o PAARDENMARKT TE SNEEK. n NIEUWS- ES lllïEKTESTlEliUll s, iaaL lede GA- bij HUH! SNEU ES 0I8TIMES. Een bieroproer te Leeuwarden. ïij Zonder verleden. No. ,72. Zaterdag '8 September 1900. 55e Jaargang. Najaars-Paardenmarkt iSjL--- - UitgeversPOUWELS FALKENA, tegenover’t Tramstation Sneek. Officieele Advertentie. FEUILLETON. Bk p. Uit de Raadszaal. Novelle van Clara von Dincklage, ^93 inde jver Ier tot Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor S n e e k f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. ;ns, Ge- >e- en N- ing ht, te, er- de BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek, brengen ter openbare kennis, dat de aldaar, zal gehouden worden op Woensdag den 19 Sept. e. k» Sneek, den 8 September 1900. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van der LAAN, Secretaris. ;erd. 10 .0 voor o[]o— Bescherming of vrijhandel wat werd en wordt voor beide in deze eeuw niet hartstoch telijk gestreden Maar toch, zoo’n heel oude quaestiel Om bij Friesland te blijven: in de 15e eeuw had men daar een partij der Vet- koopers en der Schieringers, de eersten alles be halve de laatsten volbloed vrijhandelaars. De eersten hun zetel vooral in Leeuwarden en Bolsward hebbende, de laatsten te Sneek en Sloten; de eersten, zooals zich wel laat ver moeden, de partij der rijken, de anderen die der armen, in ’t algemeen gesproken, althans. Maar het had er veel van, of in 1482 de quaestie vrijhandel of bescherming van de baan zou geraken, daar toen tusschen beide eerst genoemde steden aan den eenen en de beide andere aan den anderen kant een verbond werd gesloten, om vier jaren lang »elck onder an deren ende met malcanderen fry to. copen ende to vercopen, ende te reysen, fry ende ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. het schip eene opening scheurde van ongeveer een vierkante meter, waardoor het water onophoudelijk in den dubbelen bodem stroomde, helde het schip reeds naar de gewonde zijde over. Onmiddellijk volgde het bevel tot sluiting van de schotten der waterdichte afdeelingen. Wij trachtten het schip met behulp der pompen vlot te houden. Maar dat bleek even vruchteloos als de poging om het pantserschip met de volle kracht der machine naar de engelsche kusten te brengen en op den grond te zetten. De afstand tot aan ’t vlakke water was te groot.» «0, mijn God,« zuchtte Fahrbach. «Zoo met open oogen zijn graf voor zich te moeten zien!« «Daar denkt men in de opgewondenheid van het oogenblik niet aan. Alle zenuwen zijn tot op ’t uiter ste gespannen. De gebiedende arbeid houdt aller handen bezig. En redding is ook nog niet onmoge lijk, want ik zelf ben daarvan de levende getuige.* Die laatste woorden van den officier gingen verge zeld van een lachje, dat in dit oogenblik van de hoogste spanning de treurenden onaangenaam aandeed. »A1 meer en meer,* ging de verhaler voort, »helde de zware scheepsromp over. De kommandant zag dat er nog slechts sprake was van enkele minuten dat wij onvoorwaardelijk verloren waren. Hij was dus nog slechts bedacht op de redding der beman ning en liet de booten klaar maken. Ondanks het dreigende gevaar gedroeg de bemanning zich voorbeeldig. Onverschrokken en moedig zagen de braven den dood in ’t gezicht. De booten werden uitgezet; maar ’t lukte slechts aan één kant, aan den anderen waren zij van het steeds scheever gevallen schip niet meer los te krijgen. Reeds dook het bovendek aan bakboord onder water; de kolossus kon elk oogenblik in de diepte wegzin- in later tijd kon men in de hoofdstad onzer provincie op een luifel lezen «Men tapt u hier goed Haarlems nat.