t)
MEliWS- H ABVEIlTEaTIEBLA»
I
r.
18
1,
IW SSfflï M IKMH.
Op Sint Helena.
Zonder verleden.
XTo* 77.
55 c, Ja ar gang;
Woensdag 26 September ,1900.
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’tTramstation Sneek.
Binnenlandsch Nieuws.
k.
FEUILLETON.
iek
n-
S,
et
1
ijn
m
r.
,1s
i.
Novelle van Clara von Dinckla&e.
r
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS,
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
ring
ai
de
A-
bij
lui-
lie
kt,
likt
ran
ook veel negers, mulatten, Maleiers,
en niet-Engelsche blanken, vooral Hol-
Een grijze componist. Den 1 Oct. a.s. viert 0. A.
Heinze, de nestor der Nederlandsche componisten, zijn
80sten verjaardag. Hij heeft gecomponeerd een stuk
voor 4-stemmig mannenkoor, getiteld«Mijn land is
een land der zee«, (uitgegeven bij C. M. van Mastrigt
te Arnhem). Dit werk is opgedragen aan de liedertafel
«Apollo* te Amsterdam, en wordt door dezen lieder
tafel ten gehoore gebracht op genoemden 1 Oct., op
welken dag de jubilaris met zijne familie op een door
»Apollo« te geven feest is genoodigd.
Een ontrouw brievengaarder. Te Veenhuizen is de
brievengaarder J. S. 0., wegens onregelmatigheden in
zijn beheer, geschorst. Hij neemt deze betrekking waar
bij die van commies bij het beheer der rijkswerkin-
richtingen aldaar.
Ernstige mishandeling. Te Assen is gevankelijk uit
Meppel overgebracht de 29-jarige Geert B., verdacht
den 23-jarigen A. Boldring met een mes ernstig te
hebben gewond, tengevolge waarvan deze thans in
levensgevaar verkeert. B., die zeer ongunstig bekend
staat en eerst kort geleden uit de gevangenis is ontsla
gen, loochent alle schuld.
ontwaakt geestelijk leven.
Dokter Braun geleidde de dames door de luchtige,
maar sombere gangen van het hospitaal, waar hij een
cel ontsloot, wier lichtglans zich over de binnentreden
den uitgoot en hen een oogenblik verblindde. De jonge
man in zijn linnen ziekengewaad, die tegen ’t venster
leunde, kwam een stap vooruit. Hij scheen zijn oogen
niet te vertrouwen, want hij liet ze buitengewoon lang
rusten op Mabels verschijning. Een vluchtig blosje
kleurde de bleeke, vermagerde wangen, en de gezonde
hand tegen de borst drukkende kwam uit het diepst van
zijn hart een «Goddank.* Toen de opgewondenheid be
daarde, vertoonden zich nog duidelijk de sporen der
ziekte: het schrale gezicht zag nog zoo spookachtig
bleek; de hand, die zoo krachtig tusschenbeide ge
komen was, was zoo mager en doorschijnend en den
linkerarm droeg hij nog in een doek.
’t Was inderdaad niet veel wat tusschen beide par
tijen verhandeld kon worden, want de duitscher ver
stond de dames maar half en Braun was een slechte
tolk voor vreemde talen.
Het doel was intusschen op dubbele wijze bereikt:
ten eerste verklaarde lady Anna de gehoorde woorden
voor duitsch, en ten tweeden was een zonnestraal ge
vallen in het trieste donker van het omsluierde bestaan,
dat de zieke zelf nauwelijks als leven beschouwde.
Toen de deur gesloten was en hij alleen bleef, ver
doofde de glans in zijne oogen, maar richtte zich naar
binnen, om het zoete meisjesbeeld vast te houden, dat
hem nog voor den geest zweefde.
«Een stap vooruit?* vroeg de dokter tevreden.
«Mij komt ’t nog slechts een stapje voor,* antwoordde
lady Anna.
«Wij geneesheeren zien verderhoe vaak zouden wij
moedeloos moeten worden, als wij dadelijk succes ver-
Lady Palmrose hing met onveranderlijke liefde aan
de gebruiken van haar geboorteland. Dientengevolge
had zij ook den duitschen kerstboom ingevoerd, of
liever: aan de engelsche feestviering toegevoegd.
Wie ooit in, Engeland op het land het kerstfeest
mede maakte, weet, dat dit feest het middelpunt
vormt der winter-vermakelijkheden op sloten en land
huizen.
