt.
Worden te New-York veel negers als kell-
ners gebruikt, in Georgië is natuurlijk het gan-
sche personeel van den bezitter van het hotel
tot de flesschenjongen toe héél bruin van kleur.
Maar hoe aartsvaderlijk is het daar nogHet
was op een avond heel druk in ’t hotel, en
onze reizigers hadden geen plaats kunnen krij-
trotsch, haar te laten blijken dat hij haar onuitspre
kelijk missen zou.
Met doffe oogen deelde zij hare moeder haar besluit
mede, en toen mevrouw Werholzer haar met heftige
verwijtingen overlaadde, zeide zij ernstig en treurig
•Gij drijft er mij immers zelf toe, mama! Waarom
hebt gij voor mij een geluk willen afdwingen, dat voor
mij slechts een geluk zou geweest zijn als ’t vrijwillig
en ongedwongen tot mij gekomen was
Toen haar vader haar echter over ’t haar streek en
op zijn vermoeiden, zachten toon zuchtte»’t Valt mij
heel zwaar, mijn lieveling, dat ik je missen moet
toen kon zij zich niet langer bedwingen en begon luid
keels te snikken en te schreien.
Hij begreep haar.
•Ik zai je moeder, als ze vurig naar je zal verlangen,
Olga, eens een hartig woordje zeggen,* verzekerde hij
haar op zachten toon. »En gij zult zien, zij zal zich
allengs wennen aan je aard en je je vrijheid gunnen.
En dan, niet waar, keert ge terug naar je eenzame
ouders
Slot.
•Ik zal je nu eerstdaags komen afhalen, Olga, om
mijnheer Römer eene visite te maken en hem alsdan
uitnoodigen ons te komen bezoeken,* zei mevrouw
Werholzer op zekeren dag, terwijl Olga haar hand
schoenen aantrok.
•Mama!* riep het jonge meisje met zoo’n zenuw
achtige opgewondenheid als ze tegenover haar moe
der nog nooit aan den dag gelegd had, »ik zorg nu
voor mij zelf! Gij hebt nu ’t recht niet meer u in
mijne zaken te mengen! Gij zult, gij moogt het niet
doen! O, ik raad uwe gedachten! Ik bezweer u,
laat mij mijn eigen weg gaan, of gij zult mij ’t huis
nog uitjagen
•Ik kan me niet begrijpen waarom je je zoo opge
wonden maakt! Waarom zou ik niet vriendelijk zijn
tegen den heer Römer? Hij heeft mij van ’t begin
af bevallen, ’t Is toch immers niet zoo’n ongerijmde
gedachte, dat gij als meesteres mee aan ’t hoofd der
zaak zoudt staan, in plaats van je levenlang onder
geschikte te blijven. Wat je tegenwoordige maatschap
pelijke positie beteekent, dat ’s je althans duidelijk
kunnen worden op het laatste bal, toen je zitten
bleeft
•Ik verlang met vrede te worden gelatenLaat mij
met rust, als gij ook maar een vonkje liefde voor mij
gevoeltsmeekte het meisje met bevende lippen.
Zij kon niets meer zeggen. De zelfbewuste bedaard
heid, welke haar anders onder de scènes met hare
moeder staande had gehouden, had haar verlaten.
Romer had 't zich-zelf allang bekend, dat het mooie
meisje, met wie hij nu den geheelen dag samen was,
gen, als een der dochters van den huize niet
zoo vriendelijk was geweest, haarkamertjeaf te
staan. Maar deze jongedame had het niet noodig
gevonden, haar »in-expressible* en andere onmis
bare kleedingstukken weg te hangen. Ook yele
toilet-geheimpjes werden toen onthuld. Ja,
zelfs lagen geopende minnebriefjes nog op ta
fel. En ’s avonds was het heel fideel in het
salon. Mama en dochter zongen negerliedjes
en accompagneerden zich daarbij op de piano.
Ook Chicago werd bezocht. Hier ging men
natuurlijk naar de kolossale bazar (een ge
bouw van 130 M. in ’t vierkant) van de firma
Siegel, Cooper Co., waarvan de chef op z’n
Hollandsch Kuiper heet, die als jongen voor
jaren uit Akkrum vertrok, eerst bediende werd
en nu duizenden onder zich heeft. Van alles
kan men in die wereld-in-’t-klein krijgen tot
witte olifanten toe, maar echt Amerikaansche
dingen, enorm afwijkende van wat wij hier zoo
al kunnen koopen, zijn heel schaars.
Toen men den heer Kuiper in ’t Engelsch
aansprak, ging hij in ’t Hollandsch door, en
toen men hem dan ook vroeg of hij Hollander
was, zei hij: »een Hollander?neeneen Fries.*
De Friezen weten door zijn stichting Coopers
burg in zijn geboorteplaats, hoe warm zijn hart
nog steeds voor zijn land klopt.
Boeren- en astronomen-deputatie hebben el
kaar meermalen in Amerika ontmoet en zijn
heel vriendschappelijk gescheiden. Hun por
tret met eigenhandig onderschrift brachten de
laatstgenoemde als aandenken mee terug.