* Dat wisten ook wel de boeren, die op een goeden dag van Juli van 1487 een frisch glas Haarlemsch bier in een herberg aan het Hoek- sterend gelegen, dronken. Maar de brouwers kwamen er achter en stormden het huis binnen om de overtreders van het verbod streng te straffen. Het werd een vechtpartij, die zeker door de boeren, de Schieringers, zou verloren zijn, als zij niet in de stins van Pieter Cam- mingha, die later Amelandshuis zou heeten, ge vlucht waren. Deze edelman, dien de aanma tiging der bierbrouwers allang verdroten had, en als beschermer der Schieringers bekend stond, liet hen ook nu niet in den steek, maar deed de poort achter hen sluiten. De brouwers, door de burgers geholpen, kwamen toen «met huer geweer voor de stins, ende wolden die overtreders van huer gebodt in huer handen hebben.* Goede raad was nu duur. Pieter Cammingha dacht tijd te moeten winnen en sprak de aanvallers aldus toe: >Y guede bur geren! disse mannen, dee op myn huus fleyn sint, da kan ic qualic ut werpe, nei daen dat se oen my fleyn sint ende bigeriet fan my beschirmt to wessen.* Den volgenden dag kon de zaak dan voor den >ghemene ried fen Liowert* gebracht worden. Was voor ’t oogenblik dus dit gevaar ge weken, er dreigde een ander. De Schieringers in Ooster- en Westergoo hadden van ’t geval gehoord en liepen te wapen, zoodat zeer spoe dig een macht van 8000 man, onder wie velen uit Sneek en Franeker, bij het Barrahuis, een uur van Leeuwarden, verzameld was. Toen kon men op den morgen van 25 Juli twee vrouwen, Frouk, weduwe van Kempo Unia en Doed, weduwe van Haije Heringa, zich naar de Schieringers zien begeven om hun te verzoeken van de stad weg te trekken. Haar verzoek viel in goede aarde. Er werd een stuk opgesteld, waarin geëischt werd het opnieuw in werkingtreden van het in April 1486 opge maakt verbond: ieder zou vrij mogen koopen en verkoopen en vrij mogen in- en uitgaan. De twee vrouwen kregen den brief mede met de bepaling, dat hij ’s middags bezegeld door de Overheid van Leeuwarden terug moest be zorgd zijn, en anders de stad zou aange vallen worden. De Olderman Pieter Auckama, die zich met 1 OCTOBER a. s. op dit blad abonneereu, outvan gen de nog vóór dien tijd ver schijnende nummers gratis. DE UITGEVERS. VERGADERING van den Gemeenteraad van Sneek, op Dinsdag, den 4 Sept. 1900, des namiddags ten 61/, uur. Afwezig de h.h. P. Fennema en R. S. H. Visser. Voorzitter de heer mr. D. Alma, die de vergadering opent met de mededeeling, dat, als art. 32 van ’t regle ment van orde deze zitting op den Isten Dinsdag in Sept, niet verplichtend stelde, ZEd. Achtb. had gewacht met vergaderen tot den 7 Sept., den dag, waarop ’t 25 jaren is geleden, dat de heer Joh. Gorter (thans weer aanwe zig) raadslid werd. Daar een enkele dag, vervolgt spre- feylich.* Worp van Thabor zegt, dat dit ver bond ook was aangegaan »aenmerckende die grote gewelt ende overdaden, die sommige heerschappen van beide partijen tegenst mal canderen, tegenst die huysluiden ende vreemde coopluiden daegelic deeden, tot groten preju- ditie schade ende schande aller Vriesen.* Maar, toen de vier jaren om waren, hoe ver anderde de gezindheid van Leeuwarden! Het scheen dat het voor vrijhandel veel gevoeld had maar het was ook niets meer dan schijn. «Daernae sint die Leeuerders stout ende moedig geworden, ende hebben die heerschap pen binnen ende buyten, naemelicken die van die Schieringer partye waeren, veracht ende beschadigt, zooveel als sy mochten.* Maar bovendien: in 1487 wist het rijke brou wersgild door te drijven »dat men gheen Haer- lemmerbier ofte coeyt moste vercoepen, ofte tappen, maer huer eygen bier, dat sy binnen Leeuerden brouden.