Ook op Weycastel kwamen talrijke gasten en onder
dezen de zuster, weduwe, van den heer des huizes met
twee dochters en haar zoon, de jonge lord George
Glanmoor. Met jongensachtige afgunst beschouwde
deze zijn neef Arthur Palmrose, die met eenige mede
studenten van het college te Oxford ovèrgekomen was.
«Wij verwachten nog een gast, voor wien ik de
vriendelijke toegevendheid mijner overige gasten
moet inroepen,* zei lord Percy Palmrose, toen de vrien
denkring om hem heen verzameld was. «Het is de
onbekende, die zich het recht op onze dankbaarheid
verworven heeft.*
«Dat is dus tante Anna’s nieuwste weldadigheids-
pop,* spotte George Glanmoor.
Op verschillende plaatsen werden Zondag in ons
land in de Protestantsche kerken bidstonden voor Trans
vaal gehouden. De Nieuwe Kerk a/d Dam te Amster
dam was vol. Ds. Moorrees, predikant aan de Paarl,
Kaapkolonie, trad als voorganger op. Ds. Moorrees,
een der Afrikaanders, die naar Europa is overgekomen
om der Boeren zaak te bepleiten, hield eene schoone
rede, waarin vertrouwen op God uitgesproken werd
over de zaak onzer stamverwanten. De uitspraak der
rede geschiedde met eene heldere stem en verschilde
slechts zeer weinig van het zuiver Nederlandsch.
7
»’t Betreft natuurlijk uw beschermeling. Een der
grendels, die het verband met de buitenwereld afsloot,
is, naar ’t schijnt, door de zware ziekte weggeschoven.
Terwijl sedert lang zijn oor totaal gesloten scheen voor
’t binnendringen van eenig geluid, is dit thans gevoelig
geworden voor meer of minder sterke klanken. Sedert
is de patient ook begonnen te spreken, maar met voor
mij onverstaanbare woorden. Behalve mijn moedertaal
heb ik slechts de classieken bestudeerd, en de man
spreekt geene dier tongvallen. Of het deenscb, duitsch,
hollandsch of zweedsch is, weet ik niet; één dier talen
zal ’t echter wel zijn.*
«Dat ’s nog al een ruime keus talen, waarvan ik ech
ter slechts ééne, en wel het duitsch, versta. Tk zal ech
ter met u gaan, om vast te stellen, of ik een landgenoot
in den vreemdeling kan ontdekken.*
«Neem mij meê, mama,* zei Mabel«ik zou hem in
’t duitsch mijn dank kunnen betuigen.*
«Daar is hoegenaamd geen bezwaar tegen,* zei de
dokter lachende. «Misz Mabel mag méégaan, maar voor
hare conversatie is Antons gehoorvermogen toch nog
niet geheel toereikend. Ik heb,* zoo babbelde hij voort,
«ik heb den patient een vertrek voor hem alleen laten
aan wij zen, want de ruwe gezellen met wie hij zich
samen in éen zaal bevond, werkten nadeelig op zijn
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
langden. Maar,* vervolgde hij langzamer, «maar ook
op andere wijze is nog slechts een begin gemaakt.
Zoodra ik mijn patient ontslaan kan, dient hij aan een
specialiteit in ons land te worden toevertrouwd. Ik
zal de beste autoriteit daarvoor wel weten te vinden,
als mij daartoe de geldmiddelen maar ten dienste staan.
Deze zullen niet gering zijn. En hoezeer ik ook gewoon
ben op mylady’s offervaardigheid te rekenen, zou dit
toch van hare vrijgevigheid wel wat te veel gevergd
zijn.*
«Ik zal de zaak met lord Païmrose bespreken, maar
twijfel er niet aan, of hij zal zijne toestemming geven
om het begonnen werk voort te zetten.*
Mabel, die stilzwijgend het geprek van den dokter
met hare moeder had aangehoord, zocht na hare terug
komst dadelijk den lord op.
«Papa,* begon het jonge meisje min of meer verlegen,
«ik kom met een groot verzoek tot u.«
«Welnu,* antwoordde deze lachende, «wellicht een
pony vragen of iets dergelijks?*
«Neen, iets veel grooters. Ik weet dat gij van plan
zijt gedurende dezen winter om mijnentwil het Lon
doner seizoen meê te maken, en ik weet ook dat dit
heel veel geld kost.*
«Welnu, en wat wilt gij nog meer?* vroeg de lord
verbaasd.
