t) MEOWS- ES MWEMESTIEELMI 2i.i 1. ÏMR SM» ffl 018TRM. r l. Zonder verleden. r „SNEEKER COURANT.” Het offieieele Nieuws- en Advertentieblad voor Sneek en Omstreken. Vijf-en-Vijftigste Jaargang. Zaterdag 22 September 1200. 55e Jaargang. Xïo. 76. Binnenlandscli Nieuws. Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’tTramstation Sneek. nacht M. C. N. •m r. da FEUILLETON. i. Novelle van Clara von Dincklage. VI. Over ons zeewezen in vroegere eeuwen. ën ser ir Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. nt, in ch wij gewonnen. Misz Mabel zou ’t mij dan ook zeker nooit vergeven hebben, als ik haar redder er niet had doorgehaald. Maar nu moet gij ’t kopje ook niet meer laten hangen als een ziek vogeltje, anders moet ik mijn toevlucht nemen tot een bitter smakend drankje.* Het jonge meisje begon te lachen; de dokter was tegelijk huisvriend en kon zich zoo’n kleine plagerij wel veroorloven. Lady Anna wenschte nu wel iets meer omtrent de waarnemingen van den dokter te ver nemen; haar belangstelling in den patient was geens zins verminderd nu de grootste spanning was wegge nomen. «Welnu,zei Braun, naar zijn voorhoofd wijzende, «de een of andere druk, stoot, zonnesteek, of God weet wat, heeft de machine daarboven in de war gebracht.* Zich den schrik der dames heel goed verklarende, ging hij lachende voort «Gij moet mij niet verkeerd begrijpen: de man is niet krankzinnig, volstrekt niet. Men vindt bij hem lichtpunten van een ontwikkeld verstand. Maar het phonografisch apparaat in zijn hoofd is buiten werking gekomen. Alleen de groote machinist daar boven weet, of het ooit weer werken zal. Wij, zijn stumperachtige helpers, zullen intusschen naar onze beste krachten ons plicht doen. Het geval komt mij niet gekeel ho peloos voor; dit laat zich eerst beoordeelen, als de geheel uitgeputte krachten weer terug zijn, 't Is, alsof er een wand stond tuSschen den zieke en zijn verleden. Het «sesam* ontbreekt hem om het weder te ontsluiten. Zijn geest zoekt te vergeefs de wereld waarin hij vroe ger geleefd heeft.* «Welke gevolgtrekkingen maakt gij omtrent de vroe gere levensomstandigheden van den man aldus mengde lord Palmrose, die opmerkzaam had toegeluisterd, zich thans in ’t gesprek. Abonneert U op de Uitgevers POUWELS FALKENA. Abonnementsprijs f 0,40 per kwartaal, franco per post f 0,50. Verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Tjerk Hiddes de Vries Sjoerds de Vries. Men weet hetTjerk Hiddes werd op 6 Aug. 1622 te Sexbierum geboren. Hij begon met ter koopvaardij te varen en was in 1665 ka pitein van het oorlogsschip «de elf steden*. In ’t zelfde jaar nog werd hij seconde van den luitenant-admiraal Auke Stellingwerf, (wiens portret door L. van der Helst geschilderd werd), en later zelf luitenant-admiraal, die over een eskader bevel voerde. Toen ging hij naar Friesland terug om te zorgen voor de goede uitrusting der schepen, die het volgend jaar ten oorlog moesten gaan. In ’t begin van Juni 1666 zien wij hem bevel voeren op ’t schip «Groot Frisia*; hij maakte den Vierdaagschen zeeslag mede en nam den roem met zich, hem toegezwaaid door den Franschen Graaf de Guiche, die het gevecht had bijgewoond, dat hij een voornaam deel aan de zege had, en een der beste en dapperste bevelhebbers was van de Nederlandsche vloot. Maar op 4 Augus tus raakte hij weer met den vijand slaags, en moest zijn dapperheid met den dood bekoopen, evenals de luitenant-admiraal Evertsen. Zijn lijk werd naar Harlingen gevoerd en daar Niet te Amsterdam of te Rotterdam, de plaatsen, waaruit in vroegere eeuwen talrijke koopvaarders