* Niet alleen echter op het uitheemsch bier had men het in die dagen voorzien. Men kent het rijmpje Dy Leytse lape En Haerlemmer tape, En schiere yiel Bringe Vrieslandt ine wiel. Dat ishet Leidsche laken, het Haarlemmer bier en de partij der Schieringers brengen Fries land ten verderve. Een ander, even veelzeggend luidde: De forwielen lape, De rynsche tape, De haege staet Meytze Frieslaan blaet; waar dus het fluweel, het Rijnsche bier en de gevoerde hooge staat de oorzaak van iets dergelijks waren. Dat de Leeuwarders zoo tegen invoer van niet-inheemsch bier waren is wel te verklaren. Bier was toen ter tijde de volksdrank bij uit nemendheid, en het brouwen er van gaf groote winsten. Dordrecht, Gouda en ook Haarlem waren om hun bier beroemd, en dat was daar het hoofdmiddel yan bestaan. In het midden der 16e eeuw, dus iets later dan de tijd, waar over hier gehandeld wordt, telde Gouda 150 brouwerijen en Haarlem toch altijd een 50, die van het heldere duinwater een kostelijk bier wisten te maken, dat natuurlijk het Leeu warder brouwsel gemakkelijk verdrong. Nog 2 Weer trof de blik van den officier de vrouw, wier welgekozen woorden zoo weinig diep gevoel verrieden. Zonder eene verdere uitnoodiging af te wachten, begon hij: »Wij, zeelieden, zegt men, zijn bijgeloovigzoo maakte het bepaald een neêrslachtigen indruk, dat het uitloopende oefenings-eskader van ’t begin af zoo te zeggen door het ongeluk vervolgd werd. De van Kiel komende «Frederik de Groote* liep reeds in de Belt zoo hevig vast, dat zijn bodem tot op eene lengte van bjjna tweehonderd voet erg be schadigd en lek werd. Het schip moest dien tenge volge op zijn binnensten bodem drijvende naar Kiel terug gebracht worden. Aan dit voorspel werd door ons nauwelijks meer gedacht, toen wij ons den een en (lertigsten Mei in de nabijheid van Falkestone bevon den. Het weder was mooi en stil, een vroolijke stem ming heerschte onder ons allen. De tot het eskader behoorende drie pantserschepen stoomden in dubbele kielliniede »Pruisen« achter ‘Koning Wilhelm«op een vierhonderd meterde «Groote Keurvorst* aan stuurboordzijde van de laatste opeen honderd meter afstand. Twee koopvaardijschepen kruisten, achter elkaar volgende, den koers van het eskader. Zij kwamen rechts van de engelsche kust. Onze schepen waren ken. Het lag niet meer in menschelijke macht, iets er tegen te doen. De kommandant, kapitein ter zee graaf Monts, liet het bevel hooren«Redde zich, wie kan •Zaagt gij onzen zoon op dat noodlottig oogenblik?* vroegen de graaf en gravin bijna gelijktijdig. »Ja, graaf Anton gaf bewijs van grooten moed. Wij stonden de handen vast ineen gedrukt, belovende el kaar te zullen bijstaan. Als de een den andere over leefde, dan zou hij de ouders van den verongelukte de laatste uiting van kinderlijke liefde en achting overbrengen. Dien treurigen plicht heb ik te vervul len. Graaf Fahrbach en ik verlieten te zamen het schip. Alles liep van de hoog liggende stuurboordzij de in ’t water of sprong van boeg en achterdek in de golven.* »En wat werd vervolgens tot redding gedaan?* ’t Was, of er nog levenshoop klonk uit die woorden van den graaf. •Vervolgens!? De catastrophe had haar einde be reikt. Het binnendringende water overwon de laatste draagkracht van het schip: met geweld viel het naar bakboord over. Een onheilspellend sissen en bruisen van ontsnappende lucht en stoom was zijn doodsnik. Toen zonk de kolossus in de diepte. Humbert leunde tegen de openstaande deur der warande. Hij had den loop van ’t verhaal met ge spannen aandacht gevolgd. Nu boog hij het hoofd naar een van buiten komende persoon en zei fluiste rend, maar tengevolge de op ’t oogenblik heerschende stilte toch voor ieder verstaanbaar: •Nu, Mabel, ’t is bepaald waar dat Toni dood is en ik nu erfgenaam ben van het majoraat van Hel- fenstein. Wordt vervolgd. verplicht voor hen uit te wijken en achter hen om te gaan. De zich ’t naast bij hen bevindende «Groote Keur vorst* voerde de manoeuvre uit. Onmiddellijk daarop wendde ook de »Koning Wilhelm.