«Ik meen ’t ernstig, papa; ik wou u verzoeken, dit
voornemen voor dezen winter op te geven en daarvoor
den armen zieke te helpen. Hij kan met opoffering van
veel geld genezen worden, zegt dokter Braun.*
Palmrose wist, dat zijn kind zich eene betooverende
voorstelling maakte van haar intrede tot de winterver
makelijkheden der hoofdstad, en het verheugde hem,
dat zij tot een persoonlijk offer bereid was. In bange
verwachting stond zij naast hem. Nu sloot hij haar in
Reeds zoo lang zitten zij daar, Cronjé en
zijne helden, op het afgelegen eiland, hon
derden uren van het vasteland en van hun ge
boorteland, van hunne eigendommen, van hun
ne betrekkingen. Welke gedachten zullen door
de hoofden dier mannen gaan. Hoe gaarne
zouden ze bekend willen zijn met den stand
van zaken in hun vaderland.
Wij, Nederlanders, verliezen zeer zeker niet
uit de gedachte, welk leed die duizenden om
Kimberley hebben verdragen, de onuitstaan
bare lijdensdagen van Paardeberg, hunne ge
vangenneming voorafgaande en nu ook hun
treurigen toestand te midden eener wereldzee.
Hoeveel te meer nog zullen zij de gedach
ten vervullen van hunne bloedverwanten, nog
strijdende of lijdende in den vreeselijken vrij
heidskamp.
Het zal onzen lezers zeker niet onwelkom
zijn te vernemen, wat een Franschman ver
haalt over zijn bezoek aan het eiland. De
schrijver X, vertelt met opzet niet, hoe het
hem mogelijk was, op het eiland te landen.
Terstond, bij het naderen, trof X. de aan
blik, dien dit afgelegen stukje gronds hem
bood. In de verte scheen St-Helena eene af
schuwelijke roode rots, die dreigend uit de gol
ven steekt, maar nadert men hem, dan ver
dwijnt allengs die slechte indruk, en heeft men
er eenmaal voet aan wal gezet, dan wordt men
bekoord door den weelderigen plantengroei en
door de 'eigenaardige ligging van de hoofd-
stad Jamestown, die steunt tegen rechtopgaan
de bergen.
Toen X aan wal stapte, stond de kaai bijna
blankin volkomen wanorde lagen kisten, kof
fers, tonnen en zakken door elkaar, inderhaast
voor de gretige golven in veiligheid gebracht
Zoo spoedig dit ging, steeg X. naar het hoog
ste deel der stad en vernam de oorzaak van
de wanorde beneden.
St. Helena kan zich, zelfs in gewone om
standigheden, niet voldoende voedenlaat staan
thans, nu er zooveel gevangenen verblijven;
van buitenaf moeten dus levensmiddelen wor
den aangevoerd.
Het karakter van het eiland noemt X. cos-
mopolitisch. De opschriften der huizen zijn in
’t Engelsch. Engelsche soldaten ziet men over-
de armen en zeide: «God heeft mij genoegzaam met
aardsche goederen gezegend, om beide plichten te
kunnen nakomen. Opdat gij echter de voldoening moogt
smaken, zelf ook iets voor uw redder op te offeren, zal
ik een kostbaar sieraad, ’t welk u als kerstgeschenk
was toegedacht, achterwege laten en dat bedrag ten
goede laten komen aan den hulpbehoevende.*
Mabel bedankte haar goedhartigen vader, die de
verdere beraadslagingen over de toekomst van den
man met lady Anna voortzette.
VII.
de overmacht moesten bukken, kwamen in
massa naar de omheining van het kamp. Zij
ontblootten het hoofd, toen hij voorbijging. Hij
groette hen vriendelijk terug en glimlachte even
om zijn ontroering te verbergen. Toen hij in
het kamp was gekomen, werd hij terstond om
ringd door zijn getrouwen, officieren en solda
ten, die hem allen de hand wilden drukken.*
Bij het verlaten van het kamp was X in de
gelegenheid den generaal te naderen, reeds
had hij de aandacht van Cronjé getrokken en
juist wilde hij iets tot dezen zeggen, toen de
wachten hem dit beletten. Maar een volgen
den keer hoopt schrijver gelukkige^ te zijn.
I /W!
al, maar
Kaffers
landers.
De komst der Boeren-gevangenen bracht
veel welvaart, meer nog dan er heerschte, toen
vóór de voltooiing van 'het Suez-kanaal alle
schepen van en naar Indië de reede van Ja
mestown aandeden.
Toen die gevangenen zouden arriveeren,
verkeerden de bewoners van het eiland in on
rust; zij dachten, dat die Boeren driekwart
wilden waren, die alles zouden doen, ja zelfs
moorden en branden om maar te ontkomen.