paar verre landen gingen, om, beladen met de heerlijke specerijen uit Oost en West terug te keeren, maar in «de vlecke die Haghe* wordt dezen zomer de geschied kundige tentoonstelling van het Nederlandsch Zeewezen gehouden. Stellig een oneigenaar dige plaats daarvoor. Want, wat merkt men in die stad vol landratten iets van het zeebe- drijf? Welke admiralen, welke zeerobben heeft het voortgebracht? Zeker, de bewoners van de 8ste wijk onzer koninklijke residentie be staan voor een groot deel uit wat de zee op levert, al wordt ter wille van de menschen, die om heel andere redenen dan om het vis- schersbedrijf te bestudeeren, voor eenige weken te Scheveningen komen, alles wat hiermede in verband staat, met zijn geuren incluis, in de zomermaanden naar den achtergrond ge drongen. Maar, deze tentoonstelling doorloo- pende, valt het wèl op, dat zoo bedroevend weinig aanwezig is van wat Holland in vroe ger eeuwen rijk maaktede haring- en kabel- 6 Pirker en zijn personeel keken zich de oogen uit het hoofd, toen Lady Palmrose de toegestokene hand greep en vriendelijk tegen den man redeneerde. Zij bedankte hem voor zijn moedige daad, waardoor hij haar kind voor een groot onheil bewaard had, en gaf haar leed wezen te kennen, dat hij, zooals zij nu eerst zag, daarbij zelf een niet onbeduidende wonde gekregen had. De oogen van den vreemdeling begonnen te glinsteren; hij voelde de goede bedoeling harer toespraak, al ging de klank harer woorden dan ook voor hem verloren. Het blaadje had zich omgekeerd: de als rechter opgetreden pachter werd nu zelf ter verantwoording ge roepen. Op onverantwoordelijke manier had hij zoo’n ge vaarlijk dier, als die dog klaarblijkelijk was, vrij laten rondloopenhij kon zich daarvoor een rechterlijk von nis op den hals halen. Pirker beschuldigde het toeval, waarachter eigen nalatigheid zich altijd zoo graag verschuilen wil, en was ten slotte blij, de fatale zaak met een uitbrander beëindigd te zien. ’t Kwam den lord intusschen niet raadzaam voor, den doofstomme, na ’t voorgevallene, nog in de macht van zijn pachter te laten. De man zag er zoo ziekelijk uit, dat de lord en lady eene degelijke geneeskundige be handeling voor hem noodzakelijk achtten. En in dien «Dat’s moeilijk te beslissen. Tn geen geval is hij afkomstig uit de levenskringen waarin gij hem hebt aangetroffen; door bijzondere omstandigheden moet hij daarin geraakt zijn. In de periode der bewusteloosheid bij zware zieken komt hun ware natuur voor den dag. Menig ui terlijk beschaafd man daalt, zonder de wils kracht zijn valsch omhulsel staande te houden, tot de laagste trap der gemeenheid af. In dezen man echter zit een goede kern; hij heeft zich als gentle man gedragen.* Daar het onmogelijk was, vast te stellen, vanwaar de vreemdeling afkomstig was, schreven lord en lady Palmrose naar verschillende consulaten, met verzoek, onderzoek te doen omtrent zijn geboorteplaats. Maar ook langs dezen weg was geen licht in het duister te brengen. De patient had voorloopig nog behoefte aan geneeskundige behandeling; het verdere moest zich vinden. Eenige weken waren verloopen. Lady Palmrose was met haar dochter uitgereden naar Guilford, om inkoopen te doen voor het naderend kerstfeest. «Gij komt als geroepen,» zei dokter Braun, die de dames ontmoette. «Ik was juist van plan naar Wey- castel te rijden en mevrouw Palmrose om een onder houd te verzoeken.* «Die reis is u dus bespaard geworden; en wat betreft het, mijnheer Braun?