Den 24 Juni jl. ging men weer op de •Rot
terdam* scheep, en kwam den 3en Juli d. a. v.
behouden in ’t vaderland terug. Neem, waarde
lezer, echter nooit, van zoo’n stoomschip te
Rotterdam aan wal stappend, een vigelante bv.
naar het station. Voor een rit van een half
uur werd f3.gevraagd, en dat nog wel in
den vooravond. Eenigen Amerikanen dié in hun
land hiervoor 4 dollar zouden hebben moeten
betalen, was dit echter veel te duur. En,
wat wij wel wisten, maar de koetsier niet,
er was een Amerikaansch generaal onder, die
met 5 andere tochtgenooten toen in één viegje
stapte! M. C. N.
hem lief geworden was. Maar een man die op dertig-
jarigen leeftijd nog vrijgezel gebleven is, denkt er eerst
eens ernstig over na, alvorens hij tot het huwelijk be
sluit. Hij had daaromtrent al vele treurige ervaringen
en teleur stellingen bij zijne kennissen mee doorleefd.
Römer was bovendien niet iemand die zich zoo heel
spoedig door eene hartstochtelijke gemoedsaandoening
liet beheerschen. Alvorens hij zijn hart begaan liet,
moest hij weten of Olga van hem hield. Hij wilde
door zijn vrouw bemind worden. En ondanks zijn
goed voorkomen ondanks zijn innemenden aard, die
hem gemakkelijk vrienden deed verwerven, koesterde
hij eene zeldzame bescheidenheid omtrent den indruk
dien zijne persoonlijkheid maakte. Juist tegenover
Olga kon hij den twijfel niet meester worden is zij
eigenlijk wel in staat eene warme toegenegenheid te
koesteren? Zou ’t haar geen te groot offer kosten, haar
vrijheid, welke zij zoo vurig lief heeft, op te offeren?
Reeds een tijdlang was tussehen hen een prettige,
vertrouwelijke verhouding ontstaan. Er lag iets
een vreemde zou ’t misschien niet eens gemerkt heb
ben er lag iets in den toon hunner gesprekken,
dat van eene warmere intimiteit getuigde. Hij had
het jonge fneisje een paar maal te kennen gegeven, hoe
vriendelijk zjj geworden, hoezeer zij in haar voordeel
veranderd was.
En nu vertoonde zjj zich eensklaps weer in haar
vroegere ongenaakbaarheid. Hij zou niet hebben kun
nen zeggen, waarin die verandering eigenlijk bestond
maar deze deed hem toch kil aan. Soms, als zij met
haar schrijfwerk nog niet klaar en dus wat laat op ’t
kantoor gebleven was, had hij haar door de eenzame
straten vergezeld. Nü sloop zij haastig weg en be
weerde
•0, dank u, ik kan heel goed alleen gaan.*
Eens op een warmen, prachtigen zomeravond, toen
zij gelijktijdig uit huis gingen, bood hij haar den
arm aan.
’t Was zoo smachtend mooi in de zoele schemering.
Zij zou ’tzoo heerlijk, zoo zalig gevonden hebben, op
zijn arm te leunen en in die zachte avondstemming
zich door hem te laten leiden. Maar zij maakte zich
begroetten met blij gekraai den nieuwen dag.
Maar ook in Amerika, in Georgië, waar twee
Nederlandsche astronomen heen waren gegaan,
genoot men van het prachtig en indrukwek
kend verschijnsel.
Op 3 Mei jl. vertrok het driemanschap der
Boeren en ook de Nederiandsche deputatie van
astronomen met de >Maasdam« uit Rotterdam.
De «Sneeker Courant* heeft indertijd een be
schrijving gegeven van den indruk, dien het
afscheid op een der toeschouwers had gemaakt
onvergetelijk. Op verschillende plaatsen, waar
men langs voer gejuich en afscheidsmu-
ziek, en zoo ging men den nieuwen Water
weg door naar zee, Spoedig was Boulogne
bereikt, waar een Ier aan boord kwam, die
de aandacht op zich vestigde, omdat hij
steeds in de nabijheid der Boerendeputatie
de couranten hebben van dezen
•spion* weten te gewagen. En daarop een dag
of tien niets dan lucht en water en mist.
Het was een droevige reis; het leek wel, of de
zon toen reeds en voor geruimen tijd verduis
terd was. Zoo goed het ging, moest men zich
echter ’t leven aan boord maar gezellig ma
ken, en vele onschuldige spelletjes werden dan
ook door de twee deputaties gedaan. Zelfs, o
schande, organiseerde men een wedstrijd in ’t
in de mast klimmen en de spierkracht uitte
zich in het op de handen staan. Eindelijk was
de haven van New-York bereikt en kwam een
zwerm van interviewers aan boord, die een der
reisgenooten aanklampten, omdat zij in hem den
gouverneur Roosevelt meenden te zien.
En daarna de wereldstad in met haar he
melhooge huizen en ontzettend hooge prijzen.
Voor een familie-biefstuk werd twee dollar (f 5)
gevraagd; een kapper vond met anderhalven
dollar de moeite van te scheren en haarknip
pen maar even betaald!
En toen naar een der hotels. Als men denkt,
dat in een der eerste logementen ’t middagmaal
allicht toch wel bijster goed zou zijn, dan ver
gist men zich. Alleen ’t ijswater was kostelijk
en werd in zoo groote hoeveelheid gegeven,
of ’t voor een badkuip moest dienen. Vleesch
overigens goed, aardappels echter glanzend en
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f 0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
e
i
l
tl
F
OU RANT.