Hoe groot was nu hun verbazing toen zij za
gen, dat die gevreesde Zuid-Afrikaanders fat
soenlijke en rustige menschen waren, die ook
Engelsch spraken. Al zeer spoedig ontstond
er dan ook een goede verstandhouding tus
schen de gevangenen en de bevolking, en de
Boeren, die op parool werden vrijgelaten, kre
gen voor ’t meerendeel terstond werkzaamhe
den. De gevangenen roemden dan ook te
genover X. de eilanders in tegenstelling met
de bewoners van de steden in Kaapland en
Natal, die hen bespotten en hoonden, en ver
klaarden schier eenstemmig, dat zij op St. He
lena hunne kalmte naar lichaam en ziel hadden
teruggekregen.
De gevangenen, die niet op parool zijn vrij
gelaten, worden opgesloten gehouden in het
kamp van Deadwood, een vrij uitgestrekte
ruimte, waar zij zich naar hartelust met aller
lei lichaamsoefeningen kunnen bezighouden.
De grootste merkwaardigheid van Sint He
lena is het graf van Napoleon. Zeer dikwijls
wordt het door de gevangenen bezocht. «Er
ligt iets treurigs en tevens treffends», zegt
schrijver, «om al die oude krijgslieden, al die
eenvoudige, ruwe, onwetende mannen, maar
die vol diepen eerbied, vol ingehouden geest
drift, vol onverwinlijke hoop zijn, te zien op
trekken naar de plaats, waar de groote krijgs
man heeft gerust.»
Den gevangenen, dié niet op parool zijn
vrijgelaten, is het ook van tijd tot tijd vergund
het kamp van Deadwood te verlaten. Dan
mogen zij zich op ’t eiland bewegen onder ge
leide van hun officieren, die aansprakelijk zijn
voor hun terugkeer. Ook van hen is de eerste
tocht naar het graf van den eersten keizer,
dat, dit moet gezegd worden, zeer goed onder
houden wordt. Eveneens bevindt Longwood
old house, waar Napoleon in zijn ballingschap
verbleef, en waar hij overleed, zich in uitste
kenden toestand.
Het nieuwe Longwood (Longwood new house),
dat voor den beroemden gevangene werd ge
bouwd, doch eerst na diens dood gereed kwam,
wordt thans bewoond door graaf Bathurst, den
kolonel-commandant van het vierde bataillon
der Gloucester militie, sterk 700 man, dat naar
het eiland is gezonden om de gevangenen te
bewaken.
Het kamp van Deadwood, waar, zooals bo
ven werd gezegd, de gevangen Boeren zijn
ondergebracht, staat onder de krijgswet sedert
het geval met den jongen gevangene, die werd
doodgeschoten. Dit geschiedde door een mis
verstand de orders nl. die in het kamp waren
aangeplakt en die, welke aan de wacht waren
gegeven, waren niet eensluidend, zoodat zich
het zonderlinge geval voordeed, dat noch de
gedoode, noch degeen, die hem doodde, schul
dig was. Onder de Boeren bracht deze zaak
in de eerste dagen groote ontsteltenis. Cronjé
zelf moest tusschenbeide treden om ernstige
verwikkelingen te voorkomen.
De held van Paardeberg en zijn omgeving
staan niet, zooals de gevangenen van Dead
wood, onder de krijgswet, maar onder de ci
viele autoriteiten. De oude generaal bewoont
een aardig huisje, »Kent Cottage*, dat zeer
veel op een Hollandsche woning gelijkt; daar
wordt hij dag en nacht door schildwachten
bewaakt, bovendien wordt «Kent Cottage* nog
bestreken door de kanonnen van het fort van
«High Knoll*. Dit verblijf van Cronjé is niet
ver van het gouvernementsgebouw «Plantation
house», van het huis van den Hollandschen
consul en van dat van den Anglikaanschen
bisschop van Sint Helena.
Tot nog toe is het Cronjé, noch iemand
van zijn omgeving gelukt, te worden vrijge
laten op parool, maar dikwijls krijgt hij verlof
zijn woning te verlaten, o. a. om de godsdienst
oefeningen bij te wonen. Op den schrijver, die
een paar malen den generaal van nabij zag,
maar hem niet te spreken kon krijgen, maakte
Cronjé den indruk van een levendig en niet
terughoudend man te zijn.
X woonde het bij, dat de held van Paarde
berg met zijn vrouw, die hem overal vergezelt,
het kamp van Deadwood bezocht, ’t Was een
treffend schouwspel. «Al de mannen*, zegt de
schrijver, «die onder zijn bevelen bij Paarde
berg hebben gestreden en die ten slotte voor
>i.
L
ik
ji
COURANT.