* Wordt vervolgd. die zich met 1 OCTOBER a. s. jauwvangst op dit blad abonneeren, oiitvan- J gen de nog vóór dien tijd ver schijnende nummers gratis DE UITGEVERS. geest namen zij dan ook hunne maatregelen. De lord nam ’t heel ernstig met zijn plichten en bracht den patient zelf bij zijn huisdokter te Guilford. Dokter Braun, een heel bekwame, flinke man, liet den zieke dadelijk in een hospitaal opnemen, daar hij hem in elk geval aan een langdurig onderzoek zou moeten onderwerpen. Den volgenden dag bracht dokter Braun zelf bericht over den aan zijne behandeling aanbevolene. «Het staat niet te best met den armen man,* zeide hij; «alle verschijnselen wijzen op bloedvergiftiging. Al wat menschelijke macht vermag, gebeurt, om hem te redden, ’t Is een interessant geval en ’t zou jammer zijn, als het graf zich sloot over het onopgelost raad sel van een leven, dat geheel van alles is afgesloten.* «Ik begrijp niet, wat gij daarmeê zeggen wilt* ant woordde de lady. «Heel eenvoudig dit, dat uw beschermeling hoege naamd geen besef heeft van het verleden. En daar komt in dit geval nog bij, dat alle organen meer of minder hunnen dienst weigeren.* «Heeft de arme man dan vroeger wel ooit het gebruik daarvan bezeten?» vroeg de dame. «Ik vermoed van wel. Maar bij het oogenblikkelijk gevaar moet elk nader onderzoek worden uitgesteld.» Mabel, die zich als de zij ’t dan ook onschul dige oorzaak van de verwonding van den zieke beschouwde, leed blijkbaar onder de bedenkelijke wen ding welke zijn toestand nam. Verscheidende dagen verkeerde de onbekende in levensgevaarte Meycastel maakte men zich bezorgd over hem als over een bloedverwant. Men kon aan ’t gezicht van den wakkeren dokter zien, als hij betere berichten brengen kon. «Ditmaal,* zeide hij met een tevreden lachje, «hebben ---- ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent ert van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar plaatsruimte. en wat met deze «groote* visscherij in verband staat. Zeker, onze vlootvoogden uit de glanspe riode van ons bestaan als zeemogendheid ko- men in beeld en schrift goed voor den dag. Het Rijksmuseum werd letterlijk geplunderd, om toch vooral te doen zien, welke eeretee- kenen onzen de Ruyter (en andere admiraals) 1 tirorflnn n-oeolinrilrnn Inhoud van het Friesche Tijdschrift «Sljucht en Rjucht van 22 September 1900. Op Muntsepölle, fen Jan fen ’e Gaestmar. Wyn en Tryn, Beppe. Foroaring, fen J. v. d. Tol. Koartstfyl. Hüshimmelerstiid (mei plaetsjes), D. H. Z. werden geschonken wij misten slechts zijn hertogskroon. Maar, is dit alles, wat hier bij eengebracht werd, wel zóóveel en van zooveel waarde, dat het ons hart hooger doet kloppen, ons, die leven in de eeuw, dat Nederland niet meer als zeemogendheid telt Wij gelooven, dat de opmerking van de commissie juist is, waar zij vreest, dat te veel uit oude archieven daar bijeengebracht is; dit spreekt o. i. tot de groote menigte weinig. En, nu moge door talrijke nieuwe vlaggen van verschillende mogendheden, de eenigszins sombere gothische zaal, waar de tentoonstelling gehouden wordt, wat opgefleurd worden, veel liever ware het ons geweest, als de gehavende standaards van zoovele vijandelijke schepen door onze Janmaats veroverd, daar hadden ge hangen, als levende bewijzen van wat zij met hun dood hadden gekocht. Het kan niet in onze bedoeling liggen, de vier zalen doorloopende, stuk voor stuk aan te geven, wat ons bijzonder trof, maar wel moet ons de verzuchting van het hart, dat zoo wei nig van Friesche zeehelden aanwezig is, en de kostbare bekers, op ’t schippersgild betrekking hebbende, die nog in Friesland zijn, door af wezigheid schitteren. Zijn zij misschien niet afgestaan, omdat