* Door een ongelukkig, tot nu onopgehelderd nood lot, werden echter op «Koning Wilhelm» de desbe treffende bevelen van den officier der wacht gedeelte lijk verkeerd begrepen, tengevolge waarvan eene ver keerde wending aan ’t roer werd gegeven. Het rampzalig gevolg daarvan was: eene botsing tusschen •Koning Wilhelm* en de «Groote Keurvorst.* «Men zag het onheil aankomen en was niet in staat het af te wenden riep Bianka, wier donkere oogen aan den verhaler hingen, terwijl de graaf, voorover gebogen, zwijgend luisterde. «Toen men van beide kanten het dreigend gevaar bemerkte, werd dadelijk al het mogelijke gedaan om het af te wenden of althans te verzwakken. De «Groote Keurvorst* trachtte zooveel mogelijk met volle kracht zijner machine naar stuurboord rechts uit te wijken, terwijl «Koning Wilhelm* met volle kracht achteruitstoomde. Al die pogingen waren echter te vergeefs, de schepen waren te dicht bjj elkaar en de botsing volgde.* De spreker zweeg een oogenblik. In de ademlooze stilte, die heerschte, lag eene welsprekender uitnoodi ging voort te gaan, als waartoe vele woorden in staat zouden geweest zijn. «De ram van den «Koning Wil helm*, aldus vervolgde van Endtz zijn verhaal, «trof zijn kameraad nagenoeg 2,6 meter onder water in min of meer schuinsche richting van achteren, tusschen den grooten- en den bazaanmast, doodelijk. Binnen het korte tijdsverloop van twaalf tot vijftien minuten was het lot van den «Grooten Keurvorst* beslist. Heel kort na den stoot, die in den buitenwand van Pinckert, ried sterk aan het voorstel aan te nemen, maar anderen wilden daar niets van weten. Tot hun ongeluk want de stad was slecht versterkt. De Schieringers deden daarop een aanval, werden eerst afgeslagen, maar na men de stad spoedig in. Een der eersten die viel was Auckama, de man, die, in ’t belang van zijn vaderstad, de aanvallers had willen tevreden stellen. Hij heette Pinkert, waar schijnlijk omdat hij met zijn oog pinkte. Zulke bijnamen waran heel gewoon. Mr. Dirks ver haalt, hoe in zijn buurt een man woonde, die het vuur van Urk heette, omdat hij, op een nacht aan het roer van zijn tjalk in slaap ge vallen, het schip onder den vuurtoren van Urk op ’t strand had gezet. Een ander kreeg den naam Noorderlicht, omdat hij, op ’t Noordvliet wonend, ’s avonds bij mooi weder lang op zijn stoep zat te rooken. Werden eenige voorname Leeuwarders ge dood, anderen werden gevangen genomen en te Sneek en elders gevangen gezet. «Ende Leeuerden was daernae een tyt lanck in groot lyden en verdriet,* zegt Worp van Thabor. Niet te verwonderen is het, dat de Vetkoopers de gevangenen zochten te bevrijden. Vele Leeuwarders toch waren naar Ige Galama te Noordwolde gevlucht en met hem en Juw Jongema van Bolsward als aanvoerders, begon nen zij een aanval op Sneek te doen. Het werd een strijd tusschen Leeuwarden en Sneek om de hegemonie, want«de Sneeckers altyt guedt heerschaps waerent, ende hieldent met die Schieringe partij, ende Leeuerders hebben altoos quaedt heerschaps geweest ende hieldent met die Vetcoopers partij.* De beroemde Sneeker bus heeft in dezen tijd heel wat kogels uitgeworpen! M. C. N. '-du.7- >NEE I I inrmraWBB-XïjTOatvy.- 1| l.l».TUIII ..ruw»- A. OURANT

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1900 | | pagina 1