ze de Leeuwarder tentoon stelling van antieke goud- en zilversmidswer- ken, tegelijkertijd gehouden wordende, moeten opluisteren Een loffelijke uitzondering maakte het gemeentebestuur van Sneek, dat zijn be kende kostbare drinkhoorns van ’t schippers gilde afstond, en ook de (trouwens niet fraaie) begrafenisschilden van dat gild inzond. Den lijvigen catalogus doorbladerend, hebben wij niet veel herinneringen aan Frieslands zeehelden kunnen ontdekken. Van Douwe Aukes, den bevelhebber van «de Struisvogel*, die zich in den slag van Plymouth (1652) zoo onderscheidde en genoemd werd «een van de beste zeehelden van onsen tydt, so in goed beleyt, courage, als ervarenheyt*, is er een anoniem miniatuurportret en zijn com- mandostaf, beide door het Friesch Genootschap ingezonden Hans Willem Baron van. Aylva, beurtelings kolonel bij het voetvolk en luitenant-admiraal, die in 1691 overleed, heeft er zijn gegraveerd portret Van jakob Binkes, die den tocht naar Chat- tam meemaakte, daarna de. Algerijnsche zee- roovers hielp tuchtigen, St. Eustatius en Nieuw Nederland (den Staat N.-York) mede herover de, naar de Oostzee trok en eindelijk te Tabago in 1677 sneuvelde, is er een afschrift van ’t rap port over dien slag aan den Prins v. Oranje uit gebracht, door den heer S. H. Binkes te Meer kerk ingezonden. Wytze van Beyma. kapitein ter zee, com mandant van »de Westergoo* in den tweeden Engelschen oorlog, heeft er zijn geschilderd portret, dat aan het Friesch genootschap be hoort. Dan valt nog ’t oog op het geschilderd por tret van Duco van Martena (15301605), die tot admiraal der Zuiderzee werd benoemd. Van Hendrik Brunsveld, die zich in den Vierdaag schen zeeslag loffelijk onderscheidde, is er niets. Maar boven deze allen uit steekt zeker en zijn neef Hidde plechtig begraven. Zijn weduwe beviel na zijn dood nog van een kind, dat op 20 Oct. 1666 van de Provinciale Staten van Friesland een jaar- lijksch inkomen van f 360 kreeg. Maar reeds op zijn 23ste jaar is hij als kapitein op ’t oor logsschip «de Brack* omgekomen. Zijn neef Hidde Sjoerds maakte den derden Engelschen oorlog mede, werd op 29 Juni 1694 gewond in een gevecht tegen den zee- roover Jan Bart en stierf aan zijn wonden. Van beide «de Vriezend bezit het Friesch Genootschap ’t wapenbord. De heer S. Haagsma te Sneek stelde drie handschriften over dit geslacht samen, hoofd zakelijk uit de kerkeboeken van Harlingen en Sexbierum. Men vindt er bijzonderheden in over pasgenoemde Tjerk Hiddes en Hidde Sjoerds, maar ook over de Capt. Baernt Hid des en Tjerk Tjerk Hiddes de Vries en over de KapiteinsMeindert Ysbrandts Heeremyt en Pieter Stajaerl. Eigenaardig is zeker het mooie koperen klokje van den schout-bij-nacht Hidde Sjoerds, door den heer E. v. Assen te ’s Hage inge zonden, en voor een fabelachtigen prijs ver zekerd. Even willen wij nog melding maken van den Statenbijbel met zilveren haken en beslag, door den luitenant-admiraal, den schout-bij- -Li en de kapiteins ter admiraliteit van Friesland aan Ds. Everardus Petri Nappius, prediker op de vloot onder de Vries, en later te Midlum, vereerd, en door H. Napjus te Sneek ingezonden, en ook niet nalaten te wijzen op de «Amsterdamse Donderdaeghse Courant* van 23 Dec. 1688, bevattende mede- deelingen omtrent den tocht van Willem III naar Engeland, hoewel dit verhaal ook in de Hollandsche Mercurius en elders voorkomt. Mr. v. Boven is de inzender. Dit is alles, wat Sneek afstond zou daar heusch niet meer zijn, dan deze weinige voor werpen ?n- jk COURANT.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1900 | | pagina 1